Een gebrek aan zelfcorrectie in de wetenschap heeft het vermogen van de klimaatwetenschap om plausibele beelden te schetsen van onze collectieve toekomst, in gevaar gebracht.
Auteurs: Roger Pielke Jr. en Justin Ritchie.
Vertaling: Martien de Wit.
De integriteit van de wetenschap hangt af van haar vermogen om een steeds betrouwbaarder beeld te schetsen van hoe de wereld in elkaar zit. In de afgelopen tien jaar zijn ernstige bedreigingen voor deze integriteit aan het licht gekomen. De verwachting dat wetenschap inherent zelfcorrigerend is, en dat zij zich cumulatief en progressief verwijdert van onjuiste overtuigingen en in de richting van de waarheid beweegt, is op tal van gebieden – waaronder kankeronderzoek, neurowetenschap, hydrologie, kosmologie en economie – in twijfel getrokken nu waarnemers ontdekken dat veel gepubliceerde bevindingen van slechte kwaliteit zijn, onderhevig zijn aan systematische vooringenomenheid, of niet reproduceerbaar zijn.
Een bijzonder verontrustend voorbeeld uit de biomedische wetenschappen is een literatuuronderzoek uit 2015, waaruit bleek dat bijna 900 collegiaal getoetste publicaties over studies van een vermeende borstkankercellijn in feite gebaseerd waren op een verkeerd geïdentificeerde huidkankerlijn. Erger nog, bijna 250 van deze studies werden gepubliceerd zelfs nadat de verkeerde cellijn in 2007 onomstotelijk was geïdentificeerd. Onze vluchtige zoektocht op Google Scholar geeft aan dat onderzoekers nog steeds de huidkanker cellijn gebruiken in borstkanker studies gepubliceerd in 2021. Al deze foute studies blijven in de literatuur staan en zullen een bron van verkeerde informatie blijven voor wetenschappers die aan borstkanker werken.
In 2021 bevindt het klimaatonderzoek zich in een situatie die vergelijkbaar is met die van het borstkankeronderzoek in 2007. Uit ons onderzoek (en dat van verschillende collega’s) blijkt dat de scenario’s voor de uitstoot van broeikasgassen tot het einde van de eenentwintigste eeuw gebaseerd zijn op achterhaalde beelden van het recente verleden. Omdat klimaatmodellen afhankelijk zijn van deze scenario’s om het toekomstige gedrag van het klimaat te voorspellen, vormen de verouderde scenario’s een misleidende basis voor zowel het ontwikkelen van een wetenschappelijke onderbouwing als voor het voeren van discussies over het klimaatbeleid. Het voortdurende misbruik van scenario’s in klimaatonderzoek is alomtegenwoordig en heeft zoveel gevolgen dat wij het beschouwen als een van de belangrijkste tekortkomingen van de wetenschappelijke integriteit in de eenentwintigste eeuw tot nu toe. We hebben een koerscorrectie nodig.
Door op te roepen tot deze koerswijziging benadrukken wij uitdrukkelijk en ondubbelzinnig dat de door de mens veroorzaakte klimaatverandering reëel is, dat zij aanzienlijke risico’s inhoudt voor de samenleving en het milieu, en dat diverse beleidsreacties in de vorm van mitigatie en aanpassing noodzakelijk en zinvol zijn. De realiteit en het belang van klimaatverandering vormen echter geen reden of excuus om vragen over onderzoeksintegriteit uit de weg te gaan, net zomin als de realiteit en het belang van borstkanker dat doen. Integendeel, de urgentie maakt aandacht voor integriteit des te belangrijker.
Scenario’s en basislijnen
Beleid is een voorspelling. Als men zich vastlegt op een bepaalde gedragslijn, weerspiegelt dat de verwachtingen ten aanzien van de uitkomsten van de keuze voor de ene optie boven de andere. Doeltreffende beleidsvorming, die tot de gewenste resultaten leidt, vereist daarom enig vermogen om de toekomst te onderscheiden en in kaart te brengen. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat beleid in de context van klimaatverandering, die zich over vele decennia en eeuwen zal uitstrekken, methoden vereist om alternatieve wegen naar de toekomst te onderscheiden.
Een fundamentele benadering van onderzoek naar het klimaat is gebaseerd op scenario’s. In de jaren zestig gebruikte Herman Kahn het woord scenario om een geformaliseerde visie op de toekomst aan te geven. Als militair strateeg voor de RAND Corporation raakte Kahn bevriend met acteurs en regisseurs in Zuid-Californië en stond hij waarschijnlijk model voor het gelijknamige personage in Stanley Kubrick’s Dr. Strangelove.
Kahn legde uit dat “scenario’s gewoon een min of meer fantasierijke opeenvolging van gebeurtenissen zijn die zo worden samengesteld dat elke gebeurtenis een context vormt voor de andere gebeurtenissen en dat er enige continuïteit in de tijd is in het ‘verhaal'”. Het idee van ‘scenarioplanning‘ sloeg aan en tegen 1972 had Shell Corporation Kahn gevraagd zijn methodes voor scenarioplanning te ontwikkelen om de bedrijfsstrategie vorm te geven.
Scenario’s zijn een belangrijk analyse-instrument omdat de wereld ongelooflijk complex is en mensen hulpmiddelen nodig hebben om zich de contouren van die complexiteit voor te stellen. Zoals de antropoloog James C. Scott opmerkt, “elk groot sociaal proces of gebeurtenis zal onvermijdelijk veel complexer zijn dan de schema’s die we, prospectief of retrospectief, kunnen bedenken om het in kaart te brengen.” Wij hebben dus instrumenten nodig om de complexiteit van de wereld te vereenvoudigen en ons te helpen bij het bedenken en evalueren van actiealternatieven, uiteindelijk met het oog op de uitvoering. Dergelijke kaarten van de wereld zijn echter niet alleen maar een afspiegeling van een onderliggende werkelijkheid. Zoals de geograaf Alan MacEachren uitlegt: “Wanneer we deze abstracte voorstellingen opbouwen (hetzij concrete in kaartvorm, hetzij cognitieve die door kaarten worden ingegeven), onthullen we niet zozeer kennis als wel creëren we die.”
Scenario’s zijn een belangrijk analyse-instrument omdat de wereld ongelooflijk complex is en de mens instrumenten nodig heeft om zich de contouren van die complexiteit voor te stellen.
Klimaatonderzoek leende zich bij uitstek voor het gebruik van scenario’s, gezien de wortels ervan in de langetermijnplanning en de energie-industrie. De eerste scenario’s waren sterk geïdealiseerd en gericht op het onderzoeken van wat er zou gebeuren als de CO2-concentratie zou verdubbelen ten opzichte van het pre-industriële niveau of zou toenemen met een gestaag tempo van 1% per jaar. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) introduceerde scenario’s niet alleen om wetenschappelijke vragen te onderzoeken, maar ook om alternatieve toekomstversies te projecteren of te voorspellen. In 1990 werd in het eerste IPCC-rapport een concept uit de scenarioliteratuur overgenomen dat ‘business as usual‘ werd genoemd, een term om te beschrijven waar de wereld momenteel naar toe gaat. Een business-as-usual-scenario is bedoeld om een basisverwachting te scheppen voor de toekomst bij afwezigheid van onvoorziene gebeurtenissen of gecoördineerde inspanningen om die toekomst te veranderen. Deze basisverwachting kan dan een evaluatie structureren van de voordelen die zouden kunnen voortvloeien uit het inslaan van een alternatieve weg.
De notie van een basislijn (of business-as-usual, of referentie) projectie in scenarioplanning werd versterkt door de invoering van kosten-batenanalyse als een centraal instrument voor het begrijpen van de potentiële effecten van voorgestelde overheidsvoorschriften. Zo vaardigde de regering-Reagan in 1981 een uitvoeringsbesluit uit op grond waarvan federale regelgeving formeel aan een kosten-batenanalyse moest worden onderworpen alvorens te worden ingevoerd. Een essentieel kenmerk van een dergelijke analyse is de vergelijking van verschillende toekomstscenario’s – meestal een scenario zonder regelgeving (het basisscenario) en een scenario met verschillende beleidsmaatregelen (een beleidsscenario). Bij een dergelijke methodologie beschouwen analisten het basisscenario als een voorspelling van de meest waarschijnlijke toekomst bij afwezigheid van specifieke beleidsmaatregelen om die toekomst te vermijden. Toen de klimaatwetenschap in de daaropvolgende decennia vorm kreeg, erfde het vakgebied deze erfenis van basisscenario’s.
De toekomst is niet meer wat hij geweest is
De inspanningen om de toekomst van de klimaatverandering te begrijpen zijn afhankelijk van scenario’s voor de toekomstige uitstoot van broeikasgassen, omdat deze uitstoot de hoofdverantwoordelijke is voor elke verandering in het gedrag van het klimaat die verder gaat dan de natuurlijke variabiliteit. Emissiescenario’s vormen dus een essentiële input voor de klimaatmodellen die het toekomstige gedrag van het klimaat willen voorspellen. Maar emissiescenario’s zijn zelf weer afhankelijk van variabelen zoals bevolkingsgroei, economische groei, technologische veranderingen, veranderingen in landgebruik, enzovoort.
Terwijl de wereld zich in de drie decennia sinds het eerste IPCC-rapport in 1990 op ongelooflijke en onverwachte manieren heeft ontwikkeld, is de toekomst die het IPCC voor ogen had, opmerkelijk statisch gebleven.
