Door Václav Klaus.

Een toespraak van Václav Klaus, de voormalige Tsjechische president.

Bedankt voor de uitnodiging voor deze conferentie*), het voorrecht hier te mogen spreken, de kans om oude vrienden te ontmoeten, en last but not least, terug te zijn in Boedapest. In een stad en een land dat een gedurfde en broodnodige rol speelt in de dappere nieuwe wereld van het Europa van vandaag. Ik ben teleurgesteld dat mijn land, met zijn huidige politieke vertegenwoordiging, niet in staat is hetzelfde te doen.

Ik accepteerde het onderwerp van de toespraak zonder de minste aarzeling, wat niet erg verstandig bleek te zijn. Toen ik aantekeningen begon te maken voor de presentatie van vandaag, merkte ik dat het onderwerp moeilijker was dan ik aanvankelijk dacht.

Praten over een stabiele wereldeconomie betekent niet dat we een duidelijk afgebakend en goed gestructureerd onderwerp bespreken. Het heeft vele dimensies die behoren tot verschillende disciplines en tot verschillende sociale wetenschappen. Er is geen eenvoudige leerboekenwijsheid over dit onderwerp, want die kan er niet zijn. Zelfs betrouwbare data kunnen niet helpen, evenmin als geavanceerde econometrische modellen. Ik kan daarom niet meer beloven dan een paar basisopmerkingen te maken.

Misschien kunnen de mix van persoonlijke ervaringen en het perspectief van mijn land helpen. Dat hoop ik tenminste. Mijn ervaringen kunnen in het kort als volgt worden samengevat: veertig jaar communisme, een fascinerend decennium van radicale transformatie in politiek leiderschap, en twee veel minder bevredigende decennia van leven in een speciale entiteit genaamd de Europese Unie (Sommigen van u heeft misschien gehoord van mijn helaas mislukte pogingen om het Verdrag van Lissabon te blokkeren, dat verwoestend is voor de Europese democratie, de natiestaten en de Europese economie).

Deze mix kan nuttig zijn. Het is bijna uniek. Mijn perspectief is ook belangrijk: een klein Midden-Europees land zonder geopolitieke ambities, een sterk geïndustrialiseerd land, een land zonder toegang tot de zee en zonder voldoende binnenlandse reserves aan natuurlijke hulpbronnen.

Geen van de huidige politiek correcte groene slogans kan op grond van rationaliteit worden verdedigd. Deze slogans hebben geen wetenschappelijke basis. Ze zijn politiek a priori. En ze zijn doelbewust destructief.

Het doel van deze sessie is manieren te bespreken die kunnen bijdragen aan ‘het opnieuw opbouwen van een stabiele wereldeconomie’. Voor mij is dat een nogal illusoir doel, zo niet helemaal misplaatst. Het is constructivistisch, en wij, met ons kunstmatig geconstrueerde communistische verleden, zijn erg terughoudend met zulke ambities. Is de wederopbouw van een wereldeconomie een zinvolle taak? Wiens taak zou dat moeten zijn? Wie moet het mandaat krijgen om de wereldeconomie weer op te bouwen? Een nieuwe centrale planner, of tegenwoordig een gedigitaliseerde?

Mensen zoals ik hebben de neiging om te beweren dat beloften om een ​​stabiele wereldeconomie op te bouwen thuishoren in de plenaire zittingen van de VN of misschien het IMF, maar niet in de vergaderingen van het Donau-instituut. Omdat ik aanneem dat wij, hier vandaag bijeen, niet geloven in mondiaal bestuur van de economie en niet geïnteresseerd zijn in het spelen van de rol van adviseur. Van mijn kant ben ik zeker niet gemotiveerd om prescriptieve aanbevelingen te doen.

Niettemin vergeet ik niet mijn belofte om een ​​paar woorden over dit onderwerp te zeggen. Laat me ingaan op twee van de vele, zeer verschillende dimensies van dit onderwerp.

