Marker wadden. Foto: Shutterstock.

Wat is eigenlijk die ‘oorspronkelijke staat’ waarin we de natuur willen herstellen? Wat is de ‘natuurlijke biodiversiteit’? Het zijn de mensen die dat willen. Maar het geeft blijk van een ontstellend gebrek aan historisch besef.

Door Salomon Kroonenberg.

Het pleidooi voor de natuur als rechtspersoon in de column van jurist Aisha Dutrieux (Opinie & Debat, 13 juli) was mooi. Maar het gaat niet ver genoeg. Geef de natuur dan ook het zelfbeschikkingsrecht. Dat vinden wij moeilijk, want we zijn gesteld op de diensten die zij ons levert: esthetisch genoegen, recreatie, natuurproducten. Maar dat is niet wat de natuur zelf wil.

Bevrijd haar van menselijke ingrepen en vertrouw op haar zelfredzaamheid. Laat haar zelf beslissen hoe met stikstof om te gaan. Eerst groeien er misschien brandnetels en bramen, maar als je haar de tijd geeft om het op haar manier aan te pakken, zal je zien dat dat alleen maar pionierplanten zijn die ze geleidelijk aan vervangt door bomen. Een bos is het eindpunt van de natuurlijke successie, die zij zelf organiseert.

Maar bos is het schrikbeeld van de natuurbeheerders. Waarom worden de heidevelden afgeplagd? Omdat er anders bos op groeit. Waarom moeten er wisenten, heckrunderen en konikpaarden in de duinen rondlopen? Omdat het anders bos wordt. Waarom staan er grote grazers in de Oostvaardersplassen? Omdat het anders bos wordt.

Mensen

En toch is dit het normale vegetatietype dat hoort bij ons klimaat, bij onze bodem. Dát is wat de natuur zelf wil. Als je het beheer van al die ‘natuurgebieden’ los zou laten, zou je het bos zien opbloeien uit de knevel die de mens haar steeds wil opleggen.

De natuur wil ook geen maximale biodiversiteit. Het zijn mensen die dat willen. Mensen kappen bossen, knuffelen blauwgraslanden, tuinieren zich een ongeluk om zeldzame plantjes te redden die maar door drie specialisten worden herkend. Dat geeft blijk van een ontstellend gebrek aan historisch besef.

Want de natuurlijke biodiversiteit van ons land is niet zo hoog. Jan Luiten van Zanden, Thomas van Goethem, Rob Lenders en Joop Schaminée laten in hun prachtige boek De ontdekking van de natuur: De ontwikkeling van biodiversiteit in Nederland van ijstijd tot 21e eeuw (Prometheus, 2021) zien hoezeer de natuur zichzelf in het verleden heeft aangepast aan de opwarming van het klimaat sinds de laatste ijstijd.

Tulpen en konijnen

Maar ook hoe ingrijpend de mens zijn sporen daarin heeft achtergelaten, met name door de landbouw. In archeologische opgravingen van de middensteentijd worden 250 plantensoorten gevonden. In de opgravingen van 1500 AD stijgt dat aantal naar zevenhonderd. Het aantal diersoorten stijgt van 85 naar tweehonderd.

Weidevogels als grutto’s en kieviten zijn hier pas uit de steppen van Zuidoost-Europa neergestreken, nadat wij grootscheeps het bos hadden gekapt voor de landbouw. Wij importeren ook allerlei plant- en diersoorten die hier van nature helemaal niet thuishoren. De tamme kastanje, de walnoot en de plataan zijn door de Romeinen hiernaartoe gebracht. Konijnen komen uit de Sahara of Zuid-Europa, en werden pas in de 14de eeuw in de duinen geïntroduceerd voor de teelt.

Tulpen komen uit Kazachstan, onze voedselgewassen aardappelen, mais en tomaten komen uit Zuid-Amerika. Exotische planten uit tuincentra verspreiden hun zaden door het hele land, en de gojibes en het chiazaad vinden hun weg ook wel in de bodem. Zelfs de huismus is pas 6 duizend jaar geleden in de mensenomgeving uit zijn voorouders geëvolueerd. Wat is dan de natuurlijke biodiversiteit? Het willen handhaven van de biodiversiteit getuigt van een bijna anti-evolutionair conservatisme.

Nulpunt

Salomon Kroonenberg.

‘Natuurbeheer’, ‘Natuurbehoud’ ‘Natuurmonumenten’. ‘Conservatie’. Het zijn begrippen en namen die allemaal uitstralen dat alles moet blijven zoals het is. Maar er bestaat geen evenwicht in de natuur, geen nulpunt waarin je de natuur ‘in zijn oorspronkelijke staat’ kunt herstellen. Want er bestaat geen ‘oorspronkelijke staat’. De natuur verandert altijd. Laten wij onze aandacht richten op de veranderingen, op de natuurlijke successies, op alles wat de natuur vermag zónder dat wij er met onze vingers aan zitten te prutsen.

De Marker Wadden zijn een mooi vogelaarsparadijs geworden, maar Natuurmonumenten verwijdert de aangewaaide wilgen, berken en essen – want er mag geen bos komen. Een concessie aan de terreur van de vogelaars. Blijf er toch af! Als de natuur daar een bos wil laten groeien, geef haar dan het zelfbeschikkingsrecht van dit tijdsgewricht.

***

Bron hier.

***