Een voor de hand liggende uitdaging bij het opstellen van plausibele emissiescenario’s is dan ook dat deze belangrijke variabelen voortdurend veranderen, soms in volkomen onverwachte richtingen. En toch, terwijl de wereld zich in de drie decennia sinds het eerste IPCC-rapport in 1990 op ongelooflijke en onverwachte manieren heeft ontwikkeld, is de door het IPCC voorziene toekomst opmerkelijk statisch gebleven. Zo werd in het eerste IPCC-rapport van 1990 een business-as-usual-scenario voor kooldioxide-emissies aangenomen dat resulteerde in een verwachte concentratie van broeikasgassen in het jaar 2100 van meer dan 1.200 deeltjes per miljoen (ppm) kooldioxide-equivalent, een stralingsforcering (een maatstaf voor het broeikaseffect) van 10 watt per vierkante meter (W/m2), en een wereldwijde temperatuurstijging van 2,9 tot 6,2 graden Celsius boven de preïndustriële waarden. In het zesde evaluatierapport van het IPCC, dat dit jaar moet verschijnen, wordt een basisscenario gebruikt met een verwachte broeikasgasconcentratie voor 2100 van ongeveer 1.200 ppm, een stralingsforcering van 8,5 W/m2 en een temperatuurstijging van 3,0 tot 5,1 graden Celsius.
Deze opmerkelijke continuïteit van kenmerken tussen verschillende generaties van klimaatscenario’s vergemakkelijkt de vergelijking van onderzoek dat gedurende vele decennia is verricht met gebruikmaking van de verschillende scenario’s. Maar het creëert ook een probleem. De emissiescenario’s die de klimaatgemeenschap nu gebruikt als basis voor klimaatmodellen, zijn afhankelijk van een voorstelling van het heden die niet langer waar is. En toen de scenario’s het contact met de werkelijkheid verloren, verloren ook de klimaat-, impact- en economische modellen die ervan afhankelijk zijn voor hun toekomstprojecties, hun contact met de werkelijkheid. Toch vormen deze voorspellingen een centraal onderdeel van de wetenschappelijke basis waarop klimaatbeleidsmakers nu beleid ontwikkelen, bespreken en goedkeuren.
Hoe de emissiescenario’s ontspoord zijn, is een lang en technisch verhaal (dat we in een artikel van 20.000 woorden beschrijven, voor wie het interesseert). Hier is de korte versie.
Vier toekomstversies
Wetenschappers en beleidsmakers hebben keer op keer geleerd dat nauwkeurige voorspellingen van de toekomst van de samenleving niet alleen moeilijk, maar fundamenteel onmogelijk zijn. Scenarioplanning helpt om de beperkte vooruitziendheid aan te pakken door een reeks alternatieve mogelijke toekomstversies te voorzien, waardoor beleidsmaatregelen kunnen worden overwogen die effectief kunnen zijn ondanks onzekerheden en onwetendheid. Maar toekomstscenario’s moeten voortdurend worden bijgewerkt omdat de mogelijkheden voor de toekomst veranderen naarmate de gebeurtenissen zich in het heden ontvouwen.
Een basislijn of business-as-usual-scenario is per definitie een verwachting van de meest waarschijnlijke toekomst als er geen maatregelen worden genomen om die toekomst te veranderen. Nadat het IPCC in zijn eerste rapporten één basisscenario en drie beleidsscenario’s (die elk een andere mix van toekomstig klimaatbeleid weerspiegelen) had aangenomen, erkenden de leiders van het IPCC tegen het eind van de jaren negentig dat de organisatie haar scenario’s moest bijwerken. De IPCC-gemeenschap heeft actief gedebatteerd over de vraag of nieuwe scenario’s het onderscheid tussen basisscenario’s en beleid van eerdere IPCC-beoordelingen moesten overnemen, of in plaats daarvan scenario’s moesten presenteren zonder rekening te houden met de waarschijnlijkheid daarvan.
De emissiescenario’s die de klimaatgemeenschap nu gebruikt als basis voor klimaatmodellen, zijn gebaseerd op een voorstelling van het heden die niet langer waar is.
Wijlen klimaatdeskundige Stephen Schneider pleitte ervoor om waarschijnlijkheden in de scenario’s op te nemen. Hij legde uit dat “beleidsanalisten waarschijnlijkheidsschattingen nodig hebben om de ernst van de impliciete gevolgen te beoordelen; anders zouden zij zelf de impliciete waarschijnlijkheidstoewijzingen moeten uitwerken”. Maar andere wetenschappers die betrokken waren bij het opstellen van de IPCC-scenario’s voerden aan dat het inschatten van de waarschijnlijkheid van scenario’s tot een eeuw in de toekomst fundamenteel onmogelijk was en dat zij dit niet moesten doen, omdat dit hun gebruikers niet zou misleiden over de voorspelbaarheid van de toekomst. Beide zijden hebben goede argumenten.
Het laatste perspectief won het. Toen het IPCC in 2000 zijn Special Report on Emission Scenarios (SRES) publiceerde, presenteerde het de nieuwe familie van emissiescenario’s zonder waarschijnlijkheden. Er werd dus geen onderscheid gemaakt tussen basisscenario’s en beleidsscenario’s. In feite legde het rapport de nadruk op vier scenario’s, die een breed scala aan resultaten omvatten, zodat gebruikers van scenario’s, zoals klimaatmodelleurs, niet in de verleiding zouden komen om een middenscenario te interpreteren als zijnde de meest waarschijnlijke basistoekomst. Het SRES-rapport van het IPCC concludeerde: “Het SRES-schrijfteam is het er in grote lijnen over eens dat de huidige literatuuranalyse suggereert dat de toekomst inherent onvoorspelbaar is en dat de meningen dus zullen verschillen over welke van de verhaallijnen en representatieve scenario’s meer of minder waarschijnlijk zouden kunnen zijn. Daarom is de ontwikkeling van een enkel ‘best guess‘ of business-as-usual-scenario wenselijk noch mogelijk.”
Dit besluit bleef niet zonder kritiek. Zo merkten Detlef van Vuuren en zijn collega’s van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving in een evaluatie van de IPCC-beoordelingen in 2012 op, dat het niet toekennen van waarschijnlijkheden “sterk werd bekritiseerd door sommige milieu-ngo’s [niet-gouvernementele organisaties] omdat het zou suggereren dat autonome ontwikkelingen ook tot een (bescheiden) vermindering van emissies zouden kunnen leiden.”
Met andere woorden, als een scenario suggereert dat de wereld zich zou kunnen ontwikkelen in de richting van een toekomst met minder emissies bij afwezigheid van een agressief klimaatbeleid, zou dat de motivatie kunnen verminderen om beleid te ontwikkelen dat daadwerkelijk tot een dergelijke toekomst leidt. Dit bewijst dat scenario’s niet alleen ‘lenzen‘ zijn om mogelijke toekomstversies te helpen voorzien, maar ook steunpilaren om actie te motiveren – om gewenste toekomstversies in werkelijkheid om te zetten. Scenario’s zijn dus nooit neutraal, omdat verschillende toekomstversies verschillende keuzes tussen beleidsopties weerspiegelen.
De som van alle invloeden
Om emissiescenario’s te ontwikkelen, beginnen wetenschappers met veronderstellingen over de toekomst van sociaal-economische variabelen zoals economische groei, bevolkingsgroei en energieverbruik, evenals een reeks andere variabelen, zoals veranderingen in landgebruik (landbouw, begrazing, bosbouw, enzovoort) en deeltjesverontreiniging. Zij voegen deze variabelen toe aan modellen van de samenleving en de economie, geïntegreerde evaluatiemodellen genaamd, om plausibele trajecten van toekomstige emissies te genereren – dit zijn de emissiescenario’s. Deze scenario’s voorspellen niet alleen de toekomst van kooldioxide-emissies, maar ook van andere chemische stoffen die het klimaat beïnvloeden, zoals methaan en distikstofoxide. Emissiescenario’s zijn op hun beurt nodig om een andere variabele te bepalen, de zogenaamde radiatieve forcering, een maatstaf voor veranderingen in de netto-overdracht van energie (d.w.z. warmte) in de atmosfeer. Stralingsforceringstrajecten (veranderingen in de forcering in de tijd) zijn een belangrijke input voor de klimaatmodellen die het toekomstige gedrag van het klimaat voorspellen.
De IPCC-scenario’s komen tegemoet aan de behoeften van de gemeenschap van klimaatmodellenmakers, die hoge technische eisen stelt aan de input in hun klimaatmodellen. Naarmate het wetenschappelijk inzicht in de complexiteit van het klimaatsysteem is gegroeid, is ook de complexiteit van de scenario’s waarvan de klimaatmodellen – en de toekomstversies die zij voorspellen – afhankelijk zijn, toegenomen.
