Climategate.nl staat deze week in het teken van klimaatonderzoeker Rob de Vos door elke dag een artikel van hem te plaatsen. Op zijn website Klimaatgek.nl onderzoekt de Vos de klimaatfabels en presenteert zeer regelmatig eigen, diepgravend onderzoek wat soms leidt tot peer-reviewed artikelen. Hij geldt als een luis in de pels van het klimaatdebat. Het is belangrijk dat er aandacht is voor zijn werk en u kunt hem steunen. Zie hier.
Geschat wordt dat de zeespiegelstijging gedurende de 20e eeuw gemiddeld ongeveer 1,5 mm/jaar bedroeg. Dat is op basis van getijdenmetingen (boeimetingen) geschat. De geofysische effecten die bijdroegen (schattingen) aan de zeespiegelstijging in de 20e eeuw zijn: uitzetting ( 0,4 mm/jaar), gletsjers ( 0,51 mm/jaar), landijs (0,45 mm/jaar), grondwater (0,12 mm/jaar) en antropogene effecten ( 0,05 mm/jaar). Bron: Chung-Yen Kuo (2006). Tegelijk wordt door satellietmetingen vanaf eind 1992 een gemiddelde zeespiegelstijging van 1992 t/m 2020 van 3,3 mm/jaar (University of Colorado).
Er lijkt dus sprake te zijn van een flinke versnelling in de zeespiegelstijging. Het IPCC gaat in haar laatste rapport AR6 uit van een grote versnelling in de zeespiegelstijging op basis van de satellietdata, en het KNMI deed er in het rapport Klimaatsignaal’21 nog een flinke schep bovenop. De projecties van de zeespiegelontwikkeling in de nabije toekomst zijn onheilspellend, maar zijn -ter geruststelling- allemaal uitkomsten van modellen. Maar hoe zit het met de metingen, rechtvaardigen die de apocalyptische projecties van de zeespiegelstijging van IPCC en KNMI? Ik ga op zoek. Dit is deel 1, over de getijdenmetingen.
Getijdenmetingen in Nederland
Fig.1 Bron: sealevel.info
Voor de Nederlandse kust wordt geen versnelling van de zeespiegelstijging waargenomen, zoals bovenstaande grafieken tonen. De grafieken betreffen de gemiddelde maandelijkse zeespiegelhoogte van de 6 Nederlandse hoofdmeetstations van januari 1901 t/m december 2020. De lineaire trendlijn (‘lineair fit’) is de rode lijn, de versnellingslijn (‘quadratic fit’) is de oranje lijn. Als die laatste gekromd is betekent dit dat er sprake is van een versnelling of vertraging in het signaal. Zo is er bijvoorbeeld in de reeks van Delfzijl een hele lichte versnelling waarneembaar (de oranje lijn ligt links en rechts een beetje boven de rode lijn). In de reeks van IJmuiden is er daarentegen sprake van een hele lichte vertraging. Zo is de versnelling in Delfzijl 0,01426 mm/yr² terwijl de lineaire trend 2,041 mm/yr. Die versnelling is verwaarloosbaar klein. Als dat het geval is ligt de oranje lijn zeer dicht bij de rode lijn.
De gemiddelde trend van die 6 stations is 19,3 cm/eeuw. Dat is de relatieve zeespiegelstijging aan onze kust, dus de stijging van de zeespiegel ten opzichte van het land. Hou je rekening met de gemiddelde bodemdaling langs de Nederlandse kust van 3 cm per eeuw (Zeespiegelmonitor 2018) dan is de gemiddelde zeespiegelstijging langs onze kust al langer dan een eeuw iets meer dan 1,6 mm/jaar (16 cm/eeuw). Er is langs de Nederlandse kust niets te zien van een versnelling in de zeespiegelstijging, zoals ik ook al had laten zien in het bericht van 25 oktober j.l.
Het KNMI weet dat ook en verklaarde dat uitblijven van die versnelling als volgt:
“Het verschil tussen waarneming en projectie voor 2020 is goed te verklaren door verschillen in weer, oceaanstromingen, regionale opwarming en zoutgehalte van de oceaan.”
Als dat zo is en het uitblijven van een versnelling is het gevolg van een unieke samenloop van omstandigheden dan ben ik benieuwd naar de grafieken van langjarige metingen elders op aarde.
Getijdenmetingen in de rest van de wereld
Fig.2 Bron: NOAA
In figuur 2 is een getijdenstation getekend. De boei meet de waterhoogte ten opzichte van het land ter plekke. Het zou mooi zijn als dat land geen verticale bewegingen zou kennen, maar dat is helaas niet waar.
In de tekening is een GPS meter getekend, waarmee de verticale bodembewegingen gemeten kunnen worden. Een aantal van de meerboeien heeft al een dergelijk instrument, maar de meeste nog niet. Momenteel is voor steeds meer meetlocaties de verticale beweging van het land bekend, zodat de absolute zeespiegelstijging berekend kan worden. Voor het constateren van versnellingen is dat niet van belang.
Fig. 3 Data: sealevel.info
Vrijwel overal op aarde is de aardkorst in beweging. Zo zijn grote gebieden die tijdens het laatste glaciaal bedekt waren met landijs zoals Scandinavië en Oost Canada en waarvan het ijs vanaf het einde van die ijstijd afgesmolten is, door die drukontlasting een flink eind omhoog bewogen, en die beweging is er nog steeds. Dat heet GIA, glacial isostatic adjustment.
Figuur 3 laat de grafiek van Stockholm zien. De trend is dalend, terwijl de gemiddelde trend voor de gehele aarde stijgend is. Dat de zeespiegel bij Stockholm dalend is (ten opzichte van het land!) komt dus door het opveren van de aardkorst ter plekken, GIA. Als ik dat op de achterkant van een sigarendoosje (bestaan die nog?) uitreken betekent dit dat de ondergrond nabij Stockholm de afgelopen 120 jaar ruim 60 cm is gestegen!
Het feit dat er nauwelijks sprake is van versnelling (zie oranje en rode lijn) lijkt te bevestigen dat de bodembeweging als gevolg van GIA -rekening houdend met de termijn waarop we de zeespiegel meten- een eenparige beweging vertoont. Dan is die relatieve zeespiegelmeting betrouwbaar.
Fig.4 Bron: PSMSL
Figuur 4 toont de berekende invloed van GIA op de zeespiegelmetingen. Als gevolg van dat opveren van de Scandinavische ondergrond dalen dan weer de gebieden aan de rand van die opverende gebieden. Zo daalt Noord Nederland als gevolg van het opveren van Scandinavië, omdat Noord-Nederland deel uitmaakt van het Noordzeebekken dat daalt door het opveren van Scandinavië.
