Frans Timmermans. Foto: Shutterstock.

[Endogamie =  het trouwen binnen een sociale groep.]

Door Samuel Furfari

Het ‘Greengate’-schandaal onthult een lobbysysteem dat door de Europese Commissie wordt gefinancierd om de stemmen van Europarlementariërs ten gunste van de Green Deal te beïnvloeden. De aanleiding voor de actie waren onthullingen in de kranten De Telegraaf en Le Point , waarin oud-commissaris Frans Timmermans ervan werd beschuldigd financiering voor milieuorganisaties te hebben georkestreerd om druk uit te oefenen op parlementsleden.

Deze beschuldigingen werden bevestigd door de Poolse begrotingscommissaris Piotr Serafin, die erkende dat er ongepaste overeenkomsten bestonden tussen de Commissie en NGO’s. Een van de betrokken organisaties is het Europees Milieubureau (EEB), dat aanzienlijke subsidies heeft ontvangen om lobbyactiviteiten uit te voeren.

In de 36 jaar dat ik bij de Europese Commissie werk, heb ik sinds de goedkeuring van het Verdrag van Maastricht een zorgwekkende afwijking in de werking van de Europese instellingen kunnen constateren. Deze afwijking is weliswaar sluipend, maar verklaart grotendeels waarom het recente ‘Greengate‘-schandaal mij helemaal niet verbaast. Integendeel, ik vind dat er veel eerder aangifte had moeten worden gedaan.

Milieuorganisaties spelen al tientallen jaren een centrale rol bij de ontwikkeling van het Europese milieubeleid. Hun invloed, die op het eerste gezicht legitiem lijkt, berust op een complex mechanisme, maar moet vanwege het endogame karakter ervan bekritiseerd worden. Om dit systeem te begrijpen, moeten we teruggaan naar de Cresson-affaire, die een keerpunt in het Europese subsidiebeheer markeerde.

De Cresson-affaire en het aftreden van de Santer-commissie (1999)

In 1999 werd de Europese Commissie, onder voorzitterschap van Jacques Santer, gedwongen om collectief af te treden na een schandaal van wanbeheer en favoritisme waarbij Edith Cresson, destijds Europees Commissaris voor Onderzoek, betrokken was. Centraal in de controverse stond de toekenning van een fictief contract aan haar  voormalige tandarts. Deze zaak riep ernstige vragen op over de ondoorzichtigheid en het gebrek aan controle bij de besteding van Europese publieke gelden.

Deze episode was een groot trauma voor de Europese ambtenaren, die destijds een generatie pioniers vormden die ervan overtuigd waren dat zij werkten aan vrede en verzoening tussen de landen van de Unie. De zaak betekende een keerpunt voor de Commissie, die geschokt was door het schandaal en zichzelf wilde beschermen tegen soortgelijke beschuldigingen in de toekomst.

Paul Vanbuitenen , de ambtenaar (die ik heel goed kende) die het schandaal ontdekte, werd lid van het Europees Parlement, maar hij bleek machteloos. Teleurgesteld en verbitterd verliet hij Brussel, diep terneergeslagen.

Om verdere schandalen te voorkomen, heeft de Commissie het beheer van veel subsidies en projecten geleidelijk aan gedelegeerd aan gespecialiseerde instanties. Deze agentschappen, zoals het Intelligent Energy Europe Agency (IEE), kregen de taak om initiatieven te financieren die verband hielden met duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van hernieuwbare energiebronnen, milieueducatie en de bevordering van de ecologische transitie.

De invloed van agentschappen en het fenomeen van endogamie

Deze instanties, die een neutraal en efficiënt beheer moesten garanderen, zijn echter het hart geworden van een systeem van bureaucratische endogamie. De projecten die zij financieren – studies, conferenties, educatieve evenementen – worden vaak uitgevoerd door milieu-NGO’s of door deskundigen die dicht bij hen staan. Deze projecten leiden tot steeds ‘groenere’ rapporten en aanbevelingen, die vervolgens worden gepromoot bij de Europese instellingen, met name de Commissie en het Parlement.

De parlementariërs waren verleid door dit werk en moedigden de Commissie aan om op deze weg door te gaan en de budgetten te verhogen. Zo ontstond een vicieuze cirkel waarin dezelfde ideeën steeds opnieuw werden herhaald en versterkt.

