Door Hans Labohm

Het klimaatbeleid heeft zich tot in de haarvaten van onze samenleving genesteld. We moeten minder energie verbruiken, meer daarvoor betalen, onze huizen isoleren, warmtepompen installeren, van het gas af, elektrisch gaan autorijden, consuminderen, minder vliegen, minder vlees eten, enz. enz. En dat alles wordt gelegitimeerd door het dominante, officieel gesanctioneerde klimaatnarratief dat grofweg inhoudt dat de door de mens veroorzaakte uitstoot van kooldioxide, door het verstoken van fossiele brandstoffen, de dominante oorzaak is van een alarmerende opwarming van de aarde (eigenlijk atmosfeer), zodanig dat regelmatig van een klimaatcrisis wordt gesproken.

Terzijde: het klimaatbeleid staat op gespannen voet met het traditionele milieubeleid, dat de bescherming van het milieu ten doel stelt. De massale vernietiging van natuur, bossen (boskap voor biomassa en plaatsing van windturbines!), landschapsverrommeling door windmolens en zonne-panelen, het verlies van flora en fauna zijn alle uiterst schadelijk voor het milieu. De stilte van de milieubeweging daarover is oorverdovend..

António Guterres.

Bekend is de uitspraak van VN-Secretaris-Generaal António Guterres:

‘The era of global boiling has arrived.’

Bron: UN News, 27 juli 2023.

In verschillende toonaarden wordt deze dramatische boodschap ook geëchood door vele mainstream media. In ons land door kwaliteitskranten als NRC, De Volkskrant en Trouw – en niet te vergeten de NOS, NPO en vele andere zenders, die welhaast dagelijks een portie klimaatellende over hun lezers, luisteraars en kijkers plegen uit te storten.

Klimaatkritische bijdragen worden door hen in de regel geblokkeerd. En op de TV worden klimaatrealistische commentatoren, zelfs als hun deskundigheid boven elke twijfel is verheven, steevast niet uitgenodigd. Minder deskundige – vaak jongere – onderzoekers, die geen vragen stellen bij het dominante klimaatnarratief, krijgen daarentegen volop podium. Dat is verwonderlijk, zeker gezien het feit dat Nederland beschikt over top-wetenschapsjournalisten zoals Marcel Crok, Arnout Jaspers en Simon Rozendaal, die een kritische instelling hebben en daarover op een voor een breed publiek toegankelijke wijze hun licht kunnen laten schijnen.

Klimaatrealisten zijn geen klimaatontkenners. Zij erkennen het klimaat, alsook klimaatverandering. Immers, die is er altijd geweest zolang de aarde bestaat. Klimaatverandering is de norm. Maar zij zijn er niet van overtuigd dat CO2 van welke oorsprong dan ook – natuurlijke of menselijke – daarin een dominantie rol speelt, hoewel de meeste van hen van mening zijn dat CO2 wel een bescheiden invloed heeft.

Wereldwijd hebben vele eminente wetenschappers – die hoog scoren in de wetenschappelijke rangorde, waaronder Nobelprijswinnaars – zich verzet tegen het dominante klimaatnarratief. Hun stemmen zijn echter nauwelijks hoorbaar in de media. Vele van hen hebben hun kritiek ook moeten bekopen met afwijzing van hun publicaties, opdroging van financiering voor hun onderzoek, uitzichtloze carrièreperspectieven of zelfs ontslag.

De voormalige Tsjechische president, Václav Klaus (een klassiek liberaal, die mij ooit persoonlijk toevertrouwde dat hij de VVD nogal links vond, maar dat terzijde), formuleerde het eens als volgt in de titel van zijn boek:

‘Wat wordt bedreigd? Het klimaat of de vrijheid?’

Opvallend is dat in onze samenleving – en westerse samenlevingen in het algemeen – over alles en nog wat – soms heftige – discussies plaatsvinden. Maar ‘klimaat’ vormt daarop een uitzondering. De alarmistische klimaatopvatting heeft de status van een welhaast religieus dogma gekregen waaraan niet meer mag worden getornd.

