Postuum opgedragen aan Arthur Rörsch
Een bijdrage van André Bijkerk.
‘Op zoek naar eenvoud in de klimaatcomplexiteit.’ Zo ongeveer gaat het boek van Arthur Rörsch en Roy Clark heten: Op zoek naar eenvoud in de klimaatcomplexiteit. Het zal nog even duren, maar het proces gaat door. Het centrale thema hierin is de complexiteit van de dagelijkse energiestromen op bepaalde locaties.
Arthur legde dat hier en hier nader uit. Over de zon die kortegolf (licht) energie instraalt, omgezet in warmte-energie produceert dat verdampingsenergie en infrarode uitstraling, wind in drie dimensies die energie aan- of afvoert, verdamping, wolken, allemaal een dynamische wanorde. Omdat de temperatuur in de omgeving niettemin redelijk binnen grenzen blijft, lijkt het geheel zich toch min of meer stabiel te gedragen. Hoe stabiel, dat is een primair punt van onderzoek.
De dagelijkse veranderingen betreffen niet alleen de dag/nacht cyclus maar ook de overgang van seizoenen. Zo constateren de schrijvers dat bijvoorbeeld met de overgang van de winter naar de lente, de dagelijkse maximale zonnestraling met enkele watts per vierkante meter toeneemt; maar dat dit slechts leidde tot tienden van graden aan toename van de dagelijkse maximum temperatuur.
Vergelijk dat eens met het uitgangspunt van het IPCC waarin verdubbeling van kooldioxide tot zo’n 3,7 watt per vierkante meter aan infrarood-terugstraling zou moeten leiden. Dat zou zich dan weer moeten vertalen tot zo’n 2,3 tot 4,5 graden Celsius temperatuursverhoging volgens de laatste schattingen. Dat scheelt een factor van rond de tien (een orde van grootte) en dan is enige verwondering toch wel gerechtvaardigd.
Arthur Rörsch wilde het verband tussen die toename van zonneinstraling en de maximum temperaturen in de lente wat exacter gekwanticeerd zien en was ook benieuwd naar de variatie tussen tropen, gematigd en poolklimaat en ook in het verschil tussen maritieme en continentale klimaten. Daartoe berekende hij voor een veertigtal weerstations de dagelijkse maximale zonneinstraling en het grootste verschil met de vorige dag, verdeeld over beide klimaatzonesi. Van de klimaatdata gebruikte hij de maandelijke gemiddelde maximum temperaturen (met als bron de wikipedia klimaat paragrafen) om de weersinvloeden zoveel mogelijk te elimineren, vertaald naar de gemiddelde dagelijkse temperatuursverandering (fig1).
Figuur 1 toont de maximale dagelijkse veranderingen van een veertigtal weerstations op verschillende breedtegraden. Zo zien we bijvoorbeeld dat voor stations rond de 45 graden noorderbreedte de dagelijkse toename van zonne-instraling rond de middag ruim 6 watt per vierkante meter per dag bedraagt. De daarbij behorende dagelijkse temperatuursstijging van de gemiddelde maximum temperatuur bedraagt dan ongeveer 0,3-0,4 graden Celsius voor stations met een landklimaatii en ongeveer 0,1 graden Celsius voor stations met een zeeklimaatiii. Voor de stations richting Noordpool wordt dat verschil groter. Het bovenste rode vierkant is Yakutsk in Siberië, richting evenaar verkleint het verschil, de meest linker blauwe ruit is Freetown in Afrika.
Dit resultaat leidt tot een aantal observaties.
In het midden van de grafiek komt dit resultaat neer op een gemiddelde temperatuurtoename van ongeveer 0,25 graden Celsius voor een toename van zonne-instraling van gemiddeld ongeveer 6 watt per vierkante meter ofwel 0,04 graden Celsius voor één watt per vierkante meter energie. Vergelijk dat met een hypothetische klimaatgevoeligheid van – zeg – gemiddeld 2,5 graden Celsius voor 3,7 watt per vierkante meter extra broeikaseffect bij verdubbeling van kooldioxide en dat levert dan een toename van 0.67 graden Celsius op voor één watt per vierkante meter energie. Dat scheelt een factor 16. Hoewel dit hier slechts om orden van grootte gaat, bevestigt dit toch de indruk dat de IPCC-bandbreedte van klimaatgevoeligheid substantieel te hoog is ingeschat.