Erger nog, het proces van het evalueren van projecten wordt zelf gekenmerkt door problematische nabijheid. De ‘externe deskundigen’ die verantwoordelijk zijn voor de evaluatie van de voorstellen, komen vaak uit het NGO-netwerk of zijn voormalige deskundigen die soortgelijke onderzoeken of evenementen hebben uitgevoerd. Wanneer zij vanwege de rotatieregels niet meer kunnen evalueren, worden deze evaluatoren zelf actoren in de gefinancierde projecten, en vice versa. Dit systeem van voortdurende uitwisseling, dat zich concentreert rond Brusselse instellingen, met name in de buurt van het Luxemburgplein, genereert een vorm van intellectuele en operationele collusie, die hier wordt omschreven als endogamie.

De verspreiding van ecologische ideeën op Europese schaal

Om in aanmerking te komen, moeten projecten een Europese dimensie hebben, d.w.z. dat er partners uit meerdere lidstaten bij betrokken zijn. Tijdens de uitvoering en tijdens de openbare conferentie die noodzakelijkerwijs de afsluiting en het einde markeert, versterken deze projecten de banden tussen de verschillende betrokken NGO’s uit verschillende landen, die zelf vaak een transnationaal karakter hebben.

Door deze transnationale samenwerking ontstaat er geleidelijk een hecht netwerk tussen organisaties, waardoor er een steeds dichter web van onderlinge verbindingen ontstaat. Na verloop van tijd ontstaat er een kameraadschap, die een fenomeen van endogamie aanwakkert, waarbij de acteurs zich voortdurend binnen een beperkte kring bewegen. Dit systeem is ook verankerd in de structuur van lokale overheden, waar deze NGO’s hun invloed op het overheidsbeleid uitbreiden. Endogamie neemt dus alleen maar toe en consolideert een ecosysteem waarin dezelfde ideeën en dezelfde actoren het debat domineren, ten koste van de pluraliteit aan standpunten.

Dankzij dit mechanisme konden milieu-NGO’s hun ideeën en prioriteiten breed verspreiden binnen de Europese instellingen en in de lidstaten. Dankzij de enorme financiële middelen konden ze bewustmakingscampagnes voeren, onderzoeken uitvoeren en rechtstreeks invloed uitoefenen op de Europese beleidsmakers.

Milieueducatie, gefinancierd door deze projecten, is een vorm van indoctrinatie, vooral wanneer het gericht is op kinderen of specifieke beleidsmaatregelen promoot zonder kritisch tegenwicht.

Het cumulatieve effect van deze initiatieven heeft de politieke oriëntatie van de Europese Unie ingrijpend gevormd, met name in de context van de Green Deal. Terwijl hele sectoren, zoals landbouw en industrie, aan strenge regulering onderhevig zijn, wijzen sommige critici erop dat deze overdreven invloed van NGO’s heeft geleid tot een eenzijdige kijk op milieuvraagstukken, ten koste van andere economische of sociale overwegingen.

We hebben niet genoeg ruimte om in detail in te gaan op het feit dat de kabinetschef van de eerste vicevoorzitter van de vorige Commissie, de Nederlander Frans Timmermans was niemand minder dan zijn landgenoot Diederik Samsom, een voormalig actief Greenpeace-activist. Hij was het die, met de hulp van een andere Nederlandse lobbyist, een sleutelrol speelde bij het tot stand brengen van het beleid van de waterstofutopie als groene energie.

Dit schandaal zou de Green Deal, die al bekritiseerd werd vanwege de economische gevolgen, verder kunnen verzwakken en de discussies over het Europese concurrentievermogen weer kunnen aanwakkeren, met name tijdens de conferentie ‘Competitiveness Compass‘ die gepland staat voor februari. Het lijdt geen twijfel dat dit schandaal de positie van Donald Tusk zal versterken. Tusk is dit semester voorzitter van de EU en staat erom bekend dat hij de Green Deal durft aan te vallen. In zijn toespraak tot het Europees Parlement zei hij dat een aantal milieuregels die de EU de afgelopen vijf jaar heeft ingevoerd, verantwoordelijk zijn voor de torenhoge energieprijzen waarmee consumenten en bedrijven vandaag de dag te maken hebben. Volgens hem ondermijnen deze regels de concurrentiepositie van de Unie ten opzichte van de Verenigde Staten en China. Hij blijft diplomaat…

Samuel Furfari.

Het systeem voor het beheer van Europese subsidies, dat bedoeld was om schandalen te voorkomen, heeft geleid tot een nieuwe vorm van afhankelijkheid en endogamie. Laten we hopen dat het huidige “Greengate“-schandaal het debat over de noodzaak van hervorming van dit systeem nieuw leven inblaast, teneinde een evenwichtig en representatief bestuur te garanderen. Een stabiele, productieve en populaire Europese Unie is essentieel om de huidige geopolitieke en economische ontwikkelingen in de wereld het hoofd te kunnen bieden.

***

Bron hier.

***