Hoe zou dat toch komen? Zou het te maken kunnen hebben met het opvullen van het vacuüm dat het terreinverlies van de traditionele godsdiensten heeft achtergelaten?

Klimaatconsensus?

Uitgangspunt dient de wetenschappelijke methode te zijn, die Richard Feynman (1918-88), theoretisch natuurkundige en Nobelprijswinnaar, in 1965 als volgt definieerde:

Het maakt niet uit hoe mooi je theorie is, het maakt niet uit hoe slim je bent. Als het niet overeenkomt met waarnemingen, is het fout”

Zie hier.

Zoals de Fransen zeggen:

Du choc des opinions jaillit la vérité.”

Dit geldt ook voor de wetenschap. Zonder open en vrije discussie is wetenschappelijke vooruitgang ten dode opgeschreven. Door de greep van de politiek op de klimaatwetenschap geldt dit de laatste tijd in het bijzonder voor het klimaatthema.

Vaak wordt er naar verwezen dat er een consensus (van wel 97% procent van alle klimaatwetenschappers) zou bestaan ten aanzien van het dominante klimaatnarratief. Maar de wijze waarop deze telling tot stand is gekomen, is sterk bekritiseerd. Herberekening leverde slechts minder dan één procent op. (Bron: Marcel Crok. Cook’s survey not only meaningless but also misleading. De Staat van het klimaat.)

Belangrijker is echter dat ‘consensus’ – hoewel vaak wenselijk op politiek gebied – geen onderdeel vormt van de wetenschappelijke methode. Daar prevaleert bewijs! En geen van de wetenschappers die de AGW-hypothese (AGW=Ánthropogenic Global Warming) aanhangen, hebben daarvan ooit het bewijs geleverd.

Beroemde citaten van Michael Crighton daarover zijn:

‘Let’s be clear: the work of science has nothing whatever to do with consensus. Consensus is the business of politics. Science, on the contrary, requires only one investigator who happens to be right, which means that he or she has results that are verifiable by reference to the real world. In science consensus is irrelevant. What is relevant is reproducible results. The greatest scientists in history are great precisely because they broke with the consensus. There is no such thing as consensus science. If it’s consensus, it isn’t science. If it’s science, it isn’t consensus.’

Zie hier.

In dit licht bezien zijn er tal van voorbeelden waar het dominante klimaatnarratief faalt en afwijkt van de waarnemingen. Ik noem er slechts enkele.

De zwarte curve is een reconstructie van van de CO2-concentartie over de afgelopen 600 miljoen jaar. De blauwe curve laat de gemiddelde wereldtemperatuur zien. Opvallend is de afwezigheid van correlatie, hetgeen de afwezigheid van causaliteit impliceert.

Weersextremen

Recentelijk richt de aandacht zich vooral op weersextremen, die tegenwoordig doorgaans worden geframed als onderdeel van klimaatverandering (en impliciet: onze schuld!).

Maar de waarnemingen, zoals vastgelegd in de officiële statistieken van organisaties als de NASA (National Aeronautics and Space Administration}, NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration} en het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) vertellen ons een heel ander verhaal.

Deze laten geen toename van weersextremen zien, zoals hittegolven, hurricanes, overstromingen en droogten … en al helemaal geen verband met CO2, van welke oorsprong dan ook: natuurlijke of menselijke.

En het aantal slachtoffers van weersextremen is de laatste eeuw dramatisch gedaald, als gevolg van betere waarschuwingssystemen en reddingscapaciteit, zoals uit onderstaande grafiek blijkt.

Bron: Lomborg, Bjorn, (2020), Welfare in the 21st century: Increasing development, reducing inequality, the impact of climate change, and the cost of climate policies, Technological Forecasting and Social Change, 156, issue C, number S0040162520304157.

Inmiddels is er zo veel in het wetenschappelijk onderzoek naar het klimaat geïnvesteerd dat mag worden aangenomen dat het officiële klimaatnarratief goed is onderbouwd, nietwaar? Dat blijkt toch niet het geval te zijn.