In 2005 begon het IPCC met de opstelling van een nieuwe generatie emissiescenario’s ter vervanging van die van de SRES. De ontwikkeling van deze nieuwe scenario’s zou tijd vergen en dat zou de voortgang van het onderzoek naar klimaatmodellen vertragen. Om de informatie te verschaffen die nodig is om door te gaan met de ontwikkeling van klimaatmodellen zonder te hoeven wachten op bijgewerkte scenario’s, selecteerde het IPCC eenvoudigweg een set van vier radiatieve forceringstrajecten tot het jaar 2100 voor gebruik door de onderzoeksgemeenschap. Deze zogeheten representatieve concentratietrajecten (RCP’s) werden gekozen uit de vele honderden bestaande emissiescenario’s en vertegenwoordigden een hoge, een lage en twee middenprojecties. Modelleurs konden dan onmiddellijk de vier RCP’s toepassen om een reeks bijgewerkte projecties van toekomstig klimaatgedrag te produceren. Tegelijkertijd zouden scenario-ontwikkelaars beginnen met dezelfde reeks radiatieve forceringstrajecten en terugwerken om socio-economisch plausibele emissiescenario’s te ontwikkelen die de vier RCP’s zouden opleveren.
Scenario’s zijn niet alleen maar lenzen waarmee men zich mogelijke toekomstversies kan voorstellen, maar ook steunpilaren om tot actie aan te zetten, zodat de gewenste toekomstversies werkelijkheid worden.
Hoewel het IPCC de vier radiatieve forceringstrajecten selecteerde om een reeks toekomstverwachtingen tot 2100 te bieden, hield het geen rekening met de plausibiliteit van de sociaaleconomische veronderstellingen die werden gebruikt om die scenario’s te genereren. In 2008 merkte het IPCC immers op: “Het is een open onderzoeksvraag hoe breed een scala aan sociaaleconomische omstandigheden consistent zou kunnen zijn met een bepaald [RCP] pad van broeikasgasemissies, met inbegrip van het uiteindelijke niveau, het verloop ervan in de tijd en het ruimtelijke patroon.” De online leidraad voor de RCP-database waarschuwde eveneens: “De verschillen tussen de RCP’s kunnen daarom niet rechtstreeks worden geïnterpreteerd als een gevolg van klimaatbeleid of bepaalde sociaaleconomische ontwikkelingen.”
Het IPCC had het verband verbroken tussen de sociaal-economische kenmerken die aan de scenario’s ten grondslag lagen (bevolkingsverandering, economische groei, enzovoort), de emissiescenario’s die zij voor klimaatmodellen verschaften, en de klimaattoekomst die die modellen zouden voorspellen. Het gevolg van deze scheiding was dat tijd werd bespaard terwijl elke verplichting om de scenario’s en trajecten op plausibiliteit of waarschijnlijkheid te evalueren, werd opgegeven. En toch negeerde het IPCC zijn eigen richtlijnen. Het bracht de RCP-scenario’s niet alleen in verband met aannemelijkheid, maar ook met waarschijnlijkheid, toen het het scenario dat leidde tot de grootste klimaatverandering, RCP8.5 genaamd (met een stralingsforcering van 8,5 W/m2 in 2100), bestempelde als het enige business-as-usual-scenario van de reeks. Het IPCC identificeerde daarmee RCP8.5 als de meest waarschijnlijke toekomst bij afwezigheid van verdere beleidsinterventie, waardoor het een speciale status kreeg, niet alleen onder de RCP’s maar ook onder de honderden basisscenario’s van de bredere IPCC-database van scenario’s.
Wat is goed voor de wetenschap?
Waarom is dit van belang? Omdat RCP8.5 – het meest gebruikte RCP-scenario en het scenario dat naar verluidt het beste weergeeft hoe de wereld eruit zou zien als er geen klimaatbeleid zou worden gevoerd – niet alleen een onwaarschijnlijke toekomst in 2100 voorstelt, maar ook een heden dat nu al sterk van de werkelijkheid afwijkt. We weten dit omdat we RCP8.5 (en andere klimaatscenario’s) jarenlang hebben bestudeerd en veel van de inputs en aannames ervan hebben afgezet tegen hoe de wereld zich feitelijk heeft ontwikkeld sinds 2005, het jaar waarin RCP8.5 begint. Wij hebben ook honderden IPCC-scenario’s geëvalueerd in het licht van prognoses van mondiale energie-evaluaties op korte termijn. Uit ons werk (inclusief samenwerking met Matthew Burgess en andere collega’s), en uit studies van andere onderzoekers die in tal van artikelen zijn gepubliceerd, blijkt duidelijk dat de meeste IPCC-scenario’s nu al ontsporen en sommige, zoals RCP8.5, zelfs aanzienlijk. Zoals twee scenariodeskundigen in een commentaar in Nature van januari 2020 samenvatten, “is de wereld die in RCP8.5 wordt voorgesteld, er een die naar onze mening met het jaar ongeloofwaardiger wordt”.
RCP8.5 – het meest gebruikte RCP-scenario en het scenario dat naar verluidt het best weergeeft hoe de wereld eruit zou zien als er geen klimaatbeleid zou worden gevoerd – vertegenwoordigt niet alleen een onwaarschijnlijke toekomst in 2100, maar ook een heden dat nu al aanzienlijk van de werkelijkheid afwijkt.
Bijvoorbeeld: RCP8.5 voorspelt tot 2100 een zesvoudige groei van het mondiale steenkoolverbruik per hoofd van de bevolking, terwijl het Internationaal Energieagentschap en andere groepen die energieprognoses opstellen het er collectief over eens zijn dat het steenkoolverbruik reeds zijn hoogtepunt heeft bereikt of weldra zal bereiken. Ook voorziet RCP8.5 in een snelle groei van de kooldioxide-uitstoot tot ten minste het jaar 2300, wanneer de aarde een CO2-concentratie in de atmosfeer van meer dan 2.000 ppm zal bereiken. Maar nogmaals, volgens het IEA en andere groepen hebben de emissies van fossiele energiebronnen zich waarschijnlijk op een plateau gestort, en is het aannemelijk dat voor het eind van de eeuw, zo niet veel eerder, een netto-nulemissie kan worden bereikt. Prognoses dat de kooldioxide-uitstoot van fossiele brandstoffen de komende 50, 100 of 300 jaar dramatisch zal toenemen, zijn vandaag eenvoudigweg ongeloofwaardig.
Waarom heeft het IPCC dan RCP8.5 gekozen als het enige business-as-usual-uitgangspunt? Niet omdat het IPCC expliciet van mening was dat dit de meest waarschijnlijke of zelfs aannemelijke toekomst voor de wereld was, hoewel de aanduiding beide impliceert. De keuze voor RCP8.5 is veeleer ingegeven door de wens de continuïteit met de scenario’s van vroegere IPCC-rapporten, zowel de SRES- als de vroegere basisscenario’s, te bevorderen, zodat de resultaten van klimaatmodelleringsonderzoek over de decennia heen vergelijkbaar zouden zijn. Ook is voor RCP8.5 gekozen om klimaatmodelleurs te helpen de verschillen te onderzoeken tussen het klimaatgedrag onder veronderstelde extreme omstandigheden van door de mens veroorzaakte klimaatforcering en natuurlijke variabiliteit. Het verschil tussen de hoge (8,5 W/m2) en lage (2,6 W/m2) RCP-forceringstrajecten creëerde, zoals de scenario-ontwikkelaars verklaarden, “een goede signaal-ruisverhouding voor de evaluatie van de klimaatrespons in AOGCM [atmosferische-oceanische algemene circulatiemodel]-simulaties”. De technische vereisten van klimaatmodellering, en niet het klimaatbeleid, hebben het ontwerp van de IPCC-scenario’s gestuurd.
Deze beslissingen zouden gerechtvaardigd kunnen zijn als klimaatmodellen slechts wetenschappelijke instrumenten waren om een verscheidenheid aan omstandigheden te onderzoeken als een manier om hypotheses en het inzicht van onderzoekers in het klimaatsysteem te testen. Maar wetenschappers, beleidsmakers, de media, milieuactivisten en het publiek rechtvaardigen en interpreteren klimaatmodellen nu in brede kring als voorspellende informatie over plausibele toekomstversies. Door RCP8.5 te kiezen als een van de slechts vier scenario’s die door modelleurs moeten worden gebruikt, en deze keuze nog te verergeren door het te bestempelen als het business-as-usual-scenario, heeft het IPCC een scenario gepromoot dat nuttig is voor wetenschappelijk onderzoek, maar zeer misleidend is wanneer het wordt toegepast om de toekomst te voorspellen als informatiebron voor de besluitvorming.
In ons onderzoek naar de plausibiliteit van IPCC-scenario’s hebben we ontdekt dat niet alleen RCP8.5 ongeloofwaardig is, maar de hele reeks basisscenario’s die door het IPCC worden gebruikt. In sommige opzichten is dit niet verwonderlijk. Naarmate de gebeurtenissen zich in een complexe wereld ontvouwen, zullen zelfs de voorspelde nabije toekomst-scenario’s afwijken van de werkelijkheid. Wat de wetenschappelijke integriteit betreft, hangt de reputatie van de wetenschap als een bron van unieke betrouwbare kennis echter af van haar interne vermogen tot zelfcorrectie. In het geval van de RCP’s (net als bij het voorbeeld van het borstkankeronderzoek na 2007), komt wat we in plaats daarvan zien neer op een hardnekkige toewijding aan fouten. Dit zou niet erg zijn als klimaatscenario’s geen gevolgen zouden hebben voor de wereld buiten de wetenschap. Maar ze vormen wel de kern van de wetenschappelijke inspanningen om de toekomst van de klimaatverandering te begrijpen en van de beslissingen van de samenleving over hoe daarop moet worden gereageerd.
