Door Udo Pollmer.

Vertaling Piet van Veghel.

Volgens de statistieken is het energieverbruik van de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie niet erg hoog vergeleken met andere sectoren. Als we echter naar de hele productieketen kijken, is de energiebehoefte aanzienlijk. Niet alleen molens, zuivelfabrieken en koelhuizen voor vis, vlees en fruit hebben energie nodig, maar ook de productie van stikstofmeststoffen, maaidorsers en veevoer.

Net als voedsel worden landbouwgrondstoffen wereldwijd verhandeld, dat wil zeggen getransporteerd. Frietkramen, kantinekeukens en porseleinfabrieken hebben ook elektriciteit nodig. Zonder energie voor de landbouw en de voedselindustrie lijden mensen honger. Udo Pollmer laat een frisse wind waaien door de mist in de media over energiebeleid.

Dit is het eerste artikel van een vijf-luik.

Energie Deel 1

Er waart een spook door Duitsland

Brotzeit/ mei 2024

Udo Pollmer

We hebben slimme oplossingen nodig. Bijvoorbeeld voor de benodigde energie om voedsel te produceren en te bereiden. Door ons spijsverteringskanaal kunnen wij mensen maar beperkt leven van natuurlijk voedsel en we kunnen niet zoals de ooievaar een muis levend en wel naar binnen schrokken. Maar waar halen we deze energie vandaan met het oog op de uitfasering van kernenergie? De uitfasering is bedoeld om een einde te maken aan een zogenaamde “risicovolle technologie” die afval produceert dat honderdduizenden jaren blijft stralen en de mensheid voor eeuwig bedreigt.

Foto: Shutterstrock.

Zelfs de naam “Fukushima” veroorzaakt afschuw in het verre Duitsland. Volgens onze kwaliteitsmedia heeft de “kernramp” circa 20.000 levens gekost.1 Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Een verre lichtflits uit Japan bezegelde het lot van de eens zo machtige kernenergie-industrie in Duitsland.

Maar de 20.000 doden waren allemaal slachtoffers van de zeebeving, waarvan de vloedgolf tot 40 meter hoog was en alles eronder bedolf. In de centrale was de tsunami nog 15 meter hoog, waardoor een deel van de centrale werd vernietigd. Gelukkig vielen er geen dodelijke slachtoffers door straling, hoewel één geval van longkanker in verband is gebracht met de ramp. Daarnaast verspreiden onze media het nieuws dat het aantal schildkliertumoren bij kinderen met een factor 15 is toegenomen, maar in Japan weten ze daar niets van.2

De gevaarlijke reus uit het populaire duitse kinderboek Jim Knopf und Lukas der Lokomotivführer blijkt naarmate hij dichterbij komt, een namaakreus te zijn en ook nog eens een vriendelijke leeftijdgenoot. Laten we, voordat we toegeven aan het gevoel van uitzichtloosheid, proberen het gevaar recht in de ogen te kijken. Misschien vervaagt het bedreigende uiterlijk ervan naarmate we het onbevangener tegemoet treden?

Bestraalde sardines, bestraalde hoofden

“Fukushima bestraalt de wereldzeeën”, gonsde het op internet. Deze zijn gedoemd om vernietigd te worden, omdat de opvangbekkens van de beschadigde centrale nu geleegd moeten worden.3 In deze bekkens werd het zeewater opgevangen dat gebruikt werd om de vernietigde reactoren en brandstofelementen te koelen. Meer dan een miljoen ton vervuild water bedreigt nu het leven in de oceaan. De eerste waarschuwingssignalen waren dode sardines die waren aangespoeld op de kust van Hokkaido.4

Nu is het niets bijzonders wanneer dode sardines daar aanspoelen en zelfs bevroren. Niet omdat ze als diepvrieswaren van een vissersboot zijn gevallen, maar omdat de zee daar soms onverwachts koud wordt. Deze vissen overleven dit niet. Aan land gespoeld kunnen ze in de winter bevriezen. Het oudste rapport dat ik vond was uit 1939 – de dode sardines lagen twee meter hoog als drijfhout langs de kust.5 Tientallen jaren vóór Fukushima.

