Door Jeroen Hetzler.

De stikstoffuik, geschreven door Arnout Jaspers, is een zeer helder geschreven verhaal over de mythe die Stikstofcrisis heet. De ondertitel van dit boek liegt er niet om: politici in de ban van de ecolobby. Je kunt rechters er aan toevoegen. Op de achterflap staat:

Arnout Jaspers fileert gedetailleerd en genadeloos hoe het unieke Nederlandse stikstofprobleem ontstond. Waarom Nederland als enige land ter wereld een fulltime stikstofminister heeft en hoe de hele ‘crisis’ gebaseerd is op onwetendheid, misbruik van wetenschap en schimmige deals in achterkamertjes.

“De enkeling die in de alfahel het bètahoofd koel hield en vanaf het begin nuchter en kritisch is geweest, is de fysicus en wetenschapsjournalist Arnout Jaspers”, zegt Ronald Plasterk. “in dit verstandige boek vol nuchtere feiten toont hij de absurditeit van het beleid aan.”

De auteur zelf trekt deze conclusie: wie dit alles gelezen heeft, kan de absurditeit van de ‘crisis’ als volgt samenvatten: natuurbescherming is in Nederland ontaard in een obsessie voor stikstof, in ecologisch dogmatisme over excentrieke wensnatuur en in rekenmodellen die losgezongen zijn van de realiteit. Dit alles wordt verergerd door rechters die het onzalige voorzorgprincipe omarmen. Alleen daarom zit Nederland in een stikstoflockdown, ter voorkoming van homeopathische doses stikstof.

Arnout Jaspers.

Dit hele beleid heeft ook niets meer te maken met de Europese richtlijnen, al wordt gesuggereerd dat we niet anders kunnen. Dit is onwaar, desinformatie. Die naturagebieden daarentegen zijn speeltuin geworden van onder andere Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten om hun wensnatuur te creëren desnoods met geweld als boskap, choppen, plaggen, bewateren, afwateren en afgraven. Een goed voorbeeld zijn korhoenderen die jaarlijks voor tonnen aan kosten uit Zweden worden gehaald, maar steeds het loodje leggen door haviken. Die nestelen in hoge bomen waar sommigen van vinden om die dan maar te kappen.

De absurditeit van natuurbeheer ten voeten uit. Het ziet er ook naar uit dat het voorkomen van stikstofgevoelige plantjes bevorderd wordt door dat scheppen van kunstmatige ‘natuur’. Zo verergert de ‘stikstofcrisis’.

Heel sterke desinformatie is het geroep dat de Nederlandse natuur op omvallen staat en dat de biodiversiteit zo ongeveer te gronde gaat. Gek dat de natuur hier groei en bloeit dat het een lieve lust heeft en dat de biodiversiteit nog steeds er prima voorstaat na decennia van veel hogere deposities. Ook dit passeert in dit boek de revue: Biodiversiteit, ideaal om critici de mond te snoeren.

Elke sceptische lezer weet inmiddels dat de PR-alarmistische term crisis gebruikt wordt door ecolobbyisten om hun ideologie door te drukken. Het gaat de lobbyisten altijd om het oplossen van verzonnen problemen teneinde onze maatschappij terug te brengen tot een 19de -eeuwse fantasie-arcadia van paard en wagen als gevolg van hun verknipte ideeën over biologische landbouw en stikstofkringloop. Denk vooral aan Timmermans. Ook dit wordt in dit boek uitvoerig behandeld.

Waar deze bizarre destructieve obsessie van ecolobbyisten vandaan komt, is niet duidelijk. Wel duidelijk is dat zij niets begrijpen van bijvoorbeeld natuurkunde en dat ook niet willen weten. Op deze alfahel van onkunde is wel heel maatschappelijk bepalend beleid gebaseerd, met ernstig negatieve gevolgen voor burgers, boeren, vissers en de voedselproductie. Er komt een moment dat knopen moeten worden doorgehakt vanwege de ernst van het gevaar en dat de ecolobby moet worden tegengehouden. De auteur stelt dan ook voor: stop de juridisch haarkloverij o.b.v. het voorzorgprincipe, haal de kritische depositiewaarde uit de natuurbeschermingswet, ontneem enige tientallen onbelangrijke Natura2000-gebiedjes hun status. Brussel zal dat niet leuk vinden, maar een hele maatschappij verwoesten door de ecolobby laat geen andere keus.

Wat uiteraard in dit boek aan de orde komt, zijn de kritische depositiewaarden (KDW), het falende rekenmodel AERIUS en de absurde grenswaarde van 0,07 gram/ha/jaar (een poepje van een mus wegvallend in de statistische ruis) tegenover de Duitse 300 gram en Deense 700 gram.

Over AERIUS valt te lezen: dat AERIUS wordt gebruikt als orakel valt het RIVM niet te verwijten, wel de politiek. Politici, bestuurders en ook rechters lijken weinig tot niets te begrijpen van de beperkingen van computermodellen en klampen zich vast aan wetenschappelijk onhoudbare schijnzekerheden.

Dit doet denken aan het Rapport aan de Club van Rome, de moeder van loos alarmisme. De auteur gaat verder: Minister van LNV Carola Schouten stelde dat AERIUS het best beschikbare instrument is. Of een instrument het best beschikbare is, doet er niet toe als het instrument ongeschikt is voor de taak waarvoor het wordt ingezet. Zo mogelijk nog irrelevanter is , dat rechters dit het best beschikbare instrument vinden. Alsof rechters een instantie zijn die die zelfstandig, onafhankelijk van wetenschappelijke bevindingen en zelfs in strijd daarmee, de kwaliteit van AERIUS kunnen bepalen.

Jeroen Hetzler.

Eender geldt voor Minister van der Wal. Ze heeft geen flauw idee wat er gaande is. Martin Sommer schreef in de Volkskrant:

Ook het rekenmodel is dus omstreden. Het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwde voor ‘politisering’ van het model; een zwaarwichtige commissie-Hordijk stelde vast dat AERIUS ongeschikt is om te beslissen over vergunningen. Er veranderde niets. De stikstofsaga is kortom een uitnemend voorbeeld van het gemodelleer dat er met de werkelijkheid vandoor gaat, oftewel het middel dat zo allesoverheersend is geworden dat het doel uit het zicht verdwenen is.

Het totale Nederlandse beleid dreigt op meerdere terreinen steeds meer beheerst te worden door computermodellen. Dit is verontrustend. Daarom, lees De klimaatfuik om niet zelf in de fuik van de ecolobby te zwemmen. Weersta de ecolobby.

Ceterum censeo Legem Climae delendam esse.

(Overigens ben ik van mening dat de Klimaatwet moet worden vernietigd.)

***

Het boek is o.a. hier te bestellen.

***