Fig. 5 Bron: Wikipedia
Maar er zijn behalve GIA nog andere oorzaken van verticale landbewegingen, zoals vulkanisme, aardbevingen, breuktektoniek en gebergtevorming. Veel van deze oorzaken vind je in zogenaamde subductiezones, waar een stuk aardkorst onder een andere duikt. Zie figuur 5.
De grote subductiezones vormen de zogenaamde Ring of Fire op aarde, met een keten van vulkanen er bovenop. In figuur 4 zijn de grote vulkanen met rode driehoekjes weergegeven. De ondergrond van deze subductiezones beweegt vaak, maar dan niet met de eenparige beweging van GIA-gebieden, maar met plotselinge stijgingen en dalingen.
Ook menselijke activiteiten kunnen de oorzaak zijn van verticale bodembewegingen: zo veroorzaken grootschalige grondwateronttrekkingen vaak bodemdalingen waardoor de relatieve zeespiegel stijgt. In 2019 heb ik een fact check gedaan naar een verhaal in de Volkskrant over een in de golven verdwijnend dorp nabij Manila op de Filipijnen.
Mijn algemene conclusie was dat het Volkskrantartikel onjuiste informatie gegeven heeft over de overstromingen in het dorp Pariahan, en dat de krant in zijn fotokeuze bij het artikel én het gebruik van termen als ’klimaatslachtoffer’ en ‘klimaatcrisis’ onjuiste informatie had verschaft aan haar lezers. In werkelijkheid ging het bij die overstroming over een combinatie van gebrekkig dijkonderhoud, de verwoestende werking van een tyfoon en de grondwateronttrekking onder het nabijgelegen Manila sinds 1965.
Fig.6 Data: PSMSL
Figuur 6 toont de zeespiegelgrafiek van het nabijgelegen Manila, de ‘knik’ in de reeks is rond 1965, als de grootschalige onttrekking van grondwater ten behoeve van de opkomende industrie er voor zorgt dat de zeespiegeltrend er spectaculair verandert. Dat gebruik van termen als ’klimaatslachtoffer’ en ‘klimaatcrisis’ is er helaas de afgelopen twee jaar alleen maar erger op geworden, vooral omdat het IPCC voor de huidige stand van het wereldklimaat die term klimaatcrisis officieel heeft gemunt.
De gegevens van de boeimetingen worden per land verzameld, meestal door officiële nationale organisaties ter plekke. In Nederland is dat Rijkswaterstaat. Al die data worden dan verzameld door PSMSL en NOAA en beschikbaar gesteld aan gebruikers.
Fig.7 Bron: PSMSL
De kaart hierboven toont de ligging van de 1269 getijdenstations waarvan het PSMSL de meetgegevens bewaart. De oudste meetreeks is die van Brest in Frankrijk, waar men al in 1807 een meetboei installeerde. Dat station is overigens tot op de dag van vandaag in gebruik. Onze Nederlandse boeidata (zie fig.1) waren er ook vroeg bij en behoren tot de 35 oudste stations ter wereld. De jongste is Lages das Flores in Portugal, gestart in 2006. Van alle 1269 stations waren t/m 2015 620 stations actief. De overige 649 zijn voortijdig afgehaakt maar zitten nog wel in de database.
De langste meetreeksen zijn van onschatbare waarde voor het onderzoek naar de zeespiegel. NOAA maakte van alle 1269 stations een lijst van ‘375 long term trend tide stations’, die een gemiddelde trend van 1,56 mm/jaar liet zien. Dr. Mitrovica stelde een lijst samen van ’23 gold standard tide stations’ op basis van minimale verticale landbeweging en kwam tot een gemiddelde trend van 1,6 mm/jaar. Dr. Holgate stelde een reeks van ‘nine excellent tide gauge records’ op met een gemiddelde trend van 1,77 mm/jaar.
Fig. 8
Omdat ook de ‘golden’ en ‘excellent’ reeksen die hiervoor vermeld zijn niet konden ontsnappen aan het recent wegvallen van stations heb ik een aantal jaren geleden 9 getijdenstations geselecteerd op basis van 4 criteria: langlopende meetreeksen (minimaal 100 jaar), hoge compleetheid van data, goede ruimtelijke spreiding en een geringe verticale bodembeweging. Deze Klimaatgek-lijst betrof de stations Den Helder, San Francisco (USA), Victoria (Can), The Battery (USA), Honolulu (USA), Balboa (Pan), Fremantle (Aus), North Shields (UK), en Dunedin II (NZ).
Toen ik voor dit artikel de data van deze 9 stations wilde bijwerken t/m 2020 ontdekte ik dat ik Dunedin II niet meer kon gebruiken, het wordt niet meer bijgewerkt. Daarom heb ik in de omgeving een vervangend station gekozen, want met maar 9 stations blijft de ruimtelijke spreiding delicaat. Het werd Sydney Fort Denison 2 in Australië. De ligging van de stations is aangegeven op figuur 8. Het vervangende station Sydney is lila gekleurd, Dunedin II heeft een rood kruis. Dunedin II had al het nadeel dat het als enige van de 9 stations op de onrustige Ring of Fire lag, dus de wisseling van station is denk ik een verbetering.
Fig. 9 Bron: sealevel.info
Figuur 9 toont de meetreeksen van de 9 stations. De grafieken zijn bijgewerkt t/m december 2020. De gemiddelde trend van deze 9 historische stations is 1,67 mm/jaar (16,7 cm/jaar). Dat is nagenoeg gelijk aan de gemiddelde trend van alle 1269 stations van PSMSL (1,65 mm/jaar). Behalve de lineaire trend is in de grafiek ook de ‘quadratic fit’ weergegeven, die een maat is voor de aanwezigheid van een versnelling in het signaal. Bij alle 9 stations is de versnelling in het signaal bijna 0 en valt de quadratic fit nagenoeg samen met de lineair fit.
Deze 9 langjarige, over de aarde verspreide meetreeksen vertonen géén versnelling en de gemiddelde trend is 1,67 mm/jaar. Dat is opvallend, omdat zoals gezegd de satellietmetingen vanaf 1992 een gemiddelde trend van 3,3 mm/jaar vertonen.
Overigens is de tijdreeks van Sydney niet onbesproken. NOAA levert een samengestelde tijdreeks, genaamd Sydney, Fort Denison 1&2. Die samengestelde reeks begint in 1885. Er zijn echter problemen met de data van Sydney Fort Denison1, waardoor een statistische correctie nodig was voor de periode 1885-1914. Dat is waarschijnlijk de reden geweest voor PSMSL om de data vóór 1914 niet op te nemen en alleen de data van Fort Denison 2 op te slaan. Ik gebruik daarom de data van Sydney Fort Denison 1.
