Een teloorgang van eilanden wordt weersproken door resultaten. Eilanden zijn dynamische fenomenen die bewoonbaar blijven

Simon Kofe, Minister van Buitenlandse Zaken, Tuvalu.

Van onze COP 26-correspondent.

Het was natuurlijk een leuke grap! Men had voor het COP 26 -filmpje Simon Kofe, de minister van Buitenlandse Zaken van Tuvalu en voormalig advocaat, op een heus spreekgestoelte in zee geplaatst… Hij stond tot zijn bovenbenen in het water. De eilandengroep Tuvalu zou immers bedreigd worden door klimaatverandering en als een Titanic in zee verdwijnen. Kofe in natte plunje:

‘Wij willen dat de grote uitstoters actie gaan ondernemen en klimaatverandering aan de kaak stellen.’

‘Hun toekomst hangt dus af van hoe gauw het lukt om de uitstoot van broeikasgassen te laten dalen’, aldus de NOS die de uitspraken op COP26 als dramatisch typeerde.

Een horrorscenario voor elke moeder met kind. Tuvalu-bewoners die bang zijn voor zeespiegelrijzing willen weg, weg, weg, zou je vermoeden. Zoals mensen voor haaien gillend het strand oprennen. Maar op Tuvalu neemt de bevolking juist toe, en flink ook. Hoewel schattingen iets uiteenlopen, telde de eilandengroep in 2002 zo’n 9561 bewoners, bijna twee jaar geleden waren dat al 11.342, zo’n achttienhonderd meer. (US Census) Het gaat dus ook goed met Tuvalu, zou je hopen. Dat er meer mensen willen wonen komt misschien omdat Tuvalu steeds groter wordt. Volgens onderzoek (Nature Communications, 2018) blijkt:

‘De resultaten tonen aan dat er bij Tuvalu maar liefst 73.5 (2.9%) ha. land bij is gekomen, ondanks zeespiegelstijging (…)’

Wetenschappers stellen dan ook:

‘Een teloorgang van eilanden wordt weersproken door resultaten. Eilanden zijn dynamische fenomenen die bewoonbaar blijven tot wel over honderd jaar en tonen uit zichzelf mogelijkheden voor aanpassing (…)’

Tuvalu zet dus ook maar de kaarten op toerisme. ‘Find your paradise’. Huur een scooter of bezoek het centrum voor vrouwenhandwerk! Duik en snorkel dat het een lieve lust is.

Nu COP 26 voorbij is, kan ook de Tuvalu-delegatie terug. Toch weer zo’n ruim twee en een halve dag vliegen.

***