Besmet was vooral Duitsland – door propaganda. Voor Fukushima is het eenvoudig om aan de hand van de splijtstofstaven in de getroffen reactoren te berekenen dat daar ruim 250 ton uranium lag. Maar omdat uraniumdioxide nauwelijks oplosbaar is in water (in tegenstelling tot het gemakkelijk oplosbare cesium), is slechts een fractie daarvan, waarschijnlijk een paar kilo, in de Stille Oceaan terechtgekomen. Volgens onze milieudeskundigen zou dit niet alleen de Stille Oceaan besmetten, maar alle oceanen van de wereld. Ter vergelijking: drie jaar voor Fukushima was er een “incident” in de kerncentrale van Tricastin in Zuid-Frankrijk. Er lekte 224 kilo uranium uit in het water. 74 kilo kwam terecht in nabijgelegen wateren.6 Tot op de dag van vandaag is niemand hierin geïnteresseerd.

Er dobbert al meer dan vier miljard ton verweesd uranium – als oplosbaar carbonaat – rond in de zee. Zonder menselijke hulp. Van nature. Dat komt omdat uranium eerstens een natuurlijke stof is die overal in kleine hoeveelheden voorkomt. Omdat de voorraden in de zee vrijwel onuitputtelijk zijn, hebben natuurkundigen voorgesteld om dit element uit zout water te gaan winnen.7 Vergeleken met de vier miljard ton zijn de kleine hoeveelheden uit Japan, ook in het ongunstigste geval, niet erg indrukwekkend. Het leven in zee zal niet vergaan. Maar de “activisten” speculeren op de onwetendheid, hun sympathieke bondgenoot.

De besmetting van de bodem rond Fukushima met uranium is ook niet spectaculair, de isotopen komen nog steeds overeen met het natuurlijke voorkomen.8 Brisant was echter het stof dat tijdens het ongeluk ontsnapte. Het bevatte “hete deeltjes” met cesium, soms ook met uranium en plutonium. Als ze worden ingeademd, kunnen ze aanzienlijke schade aan de longen veroorzaken.9-12

Kankersterfte door fotonen

Nu bevonden zich in de reactor in Fukushima ook MOX-splijtstofelementen, d.w.z. splijtstofelementen die plutonium bevatten. Daar valt principeel niet mee te spotten. Gelukkig was de hoeveelheid die ontsnapte slechts een 10.000ste van wat er in Tsjernobyl in het milieu terechtkwam. In de zee bij Fukushima kon geen besmetting met plutonium worden gedetecteerd.10,13,14 Er zijn echter wel sporen te verwachten in het vervalreservoir, samen met andere ongewenste splijtingsproducten. In totaal zijn dat er 64, waarvan er al veel zijn vervallen.

Desalniettemin werd het water uit Fukushima gezuiverd om alle radionucliden te verwijderen, afgezien van de koolstofisotoop 14-C en tritium. In de natuur ontstaan beide in de bovenste atmosfeer door kosmische straling en bereiken de aarde en het zeeoppervlak via regen. Daar tritium een variant van waterstof is, dus met luchtzuurstof H2O of water, laten watermoleculen met tritium zich nauwelijks scheiden van normaal water.

Tritiumstraling is erg zwak: in water wordt de ß-straling al na een paar duizendste millimeter tegengehouden; het kan ook niet door de bovenste lagen van de huid dringen. Het komt het lichaam binnen bij het drinken van kraanwater of mineraalwater. Omdat het een bestanddeel van watermoleculen is, hoopt het zich niet op, zelfs niet in zeevis, omdat water zich niet ophoopt. De EU drinkwaterrichtlijn 98/83/EC stelt een bovengrens van 100 becquerel tritium per liter. In het afvalwater van Fukushima is de limiet 1.500 Bq/liter. Deze waarde is weer lager dan de WHO-limiet van 10.000 Bq/liter.15