Regionale zeespiegelstijgingen
Zeespiegelstijgingen (en -dalingen) kent grote ruimtelijke verschillen. Satellietmetingen vanaf 1992 laten zien dat er sprake is van regionale verschillen in zeespiegelveranderingen (anomalieën). In figuur 10 is te zien dat de regionale verschillen kunnen variëren van -15 mm/jaar tot + 15 mm/jaar.
Figuur 10 Bron: Copernicus EU
Die regionale verschillen zijn het gevolg van natuurlijke processen zoals veranderende windpatronen en zeestromen. Voorbeeld daarvan is de opmerkelijke grote stijging van de zeespiegel in grote delen van de westelijke Grote Oceaan (gevolg van El Niño en de Pacific Decadal Oscillation) en de Indische Oceaan. Maar ook verticale bewegingen van de aardkorst als gevolg van platentektoniek (o.a. Japan) en veranderende landijsmassa’s (GIA: Scandinavië) en hebben invloed op het zwaartekrachtveld en hoogte van de oceaanbodem en daarmee op de zeespiegel.
Een dergelijke ruimtelijk ongelijkmatige spreiding van zeespiegelveranderingen kan decennialang en wellicht nog langer voortduren. Zo is de hogere zeespiegeltrend aan de oostkust van de USA ten opzichte van de trend aan de westkust al meer dan 100 jaar zichtbaar in de grafieken van getijdestations ter plekke. Vergelijk in figuur 9 de grafieken van The Battery (oostkust) en San Francisco (westkust). Het gebied in het westelijk deel van de Grote Oceaan dat rood gekleurd is wordt de Warm Pool genoemd. De zeespiegel stijgt daar 3x sneller dan het gemiddelde zeeniveau.
Fig.11 Bron: NOAA
Regionale verschillen zijn ook terug te vinden op de fraaie kaart van NOAA (figuur 11). GIA regio’s zijn herkenbaar aan de neerwaartse pijlen. Verreweg de meeste stations vertonen een positieve trend, waarbij de kleur groen (0-3 mm/jaar) domineert. Opvallend zijn de gele pijlen (3-6 mm/jaar) in het oostelijk deel van de Stille Oceaan, zoals te verwachten (Warm Pool).
Van de twee rode pijlen (trend > 9 mm/jaar) is de rechter van Manila (14,54 mm/jaar). Ik heb al laten zien dat dat een gevolg is van extreme grondwateronttrekking sinds 1965 met als gevolg een forse bodemdaling. De linker pijl is van een station nabij Bangkok. Daar heb ik geen gegevens van, maar het zou me niet verbazen als dat ook het gevolg is van grondwateronttrekking.
Actieve getijdenstations
Van alle 1269 stations in de database van PSMSL zijn de startdatum van de metingen bekend, de einddatum, trend, versnelling en nog wat gegevens, zie hier. Het oudste station, Brest in Frankrijk, startte in 1807. Dat werden er later meer en meer, vooral na 1950 groei het aantal stations fors. Van die 1269 station zijn er veel die er tussentijds mee gestopt zijn. Er zijn er 620 over die vanaf de start t/m heden actief zijn. “Heden” betekent hier 2016, want recenter reikt de PSMSL-tabel niet.
Fig. 12 Data: PSMSL
Figuur 12 betreft die 620 continue stations. Elk puntje in de 12 geeft zowel de startdatum van een station weer (horizontale as) als de trend (verticale as). De gemiddelde trend van de 620 stations is 2,17 mm/jaar. De meeste puntjes in figuur 12 liggen tussen de 0 en +5 mm. Wat opvalt is dat de stations met een recente startdatum (vanaf 1980) gemiddeld een wat hogere trend laten zien. Dat geeft de suggestie dat de trend in de laatste decennia toeneemt. Van de 46 nieuwe stations die er vanaf 2000 bijgekomen zijn is de gemiddelde trend hoog, namelijk 4,1 mm/jaar. Maar bedenk dat in het jaar 2015 er in totaal 620 stations actief waren. Dus behalve die 46 nieuwe stations waren er in 2015 nog 574 stations actief met een start van vóór 2000.
Alle 620 actieve stations in het jaar 2015 bepalen samen de gemiddelde trend voor het jaar 2015. Dat geldt natuurlijk ook voor elk van de andere jaren.
Fig.13 Data: PSMSL
Figuur 13 geeft de groei weer van het aantal getijdenstations vanaf 1900. Omdat het hier de 620 stations betreft die tot 2015 actief zijn heeft de grafiek een stijgende lijn. Met behulp van de trenddata uit de PSMSL tabel heb ik vanaf 1900 voor elk jaar de gemiddelde trend berekend van alle in dat jaar actieve stations:
Fig.14 Data: PSMSL
De grafiek wekt de suggestie dat er sprake is van een stijgende trend in de loop van de jaren. Ik denk echter dat er hier sprake is van een andere effect. Zoals figuur 10 liet zien tonen de satellietdata sterke regionale verschillen voor wat betreft de zeespiegelstijging vanaf 1992. Het westelijk deel van de Grote Oceaan (met name de Warm Pool) vertoont een meer dan gemiddelde stijging, terwijl kusten langs de Scandinavische landen en Canada dalingsgebieden zijn als gevolg van GIA.
Als ik de tabel van PSMSL bekijk dan valt me op dat er sprake is van een ruimtelijke clustering: stations die toegevoegd werden vertonen ruimtelijke clustering. Zo waren in de eerste helft van de 20e eeuw veel nieuwe stations afkomstig uit Noord-Europa en Noord-Amerika waardoor er sprake was van een sterke invloed van GIA (=lage trends). Noord-Amerika en Europa waren in die periode al tamelijk welvarende gebieden die het zich financieel konden permitteren om een netwerk van getijdenstations op te zetten.
Fig.15 Bron: Copernicus EU
Ik vermoed dat de trendstijging tussen 1975 en 2000 in figuur 14 te maken heeft met het toetreden van relatief veel nieuwe stations uit het westelijk deel van de Grote Oceaan. Daarom heb ik vanaf 1900 per decennium het aantal nieuwe stations geteld dat afkomstig was van GIA-gebieden in de noordelijke landen, plus de stations uit het westelijk deel van de Grote Oceaan. De witte rechthoek in figuur 15 bevat de stations met hoge trends, Japan en Nieuw Zeeland heb ik vanwege subductie buiten beschouwing gelaten.
Het resultaat was (bijna) helemaal zoals ik al vermoedde:
Fig.16 Data: PSMSL
Vergelijkt men figuur 14 met figuur 16 dat is makkelijk de invloed op de trend te herkennen van de herkomstgebieden van nieuwe stations. Een hoog percentage GIA stations aan het begin van de eeuw veroorzaakt relatief lage trends, en zelfs een daling van de trend als er één klap een aantal GIA stations bijkomen. In de periode 1900-1909 was 38% van de nieuwe stations uit GIA gebieden afkomstig, in 1910-1919 was dat zelfs 50%.
