Door Gerard d’Olivat.

Als je zo hier onder de hoge plateaus van de Cévennes op 1000 meter hoogte op het Franse platteland woont in zo’n bijna middeleeuws dorpje met een boerderij met 28 koeien en een varken pal tegenover je, krijg je regelmatig je vrienden van het oude vaderland over de vloer. Die blijven dan een paar dagen want de reis is lang. Daar zitten ook regelmatig ‘groene Amsterdammers’ tussen, milieu en biobewust. Voor hen wel leuk, want ook mijn dorp wordt bevolkt door Franse ecolo’s  –  die zo’n beetje semi-autarkisch denken te leven.

Ik vind het ook wel leuk en ik ben nou niet zo’n gedreven ideologisch discussiant dus ik laat ze maar een beetje rondtobben in hun ‘wensdenken’ . Eén van hen heeft aan de wieg gestaan van het project ‘nacht voor de nacht’… dan gaan alle lichten uit ergens in provinciestadjes en dan zie je de sterrenhemel eindelijk weer eens. Dat hoeft in dit dorp niet, want om 11 uur ‘ s avonds gaat iedere dag alle straatverlichting uit en zie je geen hand voor ogen meer….

Van fossiele energie zoals gas, olie, schaliegas en zelfs uranium willen ze niet al te veel weten en wat er dan aan alternatieve over is, blijft altijd ‘ in het vage’. Toch zijn er wel verschillen want als de ‘ groene Amsterdammers’ dan bij de dorpsecolo’s op bezoek zijn geweest dan blijkt de ’eco-afstand’ tussen de middeleeuwse Cévennes en de ‘groene’ welvaartsstad toch wel erg groot.

Een moestuin toch maar even niet net als houthakken voor de winter, stront rijden of het land omploegen en achter de schapen en geiten aan hollen … Beter van niet.

En dan verder maar hopen op een beetje ‘weer’… niet te koud, niet te droog en geen rare ziektes in je fruitbomen en moestuin.

Meestal sluit ik het bezoekje hier dan af naar de koeienstal tijdens melktijd en stel dan de vraag aan die ‘milieuridders’ hoeveel diesel iedere koe hier in deze stal per jaar verbruikt. Ze weten nog net dat koeien gras eten en dan op miraculeuze wijze melk produceren, maar dat diesel daarbij een onmisbare schakel is komt meestal niet in hun stadse brein op.

Toch ‘verbruikt’ iedere koe in die kleine stal zo’n 300 liter! diesel per jaar, en voordat die melk al dan niet gepasteuriseerd of in yoghurt of toetjes vorm op uw tafel verschijnt zijn daar nog tientallen liters diesel aan toegevoegd, want de industriële processen worden nou een keer niet ingestraald via een of andere ‘star trek’ overdracht uit de era van de singulariteit. Na een paar dagen vertrekken ze dan weer opgelucht na een overdosis koeien, primitiviteit en platteland, die ‘groene Amsterdammers’ in hun Volvo’s of hybride SUV’s.

Het heeft iets diep tragisch om te zien hoe die ‘groene Amsterdammers zonder olie binnen veertien dagen dood zouden zijn, toch oproepen om olie – en fossiele brandstoffen in het algemeen – onmiddellijk af te bouwen of zelfs te verbieden. De harde realiteit is echter dat elk aspect van hun moderne leven – zelfs voor mijn dorpsecolo’s die in de marge leven – afhankelijk is van olie … en niet zomaar olie. Het werkpaard achter de moderne, hi-tech westerse economieën is het ruwweg 30 procent gedeelte van een gemiddeld vat olie dat diesel heet.

Kijk eens rond in de kamer waar u dit leest. Elk voorwerp dat u ziet, werd ooit vervoerd met een vrachtwagen en een groot deel ervan ook aangekomen met een schip uit Azië. Al die vrachtwagens, schepen gebruiken diesel als brandstof. Kijk eens rond de hightech woonkamers en keukens van al die ‘ Groene Amsterdammers’, naar alles wat van of met plastic/kunststof is gemaakt, of wat geverfd is. Ook hiervoor is olie nodig.

