Ad Huijser studeerde Technische Natuurkunde aan de TU Eindhoven en promoveerde in 1979 aan de TU Twente. In 1994 werd hij benoemd tot “baas” van het beroemde NatLab en vanaf 1998 was hij verantwoordelijk voor de wereldwijde Philips Research organisatie. Ad Huijser heeft zich de laatste jaren intensief bezig gehouden met het onderwerp klimaatverandering en toont vanwege zijn achtergrond vaak een ‘frisse’ blik op de problematiek. Dat hij daarbij af en toe heilige huisjes omver haalt is mijns inziens logisch en soms noodzakelijk.
Dat gebeurde onlangs ook met de publicatie van zijn paper “Greenhouse Feedbacks are Intrinsic Properties of the Planck Feedback Parameter”
Hij schrijft in de samenvatting:
“Het idee dat ons klimaat door het fenomeen van “terugkoppelingen” anders reageert op antropogene forcings dan op natuurlijke instabiliteiten lijkt wijdverbreid. Dit artikel laat zien dat klimaat-terugkoppelingen geen effecten zijn die worden veroorzaakt door forcings, maar in feite ons klimaat “vormen”. Onafhankelijk van de oorsprong van een verstoring zal ons klimaat altijd reageren volgens de Planck-feedbackparameter λPL.”
Omdat de inhoud van deze paper – ook voor de wat meer ingewijde lezers – stevige kost is, heeft Ad Huijser er een wat toegankelijker verhaal over gemaakt dat hieronder te vinden is. Het is ook als pdf te downloaden.
Rob de Vos (Hoofdredacteur van de website Klimaatgek)
***
Antropogene opwarming: een “realistische” klimaatbeschouwing.
Door Ad Huyser.
Dat de uitstoot van CO2 door het gebruik van fossiele brandstoffen invloed heeft op de wereldwijde, gemiddelde temperatuur staat hier niet ter discussie. Om te weten hoe érg dat eigenlijk is, moet de vraag beantwoord worden: “hoeveel doet die extra CO2 dan?”
Het antwoord op die vraag hangt af van 3 factoren. De eerste factor van belang is de hoeveelheid CO2 die na uitstoot daadwerkelijk in de atmosfeer blijft. Op basis van ruim 60 jaar aan metingen van de CO2-concentratie en de redelijk goed bekende CO2-uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen, weten we dat de uitstoot al enige tijd, jaarlijks ongeveer 5 ppm CO2 aan de atmosfeer toevoegt. Daarvan neemt de natuur, m.n. door de oceanen en de wereldwijde vergroening (bij de huidige concentratie in de atmosfeer van zo’n 420 ppm) ook jaarlijks ongeveer de helft op. Als we qua emissie met 5 ppm/jaar doorgaan, en daar lijkt het op, dan zal die CO2-concentratie in de atmosfeer uiteindelijk stijgen tot zo’n 560 ppm. Bij die “overdruk” aan CO2 zal de natuur jaarlijks precies zoveel opnemen als we uitstoten [1]. Toevallig is die 560 ppm nagenoeg het dubbele van de pre-industriële concentratie van ongeveer 280 ppm die door veel klimaat-alarmisten als ideale streefwaarde wordt gezien.
Of terugkeer naar die waarde door het stoppen van het gebruik van fossiele brandstoffen ook een “ideaal” klimaat oplevert, is nog maar de vraag. Zeker zal de huidige vergroening van de Aarde stoppen en het aantal misoogsten in de wereld toenemen. Het verbruik aan water in de landbouw zal nml. drastisch toenemen bij een daling van het CO2-gehalte en de boeren in de drogere gebieden zullen daarvan de dupe worden omdat het temperatuureffect van een dergelijk “net-zero” beleid erg klein zal blijken.
Het IPCC, het International Panel on Climate Change van de Verenigde Naties houdt ons echter voor dan de toename aan CO2 veel groter zal zijn. Dat is op basis van niet gevalideerde modellen die verblijftijden van exces CO2 op honderden jaren stelt. Door die navenant grote toename van CO2 in de atmosfeer zou dan de temperatuur op Aarde ondraaglijk hoog moeten worden. Ze komen zelfs met angstaanjagende CO2-scenario’s van het 4-voudige van het pre-industriële niveau, met temperatuurstijgingen van wel 6oC of meer, als we niet onmiddellijk ingrijpen. Dat instituten als het KNMI dat soort voorspellingen klakkeloos vertalen in bv. een zeespiegelstijging van 1.2 meter aan het eind van deze eeuw, laat zien hoe weinig kritisch klimaat-alarmisten dit soort ongefundeerde voorspellingen accepteren. Of erger nog, misbruiken om als ware onheilsprofeten fictieve “rampen” te voorspellen.
We zullen hier niet verder ingaan op de absurditeit van die IPCC/KNMI-claims, maar de voorspelde verdubbeling van de CO2-concentratie is een mooi bruggetje naar de tweede factor van belang in de toekomstige opwarming, namelijk de sterkte van het effect van CO2 als broeikasgas. Die wordt veelal uitgedrukt als F2xCO2 , de zgn. forcing door de verdubbeling van de CO2 concentratie. Ons klimaat wordt gekarakteriseerd door de temperatuur waarbij de uitgaande, koelende Infrarode straling in evenwicht is met de binnenkomende, opwarmende zichtbare straling van de Zon. Het plotseling verdubbelen van de concentratie van het broeikasgas CO2 verstoort dat evenwicht met deze F2xCO2 waardoor er tijdelijk meer Zonnewarmte wordt aangevoerd dan er door Infraroodstraling aan warmte naar het heelal wordt afgevoerd. Daardoor wordt het warmer en dat proces stopt pas zodra de hogere temperatuur met als gevolg meer uitstraling, het stralingsevenwicht heeft hersteld.
Ook voor die waarde F2xCO2 is er de nodige onduidelijkheid. Zo kent het IPCC in haar laatste rapport (AR6) daar een waarde van 3.9 + 0.5 W/m2 aan toe [2], terwijl de meest recente berekeningen op basis van de beste spectroscopische gegevens die we hebben, niet meer dan 3.0 W/m2 opleveren [3]. Bovendien is die laatste een zgn. heldere hemel-waarde. De ruwweg 2/3 bewolkingsgraad op Aarde die de lagere regionen van de Troposfeer en dus ook het effect van CO2 afschermt, zal die waarde zeker verlagen tot minder dan 2.0 W/m2 [4].
Net zoals het alarmistisch hoge CO2-niveau, berekent het IPCC hiermee dus ook nog eens een factor 2 hoger broeikaseffect dan die fossiele uitstoot in werkelijkheid zal hebben. Als het om het voorspellen van de toekomstige opwarming door meer CO2 gaat, blaast het IPCC de werkelijkheid dus sowieso al een factor 4 kunstmatig op door het gebruik van sterk geflatteerde CO2-waarden en modellen.
De derde factor van belang in het antwoord op de vraag “hoeveel doet die extra CO2 dan?”, is de zgn. “klimaatgevoeligheid”. De waarde hiervoor beschrijft de temperatuurverhoging a.g.v. een bepaalde forcing door CO2. Het “vertaalt” daarmee de waardes van bovenstaande 2 factoren in een daadwerkelijke temperatuurverhoging. Zijn de voorspellingen t.a.v. de toekomstige CO2-concentraties en de sterkte van CO2 als broeikasgas nog redelijkerwijs te bediscussiëren op basis van fysische modellen en metingen, deze klimaatgevoeligheid is merkwaardig genoeg een gebied van eindeloze speculaties.
Dat is in feite onnodig. Al heel lang weten we in principe heel goed hoe groot die klimaatgevoeligheid is. Zo’n 50 jaar geleden voorspelden onderzoekers van NASA dat een verdubbeling van de CO2-concentratie tot hooguit 0.8 oC opwarming zou leiden [5]. Daar werd zelfs door NASA toen een persbericht over gemaakt. Als je terugrekent zou dat duiden (via de 0.3 oC/W/m2 voor de toen gebruikelijke klimaatgevoeligheid) op een F2xCO2 ≈ 2.5 W/m2. Dat lijkt redelijk goed op de eerdergenoemde waarden van 2-3 W/m2. Deze 0.8 oC is echter veel lager dan de opwarming die het IPCC, gesteund door de huidige generatie, maar duidelijk “klimaat-alarmistische” wetenschappers van NASA, nu beweert met een range van zo’n 3 tot 4 oC voor 2xCO2.
Die laatste claims zijn gebaseerd op de berekende opwarming middels zeer geavanceerde klimaatmodellen. Maar “geavanceerd” betekent in de klimaatwereld vaak “complexer”, maar niet noodzakelijkerwijs “beter” of “nauwkeuriger”. De laatste generatie (CMIP6) van deze “Ocean-coupled Global Circulation Models” (GCMs) wijken in hun berekeningen over de laatste 40 jaar nog meer af van de gemeten realiteit dan de vorige generatie (CMIP-5) GCMs. Dat die GCMs niet goed genoeg zijn geeft NASA, zij het diep verborgen op een incourante website [6], ruiterlijk toe. Ze stellen zelfs dat die nog een factor 100 (!) moeten verbeteren om enige voorspellende waarde te krijgen. Toch publiceert het IPCC de uitkomsten als “waar” en betrouwbaar, en hoor of lees je dit soort “disclaimers” nergens.