De sterke stijging van de trend tussen 1975 en 2000 (figuur 14) correleert goed met het sterk oplopend aandeel in diezelfde periode van nieuwe stations uit de ‘warm pool’ van figuur 15. Hun aandeel is in de jaren ’80 en ’90 respectievelijk 45% en 54% van alle nieuwkomers!
Dat de trend vanaf 2000 nog een tikkeltje hoger kon was na enig zoekwerk ook verklaarbaar. Van de 30 nieuwe stations sinds 2000 waren er maar liefst 21 uit het Middellandse Zeegebied: 19 nieuwe Italiaanse stations en 2 Griekse. Die kusten zijn deel van de grote subductiezone in Zuid-Europa met vulkanisme, aardbevingen en bodembewegingen. De daardoor ontstane opvallend hoge trends in die regio veroorzaakte in 2000 een toename van 2,05 naar 2,17 mm/jaar, zie figuur 14.
Fig.17 Bron: IPCC AR5
Conclusies
Langjarige reeksen van getijdenmetingen vertonen trends tussen 1,5 mm/jaar en 2 mm/jaar. Opvallend is dat die tijdreeksen nagenoeg geen versnellingen vertonen. Een dergelijke versnelling zou logisch zijn omdat het IPCC al jaren spreekt van een toename van de zeespiegeltrend.
Van de 620 actieve getijdenstations van het PSMSL over de gehele aarde verspreid is de gemiddelde trend 2,17 mm/jaar. De trend per jaar vanaf 1900 van die 620 stations neemt toe van ongeveer 1 mm/jaar rond 1900 tot de genoemde 2,17 mm/jaar in 2010. Die toename is vooral het gevolg van het feit dat de zeespiegelstijging sterke regionale verschillen kent: aan het einde van de 20e eeuw was ongeveer de helft van de nieuwe stations afkomstig van het westelijk deel van de Grote Oceaan, een gebied dat de hoogste zeespiegeltrend heeft.
Toevoeging van nieuwe stations kan een toename maar ook een afname teweegbrengen van de gemiddelde trend van getijdenstations op aarde, afhankelijk van de herkomstregio. Dat geldt trouwens ook als er stations verwijderd worden. Figuur 17 toont nog behoorlijk veel kustenstreken waar weinig tot geen getijdenstations zijn (Afrika, tropisch Zuid-Amerika, Noord Canada, Groenland, Antarctica).
Er blijkt een opvallend verschil te zijn tussen de trend (2,17) mm/jaar) van de zeespiegel op basis van getijdenstations en de trend (3,3 mm/jaar) op basis van satellietmetingen. Een volgende keer dus aandacht voor die satellietmetingen.
***
Bron hier.
***
Een zelfde herberekening zou moeten voor de ‘alarmistisch overdreven opwarming, omtrent de opheffing van de ca. 100 polaire militaire weermeetstations behorend tot de early warning defense line in Canada en USA na 1990 na het faillissement van de Sovjet Unie en het einde van de Koude Oorlog. Door het wegvallen van deze polaire koude data is de vraag hoe dat het ideologische klimaatalarmisme van het IPCC heeft opgedreven?
Precies klopt.
52ste verjaardag van earth day (via Pjotr’s lezerstrommel) Earth Day At 52: None of the eco-doomsday predictions have come true
RE de gevreesde opwarming wil nog steeds niet zo goed lukken, maar klagen over droogte schijnt wel te werken gezien de regenval van de afgelopen maanden
https://www.netzerowatch.com/earth-day-at-52-none-of-the-eco-doomsday-predictions-have-come-true/?utm_source=sendinblue&utm_campaign=Lezerstrommel%20nr%2055&utm_medium=email
Een goed stuk wetenschap Rob, dit had ik hard nodig na een intriest antwoord vanmorgen van de hoofd redacteur van het Utrechts Universiteitsblad Illuster, blad voor alumni. Een week of wat geleden heb ik ze gewezen op hun eenzijdigheid betreffende hun klimaat en aanverwante artikelen. Hier hun antwoord, het komt duidelijk uit de donkere middeleeuwen.
Geachte hr Giesen,
Hartelijk dank voor uw mail en voor het willen meedenken over de invulling van Illuster.
Wat uw opmerking betreft: de inhoud van Illuster komt tot stand in overleg met veel mensen – zowel wetenschappers als journalisten – die aan de UU verbonden zijn. Zoals u in het blad kunt lezen komt er een grote variëteit aan disciplines/faculteiten aan het woord, variërend van Geesteswetenschappen tot Bèta-wetenschappen en van Rechten tot Geowetenschappen. Wij gaan daarbij niet over één nacht ijs. Met uw suggestie als zouden wij – of de wetenschappers die aan het woord komen – achter politiek gefundeerde ideeën aanlopen, doet u ons dan ook absoluut geen recht. Er komen mensen aan het woord die weten waarover ze praten, die dag in dag uit onderzoek doen naar aspecten van de klimaatcrisis, en die kennelijk tot de conclusie komen dat het heel erg de verkeerde kant op gaat met het klimaat. Daar is niks politieks aan. En eerlijk gezegd: naar andere ideeën over de crisis – in de zin van: er zou geen crisis zijn, of de omvang ervan wordt overdreven – is het binnen onze universiteit, en ik schat ook bij andere universiteiten, lastig zoeken.
Ondanks uw kanttekening hopen we niettemin dat u het blad van uw alma mater met plezier leest en blijft lezen.
Met vriendelijke groet,
Armand Heijnen, hoofdredacteur a.i.
Het gewone antwoord van de klimaatkerk dus, maar het is steeds weer slikken, maar als het je lukt met hun in discussie te komen staan ze altijd met hun mond vol tanden.
René,
Kun je hier misschien ook de tekst delen van je kritische ‘brief’ aan de redactie van Illuster ?
Het is duidelijk crisis. Een crisis verwoestender dan wo2 of wo1 in de Westhoek. Een crisis verwoestender dan wat aan het front in de Oekraïne gebeurt. Een crisis met proporties van de alles verwoestende aarbevingen in Groningen. Het is zelfs verwoestender dan het instorten van de natuur. De klimaat universiteit utrecht is nu juist gespecialiseerd in het herkennen van de crisis verschijnselen. Verschijnselen die diep in de data verborgen liggen. Een klimaat studie in Utrecht brengt die visie boven. Maar er is meer. Oplossingen. Juist met een gedegen klimaat studie komen de fantasie oplossingen boven water. Met de opgewekte fantasie is het mogelijk te denken buiten de gebaande paden van traditionele fysica. Het antwoord “kan niet” van de niet klimaat deskundigen is geen antwoord. Met voldoende middelen is de universiteit in staat om daar een uitgebreid rapport over te schrijven waarop de beleidsmakers visioenen kunnen bouwen. Het is dan aan burgers en bedrijven om het te implementeren en daar gaat het vaak mis.
