Sagrada Familia, Barcelona.

Door Malpaso.

De kathedraal van Sens is 78 meter hoog, die van Straatsburg 142 m., de Dom in Keulen is 157 meter. Iedere religie heeft bouwwerken als haar symbolen, Christenen hebben kerken en kathedralen die steeds groter werden.

Nu hebben we de windturbines. Waren die rond 1980 nog 15 meter hoog, nu zijn ze 150 meter en ze wórden zo hoog als de Eiffeltoren: 300 m. Wij zijn er getuige van dat windturbines de nieuwe symbolen worden; de kathedralen van de klimaatreligie die het landschap gaan beheersen in plaats van kerktorens. De afwijzing van religie heeft blijkbaar een vacuüm gecreëerd dat wordt opgevuld, klimaat is nu dé religie voor stedelijke atheïsten. Zij hebben een nieuw soort religie gecreëerd, met alle kenmerken die je in elke religie zou herkennen.

Ze geloven in hun Eden: de ‘gave wereld’ toen de mensheid nog in berenvellen rondliep. Ze geloven in hun ‘erfzonde’: de wereld sinds de industriële revolutie. En door die ‘erfzonde’ geloven zij in hun ‘Apocalyps’, zij geloven dat het einde der tijden nabij is door klimaatopwarming….

Zij geloven dat de enige manier om ons hiervan te redden het afzien is van onze zondige fossiele energie en ons te wenden tot de klimaatgod. Dit is geloof, dit is eco-theologie, en dit is aan het versmelten met de Westerse politiek in een religie tot een ‘Staatskerk’ met de zwartste dogmatische kenmerken van de middeleeuwen.

In de 2e helft van de middeleeuwen ontstonden in Frankrijk en later in heel Europa grote kerken en kathedralen, gebouwd als verzoening, compensatie en boetedoening voor de ‘zonden’ van de mens en als eerbetoon aan God. Net zoals die torenspitsen eeuwen boven het landschap uitstaken, beginnen windturbines dat nu te doen. In Duitsland worden nú al steeds meer natuurlandschappen gedomineerd door windparken.

Niet in de natuurlijke habitat van de klimaat-gelovigen, nee alleen in landelijk gebied, in bos- en natuurgebieden zijn nú al wouden van witte stalen skeletten te zien, rijen dik, wel prettig voor de stads-‘groenen’ die eigenlijk bang zijn voor échte wilde natuur. Kwamen de kerken en grote kathedralen er nog in ‘de naam van God’, klimaatkathedralen komen er ‘voor het klimaat’, om natuur te beschermen, ‘vergroening’.

Maar erg ‘natuur’ of ‘groen’ zijn ze niet, dat weten álle mensen die op het platteland wonen en leven, iedere dag. Vrije, open en nog niet door de mens bebouwde gebieden worden erdoor geïndustrialiseerd en voor we het weten staat in landelijke gebieden alles vol met door de mens gemaakte bouwwerken hoger dan de grootste kathedralen.

Maar kerken en kathedralen zijn niet de enige middeleeuwse overeenkomst met deze klimaatreligie, het zijn alleen de zichtbare symbolen ervan, religieuze symbolen die ook zij willen hebben. Ongeveer in dezelfde tijd dat men in de middeleeuwen de kathedralen ging bouwen, kwam ook de aflaten handel op. Men kon voor mooie geldbedragen aflaten kopen, waardoor men minder tijd in het voorportaal van de Hel hoefde door te brengen.

Handel in gebakken lucht, maar gewéldig om het eigen geweten te sussen. Daarna kon men namelijk wéér met een gerust geweten allerlei ketterijtjes uithalen, want men kon weer een nieuwe aflaat kopen. Mensen die hier niet in geloofden, waren ketters en werden geëxcommuniceerd, uit de kerk gezet, of kregen een brandmerk, wat allemaal betekende dat men een randfiguur werd. En wat hebben de kathedralenbouwers van onze tijd bedacht: CO2 rechten, hoeveel CO2 men mag uitstoten. En die zijn, net als die middeleeuwse aflaten, verhandelbaar.

Zo kunnen klimaatkettertjes weer even vooruit… en hebben hun geweten afgekocht, net als de kleine kettertjes in de middeleeuwen. De échte ongelovigen, ketters, worden als ‘ontkenners’, ‘complotdenkers’ en erger gebrandmerkt, op internet, op social media, op hun werk, op school, steeds iets erger, tot de tijd dat er boetes volgen om berouw te tonen. Of de kerker, want ja, dat deed het vorige geloof ook ooit, alleen heet het dan nu penitentiaire instelling, een instelling om ‘penitentie’ – boete – te doen.

Sciencefictionschrijver Michael Crichton voorspelde al in 2003 hoe dit zich steeds meer tot een échte religie ging ontwikkelen die alle oude religieuze overtuigingen zou ‘herkaderen’:

“Er was Eden, het paradijs, een staat van genade en eenheid met de natuur, er was een val van genade in een staat van vervuiling door het eten van de boom van kennis, en als gevolg van ons handelen komt de dag des oordeels voor ons allen. We zijn allen energiezondaars, gedoemd om te sterven, tenzij we verlossing zoeken die duurzaamheid heet. Duurzaamheid is de genade en de redding in de kerk van het milieu. Net zoals biologisch voedsel de communie is, de hostie van genade die de juiste mensen met de juiste overtuigingen in zich opnemen.”