Bijna alles wat van metaal is gemaakt of metaal als component nodig heeft, begon zijn leven in de bak van een door diesel aangedreven kraan, die het als erts in een door diesel aangedreven megatransporter laadde, die het naar een door fossiele brandstoffen aangedreven verpulveraar bracht, die op zijn beurt het vermalen erts naar een door fossiele brandstoffen (kolen of gas) aangedreven smelterij bracht. Zelfs als de elektriciteit die u gebruikt om dit bericht te lezen is opgewekt met een windturbine, bent u nog steeds niet ontsnapt aan fossiele brandstoffen.

Voor de gemiddelde turbine van twee megawatt op land is zo’n 30.000 ton beton nodig – ongeveer 60 vrachtwagenladingen. Dan is er nog het staal: “Voor een turbine van 5 megawatt bedraagt het staal alleen al gemiddeld 150 ton voor de funderingen van gewapend beton. Het staal dat in de turbinebouw wordt gebruikt, bevat doorgaans ongeveer 35 gigajoule per ton.”

Het andere probleem met windturbines is dat ze meestal op zee of zoals hier in Frankrijk in afgelegen gebieden staan, zodat het transport van de onderdelen van de fabriek naar het windmolenpark duizenden kilometers vergt. En dan zijn er nog de duizenden kilometers koperen en aluminium kabels om ze weer aan te sluiten op de stedelijke centra die de elektriciteit nodig hebben … en dat allemaal gemaakt en vervoerd met fossiele brandstoffen.

Zelfs alle steenkoolproductie van vandaag is afhankelijk van machines die op diesel werken. De tijd dat stoomkracht – in combinatie met dierlijke en menselijke arbeid – ons kon voorzien van alle kolen die we nodig hadden, eindigde in het tweede decennium van de twintigste eeuw. Kolen (en gas) die sindsdien zijn geproduceerd, zijn steeds afhankelijker geworden van een gestage aanvoer van goedkope diesel. China heeft in 2002 meer kolen verbrand dan Groot-Brittannië sinds het begin van de industriële revolutie. En als het dat niet had gedaan, zouden de importen waarvan wij afhankelijk zijn – ironisch genoeg inclusief windturbines, zonnepanelen en nucleaire componenten – gewoon niet zijn geproduceerd. Simpel gezegd, zonder olie – en vooral diesel – zijn we klaar.

Dus kunnen we en inclusief onze ‘groene Amsterdammers’ ons gelukkig prijzen dat er nog genoeg olie te winnen is… toch? Nou, toch schuilt hier wel degelijk een addertje onder het gras.

Hoewel sommige schattingen beweren dat er evenveel olie onder de grond zit als alle olie die we tot nu toe hebben verbruikt, zal het grootste deel ervan nooit het daglicht zien. Dat komt omdat alle grote, gemakkelijk te winnen olievelden ontdekt zijn en de meeste daarvan uitgeput raken. De resterende velden zijn meestal klein en liggen vaak op moeilijke plaatsen – zoals de Noordpool of het noordoosten van de Atlantische Oceaan waar de winningskosten in veel gevallen hoger zijn dan de prijs waarvoor de olie kan worden verkocht.

Nu we sinds ruim en jaar, de zomer van 2021, terecht zijn gekomen in een ‘energiecrisis’ was u getuige van de recente pieken in de olieprijs, die op een gegeven moment, wat ze de ‘psychologische’ grens van 100 dollar per vat overschreed. Daar zit feitelijk weinig ‘psychologisch’ aan. Het is een dermate hoog bedrag dat alle alarmbellen direct af gaan. De inflatie stijgt direct tot ongekende hoogtes omdat de kosten van energie nou een keer door alle kieren en gaten naar binnen komen en de ‘wereld’ al snel in een recessiemodus terecht komt, wat de economen ook beweren en aan welke ‘rente handel’ ze ook trekken.

Maar voor de meesten van ons komt het besef pas als we aan de pomp tanken of als we steeds hogere prijzen moeten betalen voor alles wat op een vrachtwagen aankomt. De meeste mensen geloven de simpelmans verklaringen van de gevestigde media dat het allemaal de schuld van Poetin is. Als dat waar zou zijn, is Poetin de moderne Doctor Who, want het zou een reis in de tijd vergen om na een oorlog die in februari 2022 uitbrak, de prijzen te laten pieken in september 2021.