Advies: Artikel ‘De zeespiegel: getijdenmetingen’ van vandaag welwillend ter beschikking stellen (opsturen!) aan deze hoofdredacteur a.i., ter adstructie van jouw juiste stellingname in je initiële brief, met het verzoek om een degelijk antwoord i.p.v. het huidige antwoord met als thema het gepolitiseerde meme ‘klimaatcrises’.
Scheffer
Ik schat zo in dat redacteuren ook behoren tot het dogmatische volk dat steeds op basis van het énig juiste voorgekauwde uitgangspunt begint te oreren. Duidelijk is dat met dogmatische lieden niet te discussiëren valt.
Het is binnen de universiteiten dus lastig zoeken naar andere ideeën over de vermeende klimaat-crisis. Een verzoek tot mede-inbreng wordt als kanttekening weggewoven.
Het lijk wel alsof de wetenschap misschien zijn basis aan het verliezen is. Ook de medische wetenschap laat al de erosie zien die eigenlijk al ingebakken zit in het ‘systeem’.
Nou ja. Het lijkt me inherent aan de agenda van de club: demoraliseren die hap, hoe sneller hoe beter. Maak alles belachelijk; de wetenschap, de kerk, de heelkunde, de normale relaties, de taal, het geldsysteem, het energiesysteem, afspraken op top-niveau.
Maar goed dat ze bij die uni verschillende richtingen hebben. Kunnen ze samen mooi de puzzel van en naar de macht afmaken. Not. Ze zouden eens bij de boze zelf kunnen uitkomen? Hè?
Kennelijk worden de Universiteiten tegenwoordig bevolkt met gelovigen en hen die het wokeisme aanhangen. De combinatie is helemaal een afgang.
Als het dogma in de Universiteiten zijn intrede heeft gedaan, op zoek naar fondsen, dan is de wetenschap ver te zoeken.
Als een ding duidelijk wordt bij het goede werk van de Vos dan is het wel dat METEN NIET altijd GELIJK IS AAN WETEN.
Stijging gemiddeld zee niveau is ook te verwachten bij stijging gemiddelde temperatuur. Meten en vooral berekenen van stijging gemiddeld zeeniveau is al uiterst complex laat staan in resultaten van die exercities er een versnelling in te meten. Dat laatste noemen ze overigens detecteren waarmee waarde van het meten al wordt afgezwakt. Het vaststellen van een versnelling is natuurlijk broodnodig om ‘voorspelde’ zeeniveaus in nabije toekomst te kunnen ‘bevestigen’
Mijn inhoudelijk commentaar op dit onderwerp op die andere site (BV) heeft mij daar een ban opgeleverd.
Fg, ik heb heel war gemeten in mijn leven ook op diverse plaatsen op de wereld en heb zelf een geavanceerde monitoring club opgericht maar mijn lijfspreuk was meten is ook vaak nog minder weten.
Bij satellietmetingen zet ik een heleboel vraagtekens omdat signalen allerlei afwijkingen krijgen door bv meteorologische, magnetische, barometrische, draaiing van de aarde, massaverschillen van de aarde, kromming van de aarde, etc omstandigheden refractie van het signaal omdat het door verschillende dichtheden gaat als het onder een hoek door eeen medium gaat. Alle metingen die er verricht worden zijn in principe indirect. De temperatuur kan je ook niet direct meten. De hoogte van het zeenivo dus ook grondwater is afhankelijk van de lucht druk, de luchtdruk varieert constant en deze heeft een behoorlijke invloed op de hoogte van het waternivo.
Aan de kust krijg je nog in vloeden van wind, stroming, opstuwing waar allemaal voor gecompenseerd moet worden. Dan is de grote vraag welk referentie vlak neem je want alles beweegt op deze aarde. Ik heb over deze problematiek met technici van NASA contact gehad die allemaal aan de space programma’s hebben gewerkt. Ik heb hen gevraagd hoe ze op mm nivo konden meten, ze vertelde me dat dat niet eens ging omdat de resolutie van de apparatuur daar ongeschikt voor was daarbij hadden ze ook heel veel last van scatter van het signaal. Het kwam er dus op neer dat ze dat helemaal niet voor elkaar kregen.
Dan is er nog iets boven de zee hangt een wolk van fijn zout die door de golven heen en weer wordt bewogen en daarmee ook signalen beinvloed verder heeft zout ook een dempende werking op signalen, hier maken onderzeeers ook graag gebruik van om niet gedetecteerd te kunnen worden.
Het waternivo van de oceanen is ook afhankelijk van de massa verdeling van de aarde. Onder India is de massa van de aarde extreem groot waardoor je in een dal van ca. 100 meter diep vaart. Dus ook hier moet voor gecompenseerd worden, hoe?
Kortom ik geloof niets van deze zgn satelliet metingen met deze nauwkeurigheden.
Rob, Bart, ik heb de verwijzing naar de satellietmetingen gelezen maar daar worden allerlei regels die je aan calibratie eist en het verwerken van dat van 3 verschillende satellieten die allemaal op elkaar gecorrigeerd moeten worden dan vraag ik mij af hoe durven zoiets nog te publiceren als wetenschappelijk. Instrumenten ip elkaar callibreren een doodzonde in de meettechniek. Calibreren of grondstations gewoon te zot voor woorden want die calibratie geldt alleen maar voor dat station met alle omstandigheden voor dat station voor zeker 20-30 parameters. Dan weer nieuwe meetinstrumenten in gebruik stellen die weer andere afwijkingen en gevoeligheden hebben.
De invloed van zout op het signaal. Dan hebben ze nog last van scatter doordat het signaal op de golven heen en weer bounced, daar is geen chocola meer van te maken. Ik geef de meest betrouwbare metingen die langs de kust plaatsvinden meer realiteitswaarde dan die satellietmetingen met hooguit betrouwbare waarden van misschien 50-100 mm. Maar in principe ben je alleen geinteresseerd in de nivo’s langs de kusten dat door simpele metingen uitgevoerd kan worden.
Hier onder een overzicht van de zeespiegelstijging per jaar, op basis van satellietgegevens.
https://www.weerwoord.be/uploads/63fc6f5c0f444.jpg
Het gaat onregelmatig, door allerlei oorzaken. Een rechte trendlijn laat een duidelijke versnelling zien. Met een flinke onzekerheidsmarge, door de ruis in de gegevens.