De Amerikaanse klimatoloog John Christy heeft de toekomstprojecties uit het recente verleden van meer dan honderd klimaatmodellen vergeleken met de later werkelijk gemeten temperaturen. Het bleek dat de overgrote meerderheid van die modellen de temperatuurstijging sterk hadden overschat. Nochtans spelen deze nog steeds een belangrijke rol bij het aanwakkeren van het klimaatalarmisme, zowel in de politiek als de media.

.Bron: J.R. Christy. Testimony for the House Committee on Science, Space and Technology. 29 March, 2017.

Dat de klimaatmodellen geen betrouwbare toekomstprojecties opleveren is overigens geen verrassing … althans behoort het niet te zijn. Immers, in het derde beoordelingsrapport van 2001 stelde het IPCC:

The climate system is a coupled non-linear chaotic system, and therefore the long-term prediction of future climate states is not possible.

Bron: IPCC. Working Group I: The Scientific Basis. Chapter 14. Advancing Our Understanding. AR 2001)

Maar deze op zichzelf juiste constatering is bij het latere werk van het IPCC kennelijk op de een of andere manier verloren gegaan.

Effect van coronacrisis op CO2-concentratie in de atmosfeer

Bron: Le Quéré et al. Nature Climate Change (2020) Global Carbon Project.Bron: NOAA.

De coronacrisis veroorzaakte een sterke dip in de menselijke uitstoot van CO2 als gevolg van de daling van mondiale economische activiteit (bovenste grafiek). Maar deze is niet zichtbaar in de wereldwijde CO2-concentrate in de atmosfeer (onderste grafiek). Als de menselijke uitstoot van CO2 door het verstoken van fossiele brandstoffen, zo’n dominante invloed zou hebben, zou zulks dan ook niet zichtbaar moeten zijn in de totale CO2-concentratie in de atmosfeer?

Kosten/batenanalyse

De politiek was destijds dermate geobsedeerd door de dreiging van van de opwarming van de aarde (eigenlijk de atmosfeer) dat men voor alle zekerheid maar de bij de voorbereiding van nieuw beleid doorgaans gebruikelijke kosten/batenanalyse achterwege heeft gelaten … totdat voormalig klimaatminister Rob Jetten tot ieders ontstentenis in de Tweede Kamer vertelde dat de kosten voor alleen al Nederland 28 miljard euro zouden bedragen. En daar stond dan een theoretisch berekende verminderde opwarming van 0,000036 graden Celsius in 2030 tegenover (een waarde die zó klein is dat deze zelfs met de meest nauwkeurige thermometers niet is te meten).

Dit gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Een dergelijke mededeling zou normaal de genadeklap voor het betrokken beleid hebben betekend. Maar gebiologeerd door de klimaatangst was dat geenszins het geval.

‘Hernieuwbare’ energie

Tot hernieuwbare energie wordt thans voornamelijk wind- en zonne-energie gerekend. Biomassa is inmiddels afgevallen, omdat de CO2-uitstoot daarvan veel groter is dan van fossiele brandstoffen. Weliswaar groeien de opgebrande bomen weer opnieuw … maar pas na tientallen jaren.

Maar hoe hernieuwbaar of duurzaam zijn wind- en zonne-energie? Bij nader inzien zijn zij alles behalve hernieuwbaar en duurzaam … al weer een voorbeeld van propagandistisch taalmisbruik dat we zo vaak tegenkomen als onderdeel van het dominante klimaatnarratief. Immers windturbines en zonnepalen moeten na zo’n twintig jaar worden vervangen. De boven- en ondergrondse constructies dienen milieuvriendelijk te worden opgeruimd. Dat alles, plus de benodigde verzwaarde infrastructuur aan elektriciteitsleidingen, kost enorm veel geld en grondstoffen. Vele deskundigen hebben inmiddels gewezen op de toekomstige schaarste aan benodigde grondstoffen, zoals koper en lithium.

