Foto: Shutterstock.

COP 27 in Sharm-el-Sheikh eindigt thans in een fiasco. Dat is nu voor iedereen duidelijk. Maar over het resultaat van eerdere COP’s, waaronder COP 26 (in Glasgow), bestaat minder duidelijkheid.

Rob Walter laat daarover zijn licht schijnen.

***

Vorig jaar heeft het IPCC in haar conferentie in Glasgow weer veel angst gezaaid voor klimaatverandering door CO2-uitstoot door de mens. Die CO2 komt in de atmosfeer terecht bij verbranding van fossiel voor het maken van energie voor elektriciteit, warmte en “kracht” (auto en industrie). Als je wilt geloven dat de door de mens zo geproduceerde extra hoeveelheid CO2 daadwerkelijk catastrofale klimaatverandering veroorzaakt, is de enige oplossing om energie te gaan maken uit andere bronnen dan fossiel (olie, gas en kolen). Dit is dan het enige dat van belang is.

Dit noemen we de “energietransitie”. De bedoeling is dat alle landen in de wereld in 2050 alle energie niet meer met fossiel maken. Dus alle energie fossiel-vrij in 2050. Met als tussenstap 30% fossielvrij in 2030.

“Glasgow” riep op om zo mogelijk per land verder te gaan en sprak over reductie van CO2-uitstoot van 100% in 2050 (minimaal 95% in 2050). De EU heeft opgeroepen om al 55% reductie te bereiken in 2030.

Door te spreken over “CO2reductie” in plaats van “energietransitie” is onduidelijkheid ontstaan. Wat valt hier dan onder? En hoe meet je dat dan? En zijn dat tijdelijke of blijvende reducties? En vooral: wat zeggen die vele tonnen CO2-reductie waarover bijna dagelijks wordt gepubliceerd voor de burger? Dit leidt tot onduidelijkheid en spoort aan tot “rommelen”.

De huidige stand van zaken is, dus in 2022:

Wereldwijd is nu de gemiddelde hoeveelheid zonder fossiel opgewekte hoeveelheid energie niet meer dan 10%. Dat is grotendeels door energie uit waterkracht en uit kernenergie. Het aandeel energie uit wind en zon is bij elkaar minder dan 1% (we hebben het over alle energie, dus niet alleen elektriciteit).

In Nederland heeft nu pas 12% van al onze energie het predicaat “duurzaam”. Dat is officieel CO2-vrij. Namelijk 7% uit biomassa en 5% uit wind en zon. De energie uit de kerncentrale wordt in Nederland niet meegeteld als duurzaam.

Als we van de biomassa de omstreden delen zoals verkregen uit verbranding van bossen, niet meetellen (omdat die niet toekomstbestendig is) dan blijft slechts 3% over. En als we de elektrische verliezen van wind en zon in extra verbindingen en transformatoren én veroorzaakte regelverliezen in het elektriciteitsnet aftrekken, dan blijft er 3% over. Dus slechts 6% (3% + 3%) CO2-vrije energie.

Met 6% moet Nederland de opmars beginnen naar 30% in 2030 en 100% in 2050. Dat gaat zeker niet lukken! Alleen bij grootschalige toepassing van kernenergie is een CO2-vrije toekomstige energievoorziening mogelijk.

Erg hinderlijk is dat in Nederland bij de communicatie naar het volk nu plotseling niet meer gesproken wordt over de hoeveelheid CO2-vrij opgewekte energie, maar over vermeden CO2-uitstoot, en heeft men het over CO2-reductie. Daardoor gebeurt er in Nederland nauwelijks iets voor het uitbreiden van productie van CO2-vrije energie met biomassa, zon en wind en wordt gezwegen of geheimzinnig gedaan over kerncentrales. Om dit te verhullen werpt de overheid zich, gesteund door milieugroepen, op allerlei vormen van eigentijdse hobby’s, zoals anders omgaan met energie en energiebesparing.

