Lucas Bergkamp.

Van een onzer correspondenten.

Organisaties als Urgenda en Milieudefensie vertegenwoordigden in hun klimaatzaken slechts hun leden en sympathisanten, maar werden door de rechter toch ‘voldoende representatief’ bevonden om beleid te kunnen afdwingen dat álle burgers raakt. Maar als het gaat om algemeen beleid, is in Nederland alleen de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging – de Tweede Kamer dus – ‘voldoende representatief’. Dat schrijft mr. Lucas Bergkamp in Wynia’s Week.

Het Klimaatakkoord van Parijs (2015) kent geen verbindende plicht voor anderhalve graad Celsius.

Is het dan niet zo dat dat de overheid dankzij het procedeerprivilege kan worden gedwongen zich ‘aan de eigen regels te houden’? Nee, dat is een drogredenering. In bijvoorbeeld de klimaatzaken die Urgenda en Milieudefensie voerden, toverde de rechter een volledig nieuw recht uit de hoge hoed.

Dat noemen juristen ‘rechtsvinding’. Er zou een ‘recht op een veilig klimaat’ (sic) bestaan en zelfs een

‘recht op een maximale stijging van de gemiddelde wereldwijde atmosferische temperatuur van niet meer dan anderhalve graad Celsius, waarbij het resterende koolstofbudget naar rato van recente emissies wordt verdeeld’.

Hoewel zelfs het Klimaatakkoord van Parijs (2015) geen verbindende plicht kent voor die anderhalve graad Celsius, en ook niet rept over een ‘koolstofbudget’, laat staan over de verdeling ervan. Zo corrigeerde de ‘verlichte’ rechterlijke macht de wetgever en daarmee het volk. Op die manier ondermijnt het procedeerprivilege de democratische rechtsstaat van binnenuit.

***

Voor het gehele artikel, zie hier.

***