Belangrijker is echter het intermitterend karakter van wind- en zonne-energie. Als de wind niet waait en de zon niet schijnt, leveren zij geen elektriciteit. Maar daaraan bestaat toch behoefte bij industrie en huishoudens. Het fluctuerend karakter van hun productie dient te worden opgevangen door conventionele elektriciteitscentrales. In feite betekent dit parallelle systemen: de conventionele capaciteit voor elektriciteitsopwekking dient in stand te worden gehouden, hetgeen tot een aanzienlijke verhoging van de kosten leidt en in de toekomst nog verder zal leiden.

Daarnaast dient nog de slachting onder vogels, vleermuizen, insecten en zeeleven als ernstige schaduwkant van windenergie te worden genoemd.

Maar het allerbelangrijkste is misschien nog wel dat meestal wordt vergeten dat wind- en zonne-energie overwegend geschikt zijn voor elektriciteitsopwekking. Maar elektriciteit bedraagt slechts ongeveer 20% van ons energieverbruik. Het overgrote deel van ons energieverbruik, 80%, wordt daardoor niet gedekt.

Opslag elektriciteit in accu’s

Voorstanders van windenergie en zonne-energie suggereren dat een of andere vorm van mega-accu’s de overtollige elektriciteitsproductie kan opslaan totdat deze nodig is, en dan zal alles in perfect evenwicht zijn. Maar waarom zullen mega-accu’s het probleem van de natuurlijke intermitterende energievoorziening van wind- en zonne-energie niet kunnen oplossen? .

Allereerst genereren accu’s geen enkele watt aan vermogen en zijn ze nettoverbruikers van elektriciteit tijdens hun laad-/ontlaadfase. Voorts zijn ze waanzinnig duur – in verhouding tot de triviale hoeveelheden energie die ze kunnen opslaan en vrijgeven. Ten slotte zijn ze niet ontworpen om op netniveau te functioneren. In het beste geval worden ze gebruikt om frequentie- en spanningsstoringen in evenwicht te brengen, die grotendeels worden veroorzaakt door de chaotische productie van wind- en zonne-energie.

Dat gaat het dus niet worden.

CO2-afvang

CO2-afvang wordt vaak aangeduid als CCS, de afkorting van Carbon Capture and Storage. Het is een manier om de uitstoot van CO2 te verminderen. Het is een proces in drie stappen, waarbij: de CO2 die wordt geproduceerd door elektriciteitsopwekking of industriële activiteiten, zoals waterstofproductie, staal- of cementproductie, wordt opgevangen; wordt getransporteerd; en vervolgens permanent diep onder de grond wordt opgeslagen.

Het afvangen van CO2 is energie-intensief en zal de hoeveelheid elektriciteit die beschikbaar is door de centrales met zo’n kwart verminderen. CO2-afvang is ook erg duur. Volgens Amerikaans onderzoek bijvoorbeeld zou het aanpassen van een bestaande kolencentrale bijna een miljard dollar kosten. Het aanpassen van alle 148 bestaande kolencentrales in de VS zou een uitgave van ongeveer 146 miljard dollar vergen. Daarmee zou een minuscule opwarming worden voorkomen.

Dat is dus een doodlopende weg.

Elektrische voertuigen

Elektrificatie van het wegvervoer vormt een speerpunt van het klimaatbeleid. Maar hieraan kleven grote nadelen. Elektrische voertuigen zijn schreeuwend duur en voor de meeste mensen onbetaalbaar. Voor wie geen oplaadfaciliteiten aan huis heeft, is het opladen erg onhandig. Hun actieradius is beperkt. Lange vakantiereizen vergen zorgvuldige planning van laadstation naar laadstation en vaak lange wachttijden aan schaarse buitenlandse laadstations. Accu-pakketten kosten een vermogen en moeten regelmatig worden vervangen. Het gevaar van zelfontbranding is niet denkbeeldig, zodanig dat elektrische voertuigen in toenemende mate worden geweerd in parkeergarages. Voor de afvalverwerking van afgedankte accu’s is nog geen bevredigende oplossing in zicht.