Een Rube Goldberg toekomst
De RCP’s zijn nog lang niet het einde van dit verhaal. Oorspronkelijk was het de bedoeling van het IPCC dat de RCP’s als noodoplossing zouden dienen, terwijl het IPCC een meer volledig geïntegreerde reeks scenario’s zou ontwikkelen waarin sociaal-economische factoren en stralingsforcering met elkaar zouden worden verenigd. Het heeft meer dan tien jaar geduurd om de Shared Socioeconomic Pathway (SSP)-scenario’s te ontwikkelen, die in principe in de plaats zouden komen van de RCP’s. In de praktijk blijkt uit ons onderzoek dat mensen de RCP’s samen met de SSP’s op grote schaal blijven gebruiken als input in klimaatmodellen en als basis voor beoordelingen, projecties van klimaateffecten en beleidsevaluaties.
We hebben ontdekt dat niet alleen RCP8.5 ongeloofwaardig is, maar de hele reeks basisscenario’s die door het IPCC worden gebruikt.
De SSP’s vertegenwoordigen een enorme inspanning en zijn zelf het onderwerp van een groeiende literatuur die de toekomstversies onderzoekt die zij voor ogen hebben. Maar de SSP’s hebben veel fouten van de RCP’s herhaald, met name in de ondersteuning van de aanwijzing van twee extreme, onwaarschijnlijke toekomstversies, met toekomstige emissies die overeenkomen met RCP8.5 – opnieuw niet om redenen van plausibiliteit, maar om redenen van continuïteit en om te voldoen aan de technische beperkingen van klimaatmodellering. De opstellers van de SSP’s hebben zelfs opgemerkt dat het meest extreme scenario (SSP5-RCP8.5) slechts in een beperkt aantal modellen onder een beperkt aantal aannames naar voren kan komen. Zelfs met deze indicatie van onwaarschijnlijkheid heeft het IPCC dit scenario aangewezen als het referentiescenario met de hoogste prioriteit ten behoeve van de klimaatmodelstudies ter ondersteuning van de volgende IPCC-evaluatie.
Net als bij de RCP’s heeft het IPCC de SSP’s gekozen om een breed scala aan radiatieve forceringstrajecten weer te geven. Toch delen alle RCP’s en SSP’s een aantal belangrijke veronderstellingen. Een van de belangrijkste daarvan is de verwachte groei van het steenkoolverbruik. In de enige RCP-scenario’s en de twee SSP-basisscenario’s die in studies van klimaatmodellen prioriteit krijgen, wordt ervan uitgegaan dat steenkool deze eeuw vrijwel alle andere energietechnologieën zal verdringen. In de laatste versie van het RCP8.5-scenario (SSP5-8.5) zou steenkool zelfs olie en elektrische voertuigen voorbijstreven om de dominante brandstof voor de auto’s in de wereld te worden. De visie van een wereldwijd energiesysteem dat voor de rest van de eeuw volledig afhankelijk is van een toename van de verbranding van steenkool kan worden teruggevoerd op het begin van het IPCC-evaluatieproces aan het eind van de jaren tachtig en de invloed op de eerste prognoses van het IPCC over het energieverbruik van onjuiste rapporten over vrijwel onbeperkte, zeer goedkope steenkool in China en Siberië. Het IPCC heeft deze fout overgenomen en in emissiescenario’s verwerkt ter ondersteuning van de extreme energievooruitzichten die als basis voor de klimaatwetenschap zijn aangenomen. Het is alsof de ingrijpende veranderingen in de mondiale mix van energiebronnen en -technologieën in de afgelopen drie decennia, van de opkomst van aardgas tot de groei van hernieuwbare energie, nooit hebben plaatsgevonden.
Terwijl RCP8.5 en zijn nakomeling SSP5-8.5 een verouderde en extreme visie van een door steenkool gedomineerde toekomst vertegenwoordigen, introduceert het spookbeeld van een overvloed aan steenkool fouten in alle andere basisscenario’s, evenals in de beleidsscenario’s die van die basisscenario’s zijn afgeleid. Zelfs in het SSP-referentiescenario, dat uitgaat van een wereldwijd gecoördineerde inspanning om duurzaamheid te bereiken door middel van groene groei (SSP1), daalt het steenkoolverbruik in de wereld bijvoorbeeld pas na 2080 tot onder het huidige niveau. De gemeenschappelijke aanname dat steenkool de meest wenselijke wereldwijde brandstofbron is – onafhankelijk van alle andere sociale, technologische en economische factoren – resulteert in één enkel faalpunt in alle scenario’s.
In de laatste versie van het RCP8.5-scenario zou steenkool zelfs olie en elektrische voertuigen voorbijstreven om de dominante brandstof voor de auto’s in de wereld te worden.
Om deze gedeelde fout te compenseren, hebben de IPCC-beleidsscenario’s een soort Rube Goldberg-toekomst moeten uitvinden. Dit is een denkbeeldige toekomst waarin enorme hoeveelheden steenkool die nooit zullen worden verbrand, enorme hoeveelheden zogenaamde “negatieve emissies”-technologieën (gedomineerd door uiterst speculatieve bio-energie plus koolstofafvang en -opslag) noodzakelijk maken om beleidstrajecten naar een koolstofarme toekomst te genereren. Toch blijven deze scenario’s, ook al zien onderzoekers nu vaker de problemen met de RCP’s en SSP’s in, de basis vormen voor tientallen klimaatonderzoekspapers die elke week worden gepubliceerd. Volgens Google Scholar hebben auteurs van begin 2020 tot medio juni 2021 meer dan 8.500 papers gepubliceerd waarin de ongeloofwaardige basisscenario’s worden gebruikt, waarvan bijna 7.200 met RCP8.5 en bijna 1.500 met SSP5-8.5. Noch het IPCC, noch de bredere gemeenschap van klimaatmodellenmakers heeft getracht deze steeds groter wordende bron van fouten in de projecties van toekomstige klimaatverandering tegen te gaan of om te keren.
Herstel van integriteit in de klimaatwetenschap
De gevolgen van alomtegenwoordige, ongeloofwaardige klimaatscenario’s reiken veel verder dan het IPCC-proces en de academische literatuur die deze scenario’s mogelijk hebben gemaakt. Een aanhoudende focus op onwaarschijnlijke emissiescenario’s in klimaatonderzoek is een falen van de veronderstelde interne kwaliteitsborgingsmechanismen van de wetenschap en dus een falen van de wetenschappelijke integriteit. Het aanhoudende gebruik van onwaarschijnlijke scenario’s leidt tot fouten en vooringenomenheid in het klimaatonderzoek. Zij zijn nu met de klimaatwetenschappelijke literatuur verweven op manieren die zeer moeilijk te ontwarren zullen zijn.
Veel van deze duizenden gepubliceerde artikelen voorspellen toekomstige effecten van klimaatverandering op mensen, de economie en het milieu die aanzienlijk extremer zijn dan een feitelijk inzicht in emissies en broeikaseffecten waarschijnlijk zou maken. Naarmate het inzicht van wetenschappers in klimaatverandering blijft toenemen, zullen zij misschien ooit tot de conclusie komen dat de meest extreme gevolgen ook aannemelijk zijn bij een lagere uitstoot. Maar daarover bestaat op dit moment nog geen consensus. En zo, met alle pogingen tot wetenschappelijke nuancering verloren in technisch taalgebruik, worden deze onwaarschijnlijke voorspellingen van apocalyptische gevolgen over tientallen jaren door persberichten, media-aandacht en voorstanders – als in een uitgebreid telefoonspelletje – omgezet in beweringen dat klimaatverandering nu een katalysator is voor een dramatische toename van extreme gebeurtenissen zoals orkanen, droogtes en overstromingen, gebeurtenissen die een voorbode zijn van een op handen zijnde wereldwijde catastrofe.
Ook al erkennen onderzoekers nu vaker dat er problemen zijn met de RCP’s en SSP’s, toch blijven deze scenario’s de basis vormen voor tientallen klimaatonderzoekspapers die elke week worden gepubliceerd.
Tegelijkertijd, en dat zal niemand verbazen, maken sommige tegenstanders van klimaatbeleid politiek gebruik van de problemen met de IPCC-emissiescenario’s. Groepen zoals de Global Warming Policy Foundation in Londen en het Competitiveness Enterprise Institute in Washington, DC, wijzen op het misbruik van RCP8.5 om de kwaliteit en de legitimiteit van de klimaatwetenschap en -beoordelingen als geheel in twijfel te trekken. Maar in tegenstelling tot veel aanvallen op de klimaatwetenschap, hebben deze organisaties in dit geval een goed punt.
Onwaarschijnlijke klimaatscenario’s leiden ook vandaag tot fouten en vooringenomenheid bij feitelijke beleids- en bedrijfsbeslissingen. Zo ontleent de Amerikaanse regering haar ramingen van de sociale kosten van koolstof, die zij gebruikt voor kosten-batenanalyses van federale regelgeving, aan de IPCC-scenario’s. Ook de financiële sector past de IPCC-scenario’s aan voor eigen gebruik. De opkomende markt voor klimaatscenario’s heeft geleid tot een ‘klimaat-inlichtingendienst’-industrie van 40 miljard dollar, waarin bekende bedrijven als Swiss Re en McKinsey en startende bedrijven als Jupiter Intelligence en Cervest actief zijn. Deze bedrijven gebruiken onwaarschijnlijke RCP-scenario’s om diverse voorspellende producten te ontwikkelen die zij verkopen aan regeringen en de industrie, die op deze producten zullen vertrouwen om in de toekomst beleids- en zakelijke beslissingen te helpen sturen.
