Van een onzer correspondenten.

‘Nihilist of activist? De klimaatcrisis dwingt journalist tot keuzes’

Terughoudende verslaggeving over de klimaatcrisis steunt impliciet de politieke krachten die adequaat klimaatbeleid vertragen. Daarom moeten nieuwsredacties klimaatjournalistiek een centrale rol geven in de nieuwsgaring, betoogt Chris Julien.

De klimaat- en ecologische crisis grijpt met ongekende snelheid om zich heen. Nieuwsmedia besteden er regelmatig aandacht aan, maar is dat genoeg? Ophef over soepgooiers terzijde heeft klimaatjournalistiek nog steeds een bescheiden plek in het Nederlandse medialandschap. Naast bemoedigende initiatieven van koplopers heerst terughoudendheid om de ernst en omvang van de crisis te vertalen naar de praktijk. Hoe kan dat?

Het is begrijpelijk dat journalisten, net als iedereen, moeite hebben om de omvang en gevolgen van de klimaatcrisis te vertalen naar hun dagelijkse praktijk. De wetenschap is complex, de toekomst onzeker. Juist daarom ligt een cruciale voortrekkersrol voor de journalistiek in deze vertaalslag. We worden namelijk geconfronteerd met een paradigmaverschuiving die in korte tijd ons wereld- en toekomstbeeld overhoop haalt.

Ecologisch bewustzijn

Honderden jaren was de planeet het onveranderlijke landschap waarin enkel mensen acteerden. Met de klimaatcrisis is dat statische decor pardoes een complex en actief geheel gebleken, dat reageert op ons gedrag. Dit inzicht is niet nieuw. Mensen over de hele wereld zijn zich al duizenden jaren bewust van de delicate balans. Dat ‘ecologisch bewustzijn’ is op de vleugels van kolonialisme en industrialisering echter verdrukt door het mechanische wereldbeeld van de verlichting.

Sinds de jaren 70 van de vorige eeuw groeit het besef, nu in de wetenschap, dat de mens deel uitmaakt van een complex en adaptief aardesysteem. Indertijd konden met name linkse politieke bewegingen goed uit de voeten met deze inzichten. Zo is in de afgelopen decennia een overzichtelijk schema ontstaan met ‘een beter milieu’ op links, en individuele welvaart op rechts.

Inmiddels is het wetenschappelijk bewijs voor klimaatverandering en biodiversiteitsverlies als gevolg van menselijke activiteit geen kwestie meer van politieke interpretatie. Het is onomstotelijk onderschreven door het meest omvangrijke wetenschappelijke project uit de menselijke geschiedenis. Links- of rechtsom zorgt een CO2-molecuul in de atmosfeer decennialang voor verhitting, en hoe je het ook wendt of keert is uitsterven voor altijd.

Geen nieuws op een dode planeet

In de verschuiving van politieke opvatting naar wetenschappelijke grondhouding wringt het. De snelheid waarmee klimaatverandering van politiek twistpunt is verworden tot alomtegenwoordig fenomeen geeft veel redacties het nakijken. Echter, met een terughoudende reactie bedrijven redacties onverhoopt politiek. Door geen partij te kiezen en klimaat en milieu te behandelen als het zoveelste thema, zijn mensen onvoldoende op de hoogte van de feitelijke situatie en existentiële risico’s. Zo steunt terughoudende verslaggeving impliciet de politieke krachten die adequaat klimaatbeleid vertragen ten behoeve van bestaande belangen.

Journalistieke onafhankelijkheid sluit activisme uit, zo wordt vaak geopperd. De ombudsman van de publieke omroep stelde bijvoorbeeld in haar onderzoek naar klimaatjournalistiek dat de NOS ‘niet de megafoon van één thema of belang’ kan zijn. Maar activisten behandelen als belangenbehartigers en daar journalistieke onafhankelijkheid tegenoverstellen gaat voorbij aan de wetenschappelijke realiteit van klimaatverandering. Een journalistiek onafhankelijke positie wordt niet gekenmerkt door de afwezigheid van activisme, maar door erkenning van de feiten. Zo bezien is de geldende tegenstelling tussen activisme en onafhankelijkheid een false balance die publiek debat verdient.

We hebben slechts enkele jaren om de ergste gevolgen van klimaatverandering af te wenden. Elke journalist staat nu voor een keuze. Kiest men voor een actieve rol in het verslaan van het klimaatprobleem, of voor een ‘onafhankelijke’ positie buiten de levende gemeenschap? De angst activistisch te zijn leidt tot een nihilisme dat geen journalist zo bedoelt. Er is immers geen nieuws op een dode planeet.

Elke redactie een klimaatredactie

Nog altijd stellen sommigen de roep om een kritisch debat over klimaatjournalistiek gelijk aan claims van nepnieuws ter rechterzijde. Maar de journalistiek is een maatschappelijke sector met een cruciale rol, die het publieke debat over die rol niet moet schuwen. Juist debat op basis van feitelijkheid en relevantie vormt een grondslag van haar maatschappelijke taak. Ons aller toekomst hangt mede af van de mentale en organisatorische lenigheid van redacties om de klimaatcrisis als fundamentele werkelijkheid te omarmen.

