Een artikel van mij e.a. is zojuist gepubliceerd in Nature omdat ik een verhaal verkondigde waarvan ik wist dat het in lijn was van het redactiebeleid. Maar dat is niet de manier waarop wetenschap zou moeten bedreven.
Door Patrick T. Brown
Als je deze zomer nieuws hebt gelezen over bosbranden – van Canada tot Europa tot Maui – zul je zeker de indruk krijgen dat deze grotendeels het gevolg zijn van klimaatverandering.
Hier is het AP: Klimaatverandering blijft bosbranden en rook verergeren. Wetenschappers noemen het het ‘nieuwe abnormaal’.
En PBS NewsHour: Bosbranden als gevolg van klimaatverandering nemen toe – Spanje moet meer doen om zich voor te bereiden, zeggen experts.
En The New York Times: hoe de klimaatverandering het weelderige Hawaï in een tondeldoos veranderde.
En Bloomberg: Maui-branden tonen het lelijke gezicht van klimaatverandering.
Ik ben klimaatwetenschapper. En hoewel klimaatverandering een belangrijke factor is die bosbranden in veel delen van de wereld beïnvloedt, is het niet de enige factor die onze aandacht verdient.
Dus waarom concentreert de pers zich zo intensief op klimaatverandering als belangrijkste oorzaak? Misschien om dezelfde redenen als ik zojuist heb gedaan in een academisch artikel over bosbranden in Nature, een van de meest prestigieuze tijdschriften ter wereld: het past in een eenvoudig narratief dat de persoon die het vertelt beloont.
Het artikel dat ik zojuist heb gepubliceerd – ‘De opwarming van het klimaat verhoogt het extreme dagelijkse risico op de groei van natuurbranden in Californië’ – richt zich uitsluitend op de manier waarop klimaatverandering het gedrag van extreme natuurbranden heeft beïnvloed. Ik wist dat ik in mijn onderzoek niet moest proberen andere belangrijke aspecten dan de klimaatverandering te kwantificeren, omdat dit het narratief zou verwateren dat prestigieuze tijdschriften als Nature en zijn rivaal Science willen promoten.
Dit is van belang omdat het voor wetenschappers van cruciaal belang is om in spraakmakende tijdschriften te publiceren; in veel opzichten zijn zij de poortwachters voor carrièresucces in de academische wereld. En de redacteuren van deze tijdschriften hebben overduidelijk gemaakt, zowel door wat ze publiceren als door wat ze afwijzen, dat ze klimaatartikelen willen die bepaalde vooraf goedgekeurde verhalen ondersteunen – zelfs als die verhalen ten koste gaan van bredere kennis voor de samenleving.
Om het bot te zeggen: de klimaatwetenschap gaat minder over het begrijpen van de complexiteit van de wereld, maar meer over het dienen als een soort Cassandra, die het publiek dringend waarschuwt voor de gevaren van klimaatverandering. Hoe begrijpelijk dit instinct ook mag zijn, het verdraait een groot deel van het klimaatwetenschappelijk onderzoek, informeert het publiek verkeerd en maakt, belangrijker nog, het moeilijker om praktische oplossingen te verwezenlijken.
Waarom gebeurt dit?
Het begint met het feit dat de carrière van een onderzoeker afhangt van de mate waarin zijn of haar werk breed wordt geciteerd en als belangrijk wordt ervaren. Dit brengt de zichzelf versterkende feedbackloops op gang van naamsbekendheid, financiering, kwaliteitsaanvragen van aspirant-promovendi en postdocs, en natuurlijk lofbetuigingen.
Maar nu het aantal onderzoekers de afgelopen jaren omhoog is geschoten – er worden elk jaar bijna zes keer zoveel doctoraten behaald in de VS dan in het begin van de jaren zestig – is het moeilijker dan ooit geworden om je te onderscheiden van de massa. Dus hoewel er altijd een enorme premie is geplaatst op het publiceren in tijdschriften als Nature en Science, is het ook buitengewoon competitief geworden.
In theorie zou wetenschappelijk onderzoek nieuwsgierigheid, nuchtere objectiviteit en het streven naar het blootleggen van de waarheid moeten waarderen. Dat zijn toch zeker de kwaliteiten die redacteuren van wetenschappelijke tijdschriften moeten waarderen.
