Robbert Dijkgraaf. Foto: Shutterstock.

Open brief aan minister Dijkgraaf.

Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap organiseert bijeenkomsten om de burger te betrekken bij de toekomst van het Nederlandse onderzoek en onderwijs. Professor Guus Berkhout is hierover verbaasd omdat er veel fundamentele problemen in het onderwijs en onderzoek bestaan. Met name op het gebied van klimaatverandering en energietransitie. Die zou de minister eerst eens moeten aanpakken alvorens met de burger in overleg te gaan, schrijft hij in een open brief aan Dijkgraaf.

Geachte minister Dijkgraaf,

Onderzoeks- en onderwijsinstellingen dienen de maatschappij door nieuwe wetenschappelijke kennis te bevorderen, te creëren, door te geven en te gebruiken. In onze moderne tijd zijn deze instellingen een bron van grote maatschappelijke betekenis geworden.

Het is daarom interessant te vernemen dat u in maart een aantal bijeenkomsten organiseert om de burger te betrekken bij de toekomst van het Nederlandse onderzoek en onderwijs, met name op het gebied van de klimaatverandering en de energietransitie.

Toch heb ik met grote verbazing kennisgenomen van uw initiatief voor discussiebijeenkomsten over de toekomst van onderwijs en wetenschap. Immers, ons onderwijs en ons onderzoek – met name op het gebied van klimaat en energie – hebben te maken met een aantal fundamentele tekortkomingen. Zo zouden onderwijs en onderzoek niet beïnvloed mogen worden door politieke ideologieën.

De geschiedenis laat zien dat door politieke inmenging de kwaliteit van onderwijs en onderzoek snel bergafwaarts gaat. En dat is precies wat we nu zien gebeuren. Zou u niet eerst samen met kritische professionals uit de praktijk (‘de werkvloer’) die fundamentele tekortkomingen moeten herstellen, voordat u zich tot de burger richt?

Grondbeginselen onderwijs

Laat ik beginnen met twee samenhangende grondbeginselen, die in het huidige onderwijs niet meer zijn terug te vinden.

  1. Onderwijs moet zich bezighouden met het ontwikkelen van talenten. Dit betekent dat jongeren van begin af aan moeten worden uitgedaagd om kritisch te leren denken en creatief te leren handelen.
  2. Uitdaging 1 is alleen haalbaar als onderwijsinstellingen de vrijheid krijgen om te mogen selecteren op aanleg en karakter. Gebeurt dat niet, dan wordt het niveau bepaald door de zwakkere leerlingen. Het is onzinnig te beweren dat selectie in het onderwijs discriminatie zou inhouden (Grondwet, artikel 1).

In het bestaande onderwijs zijn beide grondbeginselen in de knel gekomen. Met de toenemende invloed van de woke- en inclusie-ideologie wordt dat steeds erger. Het gevolg is dat jongeren niet geleerd wordt hoe te denken, maar wat te denken. Daardoor worden onderwijsinstellingen steeds meer indoctrinatie-instellingen, waarin tegengeluiden niet welkom zijn.

Vervolgens worden onderwijsinstellingen ook nog eens geteisterd door een woud aan bureaucratische regels, bedacht door uw ministerie. Leraren zijn meer bezig met vergaderen en administreren, dan met het kennis bijbrengen. Arme leraren, arme leerlingen.

Niet voor niets zien we dat het ziekteverzuim in het onderwijs hoog is (6,1%) en veel leraren ermee stoppen; het tekort (9,5%) neemt almaar toe.

Minister Dijkgraaf, dit zijn toch zaken die u allang had moeten oppakken? Dat hoeft u toch niet aan de burger te vragen?

​​​​​Grondbeginselen wetenschappelijk onderzoek

Laten we vervolgens naar vijf grondbeginselen van het wetenschappelijk onderzoek kijken. Ook die komen in de huidige onderzoeksinstellingen steeds meer onder druk te staan:

  1. Goed wetenschappelijk onderzoek is open minded en wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan gezichtspunten, zonder dogma’s en zonder vooroordelen.
  2. Zonder dwarsdenkers is wetenschappelijke vooruitgang niet mogelijk.
  3. Doorbraken in de wetenschap worden geïnitieerd door het beschikbaar komen van betere meetsystemen.
  4. Wat (klimaat)modellen ons vertellen, hangt volledig af van wat de modellenmakers erin hebben gestopt
  5. Als (klimaat)modellen niet overeenkomen met de werkelijkheid, dan moeten die modellen niet gebruikt worden voor het maken van beleid.

Vragen

Minister Dijkgraaf, met alle respect, het is toch gênant om te moeten concluderen dat de reguliere klimaat- en energiewetenschappen in ons land aan geen van de vijf grondbeginselen voldoen?

Het huidige consensus-onderzoek in deze belangrijke wetenschapsgebieden moge voor de deelnemende onderzoeksinstellingen financieel aantrekkelijk zijn, maar het is de wetenschap onwaardig.

U zou moeten weten dat het met de wetenschappelijke carrière van dwarsdenkers – wetenschappers die de heersende (klimaat)consensus in twijfel trekken – slecht afloopt. Zou u dat niet eerst in orde maken voordat u naar de burger stapt?

Realiseert u zich wel dat u met uw warme pleidooi voor opwarmingsmodellen de bevolking panische klimaatangst heeft aangejaagd? Met name onze kinderen krijgen in de klas te horen dat we afstevenen op een klimaatcatastrofe.
De depressiviteit onder de jeugd is nog nooit zo groot geweest (praat eens met de GGZ). Dat zou u zich moeten aantrekken.

Praten

Tot slot, is het voortbouwen op een gemankeerd onderwijs- en onderzoekssysteem wel zo verstandig? Moet het oplossen van de huidige fundamentele tekortkomingen niet eerst gebeuren voordat u met de burger gaat beraadslagen?

Zou u niet eerst met de werkvloer moeten praten, bijvoorbeeld met de (zieke) onderwijzers die gek worden van uw verstikkende bureaucratie?

Guus Berkhout.

Zou u ook niet eerst met de vele hoogleraren moeten praten, die niet meer openlijk mogen zeggen hoe ze over de toenemende woke-gekte denken en wat ze van het politiek gedreven klimaat- en energieonderzoek vinden?

Uw reactie tegemoetziend,

Guus Berkhout

Emeritus hoogleraar Geofysica
Lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)
President Climate Intelligence Foundation (Clintel)

***

Bron OpinieZ hier.

***