In zeer hoge doses kan tritium problematisch worden. Als er grote hoeveelheden vrijkomen in het milieu, wordt het door planten via fotosynthese opgenomen in organische moleculen, die kunnen worden opgenomen wanneer ze worden gegeten.16 Om het risico te categoriseren: De bovengrondse kernproeven rond 1963 voegden nog eens 550 kilo tritium van kosmische oorsprong toe aan de globale 4 kilo. Sindsdien zijn er aanzienlijke hoeveelheden vrijgekomen uit kerncentrales en opwerkingsfabrieken.15,17 Een van de gebruikers van tritium is het leger, omdat het gebruikt kan worden om de destructieve kracht van kernwapens te vergroten.18

Foto: Shutterstock.

Op Internet zijn de “activisten” niet te stoppen, daar besmet het tritium uit Fukushima de wereldzeeën. Degenen die niet weten wat een oceaan is, zijn onder de indruk van de “1,3 miljard liter” water in het retentiebekken – in plaats van zich af te vragen hoeveel kilo van de gevaarlijke stof er in die miljarden liters zit! In totaal zit er maar 2,2 gram tritium in. Daarvan zal jaarlijks 62 milligram in de Stille Oceaan terechtkomen.19 Nou en?

Hoe klein het risico van het gezuiverde afvalwater in Fukushima ook is, op veel redacties leidt het ofwel tot het einde van de wereld of nog erger tot kanker: “Zelfs de kleinst mogelijke dosis, een foton dat door een celkern gaat, herbergt een risico op kanker”, bazuinde Deutsche Welle de wereld rond.20 Naast tritium zitten er waarschijnlijk ook fotonen in het water – hoe verschrikkelijk! Fotonen zijn in de volksmond bekend als “licht”. Een foton is de kleinste fysische eenheid – veel te zwak om met het blote oog waargenomen te worden. De zon, onze centrale fotonzender, verschroeit zelfs het water in Fukushima! Alleen in de duisternis van de diepzee zijn vissen veilig voor huidkanker.

“Zuid-Korea wil voor een wereldtribunaal actie ondernemen tegen het lozen van water uit Fukushima”, melden de beschermers van de wereldoceanen.4 Maa wat moeten “wereldtribunalen” doen tegen een “lozing van water”? Voor een betere toekomst voor onze kinderen? Niets natuurlijk. Maar de bedrijven hebben het begrepen. Als ze “doneren”, raken ze op miraculeuze wijze uit de publieke vuurlinie, of ze nu energieleveranciers zijn of gummibeertjesfabrikanten. Een bedrijfsprincipe dat even onopvallend als lucratief is, het zou door de maffia uitgevonden kunnen zijn.

Oceanen: waar blijft het uranium?

Het “radioactief” besmetten van een oceaan is niet zo eenvoudig omdat de belangrijkste vervuilers zoals cesium of uranium veel zwaarder zijn dan water. Dit betekent dat de meeste van deze verbindingen de neiging hebben om naar de bodem te zinken. De kunstmatige cesiumisotoop137 uit Tsjernobyl wordt niet meer aan de oppervlakte gevonden in de sedimenten van de Oostzee, maar is tot 8 cm diep in de zeebodem gezonken. Vooral in zanderige onderlagen gedraagt het zich als goud in een rivier. De sterk verhoogde cesiumniveaus in de Duitse Bocht (Noordzee) waren een paar maanden na Tsjernobyl ook weer binnen normale grenzen. Ze daalden van 1.100 Bq/m³ naar 2 Bq/m³.21

Foto: Shutterstock.

Dit is de reden waarom er vóór Fukushima geen radioactiviteit werd aangetroffen in vissen, behalve in vissen die op de zeebodem of op riffen leven en daar foerageren, zoals roggen.22,23 Er was ook geen ophoping van cesium 134 & 137 in dieren aan het einde van de voedselketen, zoals haaien, zeeschildpadden of walvissen.24

Waarom is het zeewater dan niet vrij van elementen zoals uranium, als deze genoeg tijd hebben gehad om onder te duiken? Simpelweg omdat er voortdurend nieuw uranium (en andere zware metalen) in zee spoelt door de verwering van rotsen. In zeewater is uranium in evenwicht met het gehalte in de oceaankorst.