En rechte trendlijn laat nooit een versnelling zien
Hans als stijging per jaar toeneemt duidt dat op een versnelling met verder alle opmerkingen die daarbij te maken zijn.
De stijgingshoek verandert niet, die blijft gelijk, het is dus een trend. Je wordt ook niet versneld ouder, als je per jaar een jaar ouder wordt. Dat is ook een trend. Als men ziek is, dan gaat het soms sneller, maar normaal is dat niet. Een rechte trendlijn laat dus geen versnelling zien. Laten we oppassen niet in een semantische discussie te raken.
Als je de snelheid van een auto over een tijdtraject uitzet en de trendlijn (rechte via kleinste kwadraten) laat een opgaande lijn zien is er sprake van een versnelling.
Als je de zeespiegelstijging over een tijdtraject uitzet en de trendlijn als rechte een opgaande lijn laat zien is er sprake van een versnelling. Dat is geen semantische discussie dat is gewoon eenvoudige wiskunde.
Wellicht kun je dit nader verklaren of was reactie iets te vroeg gegeven?
@Hans E.
“En rechte trendlijn laat nooit een versnelling zien.”
Onzin, die grafiek met op y as de stijging in mm/y en op x as de jaren laat in rechte trendlijn zien of er sprake is van een versnelling (opgaande lijn als in grafiek) of van een vertraging (een dalende lijn). In grafiek is de functie van die rechte aangegeven en is er sprake van een versnelling van 0,05 mm/y2. ( y staat hier voor jaar )
Als de snelheid van een auto toeneemt dan wordt er energie toegevoegd. Dat is inderdaad een versnelling. De vraag is wel of de vergelijking wel klopt. Een zeespiegel is wat anders dan een auto.
Wanneer de zeespiegel geleidelijk blijft stijgen, dan kun je dat energetisch wellicht als een versnelling zien, immers er wordt geleidelijk aan energie toegevoegd.
Wanneer een auto 100 km/u blijft rijden, dan zou dat ook als een versnelling gezien kunnen worden, immers, hij overwint de weerstand, iets dat energie kost en dat overwinnen is (inderdaad) een versnelling.
In spreektaal echter, zeggen we dat de auto niet versnelt. Wetenschappelijk gezien versnelt die wel, want er wordt energie omgezet in kinetische energie. De entropie neemt toe.
De zeespiegel ‘leeft’, zoals alles op aarde ‘leeft’, in die zin dat alles altijd verandert. Alles heeft een trend op aarde als een cirkel beweging of sinus genoemd. De baan van de aarde om de zon, de maan om de aarde, het klimaat op aarde, het leven zelf, alles in aan verandering onderhevig. Dat is de wet van de entropie die we waarnemen als we de natuur bestuderen. Lijken we tenminste waar te nemen, maar dat terzijde. (Tijd bestaat in wezen eigenlijk niet in die zin als zoals we die vaak definiëren o.a.)
De vraag is of er trends die de veranderingen sterk beïnvloeden te zien zijn. Of er dus trendbreuken te zien zijn.
Wat de zeespiegel betreft zeggen we ook dat de stijging binnen normale grenzen blijft, maar niet abnormaal versnelt of vertraagt. Maar aangezien alles als energie beschouwd kan worden, en zeker het klimaat, kunnen we dit wat dat betreft dus te weten komen.
Echter, het berekenen gaat nog wel, maar het aantal parameters lijkt welhaast onbeperkt. Denk alleen al aan de maan. De invloed op het water schijnt groot te zijn. Een verandering van de afstand of snelheid van de maan zal dus invloed kunnen hebben op de waterspiegel. Misschien zijn de oceanen wel hol of bol en is daar niet genoeg rekening mee gehouden. Wellicht is de invloed van de zon groter dan we denken. Wellicht is ons beeld van het universum onjuist, enzovoorts. En (!) wellicht zijn er wel mensen die gewoon liegen. Dat zou niet de eerste keer zijn.
Antisoof
“Als de snelheid van een auto toeneemt dan wordt er energie toegevoegd. Dat is inderdaad een versnelling. De vraag is wel of de vergelijking wel klopt. Een zeespiegel is wat anders dan een auto.”
???????
Is het onwil of gewoon onkunde om iets wat glashelder is op deze wijze te beantwoorden? Nogmaals het is gewoon wiskunde en niet eens hogere wiskunde.
Maar Erren gaat niet reageren of doet dat met vage engelse oneliners en liefst op een plek elders. Zwak.
Hans, als de trendlijn horizontaal loopt heb je volgens mij gelijk maar als die een hoek maakt met de X as en de trendlijn is recht dan heb je volgens mij een lineaire versnelling. Krijg je een verandering van de hoek van de trendlijn dan krijg je volgens mij een exponentiele versnelling. Die extra stijging zou ook door de temperatuurverhoging kunnen komen in de vorm van een lineaire uitzetting van het zeewater en/of extra water van gesmolten ijs.
Volgens mij is de uitspraak we zien geen versnelling daarom ook niet juist dit zou moeten zijn, we zien geen exponentiele versnelling!
“Het gaat onregelmatig, door allerlei oorzaken. Een rechte trendlijn laat een duidelijke versnelling zien. Met een flinke onzekerheidsmarge, door de ruis in de gegevens.”
FG idd onregelmatig en idd over die periode toont de rechte trendlijn een stijging dus versnelling echter dat deze duidelijk is als werkelijkheid is zeer discutabel hetgeen je in laatste zin ook zelf bevestigt.
Gezien de reacties via die duimpjes is vast te stellen dat er in confrontatie met feiten er geen verschil is tussen alarmisten en sceptici.
Dit dan voor deze ene keer want ik doe niet aan duimpjes, ik geef ze niet en als ik ze krijg hecht ik er geen enkele waarde aan.
Trendlijn wel of niet versnelling heeft dikwijls te maken met gekozen type x-as van de grafiek om het beeld te manipuleren tot ernstig of ‘crisis’ Bijvoorbeeld door nabootsing van logaritmisch pos./neg. schaal.
In klimaatalarmisme een vaak gebruikte truc om te overdrijven, te ‘bewijzen’ en te ‘overtuigen’.
Reactie over dit item van ruim 5 jaar geleden op site BV.
FG
Meting verandering niveau zeespiegel
Een van de meest bedreigende gevolgen van een vermeende AGW is de stijging van de zeespiegel. Ja dat spreekt natuurlijk aan zeker voor ons land dat nu al deels onder zeeniveau ligt. Laten we dat dus maar goed in de gaten gaan houden. Volgens de huidige klimaatwetenschappers doen we dat en zijn de resultaten conform de voorspellingen via de modellen. Vreselijk dus dat wordt verhuizen naar hoger gelegen delen.
Nu even wat vragen.
