Foto: Shutterstock.

Van een onzer correspondenten.

Een gastbijdrage van Syp Wynia.

Veel Nederlandse media lijken hun lezers, kijkers en luisteraars in een permanente toestand van ontreddering te willen brengen. Ze worden overladen met rampen en zwartgallige vooruitzichten en vaak krijgen ze er gratis een schuldgevoel bij getrakteerd. En zelden was het zo erg als in de zomer van 2022. Maar hoe zit het nou echt? Neem nou de droogte.

De minister van Waterstaat, Mark Harbers, liet begin augustus 2022 weten dat het nu officieel droog was in Nederland. Dat bleek het sein voor zowel alarmistische meningen als klimaatgerelateerde prognoses. In de rituele kringgesprekken werd bezorgd gekeken en gingen zorgelijke anekdotes rond. Het eindigde in de oproep om schuld te bekennen, zich te bekeren, minder te douchen en al helemaal niet meer te sproeien.

Als er iets met het weer is, worden er niet alleen de meest alarmerende situaties uitgezocht als waren zij de standaard of het gemiddelde, ook de voorspelling dat het alleen maar erger wordt en dat dat door ‘het klimaat’ komt is nooit ver weg. En ‘de wetenschap’ wordt met graagte aangehaald om de rampen van nu en in de toekomst plus onze schuldigheid – doorgaans via ‘het klimaat’ – te benadrukken. Vraagtekens, nuances en feiten zijn minder welkom. Voor je het weet word je niet alleen weggezet als klimaatontkenner, maar ook nog beschimpt als droogte-ontkenner.

‘Het CDA-Kamerlid dat op 8 augustus in het tv-programma Op1 de indruk wekte dat ‘het klimaat’ voor steeds meer droogte zou zorgen zat er dus faliekant naast. Voor zover ‘het klimaat’ te relateren is aan droogte in Nederland is het precies andersom.’

Maar iemand moet er toch nuchter en nieuwsgierig blijven, en dus googlede ik naar ‘droogte in Nederland’. Dat leidde tot enkele interessante publicaties, de een afkomstig van het KNMI, het Koninklijk Meteorologisch Instituut, ook wel ‘De Bilt’ geheten en zo ongeveer de maat der dingen, zeker ook voor wie graag de meest alarmistische versie van de toekomst geschetst ziet. Een onomstreden, hoogst betrouwbare bron dus, alom gezien als ‘de wetenschap’.

De tweede publicatie is van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat zich daarbij weer baseerde op het KNMI – een combi die zo mogelijk nog minder omstreden is bij al die politici, wetenschappers, weermannen en weervrouwen en activisten die graag de meest alarmistische versie van de werkelijkheid en de meest doemdenkende versie van de toekomst in de aanbieding hebben.

Wat leren we hier uit?

Ten eerste, dat het niet steeds droger wordt in Nederland, althans niet doordat het minder regent en dat dat al helemaal niet door ‘het klimaat’ komt. Integendeel: het wordt gemiddeld steeds natter in Nederland door de regen en dat kan in ieder geval deels worden toegeschreven aan de gemiddeld stijgende temperaturen. Een warmere Noordzee zorgt voor meer regen in Nederland, daar komt het in het kort op neer.

Om precies te zijn is de jaarlijkse regenhoeveelheid in Nederland in de periode 1910-2019 gelijkmatig van 692 naar 873 millimeter gestegen. Dat is een toename van meer dan een kwart, 26 procent, in 110 jaar. De extra regen valt vooral in de wintermaanden (43 procent), maar ook in de zomer regent het meer (17 procent) dan ruim een eeuw geleden. ‘Nederland geleidelijk natter’ schrijft het PBL.
Natuurlijk is het zo dat de totale neerslag sterk varieert, daarvoor is het weer het weer. In 1921 viel er bijvoorbeeld maar 436 millimeter en in 1998 viel er 1111 millimeter. Maar de trend is duidelijk: stijgend. Het regent niet minder in Nederland – en al helemaal niet door ‘het klimaat’ – maar juist steeds meer.