Goede wetenschap streeft ernaar de samenleving de best mogelijke beelden van de echte wereld te geven. De emissiescenario’s van de huidige klimaatwetenschap leveren een vertekend beeld op, waardoor zowel het begrip als een goed geïnformeerde beleidsvorming in het gedrang komt. Zolang de klimaatwetenschap dit fundamentele probleem van wetenschappelijke integriteit niet aanpakt, zal haar vermogen om bij te dragen tot pragmatische oplossingen voor de netelige, buitengewoon moeilijke uitdaging van de klimaatverandering onnodig in het gedrang komen. Klimaatverandering is ontelbare malen opgelost in fantasievolle modellen, maar het is de echte wereld die telt.
***
Roger Pielke Jr. (pielke@colorado.edu) is professor aan de Universiteit van Colorado Boulder. Justin Ritchie is adjunct-professor aan het Institute for Resources, Environment, and Sustainability van de University of British Columbia.
Aanbevolen literatuur
-
Matthew G. Burgess, Justin Ritchie, John Shapland, and Roger Pielke Jr., “IPCC baseline scenarios have over-projected CO2 emissions and economic growth,” Environmental Research Letters 16, no. 1 (2020): 014016.
-
Brian C. O’Neill, Timothy R. Carter, Kristie Ebi, Paula A. Harrison, Eric Kemp-Benedict, Kasper Kok, Elmar Kriegler, Benjamin L. Preston, Keywan Riahi, Jana Sillmann, Bas J. van Ruijven, Detlef van Vuuren, David Carlisle, Celia Conde, Jan Fuglestvedt, Carole Green, Tomoko Hasegawa, Julia Leininger, Seth Monteith, and Ramon Pichs-Madruga, “Achievements and needs for the climate change scenario framework,” Nature Climate Change 10 (2020): 1074–1084.
-
Roger Pielke Jr. and Justin Ritchie, “Distorting the view of our climate future: The misuse and abuse of climate pathways and scenarios,” Energy Research & Social Science 72 (2021): 101890.
-
Justin Ritchie and Hadi Dowlatabadi, “Why do climate change scenarios return to coal?” Energy 140, no. 1 (2017): 1276–1291.
-
Detlef Stammer, Anita Engels, Jochem Marotzke, Eduardo Gresse, Christopher Hedemann, and Jan Petzold, eds., Hamburg Climate Futures Outlook 2021: Assessing the Plausibility of Deep Decarbonization by 2050 (Hamburg, Germany: Cluster of Excellence Climate, Climatic Change, and Society, 2021).
***
Bron hier.
Wanneer we het effect van broeikasgassen willen voorspellen, dan zijn er twee belangrijke zaken nodig: goede klimaatmodellen en goede scenario’s van hoeveel CO2 er zal worden uitgestoten.
Ik merk op dat het artikel alleen bedenkingen heeft over het tweede. Met andere woorden, dat de klimaatmodellen zelf goed en bruikbaar zijn, dat wordt niet langer in vraag gesteld door deze auteurs. Het lijkt er op dat de sceptici een tweede bocht beginnen te maken. Lang geleden beweerden ze dat het niet zou blijven opwarmen, maar ondertussen hebben ze al de eerste bocht gemaakt door te aanvaarden dat het maar blijft opwarmen. Nu dat de modellen altijd maar beter worden en het nog slechts enkele modellen zijn die een overschatting geven, begint men blijkbaar een tweede bocht te maken.
Het SPM van het nieuwe IPCC-rapport heeft het ook niet over een “business-as-usual-scenario” of als “referentie”. Het presenteert 5 mogelijke scenario’s, gaande van een ongebreidelde stijging, tot een drastische beperking. De 5 scenario’s worden steeds vergeleken naar hun verwachte uitkomst, zodat beleidsmakers een beeld kunnen bekomen van wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn van hun wereldwijd beleid rond CO2-uitstoot. Er wordt niet gefocust op één scenario, maar de resultaten van de verschillende scenario’s worden getoond. De term “RCP8.5” wordt zelfs niet gebruikt in dit SPM, terwijl dit artikel ons probeert te misleiden door daar meerdere paragrafen de aandacht op te leggen.
De sceptici hebben blijkbaar aanvaard dat het opwarmt en dat de modellen goed zijn. Nu moeten ze alleen nog aanvaarden dat het IPCC niet alleen het effect van een extreem scenario presenteert, maar ook dat van andere scenario’s.
Rogier, de CMIP klimaatmodellen zijn foutgeneratoren. Meer niet.
Ach ach, al die alarmisten, en wat kunnen ze gebruik maken nu de natuur zich even weer eens heeft laten hoen.
Ja het Limburgse water, erg voor de getroffen.
Maar van de droogte van 1976 hoor ik niks, zo droog was het nog nooit geweest, geen voer meer voor de dieren, hooiprijzen die gelijk stonden aan goud.
Wat als dat nu gebeurde, dan was het opwarming tot de treuren toe, de kranten zouden te klein zijn, het 8 uur journaal vol geboekt.
Mensen vergeten te veel hoe het vroeger werkelijk was.
Lidi had daar laatst een mooie link van met krantenkoppen uit het verleden, het gekke is, we leven nog steeds.
Inderdaad Theo. Mensen accepteren de variabiliteit van de natuur niet meer. En maar blijven janken en zeiken over het weer. Zorg gewoon dat je bestand bent tegen extremen, zo moeilijk is dat niet. Bovendien zijn er talloze plekken op de planeet waar de omstandigheden ongunstig zijn om je te vestigen.
Met denkt het weer naar de hand te kunnen zetten door aan een of andere CO2-knop te draaien. De druiloren.
CO2 is niet de grote klimaatregelateur, het participeert slechts.
Ik weet niet of Pielke/Richie sceptici zijn … ik dacht van niet (Pielke ontkent dat).
Maar één ding is in deze “analyse” van Rogier niet correct: Dé scepticus heeft noch zijn verzet tegen de modellen, noch zijn verzet tegen het CO2-uitgangspunt ingeleverd.
U stelt dat er geen problemen zijn met de klimaatmodellen, wat te betwijfelen valt:
Gavin Smidth was als hoofd van Goddard (GISS) mede auteur van het veel geciteerde 2019 artikel van Zeke Hausfather https://agupubs.onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1029/2019GL085378 , dat uw stelling verdedigt, er staat “ We stelden vast dat klimaatmodellen die in de afgelopen vijf decennia gepubliceerd werden,in staat waren de opeenvolgende GMST-veranderingen te voorspellen waarbij de meeste onderzochte modellen een opwarming laten zien die consistent is met waarnemingen, vooral wanneer rekening wordt gehouden met mismatches tussen modelgeprojecteerde en observationeel geschatte forceringen”
Echter twee jaar later in een 2021 Science publicatie dat de veel te snelle en ongeloofwaardige temperatuurstijgingen uit de modellen aankaart , zegt diezelfde Gavin Smidth dat dit met de huidige modellen niet meer te vermijden is. https://www.sciencemag.org/news/2021/07/un-climate-panel-confronts-implausibly-hot-forecasts-future-warming , waarmee hij het 2019 artikel tegenspreekt.
Aanvullend geeft het 2017 relaas van J Christy voor de VS senaat een diametraal tegengesteld beeld van het Hausfather en Smidth artikel waarbij net de sterke afwijkingen tussen klimaatmodellen en metingen aangetoond worden . https://science.house.gov/imo/media/doc/Christy%20Testimony_1.pdf?1
Equilibrium sensitivity is een academisch getal dat geen enkele waarde heeft voor beleidsmakers in de 21e eeuw omdat het alleen iets zegt over een hypothetische evenwichtstostand over 300 jaar.
De klimaatgevoeligheid voor deze eeuw zit gemeten slechts rond de 1.3 graden per verdubbeling. De emissies zelfs onder SRES A1T
https://klimaathype.wordpress.com/2018/11/11/the-real-business-as-usual-emissionscenario/
Je loopt 3 jaar achter met je curves. De expected temperature curves behorende bij SRES A1B en A1T gaan steeds verder achterlopen bij Observed. Dit behoeft een correctie.
Tijd voor een update van je plotjes lijkt me.
Rustig aan modelleur, zullen we eerst de komende la nina eens afwachten?
Hans,
je loopt structureel achter met je plotjes, zowel in tijd als in temperatuurverloop. Daar verandert de huidige La Nina niets aan. Het wordt dus tijd voor een update:
(1) aanvullen t/m 2020 (juli 2021 mag ook);
(2) aan wat knoppen draaien om jouw simplistisch “klimaatmodel” te matchen met de Observed temperature (vanaf 2000 zit je structureel te laag).
En dan nog maar eens opnieuw bekijken of we Parijs gaan halen.
Zodra ik tijd over heb zal ik het bijwerken.
Rogier (Henk),
Kom nu eens eindelijk over de brug met het overtuigende harde bewijs dat de menselijke CO2-uitstoot voor de volle 100% verantwoordelijk zou zijn voor de klimaatverandering van de laatste 150 jaar.
Ik heb je dit al vaker gevraagd maar je weigert steeds om het bewijs te leveren, of je negeert de vraag simpelweg.
Buiten jou is er niemand die dat beweert Willem.
