Murry Salby, van zijn werk gaan we nog veel horen

Zoals Marcel al schrijft in De Staat van het Klimaat, heeft de klimaatbeweging eigenlijk maar รฉรฉn hard feit in handen: de CO2-concentratie in de atmosfeer stijgt. De klimaatmodelllen nemen aan dat CO2 de temperaturen omhoog drijft, en zo doen we voorspellingen, daarbij negerend dat planten de aarde bestieren.

IPCC maakt de bus tot chauffeur
Die belangrijkste aanname van CO2 als de buschauffeur van het klimaat staat op losse schroeven, dankzij het werk van prof Murry Salby van Macquarie University, voormalig reviewer van het IPCC en van onverdachte oorsprong. Hans Labohm pikte ‘m ook al op.

Je MOET hier zijn podcast horen. Net als in de ijstijden blijkt namelijk dat CO2 klimaatschommelingen volgt in plaats van andersom.

Stijging menselijke emissies komen niet overeen met metingen CO2-flux
Hij gebruikte gegevens, die het IPCC nog niet had, met een decennialange reeks satellietmetingen aan wisseling van bodemvocht op aarde, en natuurlijke klimaatvariaties. Om de resultaten te begrijpen moet je het volgende weten: de CO2-concentratie in de atmosfeer stijgt jaarlijks niet uniform.

Er zijn jaren dat zij helemaal niet stijgt, dus met 0 ppm terwijl er ook jaren zijn dat er wel 3 ppm bijkomt, gemiddeld ligt het op 1,5 ppm per jaar. Rara hoe kan dat, wanneer de menselijke CO2-emissies constant toenemen (afgeleid uit verbruikscijfers) JUIST IN DE JAREN dat die fluctuaties optreden?

Wat blijkt uit decennia metingen met satellieten aan ontwikkelingen bodemvocht (en daaraan gekoppelde CO2-flux:

    -De jaarlijkse schommelingen in de stijging van CO2 in de atmosfeer vertonen GEEN correlatie met menselijke activiteit.
    – Die CO2-schommelingen vertonen WEL een duidelijke correlatie met natuurlijke klimaatschommelingen als de ENSO en vulkaanuitbarstingen en daaruit volgende temperatuurfluctuaties


Zoals gezegd: we leven in het Herboceen, niet het Antropoceen
De conclusie die Murry afleidt uit zijn resultaten: de natuur is de grootste uitstoter van CO2, en temperatuur is รฉรฉn van de belangrijkste factoren die de CO2-concentratie drijft, niet andersom.
Je kunt de vanzelfsprekendheid van deze conclusie begrijpen – de natuur heeft meer invloed op CO2 dan mensen- als je weet, zoals ik in mijn vorige posting over het Herboceen beschreef, dat de menselijke bijdrage in de zogeheten koolstofcyclus slechts 4 procent is. De 5 gigaton koolstof die mensen toevoegen valt in het niet bij de 150 die de natuur rondpompt via oceaan en land.

    Weliswaar is een individuele vulkaan een kleinere CO2-bron dan een kolencentrale zoals ik al schreef, maar die vulkanen hebben we ook niet nodig: het zijn de planten, oceaan en de bodem die CO2-bron zijn.

Aannames onder CO2-stijging via C13 als ‘menselijke vingerafdruk’ op losse schroeven
Dus: als die grootste CO2-bron, de natuur zelf kleine variaties vertoont heeft dat meer invloed op de atmosfeer, dan wanneer die kleine CO2-bron, de mens grote variaties geeft. Dat zou afgedaan kunnen worden als sceptisch clichรฉ, dankzij de aannames die rusten op de manier waarop atmosferische wetenschappers het menselijke aandeel CO2 in de atmosfeer berekenen. Eigenlijk blijkt ook die methodiek op verrassend dunne aannames te berusten.

Fossiele brandstoffen zijn biobrandstoffen, van planten van miljoenen jaren terug. Men NEEMT AAN, dat de CO2 die we in de atmosfeer meten van fossiele brandstoffen komt dankzij de afname van het zwaardere isotoop Koolstof 13. De atmosfeer bestaat voor 99 procent uit koolstof12. De aanname is dat planten vooral het lichtere koolstof12 uit de atmosfeer haalden en opsloegen. Verbrandt je die fossiele planten dan komt er dus louter weer koolstof 12 vrij: ergo, het relatieve aandeel koolstof 13 daalt en die daling is de ‘menselijke vingerafdruk’. Ook een argument dat Al Gore gebruikt in zijn science fiction film.

Verrassend dunne onderbouwing koolstofcyclus.
Wat laten de metingen van Murry zien: de koolstof 13-daling varieert in de atmosfeer ook jaarlijks met 0 tot 100 procent. Ook die variaties tonen WEL een correlatie met natuurlijke verschijnselen als ENSO en temperatuurdaling door vulkaanuitbarstingen (in een jaar met afkoeling door grote eruptie is C13-variatie NUL), maar niet met de gestage verbruikscijfers van fossiele brandstoffen (die we ontlenen aan statistieken van olie- en kolenmaatschappijen).

Murry wijst op het probleem, dat er in de echte wereld nauwelijks fatsoenlijke metingen bestaan aan CO2-fluxen. Ook wijst hij op de problematische dekkingsgraad van thermometers op land, die slechts 8 procent van het aardoppervlak beslaan. Dus waarop baseren we al die stellige aannames dus.

Dat is kort samengevat mijn interpretatie van zijn presentatie, die straks peer reviewed gepubliceerd wordt, reeds op een klimaatcongres werd gepresenteerd en de gemeenschap op zijn kop zette. Laten we er dan uitgebreider op terugkomen en vooral niet meer van de resultaten maken, dan Murry zelf nu doet. Wel kunnen we meeknikken met Murry, omdat hij met de volgende opmerking zijn presentatie afsluit:

Iedereen die gelooft dat ‘de wetenschap er uit is’ (de Bram Bregman’s, Van Dorlands PCCC, KNMI-propagandisten, Pier Vellinga’s RZ) leeft in fantasialand

We lieten al eerder zien dat de SRES-scenario’s van het IPCC over de ontwikkeling van CO2 door economische activiteit berusten op een paradox. Want zij stellen dat landen als Bangladesh eind deze eeuw minstens even welvarend worden als ons, terwijl ze tegelijk verkondigen dat klimaatverandering zo desastreus is dat de economie niet meer kan groeien. Dan zou die desastreuze verandering als natuurlijke rem moeten werken op emissies, zodat de CO2-uitstoot daalt en klimaatprognoses ook niet kloppen MET de aannames die het IPCC hanteert over CO2 en klimaat.

Two men say they’re Jesus, one of them must be wrong.