1. Hoe wordt een verandering van het zeeniveau delta z gemeten? 2. Wat is het referentiepunt cq waar ligt een vast nulpunt? 3. Met welke delta z resolutie wordt gemeten oftewel wat is kleinste verandering in niveau dat gemeten wordt? 4. Op welke wijze wordt de verticale verplaatsing van de zeebodem gemeten? 5. Met welke delta t resolutie wordt gemeten dit in verband met invloed van eb en vloed, golfslag en andere rimpelingen. 6. Hoe is meting en verwerking van signalen die uiteindelijk in staat moet zijn de huidige stijging van 3 mm per jaar betrouwbaar te meten? 7. Is het meettechnisch mogelijk om vanuit een satelliet ( afstand en veel banen om totale aardoppervlakte scannen ) te komen tot een betrouwbare meting van 3 mm per jaar verandering voor totaal oppervlak van zeeën en oceanen? 8. Hoe wordt de excentriciteit van de satelliet baan verwerkt? 9. Wat weet men over verticale bewegingen van bodem onder zeeën en land (onder ijsoppervlakken) en op welke wijze wordt hierbij bij meting verandering zeeniveau rekening gehouden. 10. Uiteindelijk is bepaling van zeeniveau verandering een berekening van verschillende bronnen van data – hoe zien die berekening eruit inclusief de berekening van de totale onnauwkeurigheid? 11. Hoe wordt er gekalibreerd en wordt met drift in metingen rekening gehouden. 12. Klopt het dat bestaande meetbuizen cq peilstokken met erkende beperkingen worden gebruikt om satellietdata te corrigeren cq te manipuleren. 13. Zijn huidige metingen niet gewoon meten van ruis? 14. Wat is signaal-ruis verhouding. 15. Waarom wordt uit gepubliceerde meetgegevens van satellietapparatuur niet direct duidelijk dat geclaimde kunnen meten van veranderingen van niveau zeewater als 3 mm per jaar VOLSTREKT ONMOGELIJK is!
En ja ga mij nu niet verwijzen naar sites die al ken. De huidige techniek is niet in staat om een gemiddelde verandering van zeeniveau als geclaimd te kunnen meten of uit metingen te kunnen berekenen.
[JH: laster comment is verwijderd. Gelieve dat hier achterwege te laten]
——-
Vele vragen waren retorisch van aard.
Dat meten ( en vooral berekenen) van zeespiegelstijging al zacht gesteld een enorme uitdaging is zal duidelijk zijn. Het vanuit die situatie meten of detecteren van een versnelling van die zeespiegelstijging is onmogelijk tenzij je de boel wil bedonderen.
Bart, ik zet toch wel vraagtekens bij die metingen. Het ene jaar 3 mm het volgende jaar 12mm en het volgende jaar 2 mm dwz dat er globaal resp eerst ca 10 mm water gesmolten is en daarna weer 10 mm ijs is ontstaan. Ik vraag me af of dat energetisch wel kan.
Zie ook mijn opmerking over satellietmetingen 27 april 13:23
Bart, (26 apr 2023 om 14:06)
Ik heb geprobeerd die door jou geleverde grafiek met idd een versnelling te reconstrueren uit de bron nl het werk van Frederiks te al 2020 [1]
Niet gelukt wel de volgende kernpunten gelezen:
1. Interne variabiliteit wordt verwijderd uit het satelliethoogtemeterrecord en de impact op trends en versnellingen wordt beoordeeld.
2. Voor de meeste locaties is er nog steeds geen significante versnelling of vertraging opgetreden, ondanks het wegnemen van enige interne variabiliteit.
3. Veel van de signalen met grote amplitude zijn verwijderd, waardoor het bereik van versnellingen die kunnen worden geassocieerd met een geforceerde respons kleiner wordt.
Lijkt mij duidelijk jouw grafiek laat een versnelling zien maar rapport is genuanceerder. We meten nog te kort.
[1]
https://agupubs.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1029/2019GL086528
Hier is mijn kritische brief Willem77 evenals het antwoord dat ik hem net heb gestuurd.
Geachte redactie blad Illuster april 2023,
In uw blad van deze maand heb ik me verbaasd door de eenzijdigheid van onderwerpen en personen die aandacht werd geschonken. Naast de aanhangers van de Klimaatcrisis Gedachte is er best een aantal personen dat een andere idee is toegedaan. Personen die hun basiskennis voor hun verdere leven opgedaan hebben aan de Universiteit Utrecht en dit geldt onder ander voor mij die gestart is in 1968. De mogelijkheid mijn, of liever gezegd ook ander bestaande ideeen te kunnen uiten zou door mij zeer op prijs gesteld worden. Wetenschap is meer dan het klakkeloos volgen van eenzijdige mogelijk politiek gefundeerde ideeen.
Naar ik hoop krijg ik van u een antwoord op dit verzoek van een oud-student en nog steeds wetenschapper.
Mijn achtergronden zijn de studies Geologie en Wis- Natuurkunde en een werkzaam leven* in deze disciplines. Al tijdens mijn werk verdiepte ik me enigszins in de klimaat ideeen die destijds ontstonden en na mijn pensionering heb ik me er verder in verdiept evenals een aantal ander zaken zoals de geschiedenis van de techniek.
Met vriendelijk groeten ,
Rene MH Giesen, geofysicus
Haarlem
*Wiskundeonderwijs, Centraal Bureau Statistiek, Rijks Geologische Dienst, TNO, Onderzoek Bureau Olie/gas/zout, Adviseur Diepe Ondergrond.
Vanmorgen gestuurd naar Illuster
Dank voor uw toch wel teleurstellend antwoord. In tegenstelling tot vroeger lijkt Utrecht wel met kranten dichtgeplakt te zijn en dan is het lastig zoeken. Dat er weinig of geen klimaat kritische mensen in Utrecht of erom heen zijn sluit ik niet uit maar het moet daar toch ook zijn opgevallen dat de laatste acht jaren de gemiddelde temperatuur op aarde weinig of niets gestegen is om niet te spreken van de zeer koude winters in Noord Amerika. Eenvoudig te controleren zaken.
De absoluutheid van uw antwoord laat mij griezelen en doet mij denken aan donkere tijden.
Better to have questions that cannot be answered, than answers that cannot be questioned
I would rather have questions that can’t be answered than answers that can’t be questioned. Richard Feynman
Ik hoorde zojuist op NPO radio 1 een item over het bijmengen van biobrandstof (ethanol) nav het blabla verhaal van ene jetten. Er werd beweerd dat dit geen broeikasgas (lees CO2) oplevert en dus neutraal is voor het klimaat. Nu ben ik geen chemicus maar heb vroeger wel het vak (technische) scheikunde gehad en voor zover ik me kan herinneren is ethanol een koolwaterstof (CH verbinding) dus volgens mijn bescheiden mening komt er dan toch ook CO2 vrij bij verbranding. Dus wie besodemietert nu wie of is dit hetzelfde sprookje (lees lul-verhaal) als bij het verbranden van bomen. Tweedehands electrische auto’s krijgen krijgen nu ook subsidie overigens zonder de waarschuwing “je koopt een kat in de zak” want wie wil nu zo’n auto hebben waarbij de akku levensverwachting al aanzienlijk gedaald is. Geen enkele kritische noot te horen. En dan ON verwijten desinformatie ter verspreiden, het blijft apart.