Het IPCC verklaart die grote klimaatgevoeligheden liever met de zgn. klimaat-terugkoppelingen of in de Engelstalige literatuur: climate feedbacks. Dat zijn de effecten in de atmosfeer a.g.v. de opwarming door CO2, die deze opwarming nog extra versterken. Hoewel alles wat op natuurlijke wijze in ons klimaat verandert in feite als feedback kan worden aangemerkt, zijn de 4 grotere effecten waarover het IPCC het met name heeft, allemaal gekoppeld aan de overheersende rol van water in ons klimaat.
Het belangrijkste terugkoppel-effect daarbij, de Water-vapor feedback, komt door de toename van waterdamp in de atmosfeer bij een temperatuurverhoging aan het oppervlak. Aangezien waterdamp zelf een sterk broeikasgas is, wordt het logischerwijs daardoor extra warm. Die opwarming wordt enigszins gecompenseerd door de extra verdamping van dat water, hetgeen afkoelend werkt. Dat wordt geduid met de zgn. Lapse-rate feedback. Beide feedbacks, die aan elkaar gekoppeld zijn, werken in het langgolvige uitstralingskanaal met netto een duidelijk opwarmend effect. Het temperatuur effect van de verdubbeling van CO2 wordt daardoor met ongeveer 1/3de vergroot.
Een derde terugkoppeling is de Cloud feedback, het effect van bewolking die verandert o.i.v. de temperatuur. Cloud feedback werkt zowel op de binnenkomende, opwarmende Zonnestraling als op de uitgaande, koelende infraroodstraling. Algemeen wordt aangenomen dat de bewolking afneemt bij een opwarmende Aarde. Omdat daarbij meer Zonnestraling binnenkomt dan er infraroodstraling uitgaat, hebben deze Cloud feedbacks volgens het IPCC een netto een opwarmend karakter. Dat is overigens niet absoluut zeker, sommige wolkenmodellen tonen zelfs een klein afkoelend effect.
Als het opwarmt, zullen ook de poolkappen en gletsjers gedeeltelijk smelten waardoor de reflectie van de Aarde afneemt, en er meer Zonlicht wordt geabsorbeerd. Dit 4e terugkoppelmechanisme, de Albedo feedback werkt dus typisch op de instraling en zal daarmee ook tot extra opwarming leiden.
Het argument om climate feedbacks te gebruiken om de hoge klimaatgevoeligheid zoals berekend uit klimaatmodellen te rechtvaardigen, is om meerdere reden twijfelachtig. Allereerst gezien de klimaatveranderingen uit het verleden. Ver vóór het huidige industriële tijdperk met CO2-emissies moeten die feedbacks ook al hun rol hebben gespeeld. Het gaat hier immers om effecten a.g.v. het natuurlijke, thermisch gedreven gedrag van water in ons klimaatsysteem. Als die extra opwarming niet door de antropogene CO2-uitstoot maar door een feller schijnende Zon zou komen, dan waren die terugkoppelingseffecten niet anders. De klimaatgevoeligheid dus ook niet.
In de tweede plaats: die hoge klimaatgevoeligheden uit die klimaatmodellen worden afgeleid van de berekende opwarming over een bepaalde periode, gedeeld door de forcing a.g.v. de toegepaste toename in CO2. Daarbij wordt dus stilzwijgend aangenomen dat de temperatuurberekening correct is. Maar klimaatmodellen werken niet anders dan weermodellen. Ze berekenen veranderingen in de tijd t.o.v. de uitkomst van de vorige berekening over de toestand van het klimaat enige uren eerder. We weten allemaal hoe snel weersvoorspellingen daardoor gaan afwijken van de werkelijkheid. Nu vernieuwen we weersvoorspellingen tenminste iedere dag op basis van de laatste meetgegevens, maar bij klimaatberekeningen kunnen we dat niet. Hele kleine, systematische afwijkingen hebben dan na een aantal jaren vooruit rekenen, een enorme impact op de voorspelde temperatuurstijging. De nog benodigde 100x nauwkeurigheid genoemd door NASA, is in dat licht zelfs optimistisch [7].
Het is dan ook bijzonder vreemd dat die uitleg van het IPCC al jarenlang breed geaccepteerd wordt door klimaatwetenschappers. Zeker in het licht van het gegeven dat we de opwarming door een iets fellere Zon, redelijk goed kennen. Die “natuurlijke” klimaatgevoeligheid wordt namelijk gegeven door de inverse van de zgn. Planck feedback parameter, veelal aangegeven met het symbool λPL en gedefinieerd als 1/λPL = ∂TS/∂N, de partiële afgeleide van de oppervlaktetemperatuur TS naar de onbalans N op de Top of the Atmosphere (TOA) [8]. Die partiële afgeleide is om aan te geven dat in het geval van een fellere Zon, er verder “niets in ons klimaatsysteem verandert”. Dat is voor de hoeveelheid CO2 absoluut waar, maar de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer zal bij een temperatuurverandering hoe dan ook toenemen. Of we dat nu willen of niet.
Voor een verandering van de Zonnesterkte die zo’n kleine onbalans ∂N veroorzaakt, kunnen we nu berekenen dat λPL = 4SWIN/TS. Daarin is SWIN met ongeveer 240 W/m2 de hoeveelheid Zonlicht geabsorbeerd in ons klimaatsysteem. Met de gemiddelde temperatuur van 15oC of 288 K, levert dat λPL = 3.3 W/m2/K. Vandaar een klimaatgevoeligheid van 1/λPL = 0.3 K/W/m2 die men indertijd ook bij NASA gebruikte bij het bepalen van de 0.8 oC temperatuurverhoging door de verdubbeling van de CO2-concentratie. Immers het maakt niet uit of die verstoring in de stralingsonbalans nu komt van een fellere Zon, of door iets meer broeikasgas; het gaat immers over het verschil N = SWIN – LWOUT.
Als die stelling inderdaad waar is, en het is fysisch echt niet te verklaren waarom niet, dan moet dat betekenen dat die eerdergenoemde climate feedbacks medebepalend zijn voor die Planck feedback parameter. Het bewijs daarvoor is betrekkelijk eenvoudig te leveren [9]. We gaan daarbij uit van het broeikaseffect G. Deze is op een aantal manieren te definiëren, maar hier is gekozen voor de definitie
G = LWUP – LWOUT (1)
Dit is het verschil tussen het stralingsniveau LWUP dat past bij de oppervlaktetemperatuur TS volgens de stralingswet van Stefan-Boltzmann LWUP = εσTS4. Daarin is σ een natuurconstante en de “emissivity” ε voor Infrarode straling bijna 1. LWOUT is de uitstraling op het TOA-niveau en moet daar in stralingsevenwicht gelijk zijn aan de inkomende straling SWIN volgens LWOUT = SWIN. Stel nu dat we op enig tijdstip t = 0, CO2 toevoegen aan deze atmosfeer, dan zal het broeikaseffect toenemen met een forcing ∆FGHG (GHG staat voor het Engelse Greenhouse gas) evenredig met de hoeveelheid CO2. In eerste instantie zal die forcing de uitstraling verder blokkeren en LWOUT doen verminderen. Daardoor wordt (tijdelijk) SWIN > LWOUT hetgeen opwarming tot gevolg heeft. Opwarming betekent een toename in LWUP hetgeen leidt tot een toename in LWOUT. Dat proces stopt uiteindelijk als LWOUT weer gelijk is aan SWIN.
Dat hoeft overigens niet dezelfde SWIN te zijn als voor t = 0. Immers, het is warmer geworden en waarschijnlijk is er daarom wat sneeuw en ijs van de poolkappen en gletsjers verdwenen. Daardoor is de Zonlicht absorptie van de Aarde wat toegenomen en dus ook SWIN iets groter. Dit is een typisch voorbeeld van climate feedback, in dit geval de Albedo feedback. Maar ook de bewolking zal zich enigszins hebben aangepast aan de nieuwe temperatuur. Ook in de verandering van G als gevolg van die opwarming zullen climate feedbacks hun rol spelen. Neem de toename aan waterdamp in de atmosfeer bij een warmer wordend klimaat. Het zal het broeikaseffect van die extra CO2 versterken. Als er weer evenwicht is aan het einde van dat opwarmingsproces, kunnen we die blijvende verandering in het broeikaseffect ∆G als gevolg van de CO2–forcing en de climate feedbacks door de temperatuurverhoging ∆TS schrijven als:
∆G = ∆FGHG + γ∆TS (2)
De term ∆FGHG geeft aan dat de atmosferische samenstelling door extra CO2 is veranderd. Dat is een temperatuur-onafhankelijk effect. De term γ∆TS is de som van de veranderingen in G onder invloed van de blijvende temperatuurverhoging ∆TS. We moeten dan dus denken aan de extra verdamping, de extra hoeveelheid waterdamp en de veranderde hoeveelheid bewolking. Die geven allemaal kleine, maar zeker niet verwaarloosbare aanpassingen in het broeikaseffect G.
