Door Lucas Bergkamp.

Op 12 november heeft het Hof Den Haag uitspraak gedaan in de ‘klimaatzaak van de eeuw’ die Milieudefensie (hierna FoE) in 2019 tegen Shell heeft aangespannen. Milieudefensie eist dat Shell de uitstoot in de gehele keten met minimaal 45% reduceert in 2030. Stichting Mens & Milieu (M&E) heeft zich bij de zaak gevoegd om de belangen van Nederlandse burgers te behartigen.

Het Hof van Beroep was niet onder de indruk van de “go green or go extinct” retoriek van Milieudefensie en verwierp haar claims. Niettemin laat de uitspraak van het Hof van Beroep veel te wensen over en heeft het de dreiging niet weggenomen dat activistische NGO’s klimaatzaken starten om “systeemverandering” te bewerkstelligen, d.w.z. democratie opzij te zetten, burgers ondergeschikt te maken en de economie te vernietigen.

Klimaatwetenschap

Hoewel M&M sterke weerleggingen had gegeven met deskundigenrapporten, nam het Hof van Beroep kritiekloos veel van de feitelijke uitspraken over de urgentie en ernst van het klimaatprobleem over. Daarbij vertrouwde het Hof op de autoriteit van het IPCC en de vermeende “consensus” die uit hun rapporten zou voortvloeien, met name de SPM’s (SMP=Samenvatting voor beleidmakers).

Het Hof nam de IPCC-rapporten niet alleen als onweerlegbaar bewijs, maar kende er ook normatieve kracht aan toe. Zo oordeelde het Hof dat klimaatwetenschappers hebben vastgesteld dat de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 1,5 graad mag stijgen. Daarmee negeerde het Hof, net als de Hoge Raad, dat de wetenschap geen normen kan stellen en dat wetenschappers niet bevoegd zijn om maatschappelijke standaarden te stellen. De wetenschappelijke tendens van de Nederlandse rechtspraak is uiterst zorgelijk en voorspelt weinig goeds voor toekomstige klimaatgerelateerde uitspraken.

Gevaarlijke klimaatverandering

Een voorbeeld hiervan is dat het Hof tot de alarmistische conclusie komt dat “het klimaatprobleem het grootste probleem van onze tijd is” en dat het gevaar van klimaatverandering groot en zelfs “levensbedreigend” is. Op basis van de niet-feitelijke vaststellingen van feiten en verplichte verwijzingen naar het klimaatakkoord van Parijs, het Urgenda-arrest en de Klimaseniorinnen- uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, bevestigde het Hof een recht op bescherming tegen “gevaarlijke klimaatverandering.”

“Bescherming tegen gevaarlijke klimaatverandering,” zegt het Hof, “is een mensenrecht,” zonder enige kanttekeningen of kwalificaties. Het realiseren van dit mensenrecht zal uiteraard ten koste gaan van allerlei andere mensenrechten en belangen, zoals het recht op (of belang in) betrouwbare en betaalbare energie. Onvermijdelijk zal het recht op bescherming tegen “gevaarlijke klimaatverandering” de realisatie van andere “duurzame ontwikkelingsdoelen” schaden. Hoewel M&E dit soort afwegingen uitgebreid had aangekaart, namen de rechters niet de moeite om deze implicaties van klimaatmoraal te behandelen.

Hondenfluitje

Dit nieuwe mensenrecht moet niet alleen door staten worden gerespecteerd, maar ook door grote bedrijven, oordeelde het Hof. In het burgerlijk aansprakelijkheidsrecht vertaalt dit recht zich in een zorgplicht voor bedrijven. Volgens het Hof vereisen de doelstellingen van Parijs maatregelen om de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen en het aanbod van fossiele brandstoffen te beperken. Olie- en gasbedrijven moeten daarom rekening houden met “de negatieve impact op de energietransitie bij het investeren in de productie van fossiele brandstoffen.”

Met deze redenering suggereert het oordeel dat “het redden van het klimaat” sluipende onteigening van olie- en gasbedrijven legitimeert. Dit hondenfluitje ontging de advocaat van FoE niet, die hintte op verdere juridische procedures om de ontwikkeling, uitbreiding en financiering van olie- en gasproductie te voorkomen, verwijzend naar de aanstaande klimaatfinancieringszaak tegen ING, de grootste Nederlandse bank.

Reductiepercentage

FoE verloor de zaak op basis van twee heldere momenten van de rechters. FoE had geëist dat Shell scope 1, 2 en 3 emissies zou verminderen. Met betrekking tot scope 1 en 2 oordeelde het Hof van Beroep dat Shell zich aan dit doel had gecommitteerd en op weg is om het te bereiken, dus die claim werd afgewezen.