Omdat uranium een van de zwaarste elementen is, kan worden aangenomen dat grote delen van het uranium op aarde naar de aardkern zijn gezonken toen de aardbol nog gesmolten was. Naast thorium en kalium-40 is uranium een van de belangrijkste producenten van geothermische energie, die voortdurend wordt “aangevuld” door radioactief verval. Dit betekent dat geothermische energie uiteindelijk ook gebruik maakt van kernenergie.25

De exorbitante cesiumniveaus in Beierse everzwijnen (tot 15.000 Bq/kg) zijn vandaag nog even hoog als 30 jaar geleden, hoewel volgens de wetten van radioactief verval de helft ervan al verdwenen zou moeten zijn. De reden: wilde zwijnen eten graag hertentruffels en hun diepe mycelium zuigt het 60 jaar oude cesium van de kernwapentests uit de grond. Het cesium uit Tsjernobyl volgt langzaam, zodat de niveaus in wilde zwijnen nog een tijdje hoog zullen blijven.26,27

Fukushima: een geluk bij een ongeluk voor propaganda

De stralingsblootstelling van vandaag verbleekt in vergelijking met de ontelbare radioactieve wolken die in de jaren 1960 om de haverklap over de wereld trokken. Tsjernobyl was slechts een weerlichtje en Fukushima slechts een fakkel vergeleken met de 2000 kernwapenproeven, waarvan de meeste bovengronds plaatsvonden.28 Destijds was de blootstelling van de bevolking aan radionucliden zo groot dat zelfs nu nog het geboortejaar van degenen die tussen 1950 en 1965 zijn geboren, kan worden herkend aan de resten in hun botten en tanden.29,30

Wie meent, dat Japan beschuldigd moet worden van het “radioactief vervuilen van de zee” zou eens een kijkje moeten nemen bij onze opwerkingsfabrieken in La Hague en Sellafield. La Hague spoelt jaarlijks 150.000 ton besmet afvalwater het Kanaal in, Sellafield meer dan 3 miljoen ton in de Ierse Zee. De besmetting met strontium-90 en plutonium 239 & 240 was daar hoger dan in welke andere zee dan ook.31 Alleen al in 1975 kwam er bij Sellafield evenveel cesium in de Noordzee terecht als later bij de ramp in Tsjernobyl in de Baltische Zee.32 Op hun hoogtepunt loosden beide centrales elk jaar enkele kilo’s van de kunstmatige uraniumisotoop 236 met een halveringstijd van meer dan 20 miljoen jaar in zee.33 Omdat het afvalwater van de centrales nu wordt gereinigd, is de lozing nu veel lager. De vraag blijft: waar is het spul nu, aangezien het niet in lucht oplost?

Dan is er nog al het kernafval dat tot 1994 in zee werd gedumpt, naar verluidt in totaal 200.000 vaten.34 Neemt men Becquerel als maatstaf, dan is volgens het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA), het Verenigd Koninkrijk de ergste kandidaat wanneer het gaat om de Atlantische Oceaan te gebruiken als dumpplaats, gevolgd door Zwitserland en de VS.35 In de Europese wateren zijn de oude vaten al aan het doorroesten – zoals residu-analyses van vissen hebben aangetoond.36

Er is ook veel radioactiviteit door het gebruik van ruwe olie. Olie- en gaswinning in zee draagt bij aan – en ik citeer het Instituut voor Visserij-ecologie in Hamburg – “een aanzienlijke verontreiniging van de Noordzee”.37 Vooral radium en polonium zitten in de olie- en gasafzettingen.38 Nu zitten die in vis – maar niet in de Stille Oceaan voor de Japanse oostkust, maar bij ons voor de deur. In plaats van campagne te voeren tegen Fukushima, zouden we ons beter zorgen maken over ons eigen kernafval, ongeacht de bron.