Hierboven hadden we al laten zien dat ook SWIN blijvend verandert door het smelten van ijs/sneeuw, maar ook door de veranderde bewolkingsgraad. Die zaken hebben effect op de instraling. We schrijven dus analoog aan de permanente verandering in G voor de verandering in SWIN:
∆SWIN = ∆FSW + α∆TS (3)
De factor α∆TS is daarin de som van terugkoppelingen in het instralende kanaal. Voor de volledigheid hebben we ook een forcing ∆FSW in dit kortgolvige pad opgenomen. Als voorbeeld: meer waterdamp door een hogere temperatuur geeft aanleiding tot meer absorptie van Zonlicht maar dat zit uiteraard al in de term α∆TS. Als we meer fossiele brandstoffen verstoken, leiden aerosolen als roet en zwavel-oxides ook tot veranderingen in de atmosfeer die niet een gevolg zijn van de temperatuur, maar wel invloed hebben op de inkomende straling SWIN. Vandaar de term ∆FSW waarvan we op dit moment nog niet weten hoe groot die forcing echt is. Maar pro-forma moet die wel worden meegenomen.
De som van beide veranderingen is nu dus te schrijven als:
∆SWIN + ∆G = ∆FSW + α∆TS + ∆FGHG + γ∆TS = ∆FTOT + λFB∆TS (4)
Hierin is ∆FTOT de som van alle, door externe factoren aangebrachte forcings die onafhankelijk van de temperatuur zijn. De term λFB∆TS is nu de som van alle temperatuurafhankelijke effecten in onze atmosfeer, gekarakteriseerd door λFB de (netto) som van alle climate feedbacks.
We kunnen nu vergelijking (1) voor de verandering tussen de evenwichtstoestand voor t = 0 en de “nieuwe” evenwichtstoestand na t = 0 ook schrijven als
∆G + ∆SWIN = ∆LWUP − ∆LWOUT + ∆SWIN = ∆LWUP (5)
Immers in beide evenwichtstoestanden geldt LWOUT = SWIN , dus geldt ook ∆LWOUT = ∆SWIN. Als we daarna (4) en (5) combineren, krijgen we een uitdrukking die de verandering in LWUP en dus een verandering in de oppervlaktetemperatuur TS, koppelt aan de som van forcings en climate feedbacks:
∆LWUP = ∆FTOT + λFB∆TS (6)
Voor kleine veranderingen kunnen we ∆LWUP = ∆(εσTS4) ook schrijven als λS∆TS met λS = 4LWUP/TS. Dat leidt dan tot de algemene relatie voor de opwarming a.g.v. een forcing ∆FTOT :
(λS – λFB) ∆TS = ∆FTOT (7)
De klimaatgevoeligheid is dan 1/((λS – λFB) en niet zoals het IPCC stelt: 1/((λPL – λFB).
We kunnen ook beide zijden van (6) door ∆TS delen en de limiet ∆TS → 0 nemen. Dat levert:
λS = λPL + λFB of λPL = λS − λFB (8)
waarbij gebruik is gemaakt van λS = dLWUP/dTS = 4 LWUP/TS en λPL = dFTOT/dTS. Die laatste relatie is equivalent aan de eerdergenoemde definitie 1/λPL = ∂TS/∂N. De kleine forcing dFTOT is immers per definitie de geïnduceerde verstoring van de stralingsbalans N op TOA. Het omgekeerde is ook waar, een kleine verandering dTS vertaalt zich in een verstoring dN op TOA gelijk aan λPLdTS.
Volgens het IPCC met die hoge klimaatgevoeligheid door feedbacks, hadden we deze relatie tussen opwarming en forcings moeten schrijven als ∆TS/∆FTOT = 1/(λPL − λFB). Als we dat invullen in de gelijkheid (6), dan krijgen we de merkwaardige oplossing λS = λPL. Aangezien die alleen maar waar kan zijn voor een “kale” planeet Zonder atmosfeer, is duidelijk dat een dergelijke relatie tussen opwarming en forcing als die van het IPCC, simpelweg niet correct kan zijn.
Fysisch bezien zou het ook vreemd zijn dat de natuur twee verschillende parameters λPL en λFB nodig zou hebben om een en hetzelfde fenomeen te beschrijven, nml. het temperatuurgedrag van ons klimaat. Dat moet los staan van de vraag of daar nu iets meer of minder CO2 in zit. Zouden we de kale planeet Aarde, molecule voor molecule van een atmosfeer voorzien die uiteindelijk de huidige situatie zou creëren, dan moet je je afvragen bij hoeveel moleculen die splitsing tussen λPL en λFB dan plaatsvindt. In ieder geval niet bij het 1ste molecule. Maar als het dan niet gebeurt, waarom zou het dan wel bij het 100000ste of het 10 miljoenste plotseling gebeuren?
Vergelijking (8) is daarom heel logisch, en laat zien dat de Planck feedback parameter geen “zelfstandige” parameter is, maar afgeleid van twee echt onafhankelijke feedbacks. Daarvan is λS duidelijk gekoppeld aan de Stefan-Boltzmann relatie, de koppeling tussen de uitstraling van een vast lichaam als een “kale” planeet met de oppervlaktetemperatuur TS. Iedere planeet in het heelal, met of zonder atmosfeer reageert dienovereenkomstig. De andere component is de integrale climate feedback parameter λFB die het temperatuur gedrag van een specifieke atmosfeer representeert. Voor de Aarde is λFB gekoppeld aan het gedrag van het condenseerbare broeikasgas “waterdamp”. Rond het huidige setpoint van ons klimaat, TS ≈ 288K met een bandbreedte van ruwweg 230–330K, kan zich dat zowel in vaste, vloeibare of gasvormige toestand bevinden. Kleine wijzigingen in de temperatuur veranderen dan dus automatische de verdeling daartussen en daarmee ook het klimaatsysteem.
De gelijkheid 1/λPL = 1/(λS − λFB) is daarmee ook de logische uitdrukking voor de klimaatgevoeligheid. Die is niet specifiek voor broeikasgassen, maar (7) geldt voor iedere verstoring van de stralingsbalans op TOA. Voor λPL berekenden we al met de gemeten SWIN en TS dat die 3.3 W/m2/K moet zijn. Voor de “oppervlakte” feedback λS = 4 LWUP/TS = 4εσTS3 berekenen we voor ons huidige klimaat 5.5 W/m2/K. Voor de som van climate feedbacks volgens (7) betekent dat λFB = 2.2 W/m2/K.
Niet geheel verrassend is die waarde gelijk aan de most likely waarde van het IPCC zoals zij die in hun AR6 rapport vermelden voor de som van deze feedbacks [2]. Weliswaar met een redelijke foutenmarge, maar zo slecht zijn de atmosfeer-modellen in die geavanceerde GCMs dus kennelijk ook weer niet. Het is daarom des te merkwaardiger dat het IPCC i.p.v. 1/λPL = 0.3 K/W/m2 voor de klimaatgevoeligheid, dan toch vasthoudt aan de doctrine van climate feedbacks die als onafhankelijk van de Planck feedback parameter worden beschouwd, en rekent met 1/(λPL − λFB) = 0.9 K/W/m2.
Zo komt men tot die absurd hoge klimaatgevoeligheid die een factor 3 hoger is dan de “natuurlijke” waarde. Daarmee overdrijft het IPCC hun projecties voor de toekomstige opwarming nog meer. Niet alleen met een veel te hoge CO2-concentratie in 2100 en een veel te hoge broeikassterkte F2xCO2, maar bovenal berekend met een veel te hoge klimaatgevoeligheid. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de UN Secretary General Mr. António Gutteres recentelijk het “koken van de oceanen” als metafoor voor die toekomstige opwarming is gaan gebruiken. Als je 2x te hoog zit in je CO2-scenario, 2x te hoog in de sterkte van het broeikaseffect van CO2 en 3x te hoog in de klimaatgevoeligheid, zit je qua schatting 12x, of conservatief afgerond tot “een orde te hoog” in de impact van de CO2-uitstoot.
Neem je de huidige uitstoot zoals gemeten en de fysisch plausibele waardes voor broeikassterkte en klimaatgevoeligheid, dan kom je uit op een temperatuurstijging van zo’n 0.06 oC/decennium. De totaal te verwachten temperatuurstijging door CO2 sinds het pre-industriële tijdperk, die zoals uitgelegd slechts maximaal zal verdubbelen tot 560 ppm, blijft daarmee beperkt tot ongeveer 0.6 oC. Ver onder het “Parijs-akkoord”. Tenminste, als we die “echte” waarden gebruiken voor de broeikas-sterkte onder normaal bewolkte hemels F2xCO2 = 2 W/m2, en de klimaatgevoeligheid van 1/λPL = 0.3 K/W/m2. Dat maximum zal ergens in de 2e helft van deze eeuw bereikt worden, en is totaal geen aanleiding tot panische maatregelen als het verbieden of afschaffen van fossiele brandstoffen.
Maar toch is de gemeten opwarming met 0.15 – 0.2oC/decennium veel sneller aan het stijgen dan we hierboven berekenen [9]. Dat is ongeveer 3x zo veel als we realistisch aan de CO2-toename kunnen toeschrijven. Die constatering is waarschijnlijk de voornaamste reden waarom het IPCC nog altijd blijft volhouden dat de factor 3 in hun klimaatgevoeligheid de “werkelijkheid” weergeeft.
