Van een onzer correspondenten.

Ik heb jarenlang bij Philips gewerkt. Al in de jaren tachtig moesten televisies en andere consumentenproducten aan zeer strenge brandveiligheidsnormen voldoen. Ze moesten en moeten onbrandbare en brandvertragende onderdelen bevatten. Als er in ons land elk jaar tientallen of zelfs honderden tv’s in onze huizen, hotels, bedrijven, kroegen, boten en caravans spontaan in brand zouden vliegen, zou het land te klein zijn – en Philips in grote problemen. Iedereen vond en vindt die strenge brandveiligheidsnormen volkomen logisch en terecht.

Wereldwijd vliegen er van de 40 miljoen elektrische auto’s elk jaar zo’n 4000 spontaan in brand.

Hoe kan het dan zijn dat een consumentenproduct dat met meerdere volwassenen, kinderen en baby’s over de weg kan razen in de verste verte niet aan dergelijke normen voldoet? Waarom subsidieert de overheid nota bene een product waarvan jaarlijks 1 op de 10.000 exemplaren spontaan in brand vliegt, en zelfs zo brandgevaarlijk blijkt dat de brandweer ze net als in Amerika niet meer in onze goed beveiligde parkeergarages toestaat? We worden in een vliegtuig al jaren gewaarschuwd voor mobieltjes die te warm worden, en dat gaat nog om heel kleine batterijen. Een elektrische auto heeft ruwweg 5000 keer zoveel batterijcapaciteit aan boord als een mobieltje. Zie het gehele artikel van Maarten van Andel in Wynia’s Week hier.

***

Bron hier.

***