Waterstof (H2)

Na de teleurstellende ervaringen met vele onderdelen van het klimaatbeleid, wordt thans waterstof (H2) gepromoot als belofte voor de nabije toekomst. Maar ook deze belofte zal niet worden waar gemaakt. Immers, waterstof is een energiedrager en geen energiebron. Bij de omzetting van primaire energie in waterstof en weer terug in elektriciteit gaat zo’n 60% aan energie verloren. Bovendien zijn de huidige gasleidingen waarschijnlijk niet geschikt voor het transport van waterstof en zullen dus moeten worden vernieuwd. Dat alles zal veel investeringen vergen. Daarnaast is waterstof explosief wanneer het in aanraking komt met lucht.

M.a.w. ook deze vlieger zal niet opgaan.

Recente wetenschappelijke inzichten: verzadiging van de broeikaswerking van CO2, positieve invloed van CO2 op flora en fauna en de invloed van de zon

In de recente klimaatrealistische literatuur heeft het verzadigingseffect van CO2 prominent aandacht gekregen. Erkend wordt dat CO2 als broeikasgas een opwarmend effect heeft, maar dat effect is bescheiden en in toenemende mate verzadigd naarmate de CO2-concentratie daarvan in de atmosfeer – thans zo’n 420 ppm (parts per million) – toeneemt. Verschillende auteurs hebben berekeningen gepresenteerd die als uitkomst hadden dat de gemiddelde wereldtemperatuur nog zo’n één graad Celsius zal toenemen bij een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer. Dat is alle behalve een crisis. Integendeel, per saldo worden daardoor positieve effecten verwacht, in het bijzonder op het gebied van flora en fauna alsmede de landbouwproductie.

Daarnaast is er een groep klimaatrealistische auteurs die zich verzet tegen de demonisering van CO2. Immers, CO2 is een bouwsteen van het leven. Zonder CO2 geen flora, fauna en de mens. Zij wijzen op de vergroening van de aarde die de laatste decennia met NASA-satellietenn is waargenomen en die voor een belangrijk deel aan de verhoogde CO2-concentratie in de atmosfeer wordt toegeschreven. Zij beschouwen deze ontwikkeling als een zegen en niet als een vloek, in het bijzonder vanwege de verhoogde plantengroei en daarmee ook de voedselproductie.

Daarnaast is er een groep vooraanstaande astronomen die een dominante invloed aan de zon toeschrijven. Als gevolg van verminderde zonne-activiteit verwachten zij in de nabije toekomst afkoeling.

Zie bijvoorbeeld hier.

Ontwrichtende maatschappelijke gevolgen

In het westen, vooral in een aantal Europese landen, is de economische groei praktisch tot stilstand gekomen. De verhoging van de energieprijzen en de daaruit volgende inflatie hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. Uiteraard is de Oekraïne-crisis daaraan mede debet geweest. Maar de prijzen van energie stegen reeds daarvóór!

Het klimaatbeleid heeft geleid to verhoging van de kosten voor levensonderhoud en een toename van de energie-armoede onder de laagste inkomensgroepen – een verschijnsel dat voorheen onbekend was. Traditioneel waren het de linkse partijen die voor de belangen van deze groepen opkwamen. Maar door hun klimaatobsessie lieten zijn dit keer verstek gaan – en dat doen zij nog steeds.

Daarnaast heeft het klimaatbeleid tot dusver geleid tot een ongekende toename van de staatsinvloed op het economisch leven en de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Ondernemingen moeten plannen indienen over hoe zij meer CO2 denken te gaan besparen. E.e.a. komt erop neer dat elk bedrijf onder streng ambtelijk toezicht wordt geplaatst. .

En voor de burgers circuleren ideeën over persoonlijk CO2-budgetten. Consumeert men te veel en stoot men daarbij te veel CO2 uit, dan dient men emissierechten bij te kopen. In het omgekeerde geval kan men emissierechten verkopen. Een dergelijk systeem is een is een fundamentele inbreuk op de persoonlijke vrijheid van het individu en vergt een Kafkaëske bureaucratie.