Men kan aanvoeren dat de toename van infrarood terugstraling – als bedoeld in het vermeende broeikaseffect – rond de klok plaatsheeft, terwijl de zon maar een fractie van een seconde op het hoogste punt staat. Zeker, en om die toename van energie uit te middelen over de gehele dag moet het worden gedeeld door pi (π). Hypothetisch zou die ruim 6 watt per vierkante meter maximum voor de 45% noorderbreedte dan uitmiddelen tot ca 2 watt per vierkante meter continue per dag ofwel 0,125 graden Celsius per één watt per vierkante meter energie. We zitten hypothetisch dan nog steeds ruwweg een factor 5 – 6 lager dan het hypothetische broeikaseffect van 2,5 graden Celsius voor verdubbeling van kooldioxide.
Ook constateren we dat de continentale stations ongeveer drie tot vier keer zo gevoelig zijn als de maritieme stations. Dit toont aan dat de royale aanwezigheid van water, als een oceaan, een hogere luchtvochtigheid en frequente wolkenvorming een dempende, stabiliserende invloed heeft op de temperatuurgevoeligheid voor instraling van zonne-energie, oftewel een negatieve feedback en dit staat haaks op de ‘consensus’-veronderstelling dat waterdamp de klimaatsgevoeligheid verhoogt door positieve feedback.
Van arctisch naar tropisch neemt de gevoeligheid af. Terwijl de dagelijkse instralingsverschillen sterker worden nemen de dagelijkse temperatuursverschillen af tot nagenoeg verwaarloosbaar. Aangezien er veel meer tropisch aardoppervlak is (40%) dan arctisch aardoppervlak (8%) is de gemiddelde klimaatgevoeligheid voor variatie in energieinstraling navenant lager en dus ook voor variatie in broeikasgassen.
Conclusie
De relatieve temperatuurgevoeligheid voor de dagelijkse toename van instraling van zonne-energie in de lente is rond één orde van grootte lager dan de vermeende temperatuurgevoeligheid voor verdubbeling van kooldioxide. De temperatuurgevoeligheid van maritieme locaties is bovendien drie tot viermaal lager dan continentale stations, hetgeen aantoont dat de aanwezigheid van meer water (oceaan, luchtvochtigheid en wolkenvorming) de temperatuurgevoeligheid stabiliseert en zich dus gedraagt als negatieve feedback. Bovendien neemt de gevoeligheid af richting evenaar. De temperatuurgevoeligheid voor variatie in instralingsenergie van tropische locaties nadert nul.
Antropogene klimaatverandering veronderstelt dat de toename van broeikasgassen tot substantiële verhoging van infrarood terugstraling leidt, nog intensifieert door een positieve feedback specifiek door de aanwezigheid van waterdamp en dat dit tot substantieel hogere temperaturen leidt. De hier aangevoerde directe observaties van de dagelijkse dynamiek tijdens de overgang naar de lente wijzen echter in een heel andere richting.
Noten
i Berekening Δj*=zonneconstante*atmosferisch verlies*cos(hoogste zonnestand)
ii Yakutsk, Whitehorse, Kirensk, Cold Lake Al, Goose Bay, Irkutsk, Nur-Sultan, Regina SK, Ulaanbaatar, Qian Gorlos, Ürümqi, Jiuquan, Chaoyang, Beijing, Death Valley, Kabul, Zahedan, Aswan, Atbara, N’Djamena.
iii Reykjavik, Thorshavn, Bergen No, Londonderry, Amsterdam, Cork (I), Brest Fr, Victoria BC, Astoria, Gold Beach, Pontevedra, Lisbon, San Francisco, Azores, Casablanca, Ensenada, Midway, Honolulu, Guam, Freetown.
Ik heb Arthur er in het verleden al op gewezen, dat de temperatuur op aarde reageert als een laagdoorlaatfilter, rekatief ongevoelig voor hoge frequenties maar gevoelig voor lage frequenties. Zo kan het dus dat een kleine langperiodieke milankovitch wisseling een groter effect heeft dan de dagelijkse gang.
Zie ook
http://members.casema.nl/errenwijlens/co2/Climate_sensitivity_period.gif
Hans, Als de temperatuur niet zou reageren op “hoge” frequenties, dan was er vrijwel geen verschil tussen dag-nacht temperatuur. Dat moet je ze eens gaan uitleggen in de Sahara
Ik zeg ook niet “niet”, maar “minder”, kijk eens goed naar de waarden in mijn grafiek. En Sahara heeft ook weer een hogere respons als mariene tropen, die vrijwel invariant is met een constante temperatuur van 30 graden.