De oorzaak van die extra opwarming is echter in tegenstelling tot wat het IPCC ons probeert wijs te maken, helemaal niet gekoppeld aan de antropogene uitstoot. Het is een gevolg van andere, waarschijnlijk “natuurlijke” processen die m.n. in het kortgolvige kanaal de instraling van de Zon hebben doen toenemen. Met gebruikmaking van de vergelijkingen (2) en (3) blijkt op basis van een analyse van de CERES-metingen dat die “natuurlijke” opwarming aanzienlijk groter is dan de antropogene bijdrage [9]. Deze, aan de instraling gerelateerde opwarming is heel duidelijk niet gekoppeld aan bv. de Cloud feedback, wat vaak als reden wordt aangevoerd voor de toename in SWIN.
Wat dan wel de oorzaak daarvan is, is 1-2-3 niet duidelijk. Het heeft waarschijnlijk te maken met meerdere oorzaken zoals bv. veranderende zeestromen en een aanzienlijk schonere lucht boven m.n. het Oosten van de USA en de West-Europese landen. Dat laatste moet haast een gevolg zijn van het sluiten van o.a. kolencentrales en de afbouw van de zware industrie sinds 1980 waardoor de luchtvervuiling daar aanzienlijk is verminderd.
Speculeren daarover heeft weinig zin, omdat we over dat soort effecten maar weinig weten. De CERES-metingen laten echter wel het eind-effect daarvan zien. Zonder die hieraan gekoppelde toenames in het SWIN-kanaal, kan de geografische verdeling van gemeten opwarming namelijk niet of slecht verklaard worden. De verandering in de combinatie van SWIN en G zoals in vgl. (5) kan dat wel, zoals bijgaand plaatje van 23 jaar satelliet-data laat zien.
Voor details in de afleiding van de relatie λPL = (λS – λFB) en de analyse van 23-jaar aan stralingsdata uit het CERES-project wordt verder verwezen naar het originele artikel [9].
Referenties:
- Le Pair C. and Huijser A. (2020), How does CO2 Escape?
http://www.clepair.net/oceaanCO2-4.html - Climate Change (2021), The Physical Science basis IPCC WG 1, 6th Assessment Report
Technical Summary TS3.2 pg.93-97, http://www.ipcc.ch/report/ar6/wg1 - Van Wijngaarden W. & Happer W. (2021), Relative Potency of Greenhouse Molecules, https://doi.org/10.48550/arXiv.2103.16465
- Huijser A. (2024), recente analyse n.a.v. [9], nog te publiceren
- Rasool S. & Schneider S. (1971), Atmospheric Carbon Dioxide and Aerosols: Effects of Large Increases on Global Climate, Science, Vol. 173, 138-141 https://doi.org/10.1126/science.173.3992.138
- https://isccp.giss.nasa.gov/role.html see chapter: CLOUD CLIMATOLOGY: COMPUTER CLIMATE MODELS: “…today’s models must be improved by about a hundredfold in accuracy, a very challenging task. To develop a much better understanding of clouds, radiation and precipitation, as well as many other climate processes, we need much better observations.”
- Frank P. (2019), Propagation of Error and the Reliability of Global Air Temperature Projections, Front. Earth Sci. 7:223, https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/feart.2019.00223/full
- In de hier gebruikte definitie is het “minteken” dat altijd aan λPL wordt toegekend als zijnde een “echte” feedback, voor de eenvoud van formules weggelaten. In [9] is dat niet het geval.
- Huijser A. (2024), Greenhouse Feedbacks are Intrinsic Properties of the Planck Feedback Parameter, Science of Climate Change 4.1, 89-113, https://doi.org/10.53234/scc202411/03
***
Bron hier.
***
IPCC is nog een veel erger vriendenclubje: een fascistisch vriendenclubje.
Zo gaat het steeds met de klimaatangst, als je alles realistisch en met gezond verstand bekijkt verdwijnt deze hele klimaatverandering.
De huidige klimaatverandering is niets meer dan een door de familie Rockefeller uitgevonden concept naar een wereldhegemonie.
Na de overname van zowat alle landen door ze afhankelijk te maken van hun olie en hun farmacie is de tijd rijp voor een wereldregering.
E.e.a. exact omschreven in Agenda 2030. De praktische uitvoering van deze agenda wordt geregeld door het WEF.
Hofnar, Modeleur, Vreeken, e.a. kunnen rustig gaan slapen, er is NIETS aan de hand met het klimaat.
Het is pure bangmakerij speciaal geschreven om de bevolking in de pas te laten lopen.
Trap er niet in.
Heel duidelijk betoog en los van de formules goed te vatten voor een leek als ik.
Duidelijk is dus wel dat de mens een bescheiden extra bijdrage levert aan de merendeels natuurlijke opwarming via wat extra CO2. 5% van de totale koolstofkringloop. Dat het voordelen oplevert door extra vergroening en meer voedsel is ook duidelijk. Of er ook nadelen zijn ia nog in nevelen gehuld.
Voor die eventuele nadelen is adaptatie noodzakelijk, net als de adaptatie voor de natuurlijke temperatuurverhoging op weg naar een nieuw optimum.
Laat je dus door aangeprate angsten niet in de gordijnen jagen.
Bij jullie is de aarde nog steeds plat he?
En nu wetenschappelijke argumenten….? (Dan blijft het stil, natuurlijk)
Gaat onze zottekap boven de pet.
Eigenaardig toch, dat jij als niet-wetenschapper zo een oordeel kan vellen over wetenschappelijke artikels. En echt wel met doorslaggevende wetenschappelijke argumenten, moeilijke berekeningen en complexe formules…, toch? Ik kan echt niet wachten op jou eerste wetenschappelijke paper waarin je het bovenstaande zal tegenspreken. Of het zal eerder een krantenartikel worden, zeker? Ken je die termen die hier gebruikt worden, zoals albedo, wolken, oceaan, feedback…? Zeggen die dingen je iets?
Modelleur,
Je schrijft :”Een ‘slimme’ ‘scepticus’ zou jou nu vragen: “kun jij eens aantonen wat er niet klopt in deze publicatie?” Maar zo iemand begrijpt niets van deze publicatie, dus wat je ook schrijft, hij zal niet zelf over de incorrectheid kunnen oordelen.”
Probeer eens, we zullen zien. Jij snapt het toch allemaal, dus vertel maar wat er niet klopt en waarom het niet klopt. We zullen zien.
Een verrassende conclusie in het artikel, sommigen alarmisten zal het weer een doorn in het oog zijn.
De opwarming komt niet alleen door broeikasgassen, nee het is een combinatie zoals ik al vaker heb gedacht gezien de geschiedenis.
Er spelen natuurlijke krachten mee die nog niet begrepen worden maar die liever doodgezwegen worden.
De meeste wetenschappers zijn niet de kwade ze doen hun wek met passie, maar er komen steeds meer snotneuzen die ons even willen vertellen hoe het dan wel zit, en de werkwijze van het IPCC, nou ja vul zelf maar in.
“dan zal die CO2-concentratie in de atmosfeer uiteindelijk stijgen tot zo’n 560 ppm. Bij die “overdruk” aan CO2 zal de natuur jaarlijks precies zoveel opnemen als we uitstoten [1]”
Als dat zo is dan moet de stijgsnelheid nu al een dalende tendens laten zien.
Helaas lijkt het omgekeerde het geval volgens de metingen op Mauna Loa (wereldwijd gezien als het ijkpunt)…
https://gml.noaa.gov/webdata/ccgg/trends/co2_data_mlo.png
Er staan meer van dergelijke uit de lucht gegrepen beweringen in het verhaal. Bijv:
“Het verbruik aan water in de landbouw zal nml. drastisch toenemen bij een daling van het CO2-gehalte”
Bij minder CO2 groeien planten minder en nemen dus minder water op….
Bas, jij hebt de zes-delige reeks niet gevolgd zeker? Ja, dat was niet zo interessant, he. Maar daar waren toch wel een paar wetenschappelijke artikeltjes bij die beweerden dat meer CO2 de waterhuishouding in planten verbeterden en efficienter maakte. En dan kom jij met een heel ongefundeerde mening : “Bij minder CO2 groeien planten minder en nemen dus minder water op….” (en dat is zo omdat jij dat denkt). Zoals gewoonlijk, Bas, kan je dat staven.-? En dan zal het nu oorverdovend stil worden.
Rudi,
Jouw bewering is niet strijdig met mijn bewering.
Het verklaart waarom het verhaal nergens door de peer review van wetenschappelijke tijdschriften is gekomen.
Peer review is keuren door eigen slagers
Als je dat nog niet in de gaten hebt zul je het nooit zien.
Jij bent gewoon een bekeerd ventje wat trouw deze theorie volgt, nooit naar andere mogelijkheden gekeken, blindelings alles gelooft.
Waarschijnlijk spring je ze na vanaf de maasbrug de Maas in als hun springen.
Je denkt nog niet eens na over bomenstook, je betitelde het zelfs als klimaat neutraal.
Dus we kunnen alle centrales met hout stoken met alle gevolgen van dien.
Het gedrag van kudde volk zit diep geworteld in de mens, waarschijnlijk kun je er niets aan doen.