Zéker wel Modeleur. Rogier (wins reactie inmiddels verwijderd is door de moderator) is daarvan het levende bewijs.
En wat dacht je van Gerrit Hiemstra? Ook hij probeert zijn kijkers daar steevast van te overtuigen.
Het is leuk, praten over scenario’s die zich met hun toekomstverwachtingen niet houden aan de ontwikkeling van de werkelijkheid.
Helaas, een toekomstscenario blijft een toekomstscenario en zal, ook bij het goed verwerken van de bestaande situatie, een kans op verwerkelijking hebben die niemand kan voorspellen.
Het blijft futurologie.
Wat daarbij niet meehelpt is dat de werkelijke emissies ook niet bekend zijn, allemaal schattingen. En op deze schattingen worden de schattingen van de toekomst gebaseerd. Een soort windhandel dus (pun intended).
Maar de peccato originale wordt natuurlijk niet ongedaan gemaakt – en door Pielke/Richie zelfs niet aangeroerd!: dat er geen werk wordt gemaakt van de vraag of CO2 nou wel de boosdoener is, en of dat boosdoenerschap desastreus is. En dat verschillende opvattingen daarover niet met elkaar mogen communiceren binnen de climatologist community.
Aangezien de werkelijke toekomstige emissies niet gekend zijn, werkt het IPPC met 5 verschillende scenario’s, met onwaarschijnlijke opties zowel aan de hoge als aan de lage kant. Dit kan de resultaten tonen van hoe groot de impact kan zijn van de verschillende scenario’s. Welk scenario uiteindelijk het dichts bij de werkelijkheid zal aanleunen, dat zal afhangen van de beleidskeuzes die worden gemaakt. Maar aan de hand van de waaier van scenario’s kunnen de beleidsmakers een beeld bekomen van de gevolgen van de ene of de andere keuze.
De sceptici daarentegen staren enkel naar het meest extreme scenario en roepen dat dit overdreven is – iets wat het IPCC ook wel beseft. Ik heb nog nooit een artikel gezien geschreven door een scepticus dat ingaat op de andere scenario’s en over de invloed van CO2-beleid op het klimaat.
Adriaan, voor een deel heb je gelijk, maar als je zegt dat de toekomstige werkelijkheid zal afhangen van de gemaakte en nog te maken beleidskeuzes, dan sla je de plank totaal mis omdat je je daarmee een gelovige toont; een gelovige in de klimaatmaakbaarheidskerk die voor 97% bestaat uit op gemakkelijk geld en status beluste flapdrollen.
Adriaan
Weer een gaatje gevonden?
@Adriaan Uw r klopt niet. Dit artikel gaat juist ook in op de tekortkomingen van de overige scenario’s en concludeert : ‘De emissiescenario’s van de huidige klimaatwetenschap leveren een vertekend beeld op, waardoor zowel het begrip als een goed geïnformeerde beleidsvorming in het gedrang komt. Zolang de klimaatwetenschap dit fundamentele probleem van wetenschappelijke integriteit niet aanpakt, zal haar vermogen om bij te dragen tot pragmatische oplossingen voor de netelige, buitengewoon moeilijke uitdaging van de klimaatverandering onnodig in het gedrang komen. Klimaatverandering is ontelbare malen opgelost in fantasievolle modellen, maar het is de echte wereld die telt.’
Hetzler, wat begrijp je niet van:
“This means the total concentration is getting closer to RCP8.5…”?
https://twitter.com/gjvoldenborgh/status/1414941672367140880
Loze verwijzing Modelleur. Je verwijst naar de opmerking’ die gaat over het CO2 gehalte en niet naar de klimaatverandering, waar Hetzler naar verwijst.
Wat begrijp je niet aan:
“Why is RCP6.0 below RCP4.5 and RCP2.6?”
PaulZ en Hans Erren,
Het artikel gaat over emissie scenario’s en Hetzler refereert daaraan. De huidige emissies leiden tot een scenario dat dichter ligt bij RCP8.5 dan 6.0 en 4.5. De feiten liegen niet.
Nee modeleur, dit artikel gaat over de foute aanname in scenario RCP8.5 over het gebruik van steenkool in de rest van deze eeuw, terwijl de trend aardgas en energie-efficiency is. RCP8.5 schildert het achterhaalde angstbeeld van een vervuilde, dichtbevolkte 19e-eeuwse steenkooleconomie.
In China bouwen ze de komende jaren nog volop kolencentrales en dat zou verder explosief stijgen, ook na 2050, zonder “Parijs”. In Duitsland gaat men van bruinkool naar aardgas (en zon/wind) dankzij Parijs, enz., enz.
Die explosieve en continue groei van kolencentrales is wat men verstaat onder business-as-usual. En die zou zeer wel realiteit kunnen zijn zonder Parijs. De huidige trage mondiale energie transitie laat dat ook zien:
“This means the total concentration is getting closer to RCP8.5…”?
https://twitter.com/gjvoldenborgh/status/1414941672367140880
Modeleur, is het je bekend dat we nog niet eens aan de 40 GtCO2 per jaar zitten? En dat SRES A1B nu een hogere emissie heeft dan RCP8.5? Het is de exponentiele emissiegroei in RCP 8.5 waar de foute aanname zit, die is namelijk mee een logistieke functie.
Maar natuurlijk mag je een fan van science fiction zijn.
https://klimaathype.files.wordpress.com/2018/11/sresvsoutlook1.png
“Het is de exponentiele emissiegroei in RCP 8.5 waar de foute aanname zit, die is namelijk mee(r) een logistieke functie.”
Voor logistieke functies moet je bij de vacaturebank zijn. Ik denk dat je een logaritmische functie bedoelt. De stijging van de CO2 concentratie verloopt volgens méér dan een logaritmische functie. Wanneer we het verloop van de 2LOG van de concentratie weergeven (= de mate van verdubbeling) dan zien we nog steeds een kromming omhoog. Wanneer andere factoren gelijk blijven dan kunnen we daarom verwachten dat de opwarming steeds sneller gaat.
https://www.weerwoord.be/uploads/6054c4f54b7da.png
Emissie is het halve verhaal, Hans, en ook nog eens gebaseerd op schattingen. Daarom kijk ik liever naar wat er uiteindelijk achterblijft in de atmosfeer middels metingen (in ppm dus). De bij RCP8.5 behorende hoeveel CO2 in de atmosfeer voldoet dan nog altijd prima. Helaas. En zonder Parijs of het negeren van Parijs blijft dat zo.
De foute aanname zit dus vooral in jouw “klimaatmodel” die de gemeten temperatuur structureel onderschat vanaf 2020.
Nee Bart,
Een logistieke (logistische) functie is een sigmoidale functie, geen logarithmische functie. De asymptoot van deze sigmoidale functie wordt in dit geval bepaald door de maximaal winbare hoeveelheid steenkool.
Interessant is het volgende https://tallbloke-wordpress-com.cdn.ampproject.org/c/s/tallbloke.wordpress.com/2021/08/08/new-evidence-that-solar-forcing-is-greater-than-co2-forcing/amp/ waarin de grafiek van de OLR (outgoing long range radiation weergegeven wordt . Duidelijk is dat de straling ( warmteafvoer naar het heelal) doorheen het OW ( transparant venster) toegenomen is ( door de hogere aard temperatuur) , en veel meer dan de daling in de CO2 absorptie band door toenemende CO2 , Belangrijk op te merken is dat de linker zijband laag is terwijl de rechter zijband hoger ligt vanwege de overlapping met waterdamp, dus ook de absorptie in de water band is toegenomen door meer waterdamp., en aangezien dit een veel bredere band is , is het effect op de hogere temperatuur van de aarde veel groter dan de invloed van CO2
En hoe denk je dat het komt dat de hoeveelheid waterdamp is toegenomen?
Antwoord: Dat is een positieve feedback van opwarming door bijvoorbeeld CO2
leonardo
Waar onze beleidsmakers op aansturen is op gelijkheid en de controle die er bij hoort. Dan kun je de modellen naar de toekomst toe, voor wat de mens betreft, gelijk houden en de onzekerheid in de modellen beperken tot de natuurlijke variabelen. Dan pas kan de mens zijn erfschuld aflossen. Zoals dat hoort in de klimaatkerk.;-)
Bart, ik bedoel natuurlijk de logistische functie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Logistische_functie
Bedankt voor de foutmelding!
Dat gemopper van je wijt ik maar aan de maandag.
de club Verheggen is het hier vast mee eens
https://klimaatveranda.nl/2021/08/12/bij-de-telegraaf-ligt-de-rode-loper-voor-clintel-altijd-klaar/?replytocom=63014#respond
Uit het artikkel eerder : ‘het nieuwe IPCC-rapport’: ”De nieuwe klimaatwetenschap, gebaseerd op data en computermodellen bracht werkgelegenheid voor miljoenen mensen, instituten en bedrijven van over de gehele wereld ”
Dánkzij de oprichting van het IPCC.! ”.
Je doet mee met het spel of niet. In het ene geval heb je een mooi huis, tesla onder de carport een riant inkomen. Een leuke vrouw(1) die het ook snapt en een mooi gezin. Zo was het altijd al. ( vroeger was boekhouder een hele mooie garantie voor eenzelfde toekost .:-) ) in het andere geval snap je het niet en eindig je als paria ( wel met eeen echt heel lage footprint )
(1 ) tegenwoordig kan dat natuurlijk ook zijn; man, genderneutraal en zo nog wat varianten:-)
En kijk dan maar gelijk wat Dirk Rooda schrijft die met regelmaat hier komt schrijven, dan weet je ook gelijk wat zijn missie hier is.