Als mijn conclusie herhaalt (maritieme tropen is vrijwel invariant – ergo sterke negatieve feedback) dan snap ik niet waarom we discussiëren.
Uiteraard is dit maar een slap aftreksel van het gehele werk van Arthur en Roy (Clark) die blijven hameren dat grondtemperatuur (als in de directe temperatuur van de vaste grond op 0,000 meter en “grondtemperatuur” als in de meting in de Stevinsonhut op 1,5 – 2 meter hoogte. Wel eens hartje zomer op blote voeten op het strand op de middellandse zee gelopen? Helaas moeten we met het laatste doen.
André Het verschil tussen Sahara en tropen is waterdamp, de temperatuurrespons op de dagcyclus is lager dan de jaarcyclus. Dus ik snap niet waaron Rörsch et al focussen op de dagcyclus voor een fenomeen dat decaden bestrijkt, dan zou ik eerder naar multidecadal en el nino respons kijken.
Hans, ook geloof dat we vrij dicht langs elkaar heen praten.
Zoals al gesteld, Rörsch en Clark focussen zich op het fenomeen dat wanneer er op 22 maart enige W/m-2 meer binnenkomen dan op 21 maart, op een bepaalde locatie, waarom dan de toename van temperatuur dan in geen verhouding staat, tot datgene wat AGW propageert. Dat laat immers ook een paar W/m2 meer binnenkomen, maar dat moet dan ineens graden verschil gaan maken. Nu kun je de tijdsvertraging wel aanvoeren, maar dat wordt maar betrekkelijk als de grond/bodem/contact temperatuur s’nachts kan teruglopen tot rond het vriespunt en overdag tientallen graden hoger wordt.
En dat is het punt, de dagelijkse gang van de zon is wat het weer bepaalt, het weer bepaalt het klimaat en NIET omgekeerd. Wanneer in die dagelijkse gang een paar watt extra de volgende dag niet leidt tot een graad of watt temperatuursverhoging, waar haal je die dan wel vandaan als je dat proces over dertig of whatever multidecal jaar dag in dag uit volgt? De conclusie van Rörsch en Clark is dat in de complexiteit van de dagelijkse gang er toch een sterk intern regelmechanisme bestaat, (ofwel negatieve feedback) die de extra opwarming tegengaat dat ze dan vervolgens gaan modelleren als een Lorenz attractor
Niet zo gek als je bedenkt dat deze methode uit de meteorologie stamt. https://en.wikipedia.org/wiki/Lorenz_system
Waterdamp in tropen en Sahara, ja er is een groot diurnal range verschil door de aanwezigheid van water, maar als je in de grafiek kijkt naar uiterst links Freetown -kletsnat en N’Djamena -gortdroog, dan geeft de maximale dagelijkse toename van instraling voor beide vrijwel geen temperatuurs-reactie.
Andre, zeer interessant stuk! Weer een aanwijzing dat negatieve feedback aan de orde is.
Dat de dagelijkse gang een lagere respons heeft blijkt al uit de enorme faseachterstand, wat weer wijst op een laagdoorlaatfilter. De maximumtemperatuur vindt zo’n 5 uur plaats na de instralingspiek. Dat betekent Dat je de temperatuurgevoeligheid van de dagelijkse gang niet kunt extrapoleren naar multidecaden.
https://www.analog.com/en/analog-dialogue/articles/phase-response-in-active-filters-2.html
Hans, dat valt best wel mee. Ik geef toe dat ik van system-response in de meet en regeltechniek meer van de sommetjes ben vergeten dan dat ik heb geleerd, maar ik weet nog wel hoe je in een eerste orde response een simpel numeriek stappen modelletje kunt bouwen, waarmee je de attenuatie/demping kunt inschatting bij een fasevertraging van een harmonsiche. Hier is er zo één:
sciencetalks.nl/wp-content/uploads/2020/06/simpele-eerste-orde.xlsx
(sorry gedeactiveerd. Het spam filter is zeer actief)
Je ziet dat de response op het maximum is op het moment dat de forcing op het zelfde punt daalt, precies zoals in het werk van klimaatgek
Je ziet dan dat de RC tijd (1-exp(-1) rond de 90 graden vertraging zit en de hoogte van de response curve is dan rond de 62% van de forcing. M.a.w als de zon op het middaguur zou blijven staan, dan zou de temperatuur nog met een derde toenemen.