Net als in bij veel energievraagstukken worden ons gouden en goedkope energie bergen beloofd, waarbij alles oplosbaar is. Dat is zeker waar het het uitfaseren van fossiele energie en met name diesel betreft een uiterst bedenkelijke zaak omdat ze ieder werkelijk inzicht vertroebelen.

Er zijn verschillende oorzaken voor de problemen die er met diesel zijn. De eerste gaat terug tot het begin van de jaren negentig, waarin de dieselmotoren in auto’s een enorme groei doormaakte omdat ze energie-efficiënter zijn dan benzineauto’s. Het probleem was dat de bestaande olieraffinage-infrastructuur de groei van de vraag naar diesel niet aankon. Herstructurering van de bestaande infrastructuur zou miljarden kosten. Het ontwikkelen van nieuwe infrastructuur zou nog duurder zijn. Bovendien met een groeiend milieuverzet wilden maar weinig politici het risico nemen om deze noodzakelijke investeringen door te zetten. De oplossing werd gevonden in het verplaatsen van het dieselprobleem naar Rusland. Wat kon er mis gaan?

Het tweede probleem is de verschillende kwaliteit van de olie zelf. Aan de ene kant van het spectrum ‘tightoil’, lichte schalieolie, aan de andere kant de teerzandolie die meer op asfalt lijkt dan op iets wat je in je auto zou willen stoppen. Verschillende raffinaderijen en afnemers in de wereld hebben hun eigen soort olie nodig, zodat zelfs netto-exporterende landen als de VS een deel van de olie die zij nodig hebben, moeten invoeren. De Amerikaanse olieraffinaderijen moeten bijvoorbeeld zwaardere olie invoeren om diesel te raffineren.

Het derde probleem is dat de wereldwijde olieproductie, zowel wat betreft de conventionele olie als de onconventionele schaliegas, teerzand en diepzee ‘zout olie’ eind 2018 een piek bereikte. Vandaag produceren we ongeveer vijf miljoen vaten per dag minder dan eind 2018.

Dat zou op zich de prijzen hebben doen stijgen, Maar door de Covid-lockdowns viel de wereldeconomie stil, werden handelslijnen verstoord en werd het gevaar van een recessie weggemasseerd door enorme steunbedragen van overheden in de EU en de VS die zich dat konden veroorloven. In plaats van het juiste prijssignaal af te geven – hogere olieprijzen – creëerden de lockdowns het tegenovergestelde; olie die zo goedkoop werd dat er zelfs kort een negatieve prijs gold.

Iedereen in de olie-industrie, van de boorplatformen tot de raffinaderijen, reageerde daarop door de productie stil te leggen en de infrastructuur op te doeken. Ondertussen verplaatsten beleggers – die anders de stijgende prijzen als een bewijs van een goede investeringsmogelijkheid zouden hebben gezien – hun geld naar elders. Het resultaat was dat toen we uiteindelijk toestemming kregen om weer verder te gaan met ons leven, er bij lange na niet genoeg olie was om rond te gaan. En zo veranderden prijsstijgingen in prijspieken en een energietekort in een energiecrisis.

Een andere probleem waarom beleggers terughoudend waren – en zijn – om geld in de olie-industrie te steken, is dat de ‘energie technocratieën’ in de VS en de EU hebben besloten dat we het beste helemaal zonder olie kunnen. De ESG-beleggingsregels maakt het voor de olie-industrie sowieso moeilijker om investeringen aan te trekken.

Maar het grotere probleem is dat het rendement van investeringen meestal op lange termijn is. Als iemand bijvoorbeeld zo dom zou zijn om de miljarden uit te trekken voor de bouw van nieuwe dieselraffinaderijen in de VS of de EU, kan het tien of twintig jaar duren voordat de vruchten daarvan worden geplukt. Maar aangezien de regeringen in de EU in hun krankzinnige ‘wijsheid’ hebben besloten dat zij over slechts acht jaar voertuigen met verbrandingsmotoren zullen verbieden en over achtentwintig jaar fossiele brandstoffen volledig zullen hebben uitgebannen kijkt iedereen wel uit met investeren.

