Een bijdrage van Tjerk Veenstra.

De klimaatdiscussie en energietransitie gaat in de kern over het terugdringen van broeikasgassen door minder gebruik van fossiele brandstoffen. Maar ook de landbouw en veeteelt worden gezien als één van de belangrijkste bedreigingen van het klimaat. Maar wat is er fossiel aan een koe?

Diverse keren zijn in de media berichten te horen of te lezen om de veestapel te halveren en minder vlees te eten vanwege de invloed op het klimaat. Echter, de koe kan uit de beklaagdenbank.

De koe voegt netto geen koolstof aan de atmosfeer toe en het bevat meer voedingsstoffen dan alleen vlees. De herwaardering van de koe is meer dan terecht. Ik heb hier al eens over geschreven.

In onderstaande bijdrage probeer ik via een koolstofkringloop een en ander ook getalsmatig aan te tonen.

Inleiding

De kop “ Koe uit de beklaagdenbank” verscheen op 14 september 2021 in diverse kranten (o.a. de Telegraaf en het Dagblad van het Noorden). In dit artikel staat dat de klimaatimpact van de Nederlandse rundveestapel namelijk jarenlang fors is overschat. De impact is drie tot vier keer kleiner dan gedacht. Deze nieuwe inzichten zijn gepubliceerd in het laatste rapport van het klimaatpanel IPCC. (hoofdstuk 7, pag. 123) waarbij de rekenmethode voor het broeikasgas methaan is vernieuwd. De veehouderij is geen probleem meer, maar juist een onderdeel van de oplossing.

Koeien zijn puur vegetarische dieren, ze eten gras en (plantaardig) krachtvoer. Koeien zijn eigenlijk “biomassacentrales”, die biomassa omzetten, niet in elektriciteit, maar in hoogwaardige goed verteerbare (voeding)stoffen zoals melk en vlees maar ook huid, beenderen, orgaanvlees, etc. Het krachtvoer, dat wordt toegediend, bestaat naast mais voornamelijk uit humane reststromen, zoals sojaschroot, bierborstel, bietenpulp en aardappelvezels.

Het gras en mais, dat ze eten legt, evenals andere planten en bomen, CO2 uit de atmosfeer vast middels fotosynthese. Een koe kan mijns inziens per definitie nooit meer koolstof uitstoten dan zij via gras of ander groenvoer zelf heeft opgenomen! De uitstoot van een koe is daarbij zeer kort cyclisch. De koolstof komt bovendien niet alleen vrij in de vorm van voedingsstoffen, CO2 en methaan, maar ook in waardevolle organische mest, dat weer ten goede komt aan het organische stofgehalte (is ca. 50% koolstof) in de bodem en aan het bodemleven in de grond. De koeien brengen dus geen extra broeikasgassen in de atmosfeer zoals bij de verbranding van fossiele brandstoffen het geval is.

Koolstofkringloop veeteelt

In een onderzoek van de Wageningen Universiteit zijn koolstofstromen op bedrijfsniveau nader onderzocht .

In onderstaande figuur is deze koolstofkringloop samengevat. De getallen zijn weergegeven in “kg koolstof per 100 kg melk” voor voer en producten, dan wel in “kg broeikasgas per 100 kg melk”.

Koolstofkringloop op bedrijfsniveau

In dit model van de Wageningen Universiteit zijn de emissies door activiteiten buiten het bedrijf (in de toeleverende industrie: veevoer- en kunstmestindustrie, en door transporten van en naar het bedrijf) buiten beschouwing gelaten. Dat geldt eveneens voor emissies ten gevolge van elektriciteits- en dieselgebruik op het bedrijf. Uitgangspunt hierbij is dat het bodemsysteem in evenwicht blijft.

Broeikasgasbalans

In de veeteelt zijn twee broeikasgassen van belang, kooldioxide (CO2) en methaan (CH4).

Laten we eerst eens de CO2-balans onder de loep nemen.

Uit de kringloop is af te leiden dat per 100 kg geproduceerd melk de koe totaal 4577 kg CO2 opneemt en 1150 kg CO2 emitteert. De koe draagt dus niet bij aan de toename van CO2 in de atmosfeer, maar onttrekt voor iedere 100 kg melk juist meer dan 3000 kg CO2 aan de lucht.

Maar dat is het halve verhaal, immers de koe stoot ook methaan uit en dit is een nog veel sterker broeikasgas dan kooldioxide (28 keer sterker). Per 100 kg melk komt er 270 kg methaan vrij, deels direct uit de koe en deels uit de mest. Trekt dit de broeigasbalans van een koe dan niet volledig scheef? Nee, dat is niet het geval.

Een Amerikaanse onderzoeker Prof. Frank Mitloehner stelt daarover:

“Methaan is weliswaar een 28 keer sterker broeikasgas dan CO2, maar oxideert in de atmosfeer en zet zich na 10 tot 12 jaar om in CO2 en water. Dit is de biogene koolstofcyclus. De CO2 wordt opgenomen door planten via fotosynthese en de planten worden door de koeien opgegeten en voor een deel omgezet in methaan. Vervolgens duurt het dus tien jaar voordat deze methaan weer CO2 wordt. Het is een zeer kortdurende kringloop van CO2. Het is geen nieuwe CO2, maar in feite gerecyclede koolstofdioxide. Dat is een wezenlijk verschil met fossiele brandstof. In tegenstelling tot een auto zorgt de koe niet voor extra CO2 in de lucht”. Bron hier.

Bovendien blijkt uit deze koolstofbalans, dat de boodschap om minder vlees te eten niet zo veel invloed heeft op de koolstofbalans en de CO2 emissie.

Tjerk Veenstra.

Tot slot nog dit. Zoals de veeteelt een kroonjuweel is in Nederland, zo is de wijnbouw dit voor Frankrijk. De overeenkomst van beide is dat er via de fotosynthese CO2 wordt vastgelegd in planten. Daarmee worden voedingsstoffen geproduceerd via fermentatie, waarbij op natuurlijke (biologische wijze?) een klein deel van de opgeslagen CO2 weer vrijkomt. Bij de koe in de lebmaag, bij de wijnbouw in het wijnvat. In Nederland wil de politiek de veeteelt halveren ten gunste van het klimaat. Ik denk niet dat Frankrijk de helft van de wijnbouw zou opgeven om het klimaat te redden.

 

Samengevat

Per saldo is de conclusie gerechtvaardigd dat een koe niet bijdraagt aan de opwarming door broeikasgassen. Sterker nog, de koe levert juist een bijdrage aan het tegengaan van de opwarming van de atmosfeer.

***