Met name energiebesparing, hoe edel dat ook klinkt, helpt niet mee (of verwaarloosbaar weinig) om het percentage CO2-vrije energie uiteindelijk, in 2050 op 100% te brengen. De vraag naar energie blijft richting 2050 toenemen. Wereldwijd zelfs tot 2½ maal de energievraag in 2022. Besparing kan daar weinig in veranderen. Grootse inzet van andere energievormen is het enige dat echt uithaalt.

En omdat energie uit wind en zon te weinig opleveren helpt alleen grootschalige inzet van kernenergie (kernenergie is 100% CO2-vrij). Dat kan eigenlijk iedereen al lang weten.

Zo dragen alle onderstaande maatregelen niets bij aan de doelstelling om de energievoorziening in Nederland in 2050 “100% CO2vrij” te laten zijn. Zij gaan allemaal over “hoe ga je om met energie” i.p.v. “hoe maak je fossielvrije energie”.

Bijvoorbeeld:

de verwarming thuis lager zetten (heeft alleen te maken met geld besparen);

je huis isoleren (kan natuurlijk wel voor jezelf nuttig zijn of het huis behagelijker maken);

minder consumeren (heeft niets met energietransitie te maken maar alleen met idealisme);

vega (heeft te maken met “hoe ga je om met je voeding en niet met “hoe maak je fossielvrije energie”);

stikstof (de z.g. stikstofcrisis) heeft niets te maken met CO2 en de klimaatverandering (al wordt dit wel dagelijks wel beweerd in de media en af en ook door 2e Kamerleden);

minder boeren heeft meer te maken met invloed van de huidige uitstoot van stikstof (stikstofverbindingen); het energiegebruik door de boeren (CO2-uitstoot) heeft te maken met hoe en hoeveel energie wordt gebruikt voor het produceren van onze voeding. Dit heeft niets te maken met “energietransitie”. Zeggen dat dit goed is voor “het klimaat” is dus volslagen onzin;

Elektrisch rijden heeft weliswaar veel toekomst, maar zolang we onze elektriciteit voornamelijk uit fossiel maken voegt het niets toe aan de energietransitie (= het maken van fossielvrije energie). Bedenk dat bij het maken en transporteren van elektriciteit de helft van de energie verloren gaat (rendement rond de 50%) waardoor de CO2-uitstoot van die elektrische auto in dezelfde grootte-orde is als bij een moderne benzine auto;

“Van het gas af” (= overgaan op elektrisch verwarmen van de woning) en “warmtepomp” voor woonhuizen: Zolang onze elektriciteit nagenoeg geheel uit fossiel wordt gemaakt spaart dit zelfs geen beetje CO2 uit en draagt niets bij aan de omschakeling naar het maken van fossielvrije energie. Weer een vele miljarden verslindend, nutteloos project.

Maar ook “CO2-opslag in de bodem draagt niets bij aan de energietransitie en is niet toekomstbestendig en niet “duurzaam” (je kunt niet eeuwig met dat opslaan doorgaan). Waterstof wordt door politici en media en milieuorganisaties gebracht als veelbelovende CO2-vrije energiebron van de toekomst. Maar waterstof is geen energiebron, maar een energiedrager. Je moet het maken uit water met behulp van elektriciteit. Zolang die
elektriciteit nog met fossiel wordt gemaakt, leidt gebruik van waterstof juist tot een
3 maal zo hoge CO2-uitstoot! Dat komt doordat het rendement van het productieproces rond de 30% ligt. Waterstof is dus ook 3 maal zo duur als gebruik van elektriciteit rechtstreeks of via batterijen.

Overigens is het proces van waterstofproductie bij zéér hoge temperatuur met behulp van kernenergie erg veel goedkoper (ongeveer de helft van de prijs van productie van waterstof uit windenergie!). Later dus maar importeren uit Frankrijk !!

Rob Walter.

Ondanks veel nadelen ligt er wel een mooie toekomst voor waterstof, zij het op beperkte schaal.

Er wordt zo weinig serieus en klungelig omgegaan met de uitvoering van de beloofde energietransitie dat deze transitie op die manier in deze eeuw niet meer gaat lukken.

Het lijkt er sterk op dat de leiders en onze politici in Nederland helemaal niet geloven dat CO2productie door de mens ook maar enige invloed heeft op opwarming van de aarde.

***