De neoklassieke “foute” economische theorie stelt dat stijgende prijzen bij schaarste de concurrentie stimuleren. Nieuwe investeringen moeten dan automatisch de productie stimuleren en het aanbod weer in evenwicht brengen met de vraag. Wanneer dit gebeurt, zullen de prijzen weer dalen. Maar dit is niet wat er gebeurt. Er is geen interesse bij investeerders of degenen die al kapitaal in de olie-industrie hebben gestoken om nieuwe productie en nieuwe infrastructuur te ontwikkelen. Gezien de gedwongen mars naar de netto nul-utopie is het logischer om iemand anders de tekorten te laten opvangen en alleen maar te profiteren van de vruchten van de hogere prijzen zolang ze duren.

De Goldman Sachs Group waarschuwde in een nota aan klanten….”Onderinvestering in de brandstofproductiecapaciteit van het land, verergerd door sluitingen en onderbrekingen van raffinaderijen, leidt tot een tekort aan geraffineerde producten, vooral diesel, waarvan de voorraden op ‘ongekend lage niveau’s liggen,’ aldus de bank… Omdat er volgens hen een structureel tekort aan diesel en benzine is, verhoogde Goldman haar prijsverwachting voor benzine en diesel volgend jaar naar respectievelijk $4,32 en $5,34 per gallon, van $3,99 en $5,07.

Het recente besluit van de G7 om een prijsplafond op te leggen voor Russische diesel zal het probleem alleen maar verergeren. Hoewel de hogere prijzen in theorie tot een investeringsgolf zouden moeten leiden, meldt Irina Slav van OilPrice:

“Deze investeringsgolf moet echter nog werkelijkheid worden. Intussen blijft de vraag naar brandstof groot, met een tekort als gevolg. In Europa zijn er bijkomende negatieve factoren geweest, zoals de staking van Franse raffinaderijarbeiders, die het tekort erger heeft gemaakt dan het anders zou zijn geweest, en de komende geplande onderhoudsgerelateerde sluitingen van raffinaderijen. Europa koopt momenteel veel Russische diesel om het tekort aan te vullen, maar dit zal in februari moeten ophouden wanneer het embargo op Russische brandstoffen ingaat, waardoor de toch al gecompliceerde situatie met betrekking tot de levering van middendistillaten nog wordt verergerd”.

Het ‘ dieselprobleem’ staat bij de meeste mensen niet op de radar, omdat we nog steeds bekomen zijn van de torenhoge stijgingen van de gasprijzen die, omdat veel landen waaronder Nederland afhankelijk zijn van gas voor elektriciteit en meststoffen, de belangrijkste oorzaak zijn van de prijsstijgingen. Maar op langere termijn zal een groeiend tekort aan diesel veel schadelijker zijn en tot nu toe lijken de technocratie, de gevestigde media en het grote publiek niet te beseffen dat we zonder een serieuze koersverandering ten onder gaan.

Dat is de echte ironie – de Just Stop Oil actiegroep hoeft geen soep over kunstwerken te gooien of zichzelf aan snelwegportalen vast te lijmen, omdat de politici en energietechnocraten het olietijdperk al achter zich hebben gelaten. Er is een oud gezegde uit de fabels van Aesopus (ca. 260 v’C):

“Wees voorzichtig met wat je wenst, anders komt het uit!”

Gerard d’Olivat.

De activisten en politici die pleiten voor een einde aan de fossiele brandstoffen zouden er goed aan doen de werkelijke implicaties ervan aan u en mij duidelijk te maken.

Dan kunnen er tenminste keuzes gemaakt worden, die niet gebaseerd zijn op illusies. De EU is in een destructieve neergaande spiraal van olie – of liever, diesel – terechtgekomen waar we waarschijnlijk niet meer uit zullen komen. De toekomst is geen groene techno-utopie, maar eerder een nieuw donker tijdperk. Eens kijken hoe langde de  ‘groene Amsterdammers’ en bedenkers van de ‘nacht voor de nacht’ hun provinciale bedenksels nog gesubsidieerd zullen zien!

“Wees voorzichtig met wat je wenst, want anders komt het uit”…. Tenzij u natuurlijk  “back to the future” als uw ideaal ziet.

***