In werkelijkheid oefenen de vooroordelen van de redacteuren (en de reviewers die zij inschakelen om inzendingen te beoordelen) echter een grote invloed uit op de collectieve output van hele vakgebieden. Ze selecteren wat er wordt gepubliceerd uit een grote hoeveelheid inzendingen, en geven daarmee ook vorm aan de manier waarop onderzoek in bredere zin wordt uitgevoerd. Slimme onderzoekers stemmen hun onderzoek af op een zo groot mogelijke kans dat hun werk wordt geaccepteerd. Ik weet dit omdat ik een van hen ben.
Dit is hoe het werkt.
Het eerste dat de scherpzinnige klimaatonderzoeker weet is dat zijn of haar werk het mainstream-verhaal moet ondersteunen – namelijk dat de gevolgen van klimaatverandering zowel alomtegenwoordig als catastrofaal zijn en dat de voornaamste manier om daarmee om te gaan niet bestaat uit het toepassen van praktische aanpassingsmaatregelen zoals een betere veerkrachtigere infrastructuur, betere bestemmingsplannen en bouwvoorschriften, meer airconditioning – of, in het geval van bosbranden, beter bosbeheer of het ondergronds leggen van elektriciteitsleidingen – maar via beleid als de Inflation Reduction Act, gericht op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
Dus in mijn recente Nature-artikel, dat ik samen met zeven anderen heb geschreven, heb ik me specifiek gericht op de invloed van klimaatverandering op extreme natuurbranden. Vergis je niet: die invloed is heel reëel. Maar er zijn ook andere factoren die net zo belangrijk of belangrijker kunnen zijn, zoals slecht bosbeheer en het toenemende aantal mensen dat per ongeluk of met opzet bosbranden veroorzaakt. (Een verrassend feit: meer dan 80 procent van de bosbranden in de VS wordt veroorzaakt door mensen.)
In mijn artikel hebben we niet de moeite genomen om de invloed van deze andere, duidelijk relevante factoren, te bestuderen. Wist ik dat het opnemen ervan zou zorgen voor een realistischer en nuttiger beeld?
Dat deed ik. Maar ik wist ook dat het afbreuk zou doen aan het zuivere verhaal waarin de negatieve gevolgen van de klimaatverandering centraal staan, en daarmee de kans zou verkleinen dat het artikel bij de redacteuren en recensenten van Nature zou slagen.
Dit soort framing, waarbij de invloed van de klimaatverandering onrealistisch op zichzelf wordt beschouwd, is de norm voor een spraakmakend onderzoeksrapport. In een ander recent invloedrijk Nature-artikel berekenden wetenschappers bijvoorbeeld dat de twee grootste gevolgen van klimaatverandering voor de samenleving sterfgevallen zijn die verband houden met extreme hitte en schade aan de landbouw. De auteurs vermelden echter nooit dat klimaatverandering niet de dominante oorzaak is van een van deze gevolgen: het aantal sterfgevallen als gevolg van hitte is afgenomen en de gewasopbrengsten zijn ondanks de klimaatverandering al tientallen jaren gestegen. Dit erkennen zou impliceren dat de wereld ondanks de klimaatverandering op sommige gebieden succes heeft geboekt – wat, zo wordt gedacht, de motivatie voor emissiereducties zou ondermijnen.
Dit leidt tot een tweede onuitgesproken regel bij het schrijven van een succesvol klimaatdocument. De auteurs moeten praktische acties die de impact van klimaatverandering kunnen tegengaan, negeren – of op zijn minst bagatelliseren. Als het aantal sterfgevallen als gevolg van extreme hitte afneemt en de oogstopbrengsten toenemen, ligt het voor de hand dat we enkele grote negatieve effecten van de klimaatverandering kunnen overwinnen. Moeten we dan niet onderzoeken hoe we succes hebben kunnen behalen, zodat we daar meer van kunnen faciliteren? Natuurlijk moeten we dat doen. Maar het bestuderen van oplossingen in plaats van zich te concentreren op problemen zal het publiek en de pers eenvoudigweg niet in beweging brengen. Bovendien zijn veel reguliere klimaatwetenschappers geneigd het hele vooruitzicht van bijvoorbeeld het gebruik van technologie om zich aan te passen aan de klimaatverandering als verkeerd te beschouwen. Het aanpakken van de uitstoot is de juiste aanpak. De slimme onderzoeker weet dus weg te blijven van praktische oplossingen.