De rol van de verschuiving in de economische zwaartepunten van de wereld

Een sleutel tot dit debat kan zijn om te speculeren over mogelijke en waarschijnlijke verschuivingen in de mondiale economische zwaartepunten (zoals ze soms worden genoemd) in de nabije toekomst. De huidige trends en tendensen zijn algemeen bekend en zo onmiskenbaar dat het niet nodig is om statistische gegevens te presenteren. Het zwaartepunt van de wereldeconomie verschuift naar het oosten. De oorspronkelijke centra van Europa en Noord-Amerika hebben de afgelopen decennia blijkbaar hun vroegere posities verloren. Vooral Europa. In de jaren negentig hadden de VS en West-Europa bijna 70 procent van het mondiale BBP in handen, nu is dat nog maar 43 procent. Deze verschuiving is enorm en zal doorgaan.

Als ik kijk naar de Europese economie, die wordt gewurgd door overregulering, overbelasting, belachelijke milieuregels en het opdringerige gedrag van de EU-bureaucratie, dan is het duidelijk dat Europa niet kan groeien. Het is gedoemd tot stagnatie. Het is niet verrassend dat dat precies is wat we nu meemaken. Nu is het nog erger – omdat we in ‘stagflatie’ zitten.

Het beleid dat gebaseerd is op de ideologie van grote gematigdheid, dat twintig jaar geleden zo in de mode was, heeft geleid tot inflatiecijfers die decennia lang onbekend waren – in mijn land al een eeuw. De theorieën en modellen waar zoveel om werd geroemd, waren allemaal verkeerd, niet alleen al het bijna ongelooflijk belachelijke concept van de nieuwe monetaire theorie.

Daarentegen zijn en blijven China, India en andere BRICS (of BRICS-achtige) niet-westerse landen in opkomst. Dit zeggen is noch nieuw, noch revolutionair. Het is al onderdeel geworden van de reguliere orthodoxie. De verschillende groeipercentages van het westen en het oosten zullen belangrijke gevolgen hebben. Dergelijke verschuivingen destabiliseren de bestaande structuren en ondermijnen de oude ‘stabiliteit’.

In een groeiende economie kan dit leiden tot een positieve spel-theoretische uitkomst. Bij een stagnerende of zelfs krimpende economie zal dit het tegenovergestelde effect hebben. De historische ervaring leert ons dat dergelijke ontwikkelingen vaak tot conflicten en oorlogen hebben geleid. Soortgelijke conflicten en oorlogen zijn te verwachten in de nabije toekomst. Oekraïne is slechts één voorbeeld. Dit zal de huidige fragiele stabiliteit van de wereldeconomie zeker niet verbeteren.

Natuurlijk hangt de groei van de wereldeconomie niet alleen af ​​van geografische verschuivingen naar sneller groeiende regio’s. Dit ondanks het feit dat de ongekende groei van de Chinese economie in de afgelopen vier decennia ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de snelle stijging van het mondiale bbp. Het lijkt mij dat deze factor nu grotendeels of in ieder geval gedeeltelijk is uitgeput. Ik ben het eens met Richard Jerram dat ‘de toetreding van China tot het wereldwijde handelssysteem in wezen een eenmalige verandering was die zijn beloop lijkt te hebben gehad.’

Antonio Guterres.

De schandalige verklaring van VN-secretaris-generaal Antonio Guterrés dat de wereld zich op een ‘snelweg naar de klimaathel’ bevindt, behoeft hier geen verder commentaar.

Gezien de recente politieke, sociale en culturele veranderingen in China en het relatief hoge niveau van economische volwassenheid van het land (om nog maar te zwijgen van het meer dan ernstige vergrijzingsprobleem), is er geen reden om aan te nemen dat China de komende decennia snel zal blijven groeien. Zullen andere niet-westerse landen de eerdere rol van China overnemen? Of zal het Westen dit zelf kunnen? Daar zou ik niet op wedden.

