Bron beeld: klimaatzaakvandeeeuw.nl.

Door Lucas Bergkamp.

In de rechtszaak tussen Shell en Milieudefensie komt Clintel tussenbeide.

Lucas Bergkamp luisterde aandachtig naar het debat tijdens de zitting van het Hof Den Haag op 15 maart 2023 in de door Stichting Milieu en Mens en Clintel opgeworpen incidenten tot tussenkomst en voeging.

De zitting maakte duidelijk waarom Milieudefensie c.s. haar heil bij de rechter zoekt. Niet alleen de inhoudelijke kant, maar ook de procedurele kant van de algemeen belang-actie stelt het algemeen belang niet centraal. De burger heeft in de algemeen belang-actie echter wel iets te zoeken.

De klimaatzaak van de eeuw

De achtergrond van deze zitting is de klimaatzaak die Milieudefensie tegen Shell aanspande. Milieudefensie verkreeg een vonnis tegen Shell dat alleen zij kan afdwingen. De rechtbank Den Haag veroordeelde Shell om tegen 2030 de emissies verbonden aan de activiteiten en producten met minimaal 45% te verminderen. Dat bevel geldt langs de weg van de zogeheten scope 3-emissies voor de emissies van alle burgers die fossiele brandstoffen gebruiken.

Shell ging in hoger beroep. Stichting Milieu en Mens en Clintel dienden een verzoek in om tot de procedure toegelaten te worden om ook over het algemeen belang te kunnen meepraten. De beide organisaties worden gesteund door duizenden burgers die een procesmachtiging afgaven. Desondanks verzet Milieudefensie, dat slechts door zo’n 8.000 aanhangers in hoger beroep gesteund wordt (momenteel ongeveer evenveel als de aanhang van de beide stichtingen) en uit eigen gelederen kritiek krijgt, zich fel tegen toelating van deze organisaties. Shell maakt alleen bezwaar tegen de deelname van Clintel want de IPCC wetenschap zou niet mogen worden tegengesproken; dat Clintel dat in deze procedure niet doet, wordt genegeerd.

Paradox

Bij nadere beschouwing blijkt reeds dat de claims van Milieudefensie c.s. tegenstrijdig zijn. Eerst weet Milieudefensie de rechter te bewegen om de burger te raken door via een juridische fictie ook de scope 3-emissies binnen het bevel te trekken, maar wanneer die burger zich vervolgens roert, dan wil Milieudefensie de burger monddood maken.

Deze tegenstrijdigheid toont reeds aan dat de klimaatbeweging in deze zaak boter op het hoofd heeft. Het gaat niet om de burger, maar om de agenda van een kleine extremistische groep die tot nu toe gehoor heeft gevonden bij de rechterlijke macht. Terwijl Milieudefensie steeds hoog van de toren blaast over haar rechtszaken, rept zij begrijpelijkerwijs met geen woord over de wijze waarop zij nu de burgerij buiten spel tracht te zetten.

Verplichte nummers

De meeste tijd van de zitting werd opgebruikt met monologen van de advocaten van de betrokken partijen, die allen hun vooraf opgestelde pleitnota’s voorlazen. Het is een raadsel waarom die stukken, tezamen met de vragen van de rechters, niet gewoon een week voor de zitting kunnen worden verspreid, zodat je meteen met het debat kunt beginnen.

In aansluiting op deze voordrachten reageerden de advocaten van de partijen nog kort op elkaars pleidooien. De procedure verliep dus volgens het gebruikelijke patroon. Na deze verplichte nummers stelden de rechters vragen aan de partijen. Daarop kom ik hieronder terug.

Denormaliseren en deligitimeren

De centrale strategie van de klimaatbeweging is al lange tijd simpel: het denormaliseren van debat over klimaatverandering en het delegitimeren van andersdenkenden. Milieudefensie volgt die strategie in deze zaak ook. Na een uiteenzetting over de aankomende zondvloed, kwam het hoge woord er al snel uit: ‘Voor uw Hof staan vandaag twee stichtingen die de ernst en urgentie van het klimaatprobleem ondanks dit alles toch blijven ontkennen.’

Met deze stelling probeerde Milieudefensie de procedure in haar eigen frame te plaatsen. Maar de stelling klopt niet – de stichtingen ontkennen vooral dat Milieudefensie over het algemeen belang als enige iets zou mogen zeggen en ook de belangen van de stichtingen en hun volmachtgevers vertegenwoordigt.