En als u nu denkt, ja dat waren de overeenkomsten dan wel. Nee hoor, dat was het nog niet. Wat denkt u van vasten? Ook ingevoerd in de middeleeuwen. Het onthouden van het eten en drinken van vlees, wijn en andere genotmiddelen ter ere van God. Waar begon de linkse materie-aanbidding alweer mee? Het stoppen met roken, want dat is ‘zondig’ in een cultuur van lichaam aanbidding. En ook maar meteen alcoholische dranken, erg middeleeuws.

En wat te denken van onthouding van wereldse zaken, niet een bepaalde periode, maar altijd, dán was je pas een écht fanatieke gelovige. Sober leven, geen persoonlijke luxe, spaarzaamheid, afzien, zich geen pleziertjes gunnen, want al dat was zondig. De klimaatgelovigen van nu willen ook dat wij moeten ‘minderen’, van dingen moeten afzien, in de kou zitten en te voet zullen gaan over een aantal jaren. Je moet iets over hebben voor je (klimaat) god en in de middeleeuwen had toch ook alleen de adel een koets? En die kochten juist de meeste aflaten voor hun níet afzien van dat alles. We moeten comfort en pleziertjes inleveren om genade te krijgen voor onze klimaatzonden en de boze (klimaat)god te sussen.

En daarmee sussen ze hun eigen kromme geweten, zover ze dat nog hebben. Mensen kunnen ook trainingen en bijeenkomsten volgen over klimaat, mét voorgangers, de klimaatcoaches, ze komen allen bijeen in de politiek, in acties, groeperingen en demonstraties. Hoe was het alweer? “Waar twee of drie bijeenkomen in Mijn Naam…”. De voorbeelden zijn echt eindeloos, iedereen kan nog wel veel meer voorbeelden zien hoe klimaatgelovigen de zaak ‘herkaderen’ en imiteren.

Het valt érg op dat de meeste en de meest fanatieke klimaatgelovigen wonen in díe landen die ooit het meest verstikkend gelovig waren en nu het meest van hun geloof zijn áfgevallen: Duitsland is de topper, heel West- en Noord-Europa, de alsmaar groeiende verstedelijkte regio’s van Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en de VS zijn nu in de ban van… Had men na de jaren ’60 nog een periode New Age-achtige bewegingen als stadsreligie waarmee men het gat probeerde te vullen, dat is intussen wel helemaal geconsumeerd, te licht bevonden en bij het vuilnis geworpen.

Een religie waarbij men kan handelen, kan bouwen en iets laten zien, dát is pas goed voor het geweten, dáárdoor heeft men pas de slaap der ‘rechtvaardigen’! En érg handig daarbij voor alle klimaataanbidders is dat ze eerst het Christendom hadden, daardoor hoeven ze niet zélf weer alles te gaan bedenken, ze kunnen hún rituelen fijn ‘herkaderen’. Intussen zien ze hun (klimaat)god achter iedere storm, overstroming of droogte, zelfs een week eerder of later lente of herfst, in alles zit voor hen een diepere, bijna voorchristelijke semi-mystieke betekenis; alleen het aanbidden van ‘heilige bomen’ ontbreekt nog. Dat alles kan alleen gestopt kan worden als we ellendiger gaan leven, gaan afzien en permanént gaan vasten, want de mens is een zondige dader, schuld en boete zijn nodig voor onze genade!

Wanneer we teruggaan naar de tijd een stuk vóór onze jaartelling, dan zien we dat zo’n materiële aanbiddingscultus kan veranderen van liefde voor dat wat aanbeden wordt in haat, haat en minachting voor ieder menselijk leven. Er bestaan nu al richtingen binnen de klimaatreligie die de mens weg willen hebben.

Nu is er nog een soort van moraliteit door de ‘oude’ religie. Dat zal snel verdwijnen, dan zal de Westerse wereld zijn als voor die tijd. En die tijden zijn érg goed beschreven. In voorchristelijke tijden offerde men een stier – of zelfs een mens. Dit offeren vond alléén plaats in culturen die een natuurreligie hadden, ze offerden óók voor het goede weer – of klimaat – voor hun akkers en velden.

Goed beschreven door de oude Grieken en Romeinen is de Moloch-cultus in het hele oostelijk deel van de Middellandse Zee. Op een brandend stenen beeld van deze afgod met vooruitgestoken handen werden jonge kinderen en zelfs baby’s geofferd.

Uit heel Europa en Amerika zijn ongeveer gelijksoortige praktijken van mensenoffers bekend. Het zou me niet verbazen als de klimaatreligie dát ook ooit gaat ‘herkaderen’ en mensenlevens gaat offeren. Zoals in die tijden zal het wel niet worden. Maar ‘om het klimaat’ te redden zal hun geloof wel een bij onze tijd aangepaste manier verzinnen.

***

Bron: E.J. Bron hier.

***