Van een onzer correspondenten.

De provincie Utrecht houdt de deur op een kier voor kernenergie. Ze sluit niet uit dat kleine kernreactors in de toekomst onderdeel kunnen zijn van de mix aan energiebronnen die huishoudens, bedrijven en organisaties gaat voorzien van stroom en warmte, zo schrijft het AD. Maar tegelijkertijd zijn er voor de eventuele bouw daarvan nog veel onzekerheden.

Het is niet voor het eerst dat kernenergie ter sprake komt. In 2020 lieten de VVD in De Bilt en de lokale partij Beter De Bilt bijvoorbeeld nog een proefballon op met de boodschap: een kleine kerncentrale levert net zo veel energie als 150 windmolens.

Vooralsnog gaat de discussie vooral over windenergie, waarop de provincie momenteel vol inzet.

Nu benoemt het provinciebestuur die vorm van energie opnieuw in haar Energievisie, waarin ze elke vier jaar de actuele situatie schetst, om uiteindelijk in 2040 tot een klimaatneutrale energievoorziening te komen en uiterlijk in 2050 tot een klimaatneutrale provincie.

Uitgangspunt is dat elektriciteit in de eerste plaats wordt gehaald uit zon en wind, aangevuld met opslagmogelijkheden zoals batterijen en voertuigaccu’s. Voor warmte wordt onder meer gekeken naar de ontwikkeling van warmtenetten, gevoed door bronnen zoals aquathermie (warmte uit water) en geothermie (warmte uit de grond). Waterstof wordt gezien als een kansrijke bron voor industrie en vervoer.

Van zo’n twaalf extra turbines wil de provincie Utrecht nu zelf werk maken.

In die energiemix zou het ‘in potentie mogelijk zijn om met kleine modulaire kernreactoren in de provincie Utrecht elektriciteit (en warmte) op te wekken’, schrijft het provinciebestuur in haar Energievisie.

Tegelijk schetst ze meteen een serie nadelen en onzekerheden. De kleine kernreactoren (ook wel SMR genoemd) die nu in ontwikkeling zijn beloven efficiënt te zijn en tegelijkertijd relatief weinig ruimte in te nemen. Evenwel is ‘het sterk de vraag of er in de provincie een plek te vinden is die ruimtelijk aanvaardbaar is en waar voldoende koelwater beschikbaar is’, merkt de provincie op.

En zelfs met hun beperkte omvang hebben die systemen nog altijd ‘een vermogen dat erg groot is voor het Utrechtse energiesysteem’. Daarnaast is er op dit moment nog veel onduidelijk over de prijs en juridische voorwaarden om zo’n kernreactor te mogen neerzetten.

Vooralsnog gaat de discussie vooral over windenergie, waarop de provincie momenteel vol inzet. De plannen die Utrechtse gemeenten maakten voor de komst van windmolens blijken opgeteld nog onvoldoende om de gezamenlijke energiedoelen te halen, luidde de boodschap in september. Van zo’n twaalf extra turbines wil de provincie Utrecht nu zelf werk maken.

Eind dit jaar moet meer duidelijk worden over keuzes die de provincie dan maakt over locaties waarvan zij denkt dat er toch windmolens zouden moeten komen, hoewel de betreffende gemeente er nog geen werk van heeft gemaakt.

***

Voor het gehele artikel, zie hier.

***