Maar bedankt dat je me challenged hierover. Ik zal het in een volgende versie toevoegen.
De denkfout van Arthur Rörsch was: de warmte die in de lente en zomer wordt geaccumuleerd, wordt verloren in de herfst en winter. De warmte geaccumuleerd door meer broeikasgassen, blijft aanwezig.
Hij vergelijkt appelen met peren. Het doet er niet toe hoe groot het seizoenseffect is.
De warmte in de zomer wordt geaccumuleerd omdat er dagelijks meer energie in komt dan uitgaat. Het verlies aan warmte in de winter is omdat er dagelijks meer energie uitgaat dan inkomt. Maar daar hebben we het helemaal niet over. We hebben het gewoon over de directe relatie tussen energie en temperatuur in de dagelijkse gang. Appels en appels dus.
André, klimaatopwarming is omdat er meer energie binnenkomt dan buitengaat. Dat heb je niet bij seizoensverandering. Appels en peren!
“Dat heb je niet bij seizoensverandering. Appels en peren!“
Zowel appels als peren heb je het meest in de herfst.
Volgens mij lees ik verschillende kritiekjes van iemand in discussie met zichzelf.
Schizofrenie wanneer je het mij vraagt en Jammer voor dit forum .
Interessant stuk van Andre Bijkerk! Op de site van Rob de Vos staan ook interessante stukken over de toegenomen zoninstraling in Nederland en België over de afgelopen veertig jaar.
“Op de site van Rob de Vos staan ook interessante stukken over de toegenomen zoninstraling in Nederland en België over de afgelopen veertig jaar.“
Ja, en Rob de Vos vergeet er dan altijd bij te zeggen dat niet alleen de instraling is toegenomen, maar ook de uitstraling. Dat komt doordat de lucht helderder is geworden. Het netto effect hiervan op de temperatuur is op onze breedtegraad waarschijnlijk licht negatief. Behalve in de zomermaanden.
@Bart,
Maar dat zou betekenen dat als de lucht schoner is minder opwarming is, doordat de smog weg is.
Dan zeg je eigenlijk hoe schoner de lucht hoe koeler het word, en bij meer zon meer warmte.
Ben ik met je eens.
Nu word beweert dat het op de Noordpool het meest opwarmt, maar daar is de lucht juist schoon en de zon niet sterk, zelfs een paar maanden geen zon.
Ik neem aan dat co2 geen variabele deken is.
Hoe zie jij dat?
Theo, het gaat om dit plaatje:
https://www.bbc.co.uk/bitesize/guides/z24rr82/revision/2
Daarin zie je dat ten noorden van de 35e breedtegraad de uitstraling gemiddeld groter is dan de instraling. Als de lucht helderder wordt versterkt dat effect. Op 21 juni staat de zon boven de keerkring. Dan is het allemaal 23 graden naar het noorden verschoven. Het omslagpunt ligt dan op 58 NB, ten noorden van ons land dus. Dan is er korte tijd meer instraling dan uitstraling.
Ook de dagelijkse gang (verschil tussen minimum en maximum) wordt groter bij helderder lucht. Dat heeft waarschijnlijk iets meegespeeld bij het extreme temperatuurrecord in 2018 (40,7 graden in Gilze-Rijen). Maar in 10 maanden van het jaar werkt het andersom.
In onze omgeving is de lucht schoner geworden, maar dat is niet overal zo. Dus hoe het op de Noordpool zit weet ik niet. Misschien is daar een negatieve invloed van bosbranden in Siberië en Canada.
Oké Bart,
Bedankt voor je antwoord, inderdaad de grote bosbranden zouden daar mee van doen kunnen hebben, afgelopen jaar was het zo wie zo een bosbranden jaar.
Mogelijk kan de onderzeese vulkanische activiteit ook nog een rol mee spelen.
Bart, door vliegtuigbewolking is de lucht niet helderder geworden.
Velen ontkennen de consequenties van deze H2O deken.