De kerk in het midden laten

Voor de Tweede Wereldoorlog was uranium populair voor het maken van glaswerk en servies in felgele, rode en groene kleuren. Tijdens de oorlog werd het civiele gebruik beperkt ten gunste van de ontwikkeling van kernwapens. Het giftige servies bleef echter nog lange tijd in gebruik en de hoeveelheden uranium die mensen met hun voedsel binnenkregen waren aanzienlijk.39

Decennialang werd uranium niet alleen gewonnen uit ertsen, maar ook uit rotsfosfaten. Nadat de prijs op de wereldmarkt was gedaald, bijvoorbeeld na de val van de Sovjetunie toen er een overvloed aan uranium op de markt kwam, was het niet langer de moeite waard om het element te winnen. Als gevolg daarvan bemestten boeren en hobbytuinders hun land met uraniumhoudend fosfaat, wat een jaarlijkse aanvoer betekende van tot wel 20 g uranium per hectare.40,41 Sinds 2020 is de prijs van het giftige element weer aan het stijgen, zodat het waarschijnlijk weer rendabel wordt om het uit rotsfosfaten te gaan halen.

Maar dit alles interesseert “activisten” niet. Ze vechten verbeten tegen alles wat in Fukushima in zee zou kunnen stromen en in hun gedachtenwereld lieve dwergvinvissen, lekkere sardientjes en fraaie zeesterren zou kunnen besmetten. Met het oog op de vier miljard ton uranium in de wereldzeeën zouden ze in paniek moeten raken, de vissen snel op het droge moeten brengen, het “stralende zware metaal” uit het water filteren en de zeebodem schoonmaken. Dan naspoelen met vers leidingwater, de vissen in het water zetten en niet vergeten zout toe te voegen, maar spaarzaam alsjeblieft. Waar laten we de 4.000.000.000 ton zee-uranium waaronder half Duitsland begraven ligt als onder een enorme stortplaats? In jutezakken met het opschrft “Kernenergie nee bedankt!” scheppen en bij het restafval doen?

Stralende chips

Laten we, om het risico van langlevende radionucliden te categoriseren, het eens vergelijken met het stralingsgevaar dat mensen vormen door hun biologische bestaan. Alleen al het kalium-40-gehalte van een volwassene zendt vele duizenden becquerel straling uit. Naast γ-stralen zendt de isotoop vooral ß-stralen uit.42 Volgens het Duitse centrum voor kankeronderzoek in Heidelberg kunnen “bètastralers weefsel in het lichaam beschadigen en op lange termijn kanker veroorzaken.”43 Toch is kalium-40 een echte natuurlijke stof en op geen enkele manier het resultaat van menselijke activiteit.

Hoe komt deze radionuclide in ons lichaam? Via het voedsel. In kringen van voedingsdeskundigen wordt het mineraal echter als “alkalisch” en “gezond” beschouwd. De “Kliniek voor voedingsgeneeskunde” van de Technische Universiteit van München presenteert haar relevante expertise op het internet: “Noten, groenten, aardappelen, bananen en volkorenproducten zijn bijzonder rijk aan kalium”. Verder staat er: “Sterk bewerkte voedingsmiddelen bevatten daarentegen weinig kalium”. Dus waar categoriseert de kliniek chips? Mis! Volgens de kliniek bevatten chips meer kalium dan noten, groenten en volkoren granen. De aardappelschijfjes zijn immers zwaar bewerkt, d.w.z. gefrituurd tot ze knapperig zijn om het water te verwijderen. Proberen om het kaliumgehalte te bepalen aan de hand van de “mate van verwerking” doet sterke twijfels rijzen over de competentie.44

