Van een onzer correspondenten.

De wereldwijde uitstoot van kooldioxide door fossiele brandstoffen zal naar verwachting met 1% toenemen in 2022, tot een nieuw record van 37,5 miljard ton, zo maakten wetenschappers gisteren bekend op de VN-conferentie (COP 27) in Sharm El-Sheikh, Egypte. Als de trend zich voortzet, zou ‘de mensheid genoeg CO2 in de atmosfeer kunnen pompen om de aarde in slechts 9 jaar op te warmen tot 1,5 °C boven de pre-industriële temperaturen’. Het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 stelde deze ambitieuze limiet ooit vast om de ernstigste gevolgen voor de planeet te voorkomen.

Er is duidelijk geen teken van het soort afname dat nodig is om internationale doelen te halen.

Het klimaatalarmisme, zelfs doorgedrongen in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften als Nature, bereikt hiermee tijdens de COP 27 top een hoogtepunt. Navrant is dat met deze prognoses moeder aarde eigenlijk al ten dode is opgeschreven: er valt niets meer aan te doen. De tijd werkt voor het klimaatalarmisme ernstig in het nadeel. Zie hier.

‘Negen jaar is niet erg lang’, zegt Corinne Le Quéré, klimaatwetenschapper aan de Universiteit van East Anglia in Norwich en lid van het Global Carbon Project, dat de analyse heeft uitgevoerd. Er is duidelijk geen teken van het soort afname dat nodig is om internationale doelen te halen, zegt ze. En zelfs met ‘agressieve actie’ suggereren klimaatmodellen dat de wereld waarschijnlijk ergens in de jaren 2030 op zijn minst tijdelijk de drempel van 1,5 ° C zal overschrijden.

Zo bereikt het klimaatalarmisme zijn eigen tipping-point. Hoeveel schilderijen ook door acties zullen worden besmeurd, bezorgde dametjes met blote borsten op de treinrails gaan zitten en vliegtuigen aan de grond worden gehouden: we zijn gewoon te laat!

Dit wordt het nieuwe zelfopgelegde frame van een angstige klimaatbeweging, de nieuwe slogan op de t-shirts. Maar het geeft wel meer zekerheid dan te zeggen dat we nog op tijd hadden kunnen zijn.

Ramses Shaffy had in ieder geval nog een smoes om te laat te komen:

‘Er vloog een meeuw in mijn oog, meester.’

***