Rien, biobrandstof is dacht ik 23 keer meer broeikaseffect dan fossiele brandstof.
Biobrandstoffen zijn circulair. Ze zijn hernieuwbaar. Raken dus nooit op. Boeren laten gewassen groeien waaruit met behulp van energie (nu nog uit diesel, maar later uit waterstof) olie wordt gemaakt. Hoe zich dit met EROI verhoudt is niet van belang. Het gaat er om dat je er in gelooft. Een goed Christen vraagt zich ook niet af hoe de wonderbaarlijke voedsel vermenigvuldiging door Jezus mogelijk was. Wanneer je gelooft, weet je dat het waar is. Vraag aan de dominee of pastoor hoe het kan en hij zal je als ongelovige en zondaar betitelen. Vraag aan een Urgenda-aanhanger hoe circulair zich met EROI verhoudt en hij/zij zal je uitmaken voor rechts-extremist, ontkenner en wappie. Zo dictator Putin droomt van en Nieuw Russisch rijk zo droomt de pseudodemocratische club rond Timmerfrans en Von de Leijen van één groot ge-deïndustrialiseerd ecologisch Reich. Putin doet dat met bommen, de EU met belastingen en onmogelijke wetgeving.
“Vraag aan een Urgenda-aanhanger hoe circulair zich met EROI verhoudt en hij/zij zal je uitmaken voor rechts-extremist, ontkenner en wappie.”
FG maar dan wel nadat je hem/haar hebt uitgelegd waar EROI voor staat en wat dat betekent. En dan nog vrees ik dat het niet wordt begrepen.
Hetzelfde verhaal als bij bomen, alleen een nog grotere monocultuur, En nóg minder biodiversiteit als je van dat opschiet-gras neemt dat ze olifantsgras noemen.
Alleen asocialen stoppen voedsel in hun tank. En een overheid die dat propageert is óf oliedom óf crimineel. Ik houd het op het laatste.
Met een uitzondering voor Jetten. Die is én oliedom én crimineel
Hoeveel is de Nederlandse zeespiegel nu eigenlijk gestegen?
https://www.maurice.nl/2023/04/26/hoeveel-is-de-nederlandse-zeespiegel-nu-eigenlijk-gestegen/
De natuur (=God) is zoals het is.
Adapt or die.
Pas aan of verdrink.
16.7 cm/eeuw.
de mp was op tv. een doorbraak. het kabinet trekt nu 28 miljard uit voor het klimaat. en er wordt niemand achtergelaten. er komt ook subsidie voor een tweedehands elektrische auto. we moeten wel allemaal anders gaan leven. maar we krijgen er ook iets voor terug. een schoon en rijk land. in 2030 zullen 1 a 2 miljoen in het klimaat werkzaam zijn. met onze slimme bevolking gaan we klimaatoplossingen naar de hele wereld exporteren. en het mooie is dat het ons niets kost omdat het uit subsidies komt.
Jottem, eindelijk gaat het feest voor de portemonnee beginnen. Kan niet wachten!
De Duitse Bundestagsvizepräsidentin Katrin Göring-Eckardt voorspelde onlangs dat de stroomprijs zou zakken als gevolg van het stopzetten van de kerncentrales. Vandaag om 07.20 uur had Duitsland zo’n 59.000 MW aan stroom nodig terwijl er ca. 43.000 MW geproduceerd werd. Het moge duidelijk zijn, dat een tekort van ongeveer 16.000 MW de stroomprijs flink zal laten dalen.
Voor wie dit niet begrijpt: Omarm de linksgroene ideologie.
Het is een ideologisch aangedreven ‘klimaat’-trein geworden, die zonder besturing en remmen doordendert, tot die ontspoort, dan wel dat duidelijk wordt dat de natuurlijke dominante klimaatverandering niet kan worden beteugeld en de failliete sociale maatschappij en ook de maatschappelijke cohesie daardoor inmiddels kapot gemaakt is. 28 miljard extra voor het ‘klimaat’, Het is pure geldverspilling en jagen achter een foute ideologische idee-fixe.
EaB
Als onze bestuurders dan echt overtuigend willen zijn geven ze een 15 jarige kostendekkende inruilgarantie op de elektrische accu voor dat tweedehandsje.
En gratis onderhoud op zo’n niet storingsgevoelige onderhoudsvrije auto kan er dan ook nog wel bij. Je bent overtuigd van de kwaliteit van het vehikel of niet.
Dit is een fooi zonder echte inhoud op kosten van de belastingbetaler.
Ik las laatst dat het doel van bepaalde tactieken niet het indoctrineren alleen is, maar het zou gaan om het vernederend effect ervan. Dat lijkt iets met de geest te doen waardoor die hulpeloos lijkt of zoiets, dat vernederen. Het is de analyse van een psychiater. Wanneer men vernederende onzin als waarheid verkoopt, dan raakt de geest dus in de war en kan daar niet mee omgaan. Niet lezen of kijken dus. Daarom kom ik tot de conclusie dat het mijden van de MSM het enige is dat soelaas biedt. Want men verzint meer dan de geest aan kan. Zoveel wordt wel duidelijk.
Het is zeer eenvoudig hoor. We zien geen versnelling in gauge data, wel zogenaamd in satelliet data. Dat laatste is omdat men de data heeft gemanipuleerd. Meerdere bronnen melden dat, oa. Axel Mörner.
Hahahahahahaha
Zo zo 2 bijna dezelfde reacties, dezelfde namen.
Tja wat moet je hier weer van denken.
Verwijderd.
https://judithcurry.com/2018/01/16/sea-level-rise-acceleration-or-not-part-i-introduction/
Samenvatting? Conclusies?
Het is nog maar de vraag of de getijdemetingen van satellieten wel kloppen.
Ik heb hier ooit een paar keer een link geplaatst dat die afweken tegenover de mechanische metingen in India.
De Universiteit heeft er toen onderzoek naar gedaan, en ik meen me nog te herrineren dat dit kwam omdat die dingen veel te snel overvliegen en niet regelmatig op exact de zelfde tijd en plaats.
Scheffer heeft daar destijds ook nog op ingehaakt.
Ook de ingewikkelde berekeningen kunnen afwijkingen veroorzaken.