Verkoold met steenkool

En niet te vergeten uranium uit elektriciteitscentrales. Niet uit kerncentrales, maar uit kolencentrales. “In de loop der jaren is herhaaldelijk bevestigd,” aldus de World Nuclear Association, “dat kolengestookte centrales meer radioactiviteit in het milieu hebben uitgestoten dan er in de hele splijtstofcyclus is vrijgekomen.”45 Nog in 2008 wees de nucleair-kritische Bund für Naturschutz Deutschland (BUND) erop: “Wereldwijd worden bruinkool- en steenkoolcentrales, naast kerncentrales beschouwd als de grootste bron van radioactieve besmetting van het milieu.”46

Steenkool bevat inderdaad radionucliden zoals uranium, thorium en radium. Aangezien er wereldwijd jaarlijks ongeveer 8 miljard ton steenkool wordt verbrand om elektriciteit op te wekken, wordt de totale uitstoot geschat op 10.000 ton uranium en 25.000 ton thorium. Ter vergelijking: een kerncentrale van 1000 megawatt produceert jaarlijks ongeveer 27 ton gebruikte brandstofelementen. Een kolengestookte centrale met hetzelfde vermogen produceert 270.000 tot 400.000 ton as vol verontreinigende stoffen.47,48 Er wordt geschat dat vliegas tot 100 keer meer straling afgeeft dan een kerncentrale met hetzelfde vermogen.94-15

Udo Pollmer.

Hoewel steenkool wordt beschouwd als de “vuilste” energiebron,52 is de uitstoot in de loop van de decennia aanzienlijk verminderd dankzij technologieën voor het reinigen van uitlaatgassen.53 Nu moet het filterstof veilig worden opgeslagen. Bijvoorbeeld door ze toe te voegen aan beton of asfalt; het risico voor de burgers is naar verluid onbekend.54 Sommige isotopen worden gasvormig tijdens de verbranding en ontsnappen via de schoorsteen in het milieu, met name radon, waarvan de bijdrage waarschijnlijk meerdere ordes van grootte onderschat is.54 Daarnaast zijn er nucliden zoals 209-lood en het “supergif” 210-polonium.55

In de strijd tegen het gevaar van radioactieve besmetting door kernenergie heeft Duitsland zijn oude kolencentrales gereactiveerd. Wie zijn fairtradekoffie zet, zou dienen te beseffen, dat de elektriciteit wellicht wordt opgewekt door een bruinkoolcentrale die onlangs uit de mottenballen werd gehaald. Zelfs wanneer er rookgasfilters geplaatst worden, blijven deze centrales een puinhoop voor het milieu door hun slechte efficiëntie. De energietransitie in Duitsland heeft zijn prijs.

Literatuur

01) Weß L: 20.000 Strahlentote in Deutschland. Salonkolumnisten 13. März 2021

02) Nakaya T et al: Revisiting the geographical distribution of thyroid cancer incidence in Fukushima prefecture: analysis of data from the second- and third-round thyroid ultrasound examination. Journal of Epidemiology 2022; 32 (Suppl 12): S76-S83

03) Anon: Fukushima verstrahlt die Weltmeere: Radioaktive Nahrung selbst in den USA schon über den Grenzwerten! Trends der Zukunft, online 14. Okt. 2013

04) Schreier D: Fukushima und unser radioaktiver Ozean! Schon wieder tote Fische an der Küste von Hokkaido angeschwemmt. Netzfrauen.org 6. Feb. 2022

05) Radovich J: Relationships of some marine organisms of the Northeast Pacific to water temperatures particularly during 1957 through 1959. UC San Diego Fish Bulletin 1961 No. 112

06) Anon: Sicherheitsmängel: Aufsichtsbehörde schließt französische Atomanlage. Spiegel.de vom 11. Juli 2008

07) Chen D et al: Self-standing porous aromatic framework electrodes for efficient electrochemical uranium extraction. ACS Central Science 2023; 9: 2326−2332

08) Murugan R et al: Measurement of uranium isotope ratios in Fukushima-accident contaminated soil samples using multi collector inductively coupled plasma mass spectrometry. Journal of Environmental Radioactivity 2021; 232: e106568