Het CDA-Kamerlid dat op 8 augustus in het tv-programma Op1 de indruk wekte dat ‘het klimaat’ voor steeds meer droogte zou zorgen zat er dus faliekant naast. Voor zover ‘het klimaat’ te relateren is aan droogte in Nederland is het precies andersom.

We laten de wetenschappers van het PBL aan het woord:

‘De toename in de hoeveelheid neerslag hangt samen met meerdere factoren, zoals de stijging van de jaargemiddelde temperatuur en de daaruit volgende sterke opwarming van de Noordzee. Dit effect zal vooral gelden voor de winter. Daarnaast spelen klimaatfactoren zoals veranderingen in overheersende windrichting en luchtvochtigheid een rol.’

Dat sluit natuurlijk niet uit dat het ook wel eens minder kan regenen dan gemiddeld. En sowieso is de extra neerslag van de afgelopen ruim honderd jaar niet gelijkmatig verdeeld over Nederland. De kust kreeg meer – logisch, door die warmere Noordzee. En gebieden in de ‘regenschaduw’ achter de heuvels – zoals oostelijk van de Veluwe – kregen er minder van mee. En de grote steden krijgen weer wat meer, want daar is het warmer en hangen meer deeltjes in de lucht waar zich regendruppels om vormen.

‘Geen trend in droogte te zien’

Dan nu de vraag of we steeds meer van die droge zomers krijgen (en of ook dat aan ‘het klimaat’ ligt). Daarover geeft het KNMI uitsluitsel. Het is weliswaar een publicatie van na de droge zomer van 2018, maar het klimaat verandert niet drastisch in een paar jaar en de inzichten van het KNMI ook niet, mag je hopen.

Welnu, het KNMI zegt dat we eens in de dertig jaar zo’n droge zomer hebben als in 2018. En inderdaad, die van 1976 was recorddroog en die van 1959 kon er ook wat van. Zo een als van 1976 komt volgens het KNMI eens in de 90 jaar voor. ‘Over de afgelopen eeuw hebben de toename in regen in de zomer en de verdamping door warmere en zonniger zomers elkaar gecompenseerd en is er geen trend in droogte te zien.’

Het klimaat? Natter of droger?

En hoe zit het dan met het klimaat en het feit dat er ‘geen trend in droogte’ valt waar te nemen? Het KNMI: ‘De kans op een droge zomer zoals die van 2018 is tot nu toe niet veranderd door het versterkte broeikaseffect en we kunnen de droogte er niet (gedeeltelijk) aan toeschrijven. Uit klimaatonderzoek komt naar voren dat het zuiden van Europa droger wordt en het noorden natter. Nederland zit daar precies tussenin en dat betekent dat het nog beide kanten op kan gaan. Wel blijkt uit recent onderzoek dat de kans op droogte toeneemt in de toekomst.’

Syp Wynia.

U bent weer helemaal bij. Er zijn soms droge periodes, er zijn soms droge plekken in Nederland. Het kan voorkomen dat de rivieren droog staan (al zal dat eerder door droogte elders zijn). Warmte zorgt voor verdamping en maakt dus droger. En verder, zoals waterstaatprofessor Piet Verdonschot en anderen zeggen: we zijn zo gewend om water af te voeren in Nederland dat het moeite kost om nu over te gaan op het vasthouden van water. Allemaal waar, allemaal nuttig.

Maar het is dus niet zo dat Nederland droger is geworden en het staat ook niet vast dat het gaat gebeuren. Nederland is juist natter geworden. Dankzij het klimaat. Heel wat minder reden om Nederland in een collectieve depressie te storten en een schuldgevoel aan te praten dan u als tv-kijker en radioluisteraar dacht. Hoe zou het eigenlijk met al die andere rampen en ‘crises’ zitten die over u worden uitgestort?

***

Bron hier.

Voor doneren op Wynia’ Week klik hier.