Hier is een derde truc: zorg ervoor dat u zich concentreert op statistieken die de meest opvallende cijfers opleveren. Ons artikel had zich bijvoorbeeld kunnen concentreren op een eenvoudige, intuïtieve maatstaf, zoals het aantal extra hectares dat afbrandde of de toename in intensiteit van bosbranden als gevolg van klimaatverandering. In plaats daarvan volgden we de gebruikelijke praktijk om te kijken naar de verandering in het risico van een extreme gebeurtenis – in ons geval het verhoogde risico dat bosbranden op één dag meer dan 10.000 hectare in brand steken.
Dit is een veel minder intuïtieve maatstaf die moeilijker te vertalen is naar bruikbare informatie. Dus waarom is dit ingewikkelder en minder bruikbare soort metriek zo gebruikelijk? Omdat het over het algemeen grotere stijgingsfactoren oplevert dan andere berekeningen. Te weten: je krijgt grotere aantallen die het belang van je werk rechtvaardigen, de rechtmatige plaats ervan in Nature of de wetenschap, en de wijdverbreide berichtgeving in de media.
Een andere manier om het soort grote cijfers te verkrijgen dat het belang van uw onderzoek rechtvaardigt – en indruk maakt op redacteuren, recensenten en de media – is door altijd de omvang van de klimaatverandering door de eeuwen heen te beoordelen, zelfs als die tijdschaal niet relevant is voor de impact die het zult hebben op de periode die je bestudeert.
Het is bijvoorbeeld standaardpraktijk om de impact op de samenleving te beoordelen aan de hand van de omvang van de klimaatverandering sinds de industriële revolutie, maar om de technologische en maatschappelijke veranderingen in die tijd te negeren. Vanuit praktisch oogpunt heeft dit weinig zin, aangezien maatschappelijke veranderingen in bevolkingsverdeling, infrastructuur, gedrag, paraatheid bij rampen, enz. veel meer invloed hebben gehad op onze gevoeligheid voor extreme weersomstandigheden dan de klimaatverandering sinds de 19e eeuw. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de scherpe daling van het aantal sterfgevallen als gevolg van weer- en klimaatrampen in de afgelopen eeuw. Op dezelfde manier is het standaardpraktijk om de impact te berekenen van angstaanjagende hypothetische toekomstige opwarmingsscenario’s die de geloofwaardigheid onder druk zetten, terwijl potentiële veranderingen in technologie en veerkracht die de impact zouden verminderen, worden genegeerd. Die scenario’s zorgen altijd voor goede krantenkoppen.
Een veel bruikbaardere analyse zou zich richten op veranderingen in het klimaat uit het recente verleden die levende mensen feitelijk hebben ervaren en vervolgens de nabije toekomst voorspellen – de komende tientallen jaren – terwijl rekening wordt gehouden met veranderingen in technologie en veerkracht.
In het geval van mijn recente Nature-artikel zou dit betekenen dat we de gevolgen van de klimaatverandering moeten beschouwen in combinatie met de verwachte hervormingen van de bosbeheerpraktijken in de komende decennia. Uit ons huidige onderzoek blijkt zelfs dat deze veranderingen in bosbeheerpraktijken de schadelijke gevolgen van klimaatverandering voor bosbranden volledig teniet kunnen doen.
Dit meer praktische soort analyse wordt echter ontmoedigd, omdat het kijken naar veranderingen in de gevolgen over kortere tijdsperioden en het meenemen van andere relevante factoren de berekende omvang van de gevolgen van de klimaatverandering verkleint, en daarmee de argumenten voor een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen verzwakt.
U vraagt zich op dit moment misschien af of ik mijn eigen artikel verloochen. Dat doe ik niet. Integendeel, ik denk dat het ons begrip vergroot van de rol van klimaatverandering bij natuurbranden. Het is alleen zo dat het proces van het aanpassen van het onderzoek voor een vooraanstaand tijdschrift ervoor zorgde dat het minder nuttig was dan het had kunnen zijn.