09) Kaltofen M, Gundersen A: Radioactively-hot particles detected in dusts and soils from Northern Japan by combination of gamma spectrometry, autoradiography, and SEM/EDS analysis and implications in radiation risk assessment. Science of the Total Environment 2017; 607-608: 1065-1072

10) Wu J et al: Distributions and impacts of plutonium in the environment originating from the Fukushima Daiichi Nuclear Power Plant accident: an overview of a decade of studies. Journal of Environmental Radioactivity 2022; 248: e106884

11) Kurihara E et al: Particulate plutonium released from the Fukushima Daiichi meltdowns. Science of The Total Environment 2020; 743: e140539

12) Ochai A et al: Uranium dioxides and debris fragments released to the Environment with cesium-rich microparticles from Fukushima Daiichi Nuclear Power Plant. Environmental Science & Technology 2018; 52: 2586-2594

13) Hain K et al: Plutonium isotopes (239-241Pu) dissolved in Pacific Ocean waters detected by accelerator mass spectrometry: no effects of the Fukushima accident observed. Environmental Science & Technology 2017; 51: 2031-2037

14) Wendel CCS et al: No Fukushima Dai-ichi derived plutonium signal in marine sediments collected 1.5–57 km from the reactors. Applied Radiation and Isotopes 2017; 129: 180-184

15) Smith J et al: The risks of radioactive wastewater release. Science 2023; 382: 31-33

16) Pettitt E et al: Historical record of tritium from tree cores at the Savannah River Site. Environmental Science: Process Impacts 2022; 24: 1144-1151

17) Laszlo E et al: Estimation of the solar-induced natural variability of the tritium concentration of precipitation in the Northern and Southern Hemisphere. Atmospheric Environment 2020; 233: e117605

18) Alvarez R: ‘Exploring Tritium’s Danger’: a book review. Bulletin of the Atomic Scientists 26. June 2023

19) Beck HP: Fukushima tritiated water release – What is the polemic all about? ArXiv:2309.07083v3; 10. Oct 2023

20) Schauenberg T: Atommüll und Fukushima: Endlager Meer. Deutsche Welle vom 11. März 2021

21) Herrmann J, Schmied S: Radioaktive Stoffe in Nord- und Ostsee. Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz, Bau- und Reaktorsicherheit (Hrsg): Umweltradioaktivität in der Bundesrepublik Deutschland. Bonn 2015: 50-54

22) Nies H: Fukushima Daiichi: Eintrag radioaktiver Stoffe ins Meer. Nachrichten aus der Chemie 2015; 63: 525-531

23) Little MP et al: Measurement of Fukushima-related radioactive contamination in aquatic species. PNAS 2016; 113: 3720-3721

24) Madigan DJ et al: Assessing Fukushima-derived radiocesium in migratory pacific predators. Environmental Science & Technology 2017; 51: 8962-8971

25) Zahoransky R et al: Geothermie. In: Zahoransky R (eds) Energietechnik. Vieweg+Teubner 2010; 350–367

26) Feng B, Steinhauser G: Das Wildschwein-Paradoxon. Nachrichten aus der Chemie 2023; 71: 56-59

27) Stäger F et al: Disproportionately high contributions of 60 year old weapons-137Cs explain the persistence of radioactive contamination in Bavarian wild boars. Environmental Science & Technology 2023; 57: 13601-13611

28) Kaizer J et al: Sequential scavenging and measurement of seawater radiocesium concentrations and plutonium isotopic ratios offshore Fukushima. Journal of Environmental Radioactivity 2022; 251-252: e106983

29) Kulp JL, Schulert AR: Strontium-90 in man. Science 1962; 136: 619-632

30) Froidevaux P et al: Long-term effects of exposure to low-levels of radioactivity: a retrospective study of 239pu and 90sr from nuclear bomb tests on the Swiss population. Tsvetkov P (Ed) Nuclear Power – Operation, Safety and Environment. Intechopen.com 2011: 305-326