Ik kom normaal nooit op die site, maar je ziet hoe jaloers ze zijn op de aandacht die Clintel heeft gekregen.
Dat ze maar bakken in hun eigen vet.
Trouwens ik snap niet wat die klimaatveranda aanhangers hier nog komen doen als deze site niks is, waardeloos in hun ogen, nou dan blijf lekker weg.
Ik kom aan het kotsen hoe ze ze zich verheerlijken en als strontvliegen op elkaar zitten bij hun, dat was voor mij al na een paar bezoekjes aan die site al duidelijk.
juist Theo . Het is en blijft een wonderlijk verschijnsel hoe deze mensen denken dat ze op de top van de wereld staan en het gepeupel mogen onderwerpen.
Terwijl op deze site het IPPCC- rapport al in verschillende artikelen onderuit was gehaald , zaten ze bij Verheggen & Co nog steeds met de taart klaar, maar er kwam niemand opdagen. Dit was mijn reactie eerder deze week op hun artikel: ”Bij De Telegraaf ligt de rode loper voor Clintel altijd klaar’ Geschreven door adjudant Hans Custers.
”Het werd een keer tijd dat zij een podium zouden krijgen na de terreur al die jaren van de groene beweging en politiek, opgehitst door Verheggen & Co. Het lijkt erop dat het rapport, wat dat betreft, de bevolking bewust heeft gemaakt van jullie leugens en het massaal afwijst. Lees de commentaren op de social media eropna. Wetenschap wordt niet bedreven door handopsteken. Niemand die je nog wijsmaakt dat 450 ppm CO2 de atmosfeer zouden opwarmen. Dat is een hoax a la Piltdown man. Kom met het bewijs van de AGW -hypothese en waarom jullie advies luidde aan de bestuurders en politici: draai de brandstofkranen open en stoot zoveel mogelijk CO2 uit in zo kort mogelijke tijd aan het volplempen van het land met windmolen- en zonneparken en plassen.
Dat jullie dit bericht niet laten staan is precies wat de media al die tijd deden, zodat ze ongestoord jullie propaganda konden blijven spuien. Het is veelbetekenend dat bij de eerste de beste keer dat de Telegraaf een stuk plaatst zo hard protesteren. ”
Uiteraard was de reactie 5 minuten later gewist.
Bert ze schrijven of als we in de tijd van Mad Max leven, over fosielle auto’s word op veranda al gesproken las ik, neem aan dat ze Fred Flinstone auto’s bedoelen.
Ja laten ze maar eens van de ene op de ander dag brandstof motoren verbieden, dan moet je eens kijken wat er gebeurt, ze verhongeren.
Dat heeft Merkel al goed geschoten, en wil de verkoop met name bedrijfs auto’s dan ook verlengen, verstandig besluit overigens met de accu techniek van heden.
Ze willen alles electrificeren, Liander waarschuwde van de week week dat het netwerk vol zit en dat de saldering voor panelen met een sneltreinvaart afgebouwd moet worden en ter compensatie de thuis accu gesubsidieerd moet worden om het netwerk snel te ontlasten, vol is vol.
Lang artikel, en zit goed in elkaar.
Maar in het kort, ze kunnen voorspellen en berekenen, scenario’s schrijven wat de toekomst ons brengt, er zal geen een van uitkomen.
Ze hebben al zoveel onzin verkocht in het verleden dat we al verzopen waren, de wereld moest nu al zeker half vergaan zijn.
Ik had gedacht dat de burger dit inmiddels in de gaten had maar schijnbaar vergeten ze snel.
Maar het zit nu eenmaal in de mens om rampspoed te verkondigen, daar waar ze vroeger op de kermis met alle macht
mensen de tent in probeerde te lokken voor toekomstvoorspellingen, zijn het heden zwaar gesubsidieerde banen met mensen die zich wetenschappers noemen, en nog graag heel lang van hun dik betaalde baan willen genieten.
Helaas Gezien het 20.00 uur journaal van gisteren. Ineens gaat het journaal ook reportages uitzenden. Een reportage over zielige afghanen. Ongetwijfeld om er voor te zorgen dat we meer afghanen als immigranten gaan opnemen. En een reportage over klimaatverandering met dit keer een klimaatdeskundige. Eeen voice_over vermelde dat de middelandse zee gebied door klimaatverandering warmer en droger zou worden. Klopt niet. Er valt de normale hoeveelheid neerslag in dat gebied. Als het droger wordt komt dit door actief menselijk handelen. Heeft niets te maken met klimaatverandering. De klimaatdeskundige wist ook te vermelden dat de enige manier was om af te koelen was door water te laten verdampen. Klopt ook niet. Om water 1 graad te laten verwarmen heb je 1000X meer enrgie nodig dan om de dezelfdehoeveelheid lucht 1 graad te laten stijgen. Dus hoe vochtiger een gebied is hoe gelijkmatiger het temparatuursverloop is. Ik hoop dat in de toekomst het journaal geen reportages meer gaat maken, want dit lijkt verdacht veel op overheidspropaganda.
Er is maar één methode om vier alternatieve wegen naar de toekomst – in de context hier: decennia en eeuwen – te onderscheiden: vier keer koffiedik kijken.
(però: wel iedere keer ander koffiedik nemen hoor)
Pielke & Ritchie zijn erkende experts op het gebied van modellering van complexe systemen. Daarom is hun kritiek op het doordravend IPCC van groot gewicht. En het zet de drammers van klimaatmaatregelen voor schut. De basis van alles is echter niet modellering, maar de fysica. En omdat de maatregelen, die de samenleving ontwrichten, gericht zijn op één verdachte: CO2, ligt daar maatschappelijk de eerste recherche opdracht. Dus de trits: straling – CO2 – omzetting in lokale atmosferische warmte – energie-transport. Al het andere klimaatonderzoek is nuttig voor het begrip van het klimaat. En dienstig ter falsificatie van de kwantitatieve betrekking CO2-temperatuur in onze woonschil, die men thans ten onrechte denkt te kennen. Maar het werkelijke begrip van de genoemde trits is er niet. De stappen straling – CO2 – omzetting in warmte zijn goed bekend, maar daarna is het dwalen. Dat komt door onze ontoereikende kennis van energie transport in diatherme media (water en lucht), waarin ook nog verschillende componenten zitten, stroming meespeelt, naast straling, geleiding en opslag. Daar zijn we de komende decennia nog niet uit. En zo lang dat het geval is, is elke bewering over zoveel CO2 betekent zoveel voor de temperatuur in onze woonschil niet meer dan koffiedik kijken. Wie dan gaat modelleren en op basis van de uitkomsten beleid wil voeren is niet meer dan een profeet, en diens woorden zijn muggengegons. Op dit moment staat ons alleen fenomenologie ten dienste: U hebt een hypothese, waaruit verschijnsel X resulteert? Welnu, dan meten we dat – bv. de temperatuurstijging – en die klopt niet? Dan deugt uw model niet. Ga heen en zondig niet meer!
“Pielke & Ritchie zijn erkende experts op het gebied van modellering van complexe systemen.”
Dan is het zeer interessant om op te merken dat zij hier helemaal geen opmerkingen hebben bij de modelleringen op zich, maar enkel met de scenario’s die gebruikt worden. Met andere woorden, de experten gaan er impliciet mee akkoord dat de (meeste) klimaatmodellen op zich bruikbaar zijn. Ze zijn enkel van mening dat het IPCC te veel de nadruk legt op het extreme scenario RCP8.5. Dat dit geen realistisch scenario is, daar ben ik het mee eens. Maar het rapport kijkt niet alleen naar dat scenario, maar ook naar (meer realistische) scenario’s.
In ieder geval was het zo bij de CIMP5 dat de resultaten die het dichts bij de gemeten temperaturen lagen , net deze waren die een verminderde tot geen CO2 stijging in acht namen, terwijl de CO2 wel gestegen is , blijkbaar heeft dit nooit bij het IPCC een licht doen knipperen..
Pielke Jr. zet een mooi verhaal neer, maar heeft nog geen grond RCP8.5 af te serveren.
“This means the total concentration is getting closer to RCP8.5…”
https://twitter.com/gjvoldenborgh/status/1414941672367140880
Als je in science fiction gelooft niet nee.
RCP8.5 is alleen handig voor een modelleur die losgezongen van de werkelijkheid in zijn ivoren toren. zit.
Hans Erren
Ik verbaas me er steeds over dat mensen die erg bang zijn voor opwarming liever insecten en zeewier gaan eten i.p.v. de switch te maken naar méér kernenergie.
Niks mis met insecten en zeewier. Kreeft en garnaal zijn ook geleedpotigen. :-)
Maar inderdaad, 1 kerncentrale vervangt 2000 windturbines, en je ounderhoudsmonteurs hoeven geen kilometers te varen.
RCP8.5 is het streven van AGW ontkenners; hoe meer CO2, hoe beter. Voor een groene wereld. Huh?
Inderdaad bij AGW ontkenners, maar ik ben dan ook een lukewarmer hè, modeleur-alarmist.
werk eerst je plotjes maar eens bij, dan zul je iets minder luke-warmer zijn en iets meer alarmist.
Insecten en zeewier beschadigen je gezondheid en dat van je nakomelingen niet, kernenergie wel.