De rol van de kwaliteit van het economisch systeem

Wereldwijde economische groei en stabiliteit op de lange termijn hangen van iets heel anders af. Zeker niet van wetenschap of technologie, zoals onverantwoord verkondigd door vocale technocraten en niet-economen van allerlei schnitt, maar op de efficiëntie van het economisch systeem. Dit brengt me bij mijn belangrijkste argument, namelijk de nadruk op de kwaliteit van het economisch systeem. Wat dat betreft is er echter geen reden tot optimisme.

Kan het zich niet herhalen zonder een ouderwets communisme? Gaan we niet al dezelfde kant op? Zorgen de nieuwe ideologieën er niet voor dat een soortgelijk systeem weer opduikt?

Als burger en als econoom heb ik tientallen jaren van mijn leven doorgebracht in een systeem waarin de economie niet autonoom was, maar gedicteerd door a priori politieke imperatieven. Dit was de les die diep in ons geheugen gegrift stond. Vierenvijftig jaar geleden, in augustus 1968, de week dat de legers van het Warschaupact Tsjecho-Slowakije binnenvielen, publiceerde ik een artikel waarin ik het aandurfde openlijk de speciale relatie tussen politiek en economie in de communistische samenleving te bespreken. Dit onderwerp raakte in de daaropvolgende twee decennia in de vergetelheid.

Na de val van het communisme kwamen we terug op dit onderwerp. Dit tijdperk wordt meestal gezien als de kunstmatige wedergeboorte van de markteconomie in ons deel van de wereld. Ja en nee. De beslissende verandering was de ontbinding van de verwoestende verbinding tussen politiek en economie, de afschaffing van de dominantie van de politiek. De wedergeboorte van de markteconomie was hiervan een gevolg. De markt kan niet kunstmatig worden geconstrueerd.

In het communistische, centraal bestuurde economische systeem moest de economie de politiek volgen. Dat brengt me bij mijn hoofdvraag. Was dat specifiek voor het communisme? Kan het zich niet herhalen zonder een ouderwets communisme? Gaan we niet al dezelfde kant op? Zorgen de nieuwe ideologieën er niet voor dat een soortgelijk systeem weer opduikt?

Met mijn ervaring en vanuit mijn perspectief zie ik deze aanname als een dreigend gevaar. De economische autonomie in mijn land, in de EU en in het Westen is in de loop van de tijd steeds meer onderdrukt – duidelijk en resoluut sinds de crisis van 2008-2009. Wat waren de belangrijkste redenen voor deze ontwikkeling? Ik zal me concentreren op vier redenen die volgens mij cruciaal zijn:

Na de val van het communisme gingen we ervan uit dat de sociale imperatief die vanuit het ouderwetse marxistische perspectief kwam al aan kracht had ingeboet. Dit geloof werd versterkt door de schijnbare afnemende macht van vakbonden. Zoals we vandaag zien, was dit een verkeerde analyse en wishful thinking van onze kant. We ervaren dat de noodzaak van ‘gelijkheid voor iedereen’ niet alleen op economisch gebied aan nieuwe kracht heeft gewonnen. Het idee van gelijkheid wordt opnieuw gebruikt om nieuwe vormen van politieke inmenging in de economie te rechtvaardigen. De gevolgen zijn niet minder gevaarlijk dan in het verleden. Ze worden tegenwoordig door bijna iedereen onverantwoordelijk onderschat omdat ze niets met het communisme te maken lijken te hebben.

Het zogenaamde ESG-systeem (environmental, social en corporate governance), staat ​​in schril contrast met het economische denken.

In de afgelopen vijftig jaar, sinds de publicatie van de Club van Rome-bijbel The Limits to Growth, is er een nieuwe politieke, d.w.z. niet-economische noodzaak ontstaan. Deze Bijbel is gebaseerd op de principes die groene ideologie gelijkstellen aan milieubescherming. Het onderdrukt op fatale wijze de economische grondgedachte en daarmee de efficiëntie van de economie. Het verandert de kwaliteit van het economisch systeem fundamenteel en ondermijnt de economische groei en ontwikkeling. Geen van de huidige politiek correcte groene slogans kan op grond van rationaliteit worden verdedigd. Deze slogans hebben geen wetenschappelijke basis. Ze zijn politiek a priori. En ze zijn doelbewust destructief.