Met betrekking tot scope 3-emissies concludeerde het Hof van Beroep dat noch de wet noch de klimaatwetenschap specifieke reductienormen voor een bedrijf als Shell vaststelt. De 45% die FoE aanhaalde, zo oordeelde het Hof, is slechts een “gemiddelde wereldwijde reductie in alle sectoren” die niet van toepassing is op elk land en elke bedrijfssector afzonderlijk. Dit punt was inderdaad goed uitgelegd in de indieningen van M&E bij het Hof.

In dit opzicht fungeert het vonnis als dialoog tussen de rechter en de klimaatbeweging. De klimaatwetenschap weet dus wat er van haar verwacht wordt: stel reductienormen vast voor de olie- en gassector en de rechter (in ieder geval de Nederlandse rechter) zal deze handhaven.

Effectiviteit

Het Hof van Beroep ondermijnde ook de rechtszaak van FoE door te oordelen dat het reductiebevel dat FoE nastreefde, niet effectief zou zijn. Ook dit was uitgebreid uitgelegd in de deskundige meningen van M&E. Zoals het Hof bevestigde, is er geen reden om aan te nemen dat een reductieverplichting die aan een specifiek bedrijf wordt opgelegd, enig positief effect zal hebben: als Shell minder olie en gas verkoopt, zullen andere leveranciers eenvoudigweg zijn plaats innemen en zal elke “klimaatwinst” illusoir zijn.

Progressieve realisatie

In lijn met de mensenrechtentheorie van ‘progressieve realisatie’ wordt het door de rechtbank vastgelegde recht op bescherming tegen ‘gevaarlijke klimaatverandering’ langzaam maar zeker gerealiseerd. Twee stappen vooruit, één stap terug: eerst overheden, dan bedrijven, dan een specifiek reductiepercentage, en dan helemaal geen percentage.

Deze week was het een stap terug, maar het vonnis van de rechtbank in eerste aanleg heeft al effect gehad. Met dat vonnis in handen zijn er veel andere rechtszaken aangespannen en heeft de klimaatbeweging de Europese Unie kunnen overtuigen om bedrijven te verplichten een “klimaattransitieplan” te implementeren in overeenstemming met 1,5 graden. Rechters hebben snel geleerd hoe ze het politieke klimaatspel moeten spelen.

Er is nog steeds sprake van dreiging

Dit is de eerste klimaatuitspraak in Nederland die gunstig is voor burgers die lijden onder de steeds stijgende prijzen van energie en andere producten. De tussenkomst van M&E heeft effect gehad, aangezien het de rechtbank heeft laten zien dat er andere belangen zijn die worden geraakt door dit soort zaken en dat andere geldige perspectieven op de kwesties leiden tot dramatisch andere conclusies. Bovendien, aangezien de belangrijkste redenen voor het afwijzen van de claims van FoE nogal feitelijk van aard zijn, zal het moeilijk zijn om een ​​goede invalshoek te vinden om tegen de uitspraak in beroep te gaan bij de Hoge Raad, die alleen rechtspunten beoordeelt.

Een slag is gewonnen, maar de klimaatoorlog zal voortduren. Activistische NGO’s kunnen nieuwe juridische grondslagen afleiden uit de uitspraak van het Hof voor verdere klimaatzaken.

NGO’s voor het volk

Om te voorkomen dat de democratie opzij wordt gezet en de bevolking ondergeschikt wordt gemaakt aan klimaatactivisten die door de rechterlijke macht worden gesteund, blijven interventies van NGO’s die sympathiek staan ​​tegenover de belangen van burgers essentieel. Er is veel enthousiasme rond dit idee, maar de financiering van de activiteiten blijft de grootste uitdaging.

Lucas Bergkamp.

Al met al is de uitspraak van het Hof van Beroep in Den Haag een belangrijke eerste stap in de richting van het herstellen van rationaliteit en evenwicht in de rechterlijke besluitvorming in klimaatzaken. De afwijzing van de zaak tegen Shell zal een domino-effect hebben op veel andere klimaatzaken over de hele wereld en zou de EU ertoe moeten aanzetten de verplichting voor bedrijven om een ​​klimaattransitieplan te implementeren dat consistent is met 1,5C, te heroverwegen.

In alle klimaatkwesties geldt: “een reis van duizend mijl begint met één stap”, om een ​​Chinees spreekwoord te gebruiken.

Bron hier.

***