@ Bas
Peer review in klimaatwetenschappen is een farce , zelfs de media hebben dit al lang door , zo schreef al in 2011 Forbes een artikel dat peer review in de klimaatwetenschap eigenlijk “pal review ” is , een wetenschap van een vriendenclubje https://www.forbes.com/sites/patrickmichaels/2011/06/16/peer-review-and-pal-review-in-climate-science/ zeker niet flatterend voor de IPCC klimaatwetenschap die u voorstaat.
Bas, wat verklaart wat? Ik vind dat je heel vreemde conclusies trekt. En je geeft, zoals gewoonlijk, geen enkele verwijzing naar een peer reviewed wetenschappelijk artikel over hetgeen jij beweert :”“Bij minder CO2 groeien planten minder en nemen dus minder water op….” (en dat is zo omdat jij dat denkt). Jij neemt je dromen voor werkelijkheid.
Je mag je wetenschappelijke commentaar altijd naar Ad Huijser sturen of naar de editor, goed onderbouwd zoals je altijd doet, niet?
Bas, zo werkt het niet bij planten, bovendien minder planten is minder waterdamp, minder waterdamp is minder wolken, minder wolken is minder reflectie van het zonlicht, minder reflectie is een warmer klimaat. Kortom een feedback regeling zolals de natuur er vol mee zit.
Bas
Ga met jouw enorme kennis van zaken maar even verhaal halen bij Huijser. Vergeet vooral niet om op de juiste plaats correcties aan te brengen. Niet met loze berweringen, maar met sluitende argumenten.
Waar is het paper van jouw hand waaruit je formidabele kwaliteiten blijken? Dat paper zou ik graag eens zien. Linkje? Ga toch fietsen. Dan kom je tenminste nog ergens. Hier lukt dat niet echt.
” Vooraanstaande Nederlandse klimaat fysicus hekelt VN-IPCC en volger KNMI.”
Dat zou een concluderende en beter passende titel zijn bij dit wetenschappelijke artikel.
De trollen lijden pijn, gezien hun directe reactie, die is kleingeestig.
Ik vind het wel heel sympathiek van jou, dat je je onwetenschappelijke spitbroeder zo te hulp komt met een niet eens neerbuigend berichtje. Maar ja, daarmee neem je natuurlijk een hele verantwoordelijkheid op je nek. Nu ga jij moeten uitleggen waarom het paper van Ad Huijser zo fout is.
Anders wel opmerkelijk dat er de laatste tijd veel wetenschappelijke artikels zijn met veel kritiek op het IPCC en de modellen enz…
Daar gaat de club weer los. Ik snap werkelijk niet hoe het kan dat iemand met zo’n palmares en statuur zich het oordeel van een ontaardde en schoolklas laat welgevallen.
Zo’n schoolklas overigens zou meer fatsoen hebben deze trollenclub.
Bert
Bij gebrek aan argumenten?
Tja, Scheffer en de 40 kleintjes, 0,002°C is ook een invloed, he.
@ hofnar
1 —– uw opmerkingen hebben niets te maken met de inhoud van het artikel
2 — Waar heb je over , je leest zelf in de kranten zoals in Forbes dat “peer review” in de klimaatwetenschap in feite” pal review” is , een wetenschapsbeoordeling onder vrienden., het vriendenclubje waar je het over hebt Dit artikel hier is al 2011 https://www.forbes.com/sites/patrickmichaels/2011/06/16/peer-review-and-pal-review-in-climate-science/ en geeft aan dat “pal review” reeds lang gaande is in de klimaatwetenschappen en kranten hebben dit toen al gesnapt.
Er wordt hier zomaar gesteld dat het gevolg van co2 verhoging reuze meevalt. Nergens lees ik hier over de positieve feedbacks waar de klimaatwetenschap mee vol zit. Bij meet en regeltechniek kwam ik ze niet tegen. Ook heeft dit geen enkele relatie met de energie transitie waar we gingen van hout stoken via windmolens en kolen, olie en gas stoken. Nu met onze enorme technische vooruitgang gaan we de omgekeerde weg volgen naar windmolen en hout stoken. Omdat we die weg al hebben gehad is de weg terug vinden ook zo makkelijk. De industriële revolutie is nu ook terug te draaien. We hoeven niets meer te maken. Zelfs de boeren evolutie is terug te draaien om de natuur te herstellen. We gaan in rap tempo terug naar jager verzamelaar. Jagen in de blauwe en gele winkels naar bonus en hamster aanbiedingen en verzamelen bij temu, alibaba en zijn veertig rovers. Dat wij vroeger geen geld hadden Is nu een zaak van onze overheid geworden. Door de door hun genereerde belastingen en inflatie wordt de terugkeer naar de geldloze maatschappij gefaciliteerd. Dit alles volgens het sociale klimaat model van onze grootste klimaat wetenschapper detlef van vuuren waar hij terecht de Spinoza prijs voor heeft gekregen en hele paginas in de kranten. Dat het nu een paar graden warmer is dan 100 jaar geleden merk ik in de praktijk niet echt. Dat daarvan een paar tienden door co2 komt is een ramp geweest. Dat er zoals gisteren na de sneeuw een warmte front over trok en de temperatuur in een uur tijd met tien graden steeg heb ik niet gevoeld. Je moet wel alles relatief zien en met die pleuris regen is een klimaatmars gewoon afzien. Dat dit stuk geheel gebaseerd is op natuurkunde zal in Nederland niet in goede aarde vallen. Natuurkunde is op scholen al flink verminderd en vervangen door de wetenschap van de zieligheid. In China staat deze wetenschap nog in aanzien en daar zullen ze er geen probleem mee hebben. Hier gaat het klimaatbeleid nog onverminderd door tot de laatste scepticus is uitgestorven.
Geweldig….
Natuurkunde, ik weet niet wat ze tegenwoordig daar leren maar wij kregen dat niet want dat hoort bij aardrijkskunde, maar dat zal daar ook wel zijn.
Modellen waren zo en zo uit den boze bij de beta vakken. Blij dat ik geen les heb gehad in deze tijd want ik heb de pest aan alpha vakken, nederlands ook, de leraar vroeg ooit een keer wat vind je van het boek, geef je je mening, hartstikke fout natuurlijk want dat was de verkeerde mening. De dutjes tijdens natuurkunde biologie wiskunde en scheikunde hielden me op de been.
https://natuurkundeuitgelegd.nl/fotonpdf/FotonAardeKlimaatHAVO.pdf
Zelfs de invloed van de ‘grote’ industriële CO2 uitstoot is héél klein.
Het wachten op de onvermijdelijke natuurlijke klimaatramp / -periode (vanuit de 40 kleintjes) die grotere invloed heeft.
Salomon Kronenberg schreef publiceerde er een interessant oeuvre over.
http://www.salomonkroonenberg.nl/english/science.html
Fantastisch stuk van Ad Huijser.
“Als je 2x te hoog zit in je CO2-scenario, 2x te hoog in de sterkte van het broeikaseffect van CO2 en 3x te hoog in de klimaatgevoeligheid, zit je qua schatting 12x, of conservatief afgerond tot “een orde te hoog” in de impact van de CO2-uitstoot.” zo is het maar net.
Het IPCC en alle brave – doch dwaze – volgelingen blijven vasthouden aan hocus pocus wetenschap. Maar aan alles komt een einde…behalve aan de waarheid.
https://ejbron.wordpress.com/2025/01/06/global-warming-2/
Rien, op zich een helder verhaal en triest voor degenen die getroffen worden.
Mijn vraag is nu of je ook ergens een vergelijking hebt met andere jaren zodat duidelijk wordt of deze situatie ‘normaal’ is voor de tijd van het jaar of uitzonderlijk vergeleken met andere jaren.
Mocht iemand anders een link hebben dan graag.
Hier in Frankrijk zijn ook bijzondere weerfenomenen geweest. Zo werd het een paar dagen geleden in de Elzas – 33 C en dat was al heel wat jaren niet meer voorgekomen.
Ook de sneeuwval in de Alpen en de Pyreneeen is veel meer dan in de afgelopen jaren tot grote vreugde van de lokale uitbaters en de ski liefhebbers.
Mij staan in ieder geval wat NL betreft 1963, 1979 1981 en 1984 nog helder voor de geest . Volgens mij ook de winter 1989/1990 toen mijn zoon zijn eerste sneeuw zag en pardoes (met blote voeten) de tuin inging heb er nog ergens een foto van
Rien, ik ben van 1946 en ik herinner mij die jaren ook heel goed maar ik kan niet objectief beoordelen hoe erg dat toen was.
Maar het is wel opvallend dat de huidige technieken om je te wapenen tegen dit soort weerrampen stukken beter zijn dan toen en toch nog zo’n drama in de VS. Dan moet het toch best wel pittig zijn daar.
AnthonyF
Ik denk dat ik het weet. Omdat het aan de noordpool wat warmer is geworden is de kou wat afgezakt. Nog even wachten en de kou zit van de weersomstuit in de tropen. Het wordt daar dan tropisch koud. Het zal wel even wennen zijn voor de aardas;-))
Shit Peter, zit ik hier dan toch niet goed en moet ik terug naar Nederland? :)
Zo gaat het steeds met de klimaatangst, als je alles realistisch en met gezond verstand bekijkt verdwijnt deze hele klimaatverandering.
De huidige klimaatverandering is niets meer dan een door de familie Rockefeller uitgevonden concept naar een wereldhegemonie.