Op de vraag waarom ik ondanks mijn kritiek de formule heb gevolgd, is het antwoord simpel: ik wilde dat het onderzoek in een zo gerenommeerd mogelijk tijdschrift zou worden gepubliceerd. Toen ik in 2020 met het onderzoek voor dit artikel begon, was ik een nieuwe assistent-professor en moest ik mijn vooruitzichten op een succesvolle carrière maximaliseren. Toen ik eerder had geprobeerd van de formule af te wijken, werden mijn artikelen meteen afgewezen door de redacteuren van vooraanstaande tijdschriften, en moest ik genoegen nemen met minder prestigieuze tijdschriften. Met andere woorden: ik heb het bijdragen van de meest waardevolle kennis voor de samenleving opgeofferd, zodat het onderzoek compatibel zou zijn met de voorkeur voor bevestiging van de redacteuren en recensenten van de tijdschriften waarop ik mij richtte.
Ik heb de academische wereld ruim een jaar geleden verlaten, deels omdat ik het gevoel had dat de druk die op academische wetenschappers werd uitgeoefend ervoor zorgde dat het onderzoek te veel werd vertekend. Nu, als lid van een particulier non-profit onderzoekscentrum, The Breakthrough Institute, voel ik veel minder druk om mijn onderzoek aan te passen aan de voorkeuren van vooraanstaande tijdschriftredacteuren en de rest van het vakgebied.
Dit betekent dat we de versie van het onderzoek naar bosbranden moeten uitvoeren die naar mijn mening veel meer praktische waarde toevoegt aan beslissingen in de echte wereld: het bestuderen van de gevolgen van klimaatverandering over relevante tijdsbestekken en in de context van andere belangrijke veranderingen, zoals het aantal branden dat is ontstaan door mensen en de effecten van bosbeheer. Het onderzoek zal misschien niet hetzelfde zuivere verhaal en dezelfde gewenste krantenkoppen opleveren, maar het zal nuttiger zijn bij het bedenken van strategieën voor klimaatverandering.
Maar klimaatwetenschappers zouden zich niet uit de academische wereld hoeven te laten verbannen om de meest bruikbare versies van hun onderzoek te publiceren. We hebben een cultuurverandering nodig in de academische wereld en de elitemedia die een veel breder gesprek mogelijk maakt over de maatschappelijke veerkracht tegen het klimaat.
De media zouden bijvoorbeeld moeten stoppen met het accepteren van deze artikelen en wat onderzoek moeten doen naar wat er is weggelaten. De redacteuren van de vooraanstaande tijdschriften moeten verder gaan dan een beperkte focus die de reductie van de uitstoot van broeikasgassen stimuleert. En de onderzoekers zelf moeten zich verzetten tegen redactiebeleid, of andere plaatsen zoeken om te publiceren.
Wat er echt toe zou moeten doen, zijn niet de citaten voor de tijdschriften, het aantal klikken voor de media of de carrièrestatus voor de academici, maar onderzoek dat de samenleving daadwerkelijk helpt.
***
Patrick Brown is een PhD-klimaatwetenschapper en mededirecteur van het Climate and Energy Team van The Breakthrough Institute. Volg hem op Twitter (nu X) @PatrickTBrown31.
***
Bron hier.
***
https://www.ad.nl/binnenland/politie-zet-duizenden-agenten-in-bij-blokkade-a12-dat-ze-niet-hun-reguliere-werk-kunnen-doen-doet-pijn~a1fcafde/
Zijn er ook tegen demonstraties mogelijk van Boeren, Burgers en Buitenlui (BBB)?
Moedig om dit te schrijven – helaas voor meneer Brown staat zijn brandstapel al klaar; hetzelfde is Judith Curry overkomen.
Deze Patrick Brown blijkt nogal vooringenomen te zijn.
“In mijn artikel hebben we niet de moeite genomen om de invloed van deze andere, duidelijk relevante factoren, te bestuderen.” Hij ging er van uit dat zijn artikel niet zou gepubliceerd worden indien hij dat wel zou doen. Waarop baseert hij dit?
Hij had dat beter wel gedaan. Indien hij dat had gedaan en zijn manuscript zou dan geweigerd zijn geweest, dan had hij een duidelik bewijs dat dergelijk nderzoek ongewenst was. Indien hij dat had gedaan en zijn manuscript zou aanvaard worden, dan zou de wetenschap weer een stap verder zijn. Zo’n onderzoek waarbij meerdere factoren in rekening worden gebracht, is wel complexer om goed uit te voeren – zou hij dat wel hebben kunnen doen? EN zou het zijn gewenst antwoord hebben bekomen?