Om het frame te vervolledigen stelde Milieudefensie dat Clintel ‘al binnen een jaar na oprichting omschreven werd als hét internationale platform voor klimaatontkenners’. Geen rechter die vroeg wat die term betekent. Kennelijk verstaan ze elkaar. Over Milieu en Mens, dat de gevaarlijke klimaatverandering erkent, kon Milieudefensie dat niet zeggen, maar die stichting werd dan weer verweten met Clintel onder een hoedje te spelen.

Wetenschap en politiek op een hoop

Milieudefensie blijft verwarring zaaien over de relatie tussen wetenschap en politiek. Politieke oordelen worden door haar vermengd met wetenschappelijke feiten en rechtsregels om argumenten een juridische kracht te geven die ze niet hebben. Van de stand van de wetenschap en de beste beschikbare wetenschap tot en met de IPCC-rapporten, de ‘Code Rood’ van de VN Secretaris-Generaal en het Parijs klimaatakkoord – alles is volgens Milieudefensie een bevestiging van de ‘gevaarlijke klimaatverandering’.

Selectief shoppen in de IPCC-rapporten

Volgens Milieudefensie moeten de IPCC-bevindingen in een juridische procedure tot uitgangspunt worden genomen. ‘Een procespartij kan immers niet selectief winkelen in een of enkele van die 48.000 publicaties zonder acht te slaan op alle tienduizenden andere publicaties die het IPCC in acht heeft genomen bij het duiden van de beste stand van de klimaatwetenschap’, stelde zij.

Selectief shoppen is precies wat Milieudefensie zelf wordt verweten. En dan ook nog bij voorkeur uit de ‘Summary for Policy Makers’ (SPM), die door zorgvuldig gekozen vertegenwoordigers van de aangesloten landen regel voor regel wordt onderhandeld, niet uit de wetenschappelijke rapporten die een veel genuanceerder beeld geven en zich meer beperken tot wetenschap in plaats van beleidsbeïnvloeding.

Bovendien is het argument van Milieudefensie irrelevant: het gaat in hoofdzaak vooral om de vraag wat de wetenschappelijke basis is voor de magische ‘universele gevarengrens’ van 1,5 graden die Milieudefensie iedereen wil opleggen. Juist het IPCC heeft erop gewezen dat niet klimaatverandering, maar andere factoren, zoals bevolkingsgroei en innovatie, veel belangrijker zijn voor de toekomst van een land.

Wetenschap ter vrije bepaling

Aan ‘de stand van de wetenschap’ die het IPCC heeft vastgesteld mag niet getwijfeld worden, stelt Milieudefensie. Op de vraag welke van de vele tienduizenden pagina’s IPCC-rapporten die een veelheid aan aspecten van klimaatverandering bespreken, dan ‘de stand van de wetenschap’ zijn, komt geen antwoord. Is het werkelijk zo dat in een algemeen belang-actie ‘de wetenschap’ die twee partijen met eigen belangen overeenkomen het algemeen belang bepaalt?

Clintel stelt dat dit niet, zoals de wet het zegt, ‘ter vrije bepaling’ aan de partijen staat, want er vloeien ernstige gevolgen voort uit de tussen de beide partijen overeengekomen wetenschap voor de belangen en rechten van derden. Aangezien Clintel het ideële doel van op wetenschap gebaseerd beleid nastreeft, is deze stellingname al voldoende om aan het vereiste van belang te voldoen, maar de rechters deden alsof ze dat niet begrepen hadden.

Wat is een algemeen belang-actie eigenlijk?

In de loop van de zitting werd voor de oplettende toehoorder duidelijk hoe de algemeen belang-actie door degenen die het spel vaak gespeeld hebben, gemanipuleerd kan worden. Dat is een gevolg van een gebrekkige wettelijke regeling die de rechterlijke macht heeft gebruikt om zichzelf min of meer onbeperkte discretie te geven.

De algemeen belang-actie is ingericht op basis van twee conflicterende visies of modellen. Het eerste model ziet de algemeen belang-actie als een bijzondere vorm van een private procedure die aan extra eisen moet voldoen, omdat het algemeen belang in het geding is. Het tweede model beschouwt deze actie als een gewone private actie onderworpen aan de regels van het burgerlijk recht. De wettelijke regeling is een slecht gedefinieerde mengeling van de beide modellen.

Bijzondere actie

In het eerste model dient een organisatie aan bijzondere voorwaarden te voldoen om te verzekeren dat zij het algemeen belang naar behoren kan vertegenwoordigen. Een voorbeeld: een stichting ter bescherming van de privacy stelt een procedure in tegen een bedrijf dat persoonsgegevens verkoopt. Een andere soortgelijke organisatie kan in de procedure meedoen om bijvoorbeeld tevens kinderen tegen de privacy-inbreuken door het bedrijf te beschermen, maar niet om te klagen over het feit dat het bedrijf ook misleidende reclame maakt.