Deze ontwikkelingen gaan zodanig ver dat sommigen zelfs van eco-socialisme of zelfs eco-communisme spreken. Vooral bij liberalen had zulks de alarmbellen moeten doen rinkelen. Maar het bleef stil. Sterker nog, vele liberalen zijn enthousiast in deze ontwikkeling meegegaan.

ESG-criteria

Onderinvestering in de productie van fossiele brandstoffen heeft een belangrijke rol in deze ontwikkeling gespeeld. Deze werd mede veroorzaakt door de zogenoemde ESG-criteria vanuit de financiële sector.

ESG staat voor Environment, Social. Governance. De promotie van ESG-criteria in de financiële sector, in het bijzonder gericht tegen beleggingen en investeringen in fossiele brandstoffen, heeft geleid tot onderinvestering in de winning daarvan, die op haar beurt weer heeft geleid tot een enorme stijging van de prijs van fossiele energie – later versterkt door de oorlog in Oekraïne – ongekende inflatie, welvaartsverlies en (energie-) armoede onder brede lagen van de bevolking.

Vele financiële instellingen hebben de ESG-doelstellingen onderschreven. Zo wil een aantal investeringsfondsen en banken geen leningen meer verstrekken aan bedrijven die werkzaam zijn in de fossiele energiesector. En een aantal pensioenfondsen, zoals het ABP, heeft hun aandelenportefeuilles daarin geliquideerd en daarmee vele miljarden verlies geleden ten koste van de pensioengerechtigden.

Recentelijk heeft een aantal investeerdes zich weer van de ESG-criteria gedistantieerd. Verwacht wordt dat deze ontwikkeling zal doorzetten.

Hans Labohm.

Netto-Nul

Eenvoudig gezegd betekent ‘Netto-Nul’ dat de hoeveelheid broeikasgassen die in de atmosfeer terechtkomt niet mag leiden tot een toename van de concentraties ervan. Er mag dus niet meer worden uitgestoten dan er op natuurlijke wijze verwijderd wordt. Deze doelstelling zou in 2050 dienen te worden gerealiseerd. Dat is echter alles behalve waarschijnlijk omdat de meeste landen in gebreke blijven. Daarnaast dient te worden bedacht dat de landen met de grootste CO2-uitstoot, zoals China, India en Rusland, deze doelstelling niet hebben onderschreven. Dat blijkt ook uit de metingen van de CO2-concentratie in de atmosfeer, die nog immer een stijging laten zien. Kortom, Netto-Nul is het product van wensdenken van de Westelijke landen, maar staat ver af van de realiteit.

Verschillende auteurs hebben berekend dat de klimaatmaatregelen astronomische bedragen kosten, een negatieve invloed hebben op onze welvaart, diep ingrijpen in onze manier van leven en een minimale invloed hebben op de temperatuur.

Derhalve rijst de vraag: waarom doen we dit ?

Willen we deze ontwikkeling een halt toeroepen, dan zal het in het licht van het voorgaande duidelijk zijn dat het Netto-Nul-beleid zo snel mogelijk dient te worden beëindigd.

***

Literatuur

Marcel Crok, De staat van het klimaat: een koele blik op een verhit debat. Overamstel Uitgevers.

Arnout Jaspers. De Klimaatoptimist.Veilig en welvarend achter de dijken. Uitgeverij Blauwburgwal, 2024.

Václav Klaus. Blauwe planeet in groene kluisters. Wat wordt bedreigd: het klimaat of de vrijheid? Uitgeverij Quantas.

Hans Labohm, Dick Thoenes, Jeroen Hetzler. Annalen van de klimaathysterie. Uitgeverij Aspekt, 2024.

Andy May, Marcel Crok. Carbon dioxide and a warming climate are not problems. American Journal of Economics and Sociology. 29 May 2024.

Andy May, Marcel Crok. The Frozen Climate Views of the IPCC: An Analysis of AR6. Clintel 2024.

Simon Rozendaal. Warme aarde, koel hoofd. Uitgeverij Atlas Contact.

Jules de Waart. Geloof niet alles. Klimaatverandering in wetenschap. politiek en media. Uitgeverij Aspekt, 2024.

***