Modellen zijn speeltjes voor econometristen. Al maak je een model nog zo ingewikkeld, dan neemt het niet aan betrouwbaarheid toe als je de relaties niet echt kent. En laat dat nu net het geval zijn. De rol van CO2 bv is systematisch overschat en die van de zon onderschat.
De alarmistische berichten in de MSM over het laatste IPPC rapport zijn ronduit hilarisch.
De temperatuur cijfers van NSA laten zien dat er al 15 jaar geen opwarming is en dat de temperatuur de laatste 2 jaar zelfs daalt. Je hoort in de MSM geen hond over een grand solar minimum, die waarschijnlijk is, maar wel over dramatische opwarming die gaat komen uiteraard. Er wordt ten onrechte onnodig paniek gezaaid. Dat zien we ook bij Corona. Doel is om Agenda 21 er door te drukken. Dus op naar een China 2.0. Maak je borst maar nat. Van onze merendeels domme politici hoef je niets te verwachten.
De sta-in-de-weg naar een onafhankelijke objectieve klimaatwetenschap zijn in de valse profeten die ideologische en persoonlijke doelstellingen naast de politieke agenda’s nastreven, op basis van gepolitiseerde klimaatrapporten door het VN-klimaatpanel vanuit ideologische pressie door o.a. GreenPeace. Het is al decennia het zelfde liedje! Onafhankelijke kritische wetenschap is ver te zoeken in de klimaatrapporten, kritiek wordt buitengesloten. De VN-klimaatmodellen werden direct heilig verklaard door de milieubeweging.
De VN-IPCC ‘voorspellende’ klimaatmodellen met hun overdreven angstverspreiding en toekomstige doemscenario’s van over 50 en 100 jaar dienen slechts om klimaat-ambtenaren aan het werk te houden en gesubsidieerde milieuclubs hun inkomen te kunnen continueren.
Gemeenschapsgeld besteden aan CO2-reductie met als doel bestrijding van klimaatverandering is volstrekt zinloos, grove geldverspilling en ineffectief. De natuurlijke klimaatverandering gaat altijd door en is niet te stoppen.
Gemeenschapsgeld besteden aan aanpassingen, verbeteringen en uitbreidingen aan zandmotors, kustweringen, waterwegen, duinen, dijken, uiterwaarden, regenwaterbassins en een beter waterbeheer is wel zinvol en effectief voor Nederland.
Integriteit van de wetenschap! Dat is in dit stuk het belangrijkste.
Maar als je al die scenario’s en aannames bekijkt, dan denk ik ‘God, laat dat voorspellen van de toekomst toch aan het orakel van Delphi over!’. Geen schijn van kans dat er iets zinnigs uitkomt.
Klimaatwetenschap een mooie hobby, maar houdt het binnenskamers.
Duizenden Afghanen, die de afgelopen jaren de Coalitietroepen hebben gesteund, zullen in de komende weken als honden worden afgeslacht door de Taliban, doordat Europa de tekenen aan de wand niet zag of wilde zien. Wekenlang had de politiek de tijd om te beslissen die mensen in veiligheid te brengen, maar de politici besteedden hun tijd aan andere zaken. Zij houden zich liever bezig met échte problemen, zoals de klimaatcrisis, kansengelijkheid en gendericering, want daar hebben de mensen in Afghanistan tenslotte ook voordeel bij. Althans voor de Afghaan wiens hoofd nog op zijn of haar romp zit.
Zelfs een luchtbrug kunnen ze niet organiseren, of het terug geven van onterecht geïnd geld (Toeslagenaffaire), laat staan een zogenaamde klimaatcrisis bestrijden. Het onvermogen is oneindig groot. De lampen in Den Haag schijnen wel, maar beslist niet fel.
Dit is inderdaad het sprookje dat de overheidspropaganda ons wilt laten geloven. Zodat de nederlanders afghanen gaan opnemen. Uiteraard is de werkelijkheid heel anders
Duizenden Afghanen zullen worden afgeslacht. Als dat zo blijkt wiens schuld is dat dan? Waarom eerst en alleen naar het Westen c.q. Europa wijzen? Is de Afghaanse Regering niet verantwoordelijk? En met name haar strijdkrachten? Hoeveel steun is daar de laatste decennia niet heen gegaan en wat heeft dat opgeleverd? Het lijkt er erg op dat de meeste Afghanen het prima vinden wat daar plaatsvindt anders zou men wel echt gevochten hebben.
Voor het moorden zijn de Taliban (zijnde Afghanen) volledig verantwoordelijk. Maar dit drama had men hier in het Westen moeten zien aan komen. De ‘worst case scenario’ plannen hadden kant-en-klaar op de plank moeten liggen. De discussie wie wel of niet gered had moeten worden, had allang gevoerd moeten zijn en niet nu het te laat is. Totale politieke desoriëntering van onze geloofwaardige, vertrouwen gevende politici. Kots.
De linkse klimaat maffia doet er alles aan ons te knechten. Jaren hebben we gewerkt om dit land op te bouwen en wat doet de linkse kerk, die geeft alles aan de zielige Afganen die zogenaamd niet meer in hun eigen land kunnen wonen. De jihad is niet daar maar hier, we worden bestolen en vernederd door de klimaat neuroten. Gek zijn we knetter gek
Ik heb nooit begrepen waarom wij daar troepen naar toe stuurden. Het was van het begin een verloren oorlog.
Ze konden de Britten en later het Russische leger het land uitsmijten.
Nooit gezien iets gezien waarom ze dat niet met het westerse leger konden.
Vooral niet omdat wij, o.a. in Uruzgan, gingen steunen op uiterst corrupte krijgsheren / misdadigers.
Waarom zou een soldaat zijn leven geven voor een misdadig corrupte kliek?
Daar kwam bij dat wij effectief gingen bombarderen met veel burgerdoden. Een uitstekende methode om de bevolking, en dus ook hun zonen/soldaten, tegen je in het harnas te jagen.
Seb, ik deel je mening helemaal!
De opwarming van de aarde is er een klein beetje of helemaal niet. Moeilijker gaat het niet worden, makkelijker ook niet.
De mensen die er in hebben willen ‘geloven’ hebben het tot een ‘religie’ verheven. Inclusief ‘hel en verdoemenis’. Het is een verdienmodel. Sektarisch. Dictatoriaal.
De laatste jaren wordt het de volgers van de klimaat data steeds duidelijker dat het verhaal van de paniekzaaiers is verzonnen. Niet een beetje verzonnen, maar helemaal verzonnen. Wij hier bij Climategate vervullen de rol van Maarten Luther die in 1517 met 95 stellingen zijn aanklacht tegen de kerk presenteerde.
Hier zijn deze 95 stellingen:
https://cip.nl/31842-lees-de-95-stellingen-van-maarten-luther-hier
Het duurt even de ‘pscychologie’ van deze stellingen te begrijpen, maar dan worden de parallellen tussen de kerk van vroeger en de VN en EU met aanhang van vandaag de dag duidelijk. Er is niet veel veranderd in 500 jaar tijd.
Het Klimaat is niet alleen opwarming, als zodanig bestaat dat ook niet, want er is geen aarde klimaat.
Waar gaan die klimaatmodellen eigenlijk over?
Hoe vertaal je dat dan naar de verschillende klimaten op aarde, die zijn lokaal erg verschillend.
Het klimaat bekijk je over een langere tijd, vroeger over tenminste over aaneengesloten periodes van 30 jaar, dit laatste is door het IPCC losgelaten.
Vertellen die klimaatmodellen iets over hoe warm het in de toekomst wordt en hoe wordt dat lokaal vertaald?
Wanneer je de buienradar over een periode van 14 dagen volgt dan zie je die per dag veranderen, dus het is al moeilijk genoeg om het weer op korte termijn te voorspellen, laat staan per jaar of tot 2030, 2050 of 2100.
In die 14 dagen verandert de wereldwijde uitstoot van CO2 niet en ook niet de CO2-concentratie in de atmosfeer, echter er zijn enorme weer-verschillen op aarde en ook regionaal, hier koud en Zuid Europa heet..
Het mag duidelijk zijn dat bij dezelfde utstoot van broeikasgassen wereldwijd en de CO2-concentratie in de atmosfeer er enorme grote verschillen zijn in weertypen op aarde, derhalve is het zinloos te denken dat je het weer en de temperatuur op aarde kan besturen met het regelen van de CO2-uitstoot, dan zal je ook de zonneactiviteit ook moeten kunnen regelen want daar komt toch onze warmtestraling vandaan.
Kortom een zinloze exercitie, het weer is niet te regelen, je kan je er wel tegen wapenen.
Ja dat doen ze.
Geen metingen, maar wel bescherming bieden zodat leugens niet aan het licht komen.
Zo had Edward Snowden ook gegevens omtrent klimaat zaken naar boven gehaald, en waren ze bang dat Snowden dit aan het licht zou brengen.
Zoals je je wel kunt voorstellen probeert de NSA alles te onderscheppen wat van enige betekenis is, dus ook klimaat zaken, want daar klopt het ook niet.
Te denken bijvoorbeeld wat spreekt China met India af, wat speelt zich al af voor een klimaattop.
De NSA gaat zelfs zo ver dat ze ook beleidsmakers van informatie voorzien.
Ja het gaat erg ver, verder dan je in eersts instantie zou denken.
Daarom is het ook een bende.