In het tweede model staat het private karakter van een geschil tussen twee partijen centraal. Bijvoorbeeld: een vereniging heeft een geschil met een andere partij over de vraag wie eigenaar is van een stuk land. In zo’n procedure kan een derde die beweert de werkelijke eigenaar te zijn van het stuk land tussenkomen, maar niet een stichting die in het algemeen tegen private eigendom is.

Willekeur

Van de ambivalentie van het wettelijk regime maakt Milieudefensie handig gebruik. Waar het haar het beste uitkwam, greep ze naar het private model, maar als het publieke model het gewenste resultaat ondersteunde, dan werd dat ingeroepen. Steeds ten voordele van haarzelf en ten nadele van de beide stichtingen die ook iets over het algemeen belang willen zeggen.

Zo drong zich steeds meer het beeld op van een procedure die onder de controle staat van Milieudefensie die als een vis in het water de rechters perfect weet te bespelen. Voor de onwetende toehoorder klonk het mogelijk bijna logisch dat het hier om een algemeen belang-actie voor het bestrijden van gevaarlijke klimaatverandering gaat waarmee anderen zich niet mogen bemoeien. De halfslachtige houding van Shell versterkte dat effect — dit geschil kan immers niet worden gereduceerd tot een technische civielrechtelijke vraag.

De willekeur die het betoog van Milieudefensie kenmerkte, klonk door in de vragen van de rechters. Alleen Milieu en Mens en Clintel  kregen vragen. Met name Clintel werd het vuur aan de schenen gelegd. Aan Milieudefensie werd geen enkele vraag gesteld; zelfs beledigende en misleidende stellingen bleven onbevraagd. Het debat kwam aan enige kritische beschouwing van de wijze waarop Milieudefensie het algemeen belang monopoliseert, niet toe.

Rechterlijke verwarring

De vragen die de beide stichtingen van de rechters kregen, waren gebaseerd op het private model van de algemeen belang-actie. Waarom de rechters die invalshoek gekozen hadden bleef onduidelijk. Naar zeggen van de voorzitster ging het om vragen die bedoeld waren ‘om helder te krijgen’ wat het belang van Clintel en Milieu en Mens eigenlijk is; alsof dat in het publieke model niet evident is – stichtingen die een ideëel doel nastreven hebben er belang bij indien hun ideële doel wordt gefrustreerd. De advocaat van Milieu en Mens reageerde verbijsterd en vroeg zich af of hij het niet goed had uitgelegd. Ook de advocaat van Clintel was verrast.

Hoger beroep en vordering

De vragen van de rechters over de vorderingen die Clintel wil instellen deden evenmin recht aan het karakter van de algemeen belang-actie in hoger beroep. Formeel dient een partij een vordering in te stellen, maar het draait in deze zaak ten gronde niet om een vordering tegen enige partij, maar om een vonnis van een rechtbank dat vennootschappelijk klimaatbeleid oplegt.

Net als Shell, maar om andere redenen, willen de beide stichtingen dat dit vonnis in het algemeen belang wordt vernietigd, althans aangepast, en vorderingen tegen individuele partijen zijn daaraan secundair. Net als Shell gaat het de beide partijen niet om Milieudefensie als zodanig, maar uitsluitend om Milieudefensie als exclusieve behartiger van het algemeen belang.

De vragen van het Hof suggereerden dat de zaak een gewoon hoger beroep betreft in een gewoon privaatrechtelijk geschil waarin twee andere partijen zich om onduidelijke redenen willen mengen. Het tegendeel is het geval, zoals hierboven uitgelegd. Afgezien daarvan, had het Hof de kritische beschouwingen niet uitsluitend op de beide stichtingen gericht en haar vragen op voorhand aan de partijen medegedeeld, dan had zij daarmee de procedurele gelijkheid van de partijen bevorderd.

Vertegenwoordigt Milieudefensie alle belangen ter zake van klimaat?

Meer dan eens heeft Milieudefensie gesteld dat zij en zij alleen alle belangen in verband met klimaat vertegenwoordigt en dat er dus geen behoefte is aan andere belangenbehartigers. Dat Milieudefensie de belangen waarvoor Clintel en Milieu en Mens opkomen behartigt, zou moeten blijken uit verwijzingen in de stukken in eerste aanleg naar onderwerpen als energie-zekerheid.

Maar juist die energie-zekerheid werd in het vonnis van de rechtbank vervolgens echter verkwanseld, althans ondergeschikt gemaakt aan Milieudefensie’s obsessie met emissiereductie. Dat de duizenden burgers die Clintel en Milieu en Mens hebben gemachtigd Milieudefensie’s aanbod hebben verworpen, is klaarblijkelijk evenmin van enige betekenis.