Toevallig begon ik met het voorbereiden van mijn aantekeningen voor de presentatie van vandaag op de dag van de openingssessie van de klimaattop in Sharm El Sheikh. De schandalige verklaring van VN-secretaris-generaal Antonio Guterrés dat de wereld zich op een “snelweg naar de klimaathel” bevindt, behoeft hier geen verder commentaar. Dergelijke louter politieke standpunten, vertaald in echte politiek, veranderen het economische systeem. De nieuwe criteria van banken voor het beoordelen van investeringsprojecten en het verstrekken van leningen, het zogenaamde ESG-systeem (environmental, social and corporate governance), staan ​​in schril contrast met het economische denken. Economen protesteren helaas niet luid genoeg. Ze promoveren het liefst op een makkelijke manier en krijgen genereuze beurzen.

 

De derde fundamentele klap voor economische efficiëntie en prestaties is het versnellen van de overgang van aandelenbezit naar belanghebbenden. Dit verklaart de irrationele en arrogante opvattingen van vooraanstaande zakenlieden over veel actuele kwesties, niet alleen economische. Hun gedrag ondermijnt de inhoud van de markteconomie en de werking van het eigendomsrechtenstelsel. Dit proces werd meer dan een halve eeuw geleden besproken, maar heeft de laatste jaren aan nieuwe kracht gewonnen. Het principe van winstmaximalisatie, dat symbool van economische efficiëntie, is min of meer afgedaan als politiek incorrect. Dit ondermijnt dodelijk de mogelijkheid van een gezonde en stabiele economische groei.

Het hele idee van onze overgang van communisme naar vrije markten was gebaseerd op vrijhandel, afwijzing van protectionisme, afschaffing van het staatsmonopolie op buitenlandse handel, kritiek op de vorming van geografisch beperkte handelsblokken, enz. Een van de meest belangrijke (en riskante) beslissingen aan het begin van mijn politieke carrière waren de liberalisering van de buitenlandse handel in mijn land op 1 januari 1991. Het veranderde snel de manier waarop de economie werkte. Waar we nu getuige van zijn, is de opkomst van politiek gemotiveerd neo-protectionisme en nieuwe vormen en argumenten voor politieke promotie van handelsblokken. Ik zie dit als een fatale aanval op de vrijhandel.

Het is niet toevallig dat ik de modieuze term ‘globalisering’ niet vaak gebruik, omdat het geen economische term is. Hij hoort thuis in de journalistiek en in talkshows op tv. Ik spreek liever van toenemende of afnemende internationalisering van economische activiteiten. Nu klinkt dat politiek incorrect – het impliceert dat een natie of natiestaat de oorspronkelijke eenheid, het uitgangspunt is. Deze manier van denken is vandaag de dag niet meer relevant.

Wat de zogenaamde globalisering betreft, wordt het duidelijk dat deze door de complexiteit van technologie en toeleveringsketens zijn natuurlijke grenzen bereikt. We zouden daarom meer aandacht moeten besteden aan de grondgedachte van de binnenlandse politiek. Laten we teruggaan naar het verdedigen van openheid, bewegingsvrijheid, vrije handel en geliberaliseerde kapitaalstromen! We moeten dit niet alleen ideologisch bespreken.

Václav Klaus.

Al het bovenstaande maakt me pessimistisch over de mogelijkheid van een gezonde wereldwijde economische groei en ontwikkeling in de nabije toekomst. Omdat, zoals ik in het begin al zei, er geen stabiliteit in de wereldeconomie mogelijk is zonder economische groei.

***

*) De conferentie is de tweede Donau-top over geopolitiek, veiligheid en defensie in Boedapest van 1-2. december 2022 in Boedapest).

Bron hier.

***