Anne, de metingen wijzen er op dat de lucht in Nederland opvallend veel helderder is geworden:
https://www.weerwoord.be/m/2666561
Vliegtuigstrepen zullen ook wat invloed hebben. Ze kaatsen zonlicht terug naar de ruimte (afkoeling) en infrarood naar de aarde (opwarming). Het netto effect is waarschijnlijk licht positief.
Nog meer over contrails. Samengevat: ze hebben een netto opwarmend effect, maar dat is slechts 1/100 van het effect van verhoogd CO2. Lokaal kan het effect wel groter zijn.
https://earthdata.nasa.gov/learn/sensing-our-planet/on-the-trail-of-contrails
Bart, ik hoop nog op eea terug te komen maar dat is gewoon heel veel werk.
Dat lukt op dit moment niet.
Even een passage uit jouw link weerwoord:
“Door de Coronacrisis was de lucht afgelopen voorjaar ongekend helder.”
Inderdaad in het voorjaar en toen NIET meer…
Waarom?
Vliegtuigverkeer is misschien weer iets toegenomen maar niet in die mate waarin vervolgens de persistente contrails weer overhand toenamen, de lucht meerdere malen versluierden met een witte waas as always; deze waas laat nog steeds volop zon door.
Er klopt iets niet, en voorlopig heb ik geen enige zinnige fysische verklaring kunnen vinden.
En nog even een toevoeging. De globale temperatuurtoename laat vooral een toename van de minima zien, niet de maxima.
En dat vooral op NH waar vliegtuigverkeer maar ook scheepvaartverkeer zich voornamelijk afspeelt.
Ik ga er nog steeds van uit dat dit deels, en misschien merendeels, te wijten zou kunnen zijn aan persistente contrails.
Test, omdat ik laatst niets kon posten.
De ontdekkingsreiziger Sir Ernest Shacklestone zou dit jaar op geen 500 km van de plek kunnen komen waar hij in januari 1915 met zijn ‘Endurance’ vast kwam te zitten.
Men vond toen bovendien dat de ijsconditie ter plekke uitzonderijk zwaar was,
https://twitter.com/prometheus_zm/status/1346754315839528970
De ‘Endurance’ was een zeilschip/stoomboot met een 350 pk stoommachine.
Ter vergelijk: De ‘Polarstern’ heeft twee 20.000 pk dieselmotoren.
En vul dat nog even aan dat de wetenschappers die zich een jaar vast hebben laten vriezen met de Polarstern, geen zinnig woord konden zeggen wanneer de pool nu eens echt zou gaan smelten.
Wel hebben ze warme waterstromen gemeten onder het ijs, zelfs daar waar ze het nooit hadden verwacht.
De wereld verranderd en daar moet de mens maar mee leren leven.
In die gebieden heerst ook flink vulkanische activiteit.
Hoe verklaren ze andere warme en koude periodes die de afgelopen 2000 jaar hebben plaats gevonden.
De mens maakt zich zelf gek met hun gemeet.
Dat ze maar meer geld uitgeven aan ontwikkeling van duurzame vraaggestuurde energie, dan lost de rest zich vanzelf ook misschien wel een keer in de loop der jaren op als alles werkelijk aan onze levensstof co2 ligt.
Die warme waterstromen hebben een vulkanische oorsprong.
https://wattsupwiththat.com/2013/08/02/hot-times-near-svalbard-volcanic-range-discovered/
Ter plaatse is er pakweg 2 miljoen km2 minder ijs dan in 1980.
In de zee van Ochotsk is er een toename, geen afname.
https://www.polarview.aq
Prometheus, Je bedoelt wellicht Ernest Shackleton?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ernest_Shackleton
Geen mens weet hoe en waarom een klimaatverandering precies functioneert maar uiteindelijk weten de machthebbers de zaak zo te draaien dat de mensen elkaar in de haren vliegen.
Nee dat doen de machthebbers niet. Dat is gewoon hoe de mensheid in elkaar zit, met als middelpunt terrormanagement en de handel in angst. Zie
climategate.nl/2020/08/kuiskout/
climategate.nl/2020/06/waar-komt-dat-alarmisme-toch-vandaan/
Links zijn gedeactiveerd om de spam-blockade te omzeilen. Zelf even copy-pasten. Wel doen hoor!