Effectief en ineffectief

De partijen probeerden aan te tonen dat de argumentatie van de beide stichtingen inconsistent is – waarom zou je tegen een ineffectief vonnis willen opkomen, zo’n vonnis doet toch niks? Nog maar eens hebben zij uitgelegd dat het vonnis ineffectief is om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan (doordat het gebruik van fossiele brandstoffen in de rest van de wereld stijgt), maar effectief de belangen en rechten van burgers schaadt (doordat hier schaarste zal optreden).

Ander geluid is geen belang? 

Vreemd genoeg werd de tussenkomst of voeging van de beide stichtingen ook bestreden met het argument dat het laten horen van een ander geluid geen ‘rechtens te respecteren belang’ zou zijn. In een algemeen belang-actie, zo zou je denken, is het voor een rechter van cruciaal belang om verschillende, juridisch relevante visies op het algemeen belang te horen van stichtingen die realisatie van hun ideële doel in zo’n actie nastreven.

Het laten horen van dat andere geluid is uiteraard gericht op het hard maken van een concrete rechtsvordering die de belangen van de stichtingen dient. Het tegenargument komt neer op de paradoxale stelling dat je geen juridische procedure mag beginnen tenzij je zeker wint. Dat geldt misschien voor Milieudefensie, maar aan die maatstaf kunnen gewone stervelingen niet voldoen.

De verwrongen constructie van de privaatrechtelijke algemeen belang-actie

De zitting op 15 maart toonde nog maar weer eens aan waarom de algemeen belang-actie in het Nederlands recht dringend aan herziening toe is. Het is een discretionaire procedure die is gekaapt door de progressieve beweging om de democratie onder curatele te stellen en via trucs als ‘soft law’ en juridische geitenpaadjes beleid af te dwingen. Dat zij zo vaak gehoor vindt bij de rechterlijke macht blijft verbazing oproepen.

Het probleem is echter niet dat de arrogantie van Milieudefensie alleen overtroffen wordt door haar afkeer van inspraak en democratie. Het probleem is dat het systeem toestaat dat Milieudefensie, en zij alleen, alle relevante wetenschap en alle belangen ter zake van klimaat vertegenwoordigt. Dat probleem stelt de motie-Stoffer aan de orde.

Hoe gaat het nu verder?

De algemeen belang-actie is van den beginne gemonopoliseerd door de progressieve beweging. Daarbij is de stem van de burger weggedrukt. De zitting op 15 maart liet zien dat ook de civielrechtelijke procedure die in de algemeen belang-actie wordt gevolgd, niet in het algemeen belang is. Door de framing van de beide stichtingen en de arbitraire keuze voor de invalshoek van het private model kon hun evidente belang bij de vernietiging van het vonnis in twijfel worden getrokken.

Is de vogel dood of levend?

De zitting op 15 maart en de vragen van het Hof riepen de parabel in herinnering van de jongen die de oude wijze man te slim af wilde zijn. Hij nam een vogeltje in zijn handen en hield het de oude man voor met de vraag ‘is de vogel dood of levend?’ Indien de man zou zeggen ‘dood’, was hij van plan zijn handen te openen en de vogel te laten vliegen. Indien de oude man zou zeggen ‘levend’, zou hij het vogeltje dooddrukken en dan zijn handen openen.

De oude wijze man doorzag de truc en antwoordde: ‘mijn jongen, het vogeltje is in jouw handen’. Inderdaad, of de beide stichtingen levend zijn en mogen meedoen is geen functie van het recht, maar een functie van een rechterlijke beslissing.

De aard van het algemeen belang

Het is tijd dat de algemeen belang-actie niet langer als een instrument exclusief voor buitenparlementaire progressieve politiek functioneert, maar echt een volwassen algemeen belang-actie wordt. De rechterlijke macht dient dit karakter te erkennen en de rechtsregels in lijn daarmee toe te passen.

Lucas Bergkamp.

Ondanks alle juridische retoriek en haarkloverij willen rechters niet gezien worden als partijdig. Het vertrouwen in de democratische rechtsstaat begint immers daar. En rechters weten als geen ander dat je je integriteit slechts een keer kan verliezen.

De vogel is in de handen van het Hof.

Op 9 mei doet de rechter uitspraak over de tussenkomst van de Stichting Milieu en Mens en Clintel in deze zaak.

***

Over de auteur

Lucas Bergkamp is arts en milieujurist te Brussel. Hij heeft pro bono twee stichtingen geadviseerd in verband met tussenkomst in Shell vs. Milieudefensie.

***

Bron Wynia’s Week hier.

***