Het is gemakkelijk om naderhand te zeggen dat hij de gemakkelijke aanpak heeft genomen omdat de moeilijke aanpak niet gewenst zou zijn! Eigenlijk bekritiseert hij gewoon zijn eigen gemakzucht met dit hele betoog!
Nooit gecanceled zeker modelleur?
Erg naief over de huidige peerreviewpraktijk.
Weet je al welke Modelleur dit is? Of praat ik nu met Hans Erren 2.0?
Geen idee welke Modelleur hier reageert op mij :-) . Je wordt bedankt Janos.
Toch wel straf dat u dit schrijft ” Hij ging er van uit dat zijn artikel niet zou gepubliceerd worden indien hij dat wel zou doen. Waarop baseert hij dit?”
Doe nu niet onwetend, U zit hier op CG en 10 dagen geleden was er nog dit artikel https://www.climategate.nl/2023/08/erosie-van-peer-review-in-de-klimatologie/ waarbij de kern van de zaak niet ging om de inhoud maar misbruik van procedures zoals J. Ongena aangaf.
U hebt er toen niet inhoudelijk maar eveneens procedureel op geregeerd .
“Hij ging er van uit dat zijn artikel niet zou gepubliceerd worden indien hij dat wel zou doen. Waarop baseert hij dit?”
Modelleur, zoiets heet ervaring.
Trol Modelleur ?
Mijn hemel, Modelzeur die het woord vooringenomen gebruikt.
Cassandra was tot voor een paar jaar terug mijn virtuele vriendin. We begrepen elkaar. Samen schreven we verhaaltjes die niemand geloofde, want Cassandra , zo u weet, wilde de toekomst voorspellen, maar Apollo had ervoor gezorgd dat nooit iemand haar zou geloven.
Zo komt het dat verhalen op Climategate op voorhand niet worden geloofd en elke keer weer de vijand met open armen wordt onthaald.
( we gaan er weer massaal op stemmen binnenkort )
De regel,
We hebben cultuur verandering in de wetenschap nodig.
Daar drukt ook de schoen, de bevindingen zijn eenduidig star zoals we inmiddels weten, wie andere bevindingen heeft vliegt eruit.
Zoiets kun je eigenlijk verwachten van kinderen, of een stelletje opgeschoten pubers, zoals ik laatst een stelletje hoorde op straat, toen ik met mijn kostganger (hond) aan het lopen was, een gescheld van loser, het ging tegen een jongen die geen tatoeages had, of dit niet mocht van zijn ouders, zover ik dat meekreeg.
Hij paste niet in het clubje denk ik zo.
Meneer Brown doet een boekje open over de misleidende vervuiling van artikelen waartoe redacties van wetenschappelijke bladen uitnodigen op straffe van niet plaatsing.
Mij was het eenzijdige overschrijfwerk en randgefriemel van redacteuren als Maarten Keulemans in een triviale landelijk krant reeds lang bekend. (Mede dankzij eye opener Maurice de Hond) Maar dat wetenschappelijk wereldberoemde bladen als Nature en Science ook uitnodigen tot manipuleren, durf ik wel dramatisch te noemen.
Wat iedereen hier waarschijnlijk zal onthouden van wat deze Patrick Brown schrijft, is dat hij zijn onderzoek en publicatie heeft aangepast aan wat men graag wil publiceren.
Maar wat velen snel zullen vergeten, maar we ook echt moeten onthouden zijn de volgende zaken, die hij ook duidelijk stelt:
“klimaatverandering is een belangrijke factor die bosbranden in veel delen van de wereld beïnvloedt,”
“de invloed van klimaatverandering op extreme natuurbranden. Vergis je niet: die invloed is heel reëel.”
We kunnen niet kersen plukken uit wat hij schrijft. Als we willen aanvaarden dat Patrick Brown een goed beeld heeft van de klimaatwetenschap, dan moeten we ook aanvaarden dat hij geen enkele twijfel heeft over de rol van broeikasgassen op klimaatverandering en op natuurbranden.
Klimaatverandering
Is een natuurlijk fenomeen
‘Broeikasgaassen’
Hebben daar
Geen invloed op
Paul, de eigenschap van een “klimaat” is dat het verandert. Als het dat niet zou doen dan moeten we ons hele grote zorgen gaan maken. Gelukkig hebben we Milankovits nog.
