Irina Slav.

Auteur: Irina Slav

De lithiumprijzen zijn het afgelopen jaar met bijna 500% gestegen. En de voorraden op de London Metals Exchange zijn gedaald tot het laagste niveau sinds het begin van de records in 1997. De prijzen van elektrische auto’s stijgen. De energietransitie is misschien al goed afgelopen voordat deze van start ging.

Het lijkt er steeds meer op dat we getuige zijn van de moeder van alle perfecte stormen. Toen lockdowns zich over de hele wereld begonnen te verspreiden om de Covid-infecties aan banden te leggen, daalde weliswaar de vraag naar natuurlijke hulpbronnen, maar ook de productie.

Daarna herstelde de vraag zich snel, terwijl het aanbod een gijzelaar bleef van gebroken toeleveringsketens en onder-investeringen in mijnbouw vanwege ‘klimaatverandering en energietransitie’.

Toen kwam de energiecrisis. Hierdoor werd onze elektriciteit een stuk duurder. Niet alleen voor gewone huishoudens, maar ook, en misschien nog wel belangrijker, voor industriële gebruikers zoals bijvoorbeeld aluminiumsmelterijen. Sommige stopten, waardoor het aanbod verder werd aangetast.

En toen veroorzaakte de oorlog in Oekraïne een lawine van sancties tegen de belangrijkste industrieën van Rusland, waaronder de mijnbouw. Deze leverde tot voor kort een solide deel van de basis- en edele metalen aan de wereld.

En raad eens welke overgang veel basis- en edelmetalen nodig heeft?

‘Er is een speciaal soort genie voor nodig om een ​​ingewikkelde, maar eenvoudige valstrik te bedenken, deze te bouwen en er vervolgens zelf in verstrikt te raken. En dat is precies wat Europa deed.’

Volgens een recent rapport van de Financial Times zijn de LME-voorraden aluminium, koper, nikkel en zink de afgelopen 12 maanden met maar liefst 70% gedaald. De reden is volgens analisten de hogere energiekosten die veel van de productie onrendabel maken, dus metaalproducenten snijden of sluiten de productie en wenden zich tot voorraden voor de metalen die ze nodig hebben.

Met andere woorden, we hebben een lagere productie vanwege hogere energiekosten in combinatie met een groeiende vraag, want elektrische auto’s en windturbines zijn niet de enige zaken die metalen nodig hebben.

Toch zijn elektrische auto’s en windturbines zaken die juist veel metalen vereisen en waar volgens overheidsplannen zwaar op wordt ingezet in, totaal willekeurige voorbeelden, het VK en de Europese Unie. De EU streeft naar hogere wind- en zonne-doelstellingen om het gebruik van Russische fossiele brandstoffen te verminderen. En het VK is van plan om binnen acht jaar 50 GW offshore windcapaciteit te hebben en tegen 2035 het zonnevermogen te verviervoudigen van de huidige 14 GW.

Zou iemand willen raden hoeveel koper- of ijzerertsmijnen er in de EU en het VK zijn?

Volgens de 2020-cijfers van Statista is Rusland de grootste koperproducent in Europa, met 790.600 metrische ton. Polen is een verre tweede met een productie van 442.000 ton, gevolgd door Spanje met 187.710 ton. Aangezien het koper van Rusland nu ongewenst is en in de EU wordt verafschuwd, blijven de kleinere producenten over als ontwikkelaars van hernieuwbare energie en moeten we vertrouwen op lokale productie omdat lokaal veilig en beschikbaar is.

Het is dan ook heel jammer dat een megawatt aan duurzame energiesystemen 5,5 ton koper nodig heeft, aldus de Copper Alliance. En het zou niet onprettig zijn geweest als hernieuwbare energiesystemen de enige bestemmingen waren voor Europees koper. Helaas, dat zijn ze niet. Koper is zo veelzijdig en zo essentieel voor alles met de naam ‘elektrisch’ of ‘elektronisch’ erin, het is een wonder dat het nog niet op is.

Tot zover de binnenlandse productie. En nieuwe mijnen dan? Volgens een rapport van Politico beginnen sommigen in Europa te pleiten voor meer nieuwe lokale productie van kritieke metalen en mineralen. Ik weet niet of de personen die dit roepen wel beseffen hoe zinloos het is na de decennia van groeiende oppositie tegen die winningsindustrieën. Ze zijn destructief (wat waar is) voor het milieu, ze vervuilen en het is sowieso goedkoper om uit Rusland en China te importeren.

