Foto: Shutterstock.

De Europese auto-industrie moet dit jaar waarschijnlijk miljarden euro’s aan strafbelastingen betalen. Maar de weerstand tegen de onhaalbare CO₂-doelstellingen groeit. De gebeurtenissen laten zien dat klimaatbescherming, zodra deze concreet wordt, onaanvaardbare economische schade veroorzaakt.

 

Door Peter Panther,

Porsche heeft aangekondigd dat het tegen 2029 ongeveer 1.900 banen in de regio Stuttgart zal schrappen. Het is het laatste negatieve nieuws in een hele reeks slechte berichten uit de Duitse auto-industrie: de Amerikaanse autofabrikant Ford wil ongeveer 2.900 banen schrappen in Keulen. Audi plant naar verluidt ook grootschalige ontslagen. Volkswagen heeft voor het eerst de sluiting van fabrieken aangekondigd. Autotoeleverancier Schaeffler wil 4.700 banen schrappen in Europa, waarvan 2.800 in Duitsland. En ZF Friedrichshafen, de op één na grootste toeleverancier voor de automobielindustrie van het land, wil zelfs 14.000 banen schrappen.

Het lijdt geen twijfel: de Duitse auto-industrie verkeert, net als de hele Europese industrie, in een crisis. De stagnerende autoverkoop in het algemeen en de goedkope concurrentie uit China hebben hier bijzonder veel last van. De straftarieven die Europese autofabrikanten moeten betalen omdat ze hun CO₂-doelstellingen waarschijnlijk niet gaan halen, kunnen de daling nu nog versnellen. De auto-industrie zelf schat dat het om betalingen van maximaal 15 miljard euro per jaar zou kunnen gaan. Dit zou de nek van deze sector kunnen breken.

 

De realiteit blijft achter bij de verwachtingen

Vanaf dit jaar mogen nieuwe auto’s in de EU gemiddeld 94 gram CO₂ per kilometer uitstoten. Voorheen was 115 gram toegestaan. Deze doelstelling kan alleen worden bereikt als een aanzienlijk deel van het nieuwe wagenpark elektrisch is. Geschat wordt dat 22 tot 28 procent van de verkochte auto’s een op batterijen werkend voertuig moet zijn om aan de voorgeschreven emissienormen te voldoen.

Maar de werkelijkheid blijft ver achter bij de verwachtingen. Er werd voorspeld dat elektromobiliteit snel een steeds groter marktaandeel zou verwerven. Vorig jaar daalde hun aandeel echter voor het eerst daadwerkelijk: in Duitsland werden ruim een ​​kwart minder elektrische auto’s verkocht dan in 2023. Het aandeel nieuwe auto’s daalde van 18,4 naar 13,5 procent. Vorig jaar daalde de verkoop van elektrische voertuigen in de EU eveneens met zes procent. Het aandeel van elektromobiliteit in heel Europa bedroeg eveneens slechts 13,6 procent.

Hoe de zaken zich in 2025 zullen ontwikkelen, is nog onduidelijk. Maar de doelstelling dat dit jaar ongeveer één op de vier auto’s die in Europa worden verkocht elektrisch zal zijn, is zeker niet haalbaar. En dat kost geld: voor elke gram CO₂ boven de doelstelling – per voertuig – moet de auto-industrie 95 euro betalen. Zoals hierboven vermeld, zal dit waarschijnlijk in de miljarden aan betalingen lopen – geld dat de industrie nauwelijks kan ophalen.

De Vereniging van Europese Autofabrikanten sloeg afgelopen najaar alarm. De Europese Commissie heeft ‘dringende maatregelen’ nodig om de klimaatdoelstellingen af ​​te zwakken. Alleen op deze manier kan een existentiële crisis voor de auto-industrie worden afgewend. De vereniging gaf aan dat de elektrificatie van het nieuwe wagenpark niet haalbaar was in het aangegeven tempo.

Scholz en Habeck zijn ook voorstander van een koerswijziging

De premiers van Nedersaksen, Beieren en Baden-Württemberg steunden deze eis in december. In een brief aan de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, werd opgeroepen tot een herziening van de CO₂-limieten voor 2025.

Ook de huidige bondskanselier Olaf Scholz (SPD) en minister van Economische Zaken Robert Habeck (Groenen) zijn inmiddels openlijk voorstander van een aanpassing van de regeling. Begin februari riep Frankrijk de EU op om haar CO₂-plannen te herzien om een ​​crisis in de auto-industrie te voorkomen. In een dringende oproep riep het land op om de planning van de Europese Green Deal met enkele jaren uit te stellen. Anders bestaat het risico van een ‘ernstige politieke vergissing’.

Tot voor kort vonden dergelijke oproepen in Brussel geen gehoor. EU-klimaatcommissaris Wopke Hoekstra verdedigde de strafheffingen op CO₂-uitstoot krachtig. Maar de laatste dagen lijkt er beweging in de zaak te komen: volgens berichten in de media overweegt de Europese Commissie serieus om de boetes voor de auto-industrie uit te stellen. Daarom wil de Unie dit jaar afzien van CO₂-tarieven. Overschrijdingen van de grenswaarden zouden echter als een soort hypotheek worden behandeld die in de komende jaren zou moeten worden verrekend.

Als dit op deze manier wordt geïmplementeerd, krijgt de auto-industrie in ieder geval even adempauze. Maar het zwaard van Damocles zou blijven. De EU is van plan om de klimaatmaatregelen in de transportsector snel aan te scherpen. In 2030 mag er nog maar zo’n 50 gram CO₂ per kilometer worden uitgestoten, en in 2035 mag er helemaal geen CO₂ meer worden uitgestoten. Maar hoe de industrie binnen tien jaar 100 procent klimaatneutrale aandrijfsystemen voor nieuwe auto’s gaat realiseren, is nog maar de vraag.

De EU schiet zichzelf in de voet

Maar wat is hier nu eigenlijk aan de hand? De politiek heeft zich een nobel doel gesteld: al in 2050 moet het vervoer in heel Europa emissievrij zijn. Dat betekent dat het nieuwe wagenpark al in 2035 klimaatneutraal moet zijn. Maar kopers zijn terughoudend: voor hen heeft elektrisch rijden te veel nadelen. Uit een test van de Duitse automobielclub ADAC is gebleken dat elektrische auto’s bij winterse temperaturen soms meer dan de helft van hun actieradius verliezen.

Om de CO₂-doelstellingen te handhaven, straft de EU de auto-industrie nu met steeds hogere schadevergoedingen. De straftarieven zullen echter niet leiden tot een snellere acceptatie van e-mobiliteit. Ze zullen de crisis in de auto-industrie juist verergeren en leiden tot de-industrialisatie in heel Europa. De EU schiet zichzelf in de voet.

Hieruit blijkt dat zodra klimaatbeleid concreet wordt en de overheid het wil afdwingen, er conflicten ontstaan ​​met consumenten en de economie. Het gevolg is enorme economische schade. Er kunnen massaprotesten plaatsvinden, zoals de Franse gelehesjesbeweging, die de staatsdromers met beide benen op de grond zetten. Klimaatbescherming die niet gebaseerd is op technologische en economische voorwaarden, is onvermijdelijk gedoemd te mislukken.

***

Bron hier.

***