@Gerard d’Olivat – opwarming is een feit, de rol van broeikasgassen durf ik te betwijfelen. Men weet het te beperken maar de kans op bosbranden wordt groter naarmate de wereldbevolking groeit.
Als je alleen maar focussed op broeikasgassen en extreme events, dan krijg je geen goed beeld wat met die extrene events gebeurt als je er in zou slagen om de broeikasgassen te verminderen, ik persoonlijk denk: heel weinig dus.
Het is de klassieke single cause attribution of a multicaused issue.
@Paul Kramer “opwarming is een feit, de rol van broeikasgassen durf ik te betwijfelen”
Op welke basis twijfel jij daaraan? De wetenschapper Patrick Brown twijfelt daar niet aan. In zijn publicatie heef hij het heel duidelijk over “anthropogenic warming”.
We kunnen niet kersen plukken uit wat hij schrijft. Als we willen aanvaarden dat Patrick Brown een goed beeld heeft van de klimaatwetenschap, dan moeten we ook aanvaarden dat hij geen enkele twijfel heeft over de rol van broeikasgassen op klimaatverandering en op natuurbranden.
https://www.klimaatfeiten.nl/co2/correlatie-co2-temperatuur
In de referentie wordt ingegaan op CO2 en CH4 als broeikasgassen, geen gegevens omtrent invloed H2O, N2O en O3 als broeikasgassen (Happer heeft er wel een video aan besteed https://www.youtube.com/watch?v=M8iEEO2UIbA )
Er zijn meerdere personen met wetenschappelijke achtergrond die dit betwijfelen – u kent ze natuurlijk ook (Happer, Moore etc)
Wat is die rol dan precies Gérard en hoe erg is dat precies, en wat is de rol en bijdrage van de overige factoren?
Heb je zijn paper bestudeerd?
Paul Kramer @14:30
Je moet niet te veel vertrouwen op websites die beweren “de feiten” te presenteren… Een snelle blik toont aan dat het gewoon geen goede wetenschap presenteert, maar een selectie om tot de gewenste conclusie te komen…
“Er zijn meerdere personen met wetenschappelijke achtergrond die dit betwijfelen”. Zeg eerder “enkele personen” en we zien de 5 of 10 namen hier geregeld passeren. En dat zijn geen personen die effectief onderzoek rond klimaat doen, zoals Patrick Brown.
Willem77. Ja ik heb zijn paper “bestudeerd”. Of het wetenschappelijk allemaal correct is, weet ik niet, maar ik ga er van uit van wel. IK stel ook vast dat hij daarin duidelijk het antropgeen effect als de belangrijkste factor ziet. In die paper gaat het niet over andere factoren, maar het lijkt me logisch dat andere factoren ook een rol spelen. NU even de bal terugkaatsen: heb jij zijn paper bestudeerd?
@Gerard d’Olivat – u vroeg om de basis van mijn twijfel en die heb ik u gegeven. U en ik verschillen van mening betreffende wetenschappers met visie op klimaat, het zij zo.
In de Koran is een kort hoofdstuk 109 getiteld “de ongelivigen”:
– Ik aanbid niet wat u aanbidt, u aanbidt niet wat ik aanbid.
– Ik wil niet aanbidden wat u aanbudt, u wilt niet aanbidden wat ik aanbid.
– Daarom voor u uw geloof en voor mij mijn geloof
@ Johan D. – was beeldspraak, laat wetenschap niet de zelfde kant op gaan als geloof https://www.youtube.com/watch?v=3vdPVCNNbkc
Waar brand is is vuur, zonder vuur geen brand, klimaatverandering of geen klimaatverandering.
Waar was dat vorig jaar in Australië waar ze zoveel pyromanen in het nekvel hebben gegrepen.
Mochten de aboriginals geen bos meer afbranden, van de natuurbeschermers, en geen brandgangen meer, die vetplantjes wat zo heerlijk fel kunnen branden moesten blijven staan.
En natuurlijk is er wat opwarming, maar nog lang niet genoeg voor de wereld in de fik te steken.
Ik heb wel te doen met de mensen die in de ellende zaten of nog zitten, maar wie geeft ook vergunningen af als dit gevaar er in zit.
Precies zoals Nederland mensen heeft laten bouwen in de uiterwaarden, en dan klagen dat ze onderwater staan.