Er is een speciaal soort genie voor nodig om een ​​ingewikkelde, maar eenvoudige valstrik te bedenken, deze te bouwen en er vervolgens zelf in verstrikt te raken. En dat is precies wat Europa deed. Toch doen ook de Verenigde Staten hun best om de achterstand in te halen en bereiken ze nieuwe records in cognitieve dissonantie.

De regering-Biden wil een energietransitie. Het is bereid er miljarden aan uit te geven (maar het Congres niet, wat al een probleem is). Wat het niet lijkt te willen, zijn nieuwe mijnen om de lokale aanvoer van metalen en mineralen die essentieel zijn voor deze transitie veilig te stellen.

De intrekking van de Twin Metals Minnesota-licentie eerder dit jaar is de perfecte illustratie van deze dissonantie, hoewel het niet de enige is. De Amerikaanse federale overheid is enerzijds echt overtuigd van lokale levering van kritieke metalen en mineralen. Alleen wil het ook het electoraat, dat toevallig heel erg milieubewust is, niet echt voor het hoofd stoten. Over je zelf mat zetten gesproken.

‘Er zal gewoon niet genoeg lithium op de planeet zijn…’

Overheden zijn echter niet de enige genieën op het gebied van langetermijnplanning. Autofabrikanten die miljarden investeren in de elektrificatie van hun bedrijf, zijn even getalenteerd in zelfsabotage. Ze lijken hun beslissingen over investeringen voor elektrische auto’s volledig te baseren op de overheidsplannen voor elektrische auto’s. Als de regering vastbesloten is om de elektrificatie van het vervoer te ondersteunen, kunnen we niet falen. Helaas, is dat verre van waar.

Een Australische mijnwerker stuurde onlangs een ernstige waarschuwing naar de auto-industrie. Stuart Crow, voorzitter van Lake Resources, vertelde de Financial Times:

‘Er zal gewoon niet genoeg lithium op de planeet zijn, ongeacht wie er uitbreidt en wie levert, het zal er gewoon niet zijn. De autofabrikanten beginnen te voelen dat de batterijfabrikanten het misschien niet kunnen waarmaken.’

Beter laat dan nooit, zou je kunnen zeggen, maar in dit geval zou ‘laat’ wel eens ’te laat’ kunnen betekenen. Wat voor de energietransitie zo goed als nooit is.

Laten we samenvatten, zullen we? De prijzen van basismetalen die essentieel zijn voor de energietransitie rijzen de pan uit door een steeds krapper aanbod. De verkrapping van het aanbod wordt enerzijds veroorzaakt door hogere energiekosten die de productie inperken. Aan de andere kant is er een diepere oorzaak en dat zijn onvoldoende investeringen vanwege de groeiende vijandigheid van het publiek – en investeerders – tegen de mijnbouw.

Het tij keert weliswaar met betrekking tot de houding van investeerders ten opzichte van mijnbouw, maar dat is niet genoeg om het andere onderliggende probleem op te lossen waar ik al eerder over heb geschreven: ertskwaliteiten dalen als gevolg van natuurlijke uitputting van hulpbronnen, wat betekent dat het nu duurder is om te delven dan toen een ton koper 20 jaar geleden werd gedolven, zelfs als er geen sprake was in de verandering in de energiekosten. Het ontginnen van een ton koper kost nu simpelweg veel meer energie dan twintig jaar geleden.

Er zijn dus minder metalen en mineralen die goedkoop kunnen worden gewonnen, maar de vraag naar dergelijke metalen en mineralen stijgt, juist opgejaagd door de energie- transitieplannen van de overheden. En verschillende voorstanders en analisten van transitie voorspellen dat de investeringen in hernieuwbare energie enorm zullen toenemen als we de emissiedoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs willen halen.

De mythe van goedkope hernieuwbare energie wordt in realtime zo ontkracht. De vraag is nu of degenen in besluitvormingsposities liever de transitie als – peperdure – levensondersteuning willen volhouden of de realistische weg inslaan die ons allemaal veel financiële en ‘energiepijn’ bespaart.

***

Bron hier.