Na de overname van zowat alle landen door ze afhankelijk te maken van hun olie en hun farmacie is de tijd rijp voor een wereldregering.
E.e.a. exact omschreven in Agenda 2030. De praktische uitvoering van deze agenda wordt geregeld door het WEF.
Hofnar, Modeleur, Vreeken, e.a. kunnen rustig gaan slapen, er is NIETS aan de hand met het klimaat.
Het is pure bangmakerij speciaal geschreven om de bevolking in de pas te laten lopen.
Trap er niet in.
Die ‘Planck feedback’ gaat terug tot AR4, maar het concept zelf gaat terug tot ongeveer 1980. Ik heb indertijd dat hoofdstuk doorgespit en geconcludeerd dat het geschreven was door een paar dilettanten die A) niet op de hoogte waren van wat er in 1980 bekend was over het transport van straling en warmte in de gas lagen van bijvoorbeeld planeetatmosferen (zie o.a. ‘Radiative Transfer’ door Chandrasekhar, 1950, een flinke pil om door te werken), en B) dat ze, vanwege dat gebrek aan kennis, zelf geprobeerd hebben het wiel opnieuw uit te vinden, maar het gedrocht dat eruit kwam was vierkant. Het hele concept is in mijn nederige opinie onzinnig en alle berekeningen erop gebaseerd does nonsense.
Dilettanten Ed?
Is dat niet een totaal overbodige opmerking? Of ken jij binnen de klimaatkerk figuren die dat niet zijn en zo ja, wie dan wel.
Ik ben zeer benieuwd naar je antwoord :)
Nog steeds blijf ik bij mijn mening, waterdamp 1,2% vd atmosfeer, CO2 0,04%. Vermeend menselijk aandeel 0,01%. is dan 0,8% van de broeikasgassen. Volgens de klimaathystreriesies wordt alle opwarming veroorzaakt door het broeikasgas, het dan 2 graden warmer worden, het menselijk aandeel van die 2 graden opwarming is dan 0,016 (0,8%) graden. De paniek en aandacht niet waard.
Nico, moet je het ook nog eens uitrekenen in graden Kelvin; dan kom je nulletjes te kort achter de komma.
Alarmisten weten niet wat kelvin is en al helemaal niet wat het absolute nulpunt inhoudt.
Ook leuk is de gemiddelde temperatuur grafiek uit te zetten in kelvin en bij 0 te beginnen blijft er niets over van de opwarming.
Ik ben het eigenlijk ook eens met Ed. De beredenering klopt van het begin af al niet, volgens mij… In ieder geval: 0.06 K opwarming per decade door 0.002% v/v extra CO2 in de atmosfeer per decennium. Dat kan toch niet waar zijn? Volgens mij snappen ze dan toch echt niet waar de warmte die we om ons heen voelen vandaan komt. De echte warmte die we om ons heen voelen in de eerste 3 km vd atmosfeer komt door de wisselwerking tussen de zon en de oceanen. Dat is: hoeveel water er per tijdseenheid verdampt en hoeveel water er condenseert. Volgens mij heeft niemand dat ooit berekend. Ik heb dat onlangs aan de kamerleden uitgelegd. (klik op mijn naam). Nou ja, als Ad Huyser het al niet begrijpt, dan kun je hun niet blameren dat ze een onrealistisch beleid voeren.
Ik snap nou wel ongeveer waar de hele klimaat boot de mist in gaat. Bij hun definitie (kijk naar mijn brief aan de kamerleden) praten ze nog wel over het lagere deel van een planeet (dat van toepassing is), maar bij het meten van forceringen van SW en LW zitten ze ergens boven op het dak van de atmosfeer te meten.
Overigens vind ik het wel goed van Ad dat hij inziet dat er ergens anders een (extra) bron van energie moet zijn die het warmer als normaal maakt. Het is niet de zon, maar het is wel de aarde zelf. Met een regelmaat van 1000 jaar…. (klik op mijn naam)
“Nou ja, als Ad Huyser het al niet begrijpt,….”
FG Dat schrijft ene H. Pool. Je moet maar durven of je hebt een totaal verkeerd beeld van eigen kennis en kunde. Dunning Kruger in extreme vorm.
Het moet hier iedereen toch duidelijk zijn dat niemand het weet of begrijpt behalve dan ene H. Pool.
Arme Frans.
Als je hetzelf niet begrijpt, begin je maar weer met beledigingen. Maar waarom kies je mij uit, en niet Ed? Onze reacties zijn bijna hetzelfde?
Je hebt echt een geestelijk probleem. Je moet hulp krijgen. Het goedkoopste advies wat ik je kan geven is:
ga naar de dichtbijzijnde kerk en sluit je aan. Zij kunnen je advies geven waar je anders handen vol geld aan gaat uitgeven.
Als je tenminste een relatie wil hebben met iemand anders als jezelf….
Henry
“De echte warmte die we om ons heen voelen in de eerste 3 km vd atmosfeer komt door de wisselwerking tussen de zon en de oceanen”
Dat mag zo zijn, maar dat komt dan toch echt door de invloed van broeikasgassen waarvan waterdamp de minst voorspelbare is door allerlei veranderlijke interacties. Ook als je aanneemt dat CO2 een broeikasgas is en een remmend effect heeft op de uitstraling naar de ruimte van IR straling in een nauw bepaalt frequentiegebied zal dat temperatuurverhogend werken tot er een nieuw evenwicht is bereikt in de inkomende en uitgaande straling. Kennelijk kan dat verschil worden gemeten met satelieten.
Of wil je de hele broeikastheorie naar het land der fabelen verwijzen? Waar zit dan de denkfout van Huijser?
Ik denk hetzelfde als NoudV.
Ad volgt de kennis die is neergeschreven maar Ed, ik en Noud zeggen dat de stralings balans de verkeerde weg is.
Overigens was het in 1963 ook gematigd weer, de noordzee was wel helemaal bevroren maar naar de huidige maatstaven is dat natuurlijk geen extreem weer volgens de asfaltplakkers. Ik geloof trouwens niet dat ze goede lijm gebruiken want bij krachtlijm moet je voorzichtig los gesneden worden.
Deze actie voerder wist dat niet:
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230424_95940069
Wat een prima artikel! Dat mag ik eindelijk ook eens schrijven.
Het lezen en inhoudelijk kunnen volgen vereisen echter meer tijd en dan is er natuurlijk weer een nieuw artikel. Jammer maar blijkbaar gaat kwantiteit voor kwaliteit.
In het kort dus na kort diagonaal lezen dit artikel en het uitgebreider werk mijn summiere en voorzichtige reactie:
1. Conclusie lijkt gerechtvaardigd dat enkel het A-CO2 slechts voor rond 1/3 verantwoordelijk is voor stijging globale temperatuur.
2. Evaluatie van CERES data lijkt te bevestigen dat Albedo daling ook zorgt voor deel stijging in globale temperatuur.
3. Er verschil is in Albedo gedrag voor NH en ZH waarbij voor NH ook wordt gewezen op antropogene invloed als urbanisatie en landgebruik.
4. IPCC in modellen de ‘effecten’ met factor 10 overschat.
5. Forcings en Feedbacks moeten in werking worden begrepen vanuit vakgebied van Meet en Regeltechniek..
6. M.i. korte effecten kunnen versterkend zijn (lijken) maar langere effecten juist verzwakkend en uiteindelijk zijn laatste dominant.
7. Invloed H2O groot is op klimaat.
8. …
Tot hier even- nog niet af maar lezen gaat voor.
En in verband met enkele opmerkingen/vragen in deze draad iets meer over punt 5
5. Forcings en Feedbacks moeten in werking worden begrepen vanuit vakgebied van Meet en Regeltechniek..
Voor het klimaat zijn kringlopen de basis en gericht op het bestendigen van de natuur en het leven en vormen of regelen de balans hiervoor.
Er zijn drie grote kringlopen of cycli:
1. De hydrologische of water kringloop.
2. De koolstof kringloop en wat vaak wordt geduid:
3. De gesteente kringloop.
Het zijn grote kringlopen opgebouwd uit meerdere kleinere cycli en door dwarsverbanden ook nooit afzonderlijk te beschouwen. Uiteraard omvatten de kringlopen verschillende eigenschappen als bv de traagheden.
De verschillende cycli kunnen mechanismen bevatten die remmend werken op de actie of juist die actie versterken. In eerste situatie spreken we over een negatieve terugkoppeling of negatieve feedback. Versterkende terugkoppeling of positieve terugkoppeling cq positieve feedback.
Terugkijkend in de geschiedenis van het klimaat op onze planeet zien we als totaalresultaat van al deze samenwerkende kringlopen dat uiteindelijk de negatieve terugkoppelingen uiteindelijk ervoor zorgen dat het klimaat binnen voor huidig leven leefbaar blijft.
Klimaatalarmisten focussen zich op positieve terugkoppelingen. Klimaatrealisten bezien de positieve en negatieve terugkoppelingen.
Echte deskundigen weten dat klimaat of klimaatverandering niet het probleem is van deze tijd.
Korte samenvatting van het artikel:
De Planck feed back is de relatie tussen toegenomen straling met toegenomen temperatuur. Maar welke straling en temperatuur? Straling en temperatuur aan het oppervlak zijn resp. 400 W/m2 en 288 K, bij de TOA 240 W/m2 en 255 K.