Zo lust ik er wel nog wat.
Hier in Bruggen Duitsland, ligt ook zo een soort bungalowpark, midden in het bos, ze mogen er ook nog permanent wonen, als daar brand uitbreekt is alles in de puin, en dan is het huiles.
Maar wel geweldig wonen, niet alles op een kluitje, maar veel plaats rondom.
Ja het is best lastig om je (natuurweten schappelijke) mening over het klimaatgebeuren te uiten, maar soms krijg je toch even de kans. Gisteren kwam een collectant namen Greenpeace geld ophalen om de plastic soep in de oceaan te bestrijden. Toen ik vertelde niet no geporteerd meer te zijn van Greenpeace en bovendien op grond van mijn redelijk deskundige kennis voor klimaatontkenner werd uitgemaakt werd hij op een neerbuigende wijze een beetje onhebbelijk. Omdat ik vind dat de wereld niet alleen uit wetenschap bestaat heb ik platweg lekker ruzie met hem gemaakt en hem heerlijk uitgescholden.
Wat betreft Patrick T Brown, zelf ken ik het gevoel (af en toe) weer te kunnen zeggen schrijven wat je eigen wetenschappelijke mening is. Mijn advies voor hem is, wees jezelf en bak ze bruin.
Wat Dr Brown in dit artikel over zelfbevlekking van de klimaatwetenschappers eigenlijk zegt is dat al die hoogdravende klimaatpublicaties in Nature en Science leugens zijn. Leugens door omissie en deflectie, maar leugens nietegenstaande.
Geen wonder dat hij dat circus gedag heeft gezegd. Maar hij zou eigenlijk dat artikel moeten intrekken om zijn reputatie volledig te. herstellen.
Hij is co-auteur.
Klassiek staaltje van “effective science”
(Google Schneider climate quote)
ik zou het eerder zelfbesmetting noemen, Ed,
Zelfbevlekking is zeer lokaal, zelfbesmetting gaat door het hele lichaam heen.
Deze bekentenis zouden veel wetenschappers kunnen overnemen en voortaan bij hun studies benoemen welke factoren niet zijn meegenomen in het onderzoek omdat er nog niet voldoende data en kennis over bestaat.
“Als we willen aanvaarden dat Patrick Brown een goed beeld heeft van de klimaatwetenschap, dan moeten we ook aanvaarden dat hij geen enkele twijfel heeft over de rol van broeikasgassen op klimaatverandering en op natuurbranden.”
Van deze logica kan ik geen chocolade maken, echt niet. Duidelijk een geloofsbelijdenis van de Klimaatkerk bende dat je met een ernstig verheven blik moet uitspreken voor je weer verder gaat met je streken.
Dat iemand iets zegt, of iets juist niet zegt, om daar carrière-voordeel uit te halen, dat gebeurt in het bedrijfsleven ook (en niet zo zuinig hoor) en mijn (voor)oordeel is dat dat in de ambtelijke wereld schering en inslag is.
Dus om hier nou met stenen te gaan werpen … Een moralist zal misschien opwerpen dat dat in de wetenschappelijke ethiek ontoelaatbaar is – ik zou niet weten waarom.
Iets anders is, deze meneer heeft dat gedaan, en bekend in de openbare ruimte: the free press, een internet medium. Ik denk niet dat zij die tot het wetenschappelijke establishment behoren dat frequent zullen lezen – de MSM staan over het algemeen aan de kant van de wetenschap – maar het zou Dawkins en Dennett, om maar twee prominente sceptici te noemen, die de verklaring hebben ondertekend dat klimaatsceptici geen sceptici zijn, toch wat kunnen leren: dat het etiket pseudo aan de klimaatwetenschap moet worden gekoppeld.
Klimaatsceptici kunnen met recht en reden geen pseudosceptici genoemd worden, integendeel, zelfs de afwezigheid van een fysische scholing is nu zelfs geen belemmering meer om een klimatoloog als pseudowetenschapper te labelen.
Het artikel is in feite een excuus verhaal, in de trant van ik wil wel out-of-the-box denken, maar wordt daarin belemmerd omdat ik mijn wetenschappelijke bevindingen en mijn onderzoeksresultaat niet gepubliceerd krijg. Ik volg uit carrière overwegingen de consensus op mijn wetenschappelijke werkvloer