Chris Julien.

Tijd dus om de feiten te erkennen: elke redactie is een klimaatredactie en dient daarnaar te handelen door klimaatjournalistiek een centrale rol te geven in de nieuwsgaring. Een goed begin is het eerder genoemde advies van de ombudsman: ‘Houd als journalistiek je definitie van nieuws regelmatig onder de loep, net als de criteria waarmee je relevantie afweegt.’ Wat dat concreet kan betekenen? Neem, zoals RTL Nieuws onlangs deed, collega’s aan met relevante wetenschappelijke expertise. Herzie, zoals Trouw, nieuwscategorieën en afdelingen in lijn met de nieuwe werkelijkheid. Onderzoek en benoem, zoals Nu.nl vaak doet, de onzekerheden in onze kennis van aardesystemen.

Dit is een grote uitdaging. We zullen dus alles op alles moeten zetten om deze het hoofd te bieden of accepteren dat we alles zullen verliezen.

Chris Julien, is promovendus wetenschapsfilosofie aan de Universiteit Utrecht, actief bij XR Nieuwsmedia en onderzoeker bij Waag Future Lab.

***

‘Journalist moet geen klimaatactivist worden’

Jules de Waart

Journalisten moeten niet activistisch zijn, vindt Jules de Waart. Bij onafhankelijke waarheidsvinding hoort juist twijfel.

Het verbaast me steeds weer: het totale gebrek aan feitenkennis bij zo veel klimaatactivisten. Ook bij hen die op grond van hun opleiding beter zouden moeten weten.

Vrij bont maakt promovendus wetenschapsfilosofie Chris Julien het in zijn artikel over klimaatjournalistiek. Hij ziet de onafhankelijke journalist die met zijn eigen twijfels, kennis en verantwoordelijkheid een weg zoekt in het gecompliceerde klimaatdebat als een handlanger van de politieke krachten die adequaat klimaatbeleid vertragen. Medeplichtig aan een catastrofale aantasting van de natuur, de biodiversiteit en het menselijke welzijn.

Julien lijkt in zijn ijver om journalisten te gebruiken om tot een door hem gewenste maatschappelijke consensus te komen, een van de grondslagen van de wetenschapsfilosofie – het belang van twijfel en falsificatie – totaal te vergeten.

En daarbij, eigenlijk nog erger, beroept hij zich op de wetenschap, terwijl uit zijn artikel blijkt dat het hem juist aan die feitenkennis totaal ontbreekt. Zijn kennis is gebaseerd op de krantenkoppen van de afgelopen jaren, niet op de wetenschappelijke rapporten die in die tijd verschenen. Ook de rapporten van het IPCC heeft hij niet gelezen. Dan zou hij niet schrijven dat het ‘meest omvangrijke wetenschappelijke project uit de menselijke geschiedenis’ zijn klimaatalarmisme onomstotelijk onderschrijft.

Dat doet het IPCC namelijk niet.

Rol van koolstofdioxide

In haar laatste rapport, het AR 6, schrijft Werkgroep 1 dat met ‘high confidence’ de klimaatveranderingen sinds 1950 kunnen worden toegeschreven aan menselijk handelen als dominante aandrijver. Niet met ‘very high confidence’ en al zeker niet als bewezen. Daarbij betekent dominant hier vaak ‘meer dan 50 procent’.

Ook lijkt Julien de belangrijke rol van CO2 niet te begrijpen. Koolstofdioxide is een broeikasgas, maar is relatief mild. Het gas SF6 is als broeikasgas 23.000 maal zo sterk, maar mag nog steeds worden geproduceerd. Het wordt onder meer gebruikt in dubbel glas en de condensatoren voor windmolens. Daarbij zijn de concentraties CO2 in de atmosfeer op geologische schaal nog steeds gering en is de correlatie tussen CO2 en temperatuur zwak. In het verleden ging vaak eerst de temperatuur omhoog en volgde het CO2-gehalte.

CO2 is essentieel voor het leven. Bij concentraties beneden de 150 ppm (parts per million), in de laatste ijstijd bijna bereikt, sterft al het leven op aarde. Kwekers geven de lucht in hun kassen vaak extra koolstofdioxide, de planten groeien er beter van. CO2 zien als de grote boosdoener en honderden miljarden besteden aan het terugdringen ervan is voor een groot deel verspild geld. Er zijn veel meer oorzaken van opwarming. Sommige zijn natuurlijk – variaties in zonne-intensiteit, oceaanstromen en aardbaan – andere zijn menselijk. En er zijn veel meer menselijke oorzaken dan CO2.

Twijfel

Het is allemaal lang niet zo makkelijk en eenduidig als Julien denkt. Journalisten hebben niet tot taak al die onvolkomenheden in de wetenschap en de politiek te vergeten en weg te werken. Onafhankelijke journalistiek, inclusief de daarbij behorende twijfel, is absoluut essentieel.

Dr. Jules de Waart, auteur van onlangs verschenen boek ‘Geloof niet alles’- Klimaatverandering in de spiegels van wetenschap en politiek. Hij is voormalig lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, Amsterdam.

***

Voor meer opinie over dit onderwerp in het Parool, zie hier.

***