Gerrit Schaafsma.

Van een onzer correspondenten.

Burgerlijke ongehoorzaamheidsacties voor het klimaat komen steeds vaker voor, op snelwegen, universiteiten en vliegvelden. Daarmee staan klimaatactivisten niet alleen in hun recht, betoogt klimaatethicus en UvA-promovendus Gerrit Schaafsma, het is in sommige gevallen zelfs een plicht van de democratie. Hij promoveerde gisteren op zijn proefschriftContestation in the Anthropocene. Climate change and civil disobedience.

Schaafsma in Folia:

‘Ik wilde burgerlijke ongehoorzaamheid in klimaatverandering onderzoeken. Tot dan toe was de term vooral bekend in relatie tot mensenrechten, zoals de protesten van Gandhi of Martin Luther King.’

Al snel ontdekte Schaafsma dat er talloze voorbeelden waren, van de boerenprotesten tot allerlei vormen van ecologische ongehoorzaamheid, waarbij mensen protesteren voor dierenrechten of de natuur.

Schaafsma:

‘Het beroemdste voorbeeld zijn de protesten in het Indiase dorp Chipko, waar het woord ‘boomknuffelaar’ ook vandaan komt. Daar protesteerden de dorpelingen tegen de vergunning die de overheid had afgegeven voor de houtkap van een bos dat in de ogen van de bevolking heilig was.’

Folia: burgerlijke ongehoorzaamheid is in het geval van klimaatverandering niet alleen een recht, het is soms ook een plicht, beargumenteer je in het proefschrift. Hoe kom je tot die conclusie?

‘Wanneer alle legale manieren om klimaatverandering tegen te gaan hebben gefaald én het is duidelijk dat we afstevenen op een catastrofe, dan, is het argument, is het absurd om op dezelfde voet verder te gaan. Die situatie vraagt om een verandering van tactiek in de vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid.(…) Geldt die plicht voor iedereen? Nee, mensen die kwetsbaar zijn of zorg moeten bieden hebben minder politieke verantwoordelijkheid. Maar mensen in geprivilegieerde posities zouden zichzelf moeten informeren over de ernst van de klimaatcrisis en over moeten gaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid wanneer alle andere systemen hebben gefaald.’

Folia: is dat niet wat radicaal?

‘Daar verschillen de meningen over, maar binnen de academische literatuur is mijn proefschrift nauwelijks radicaal te noemen. Burgerlijke ongehoorzaamheid betekent niet het einde van de democratie, daar is totaal geen wetenschappelijk bewijs voor. Het is primair een symbolische actie – je laat je bijvoorbeeld vrijwillig oppakken – waarmee je een gemeenschappelijk probleem kunt aankaarten. Niet iedereen zal het erover eens zijn dat burgerlijke ongehoorzaamheid ook een plicht kan zijn, dat is wel een gewaagdere uitspraak, maar dat maakt het proefschrift ook nieuw en interessant.’

‘Geprivilegieerden zouden zichzelf moeten informeren over de ernst van de klimaatcrisis en – wanneer alle andere systemen gefaald hebben – over moeten gaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid.’

Folia: je liep zelf ook mee met protestacties en sprak je uit tegen samenwerking tussen de UvA en de fossiele industrie. Hoe zorg je dat je eigen politieke overtuigingen niet aan de haal gaan met je promotieonderzoek?

‘Het klopt dat ik problemen niet alleen bekijk vanuit de ivoren toren van de wetenschap, ik maak zelf ook onderdeel uit van de maatschappij. In mijn proefschrift heb ik geprobeerd filosofische begrippen en politieke verantwoordelijkheid helder te krijgen. Mijn conclusie – dat burgerlijke ongehoorzaamheid in klimaatverandering rechtvaardig is en een deel van de mensen er zelfs toe verplicht is – volgt uit een analyse van de geschiedenis van burgerlijke ongehoorzaamheid en sluit aan bij het werk van vele andere academici. Die conclusie heb ik niet vooraf gepland, sterker nog, toen ik begon aan mijn proefschrift bestond Extinction Rebellion (XR) nog niet eens.’

Folia: komen de A12-blokkades voor het klimaat in het rijtje te staan van Gandhi en Martin Luther King?

‘Dat is lastig te voorspellen, wat ik wel kan zeggen is dat klimaatprotesten verschillen van de beroemde protestvoorbeelden uit de geschiedenis. Niet alleen is klimaatverandering een wereldwijd en intergenerationeel probleem, ook is er minder makkelijk tegenop te treden. In het geval van Martin Luther King waren er wetten die overtreden konden worden – de racistische scheiding in het openbaar vervoer was wettelijk vastgelegd en dié regels konden mensen overtreden. In het geval van het klimaat ligt dat anders: er bestaat geen anti-klimaatwet. En dus is er geen directe vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid bij klimaat maar eerder van een indirecte vorm, zoals de verkeersregels overtreden.’

***

Voor het gehele interview van Sija van den Beukel, zie hier.

***