“Geen mens weet hoe en waarom een klimaatverandering precies functioneert”
Ja, maar klimaatonderzoekers weten er toch een pak meer over dan de doorsnee man-in-de-straat. Zelfs wanneer ze het niet tot het laatste, kleine detail begrijpen, kunnen ze toch een duidelijk beeld bekomen van de algemene trends. Dit kan gebruikt worden om een beleid uit te werken.
Ter vergelijking, geen mens weet hoe en waarom de ene roker longkanker krijgt en de andere niet. We weten niet hoe het precies functioneert. Maar we weten wel dat er rokers zijn die longkanker zullen krijgen, dus er kan een beleid rond uitgestippeld worden. Je kunt het terecht of onterecht vinden dat men niet op restaurant of in de trein mag roken, maar er is wel een (medisch-)wetenschappelijke motivatie voor. Maar geen beleid voeren daarrond is niet ethisch.
Zo zijn deklimaatwetenschappers er dus vrij zeker van dat het opwarmt door o.a. de CO2-uitstoot en dat dit een impact zal hebben op extreme weersfenomenen. De grootte van die impact heeft nog een vrij grote foutenmarge, maar zelfs aan de ondergrens ervan is het niet verwaarloosbaar. Indien we daar niets aan doen, dan gaat het blijven opwarmen en gaan er meer rampen zijn. Geen beleid voeren daarrond is niet ethisch.
Beste A. Boeve,
Ik heb je een e-mail met een verzoek gestuurd.
Het adres bleek onbereikbaar. Ik vermoed dus dat er iets niet in de haak is.
Doodziek wordt je van dat getuigen.
Klopt, H. Labohm, mijn naam en email zijn fictief. Maar doet dat er toe? Heb ik iets verkeerd geschreven of is er iets dat je me wil mailen dat je niet in een reactie wil schrijven?
A.Boeve,
Als je ergens op bezoek komt stel je je netjes voor – vooral als de gastheer (ik) daarom vraagt.
Dus gaarne informatie over je persoonlijke achtergrond (die ik vertrouwelijk zal behandelen).
Zo niet, dan ken je zo langzamerhand wel de consequenties.
Waarom gebruik je eigenlijk een nep-identiteit en een nep-e-mailadres? Ben je ergens bang voor? Voor wat? En voor wie?
Alle auteurs op Climategate.nl hebben toch ook geen problemen daarmee.
Hoovaardig links vindt weer eens dat ze boven de regels staan. Het zijn net kerkelijken. Zelfingenomen, moralistisch, dwingend.
@ Boeve,
Je lijkt Henk deJ wel. Die kon ook zo lekker uit de hoek komen.
Heeft Hans je weer toegelaten op voorwaarde dat je je hier voortaan netjes gedraagt?
Willem77,
Ik heb Boeve vragen gesteld. Hij heeft daarop nog niet geantwoord. Ik wacht af.
Daar hebben we HdJ weer eens voor de variatie
Wat mij betreft is het inderdaad dood eenvoudig. Het is allemaal onzin. Beide de zgn. stikstof uitstoot en de zgn. koolstof emissie.
Alles is gewoon. Natuurlijk.
Nou ja. Of de natuur echt helemaal vanzelf natuurlijk is, is misschien een moeilijker vraagstuk….
Klik op mijn naam.
De bewijzen dat het gemekker over CO2 allemaal onzin is, stapelen zich op…
https://wattsupwiththat.com/2021/01/07/very-inconvenient-alps-glacier-historytop-glaciologists-alps-were-ice-free-6000-years-ago/
Ja, de hoeveelheid is in de alpen is sterk afhankelijk van de temperatuur en de neerslag. Het is goed mogelijk dat er 6000 jaar geleden maar weinig ijs was, dat is niks nieuws. Het onderstaande filmpje geeft een leuke indruk van de enorme fluctuaties van de hoeveelheid ijs vanaf het laatste interglaciaal. Met een flinke disclaimer, want de kennis hangt natuurlijk van proxies aan elkaar.
https://vimeo.com/313723261
Dit is de meest idiote hittegolf die ik ooit meegemaakt heb…
Het is nu te koud om de avondmaaltijd in de tuin te kunnen nuttigen.
Goed verhaal van André en ook interessant om alle reacties, vele van kenners, te lezen. Discussie over chaotische systemen ( weer en klimaat) kan nooit kwaad
Het boek is er nooit gekomen. Een paper ook niet. Althans zover ik weet. De co-auteurs zagen er na het overlijden van Arthur blijkbaar geen heil meer in?