31) Povinec PP: Worldwide marine radioactivity studies (WOMARS): Radionuclide levels in oceans and seas. IAEA-TECDOC-1429, Wien 2005

32) Fievet B et al: Concentration factors and biological half-lives for the dynamic modelling of radionuclide transfers to marine biota in the English Channel. The Science of the Total Environment 2021; 791: e148193

33) Castrillejo M et al: Unravelling 5 decades of anthropogenic 236U discharge from nuclear reprocessing plants. Science of the Total Environment 2020; 717: e137094

34) Cailloce L: Tracking radioactive barrels in the Atlantic. CNRS News 26. April 2022

35) IAEA: Inventory of radioactive waste disposals at sea. IAEA-TECDOC-1105, Wien 1999

36) Kanisch G et al: Entweicht Radioaktivität aus den Abfallfässern im nordostatlantischen Versenkungsgebiet? Informationen für die Fischwirtschaft aus der Fischereiforschung 2003; 50: 24-27

37) Rieth U, Kanisch G: Atomtests, Sellafield, Tschernobyl und die Belastung der Meere. ForschungsReport 2011; H.1: 31-34

38) Summerlin J, Prichard HM: Radiological health implications of lead-210 and polonium-210 accumulations in LPG refineries. American Industrial Hygiene Association Journal 1985; 46: 202-205

39) Sheets RW, Turpen SL: Release of uranium and emission of radiation from uranium-glazed dinnerware. Journal of Radioanalytical and Nuclear Chemistry 1998; 235: 167-171

40) Kratz S, Schnug E: Schwermetalle in P-Düngern. Landbauforschung Völkenrode 2005; Sonderheft 286: 37-45

41) Römer W et al: U-238, U-235, Th-232 und Ra-226 in einigen ausgewählten Rohphosphaten, Phosphatdüngern, Boden- sowie Pflanzenproben aus einem P-Düngungsversuch. Journal für Kulturpflanzen 2010; 62: 200–210

42) Jaeck A: K-40. Daten und Eigenschaften des Isotops K-40. Internetchemie.info 4. Dez. 2023

43) DKFZ – Krebsinformationsdienst: Radioaktivität und Strahlung: Quellen, Risiken, Nutzen. Herausgeber: Deutsches Krebsforschungszentrum 21. März 2018

44) Hauner H: Kaliumarme Ernährung. Klinik für Ernährungsmedizin, Juni 2010

45) Anon: Naturally-occurring radioactive materials (NORM). World Nuclear Association, April 2020

46) Jansen D: Radioaktivität aus Kohlekraftwerken. BUND Hintergrund November 2008

47) Abu Darda S et al: A comprehensive review on radioactive waste cycle from generation to disposal. Journal of Radioanalytical and Nuclear Chemistry 2021; 329: 15–31

48) Anon: Radioactive waste Management. World Nuclear Association, updated Oct. 2015

49) Hvistendahl M: Coal ash is more radioactive than nuclear waste. Scientific American 2007, 13. Dec.

50) Norasalva Z et al: Radiological impact from airborne routine discharges of coal-fired power plant. Research and Development Seminar 2010, Malaysia

51) Purevsuren B, Kim J: Public health effects of radioactive airborne effluents from nuclear and coal-fired power plant. Science and Technology of Nuclear Installations 2021; e6685385

52) Gabbard A: Coal combustion: nuclear resource or danger. Oak Ridge National Laboratory Review 1993; 26: 3-4

53) Zeevaert T et al: The radiological impact from airborne routine discharges of a modern coal-fired power plant. Journal of Environmental Radioactivity 2006; 85: 1-22

54) Papastefanou C: Escaping radioactivity from coal-fired power plants (CPPs) due to coal burning and the associated hazards: a review. Journal of Environmental Radioactivity 2010; 101: 191-200

55) Krylov DA: Radiation hazard stemming from coal-fired thermal power stations for population and production personnel. Thermal Engineering 2009; 56: 566-569

***

Bron hier.

***