1.De Λpl die in het artikel gebruikt wordt (en ook door het IPCC) gebruikt de oppervlakte temperatuur Ts en SWin (of LWout) als straling.
2. Voor Λs wordt zowel temperatuur en straling aan het oppervlak gebruikt (Ts en LWup). Dit is de afgeleide van de wet van Stefan-Boltzmann (SB) bij 288 K.
3. Een derde combinatie is straling en temperatuur bij de TOA. Dit de afgeleide van SB bij 255 K.
De waarden van 1, 2 en 3 zijn resp. 3.3, 5.5 en 3.7 W/(m2 K).
1 is met broeikaseffect, 2 is SB voor het oppervlak, 3 is SB bij de TOA.
De parameter Λfb is (2) minus (1), dat is 2.2 W/(m2 K)
Er wordt in het artikel gesuggereerd dat het IPCC voor hun berekeningen nogmaals een factor Λfb in rekening brengen en zo op een klimaatgevoeligheid van 1.1 W/(m2 K) uitkomen.
Ik kan dat zo een twee drie niet controleren, maar als dat zo is is dat een fout.
Maar dat wil niet zeggen dat Λpl de situatie inclusief de huidige mogelijke terugkoppelingen beschrijft. De combinatie van Ts en LWout kan daar weinig over zeggen.
Er moet wel degelijk een inschatting daarover gemaakt worden. Maar niet op de (vermeende) manier van het IPCC.
Dirk Visser, wat is een terugkoppeling? In de AGW-theorie doet men alsof er terugkoppelingen zijn, maar dat is niet correct. De zon warmt de aarde, de atmosfeer, de CO2, de waterdamp, de oceanen enz.. op. Dat gebeurt allemaal tegelijkertijd. Dus, wat is dan de terugkoppeling? Het verhaaltje van de terugkoppelingen is een uitvinding, of beter een uitvindsel, om de AGW theorie te laten kloppen.
Zie https://www.climategate.nl/2024/12/een-realistische-visie-op-de-klimaatproblematiek-deel-3/
of https://doi.org/10.53234/scc202310/25 een paper van Roy Clarck
“In order to move beyond the pseudoscience of radiative forcings, feedbacks and climate sensitivity to CO2 it is necessary to follow Fourier and restore the time dependence to the surface energy transfer.”
Pseudoscience noemt hij het, en dat is het ook. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de opwarming enkel te wijten aan CO2, toen dat overduidelijk niet ging, begonnen ze de AGW theorie te draperen met allerlei patches, zoals de “terugkoppelingen”. De AGW-theorie hangt met haken en ogen aaneen, en is duidelijk pseudoscience.
Rudi,
Het effect van de obliquiteit kent een sterke terugkoppeling vanwege de vorming van ijskappen. De gemiddelde instraling verandert niet bij variërende obliquiteit, er is geen forcering behalve een iets andere verdeling van de zoninstraling. Op 65 ° NB of ZB is dat enkele W/m2 meer (of minder), op de evenaar iets minder (of meer). Het resultaat is de (eventuele) start van een interglaciaal na hoge obliquiteit en de start van een glaciaal na lage obliquiteit, het gemiddelde temperatuurverschil is ~6 graden, in de poolgebieden ~12 graden.
Waarom noem jij een gevolg een terugkoppeling?
Een terugkoppeling in de regeltechniek, is waar het uitgangssignaal in een zekere verhouding teruggekoppeld wordt naar het ingangssignaal.
Het directe gevolg van ~4 W/m2 minder straling op 65° NB is een temperatuur die ~1 graad lager is. Maar daardoor smelt plaatselijke sneeuw niet meer weg, ijs gaat zich ophopen, ijskappen ontwikkelen zich die o.a.naar het zuiden stromen, de albedo neemt af, steeds minder straling wordt geabsorbeerd door het aardoppervlak. Dat is de terugkoppeling.
@Rudi, 18:44 uur. Treffend commentaar! Ja, de AGW-hypothese kan niet anders zijn dan pseudo-wetenschap. Dat begint al bij de cartoons van Kiehl & Trenberth (en een reeks anderen). Hierin vergalloperen de bedenkers zich naar hartenlust aan het optellen van vermogensdichtheden. Daarin helaas gevolgd door vrijwel alle ‘sceptici’. Maar de W/m² is een intensieve (niet-additieve) grootheid. De som van twee of meer intensieve grootheden is nietszeggend. Wordt de som van twee fluxen geacht een object, zoals een aardoppervlak, te verwarmen, dan telt alleen de grootste van de twee. Daartoe moet dan de toegevoerde vermogensdichtheid de conform S-B afgestraalde vermogensdichtheid van het object overtreffen (tweede hoofdwet). Vertegenwoordigen de fluxen de zonnestraling en een vermoede terugstraling, dan kan de laatste onmogelijk iets aan een temperatuurverhoging bijdragen. Zelfs de zon moet al uren schijnen voordat het opwarmen begint. De empirie bevestigt dit (ook al spiegelen Cabauw-grafieken iets anders voor). Hetzelfde gaat op voor de paar W/m² die de atmosferische ‘MODTRAN-trechter’ zou opleveren. Ook voor dit fluxje (en dat van andere ’terugkoppelingen’) geldt dat het niets kan bewerkstelligen. Daarom, ongeacht wat reeksen formules ook voorrekenen: de klimaatgevoeligheid van CO₂ blijft nul. Dit is de nare consequentie van het klakkeloos optellen van intensieve grootheden. Wat ook aan de basis ligt van de invoer in ‘de klimaatmodellen’: gemiddelde gemiddelden uit de som van reeksen temperaturen (jawel, ’t is allemaal nog veel ingewikkelder…).
En dan blijft er nog het pièce de résistance: de ‘broeikas’ zelf. We moeten hier geloven dat de troposfeer zonder de straling van een miniem beetje CO₂ isotherm zou zijn gebleven. Juist aan precies de juiste CO₂-concentratie zouden wij de juiste negatieve temperatuurgradiënt danken, die de Aarde nog juist niet laat verbranden. (Zomaar één van de argumenten die ik ooit voorbij zag komen…) Een klap in het gezicht van de echte wetenschap. Van allen die vanaf de negentiende eeuw tot ver in de vorige de diverse standaard-atmosferen hebben vastgelegd. Waaronder de Internationale Standaard Atmosfeer en de US Standard Atmosphere 1976. Uit de voorwaarde van lokaal thermodynamisch evenwicht, de soortelijke massa en warmtecapaciteit bij constante druk kan een eenvoudige differentiaalvergelijking de negatieve temperatuurgradiënt tevoorschijn toveren. Dit leidt bij een hoogte van 5,1 km (ongeveer halve hoogte troposfeer) tot het magische trio temperaturen van (15 + 18)°C = 33°C die de broeikas zouden bewijzen. Kooldioxide speelt in deze afleiding echter geen rol.
Tja, welke van de twee? Wie zou in een vliegtuig stappen waarin de vlieghoogte, stijg- en daalsnelheid, luchtsnelheid (alle ook aan de automatische piloot gekoppeld), dynamische viscositeit en de aerodynamica van het vleugelontwerp zijn afgeleid uit de broeikas-atmosfeer? Klimaatwetenschappers misschien?
HansM
Kijk commentaar verder onder.
Het spijt me voor Ad Huyser en voor de andere rekenaars, maar volgens mij is het model verkeerd, te beperkt, te tricky of hoe je het ook wilt noemen. M.a.w.: DE STRALINGSBALANS IS DE VERKEERDE AANPAK. Het klimaat systeem omvat meer dan de dagelijkse gang in de atmosfeer en dat uitsmeren over vele jaren. Naast die dagelijkse gang is een heel ander systeem aan de gang, waarbij warmteuitwisseling plaats vindt in een boven water. Dat gaat om ordegroottes meer warmte dan dat beetje in de atmosfeer. Bij het ontstaan van de klimaat wetenschap werd zo’n model al voorgesteld door meteorologen van naam zoals de toenmalige directeur van het KNMI, Henk Tennekes. Hij werd toen al uitgerangeerd vanwege dissidente opvattingen en dat is nog veel erger geworden. Bovendien is het simuleren van uiterst complexe modellen die grote hoeveelheden aannamen bevatten en dat tienduizend keer herhalen, volstrekte onzin. Dat je niet verhelpt met finetunen. Ik heb tig jaar een college simulatie gegeven en als een tweedejaars met zo’n model aan zou komen, heb ik maar 1 vraag: De aarde bevat voor 70% water en dat zie ik niet terug. Hoe denkt U uw model te valideren? .
Precies.
@ Hans M: Petje af. Er zijn nog steds rkenaars die nadenken. Dankjewel.
Dirk Visser
Ik meende me te herinneren dat je het in een eerdere reactie had over een instraling van 325W per m2 oppervlak en een menselijke bijdrage van door het gebruik van fossiele brandstof van 1.8 W per m2. Hoe verhoudt zich dat met de nu genoemde getallen? is de rest op het conto te schrijven van landgebruik en extra Albedo?
Peter van Beurden,
De zonneconstsnte is 1366 W/m2 (dit is de intensiteit van de zonnestraling op de gemiddelde afstand van de Aarde tot de Zon). De gemiddelde instraling per oppervlak van de Aarde is dan 1366/4= 341.5 W/m2. De albedo van de Aarde is 0.3, de absorptie van de atmosfeer en aardoppervlak is dan gemiddeld 0.7 * 341.5= 239.0 W/m2.
In het artikel wordt de iets hogere waarde van 240 W/m2 voor SWin gebruikt.
De waarde van 1.8 W/m2 voor huidige forcering van CO2 komt uit de spectroscopie. Met een Planck feedback parameter van 4 * 240/288= 3,3 W/(m2 K) kom je uit op een temperatuurverhoging door CO2 van 1.8/3.33= 0.54 K.
Maak je gebruik van de parameter Λs= 4 * 400/288= 5.5 W/(m2 K) dan is de temperatuurverhoging (‘zonder broeikaseffect’) 1.8/5.5= 0.32 K.
Zo lang dit artikeltje niet in de peer review komt is het waardeloos.
Snobisme is geen argument.
De peer review is zelfs hier al een hele dobber, zie
(Henry in Zuid-Afrika 6 jan 2025 om 22:15)
HansM (23:12)
Prachtig commentaar, Hans. Je moet ook een keer iets voor CG schrijven! Ik bekijk het hele probleem altijd vanuit deze hoek.
1) Er is geen condensatie van CO2 in de atmosfeer.
2) Er is dus geen herhaaldelijke condensatie warmte die vrijkomt zoals bij water wanneer waterdamp over gaat naar water.
3) Je kunt nu dus spectrocopisch naar het hele spectrum van CO2 kijken en kijken welke SW en welke LW door het molecuul terug gestraald wordt, als er licht van de aarde en van de zon opvalt.
4) Dat heeft men blijkbaar met Fortran en Modtran ook gedaan maar er werd toen alleen naar LW gekeken…. Dat is natuurlijk onzinnig…..
5) Ik heb naar beide het nabije infra rood en infra rood gekeken van de aarde en van de zon en in hoeverre het CO2 molecuul deze straling vd aarde en zon verhindert – maw. de absorpties van CO2.
6) Bedenk daarbij dat de zon over de hele 0-25 um straalt terwijl de aarde net vanaf ca. 6 um.
7) Eigenlijk is er ook terug straling van CO2 in het UV – want dit is hoe men op redelijk bijzondere wijze precies kan bepalen hoeveel CO2 er op een andere planeet is – maar dit heb ik maar buiten beschouwing gelaten.
8) Ik gebruik de wet van Wien om te bepalen hoeveel energie er van de zon door het CO2 molecuul terug gestraald wordt en hoeveel energie er van de aarde bij betrokken is.
9) Ik heb in acht genomen dat de aarde 24 uur per dag straalt en de zon net 12 uur per dag.
10) Ik kom dan bijna precies op nul uit. Maw. het warmte effect van CO2 in de lucht (door terustraling van LW straling van de aarde) is net zo groot als het koel effect (door terugstraling van SW+LW straling van de zon)
Wat denk jij van deze benadering, HansM?
Hans M om 23:12,
Warmte fluxen kan je gewoon bij elkaar optellen. De Zon straalt naar de Aarde en warmt de Aarde op, de Aarde straalt naar de Zon en warmt de Zon een uiterst klein beetje op. Voor de tweede hoofdwet geldt alleen de netto flux.
Voor de temperatuurgradiënt in de troposfeer bestaat een eenvoudige uitdrukking: Cp/g, de waarde daarvan is 10 K/km, de droogadiabaat.
@Dirk Visser, 11:49 uur. Uw commentaar verdient uitvoeriger commentaar dan ik meteen kan schrijven. Ik kom er hier graag later op terug.
Dirk, ik ben meer gespecialiseerd in chemie, dus natuurkunde is niet mijn sterkste punt. Maar is het niet zo dat als straling van dezelfde golflengte op elkaar afkomt, bv. tussen aarde en zon, er gewoon inferentie plaats vind?
Electromagnetische straling uit verschillende bronnen kan geen onderlinge interferentie vertonen. Fotonen kunnen alleen met zichzelf interfereren.
@DV,
“Electromagnetische straling uit verschillende bronnen kan geen onderlinge interferentie vertonen. Fotonen kunnen alleen met zichzelf interfereren.”
FG idd de basis van interferometrische meettechnieken eerst met bv Hg- hogedruk lamp en uiteraard later met de laser als lichtbron.
Ik snap het nou nog niet helemaal. Iik hoop dat Frans een beetje normaal doet vandaag en mij ook graag wil helpen – dat kan hij blijkbaar!
Als ik nou twee lasers op elkaar afschiet, wat gebeurt er dan, precies?
d.i.
twee lasers vd dezelfde golflengte
Heel summier:
Rond EM straling zijn er twee begrippen van interferentie.
1. Een verstoring tussen twee afzonderlijke bronnen.
2. Een bekende en bruikbare interactie van twee bundels door splitsing van een bron.
Bij toepassingen van punt 2 is er de mogelijkheid tot meten met zeer hoge resoluties bv van verplaatsingen [1] of veranderingen van dichtheden en nog meer.
Coherentie is essentieel en dat is niet mogelijk met/tussen twee verschillende bronnen
[1] zie nieuwste Grace satellieten voor info en toepassing.
https://gracefo.jpl.nasa.gov/laser-ranging-interferometer/
En
https://smd-cms.nasa.gov/wp-content/uploads/2023/05/LRI_Technology_Summary_and_Roadmap_TAGGED.pdf
Frans
Het lijkt mij er is dus wel interferentie bij het botsen van straling van dezelfde golfkengte/
Twee fotonen kunnen nooit met elkaar interfereren, dat zou diverse behoudswetten schenden. De coherentie van een lichtbundel bepaalt de mate van interferentie. Voor zonlicht is de coherentielengte enkele golflengten. Een dun laagje olie op water laat goed interferentiekleuren zien, een dikker laagje doet dat niet meer. Dat komt niet uitsluitend omdat de kleuren door elkaar gaan lopen (hogere orde wit) maar door de beperkte coherentie.
Het licht van sommige lasers kan een coherentielengte hebben van enkele kilometers. Dat wil zeggen dat voor zo’n weglengteverschil er nog steeds interferentie optreedt. Een foton hoeft niet die lengte te hebben, de fotonen die een laser uitzendt zijn aan elkaar verstrengeld. Strikt genomen interfereert het foton niet met zichzelf maar met een aan hem verstrengeld foton.
https://en.wikipedia.org/wiki/Coherence_length
Sorry, Dirk.. Ik moet echt oppakken. Mijn vrouw roept mij. Wij zijn een uur verder als jullie. Ik kom morgen weer terug.
Een redelijke beschrijving is te vinden in [1].
Opgemerkt moet worden dat in experiment van Young geschreven wordt van twee lichtbronnen (twee spleten) maar deze bronnen ‘afgesplitst’ zijn van een bron (spleet) en dat is zeer essentieel.
Twee afzonderlijke lasers met dezelfde golflengte zijn door verschil in fase niet coherent. Zie als zon bron achter twee spleten. Er zal een vorm van verstoring zijn tussen beide bronnen echter van interferentie in zin van een nuttige eigenschap voor meetmethoden is geen sprake. Optica en quantummechanica zijn zeer lastige onderdelen van de natuurkunde.
[1] https://www.natuurkunde.nl/artikelen/565/interferentie-van-licht#:~:text=Dus%20als%20we%20weten%20dat,er%20sprake%20van%20constructieve%20interferentie.
Dit is een prima verhaal over de klimaatgevoeligheid m.b.t. CO2 stijging en is voor zover ik kan beoordelen heel plausibel. In ieder geval veel plausibeler dan de klimaatgevoeligheid van 3֯ of meer per CO2 verdubbeling die uit de IPPC modellen wordt gehaald. Deze waarden zijn veel hoger dan de initiële klimaatgevoeligheid van CO2 sec van ± 1֯ per CO2 verdubbeling. Dat betekent dat in de modellen de terugkoppeling veel groter is dan het oorspronkelijke effect. Een dergelijk sterke terugkoppeling zou moeten leiden tot een exponentieel toenemende temperatuursverhoging naar analogie van het rondzingen dat bij een microfoon + versterker + luidspreker combinatie kan optreden. Bij zo’n exponentieel toenemende temperatuur zitten we algauw bij het kookpunt van water zodat Guterres toch gelijk zou krijgen. Een dusdanig grote terugkoppeling is m.i. uiterst onwaarschijnlijk. Temeer omdat de terugkoppeling niet alleen van toepassing is op de temperatuursverandering t.g.v. CO2 stijging maar op elke temperatuursverandering zoals bijv. bij de middeleeuwse warme periode of de kleine ijstijd. Als de terugkoppeling van het klimaatsysteem werkelijk zo groot is hadden we allang in een “hothouse” aarde of in een sneeuwbal aarde moeten zitten!
Klimaatalarmisten focussen zich op positieve (overdreven) terugkoppelingen. Klimaatrealisten bezien de positieve en negatieve terugkoppelingen.
Echte deskundigen weten dat klimaat of klimaatverandering niet het probleem is van deze tijd.
Mijn duimpje op.