Foto: Shutterstock.

Van een onzer correspondenten.

Jan Terlouw is er zo eentje. Het gaat volgens hem helemaal mis door klimaatverandering, als we niet op tijd iets doen: en zie, dat kan nog! Het is vijf voor twaalf.

Hij zet soms een lege stoel op het podium en wijst er naar: de toekomststoel als symbool van de nog ongeboren generaties. Elk toekomstig maatschappelijk besluit zou het appèl van die lege stoel in zich moeten dragen om het tij nog te keren.

En hoewel een lege stoel bij ons primair staat voor iemand die te laat is, heeft afgezegd of is overleden, geeft het bij Terlouw de hoop, de verwachting dat het goed komt. Hoe meer lege stoelen hoe beter. De gevoelswereld van de ware klimaatpessimist heeft zo aantoonbaar een flexibele natuur.

Hoezeer ook de fatale gebeurtenissen in een al te verre toekomst een dreigende zekerheid kunnen afstralen naar een nu: het kan immers nog. ‘Vijf voor twaalf’. Het pijnlijke van deze gemoedsacrobatiek is dat je het niet jaar op jaar kunt blijven herhalen. Het is geen wederkerende oudejaarsavond met de te ontkurken champagnefles in de aanslag, het immense probleem zelf schrijdt voort.

Dus dan maar ‘vier voor twaalf’, ‘drie’, ‘twee…’ In dat flexibele vitalisme van de maakbaarheid van het toekomstige klimaat, wordt door sommigen zelfs de twaalfuur-grens al gepasseerd. Door te stellen: mensen het is al ‘vijf over twaalf!’ Zoals onlangs weerman Reinier van den Bergh te berde bracht. Niet slecht bedacht. En niemand kijkt er echt van op, want het is ook zo begrijpelijk. De tijd tikt immers door.

Zo is er, gevoelsmatig, weer een zee van tijd gewonnen en kan men opgelucht ademhalen. Want wat is nu vijf minuten te laat op de komende vierentwintig uur? We zijn wat te laat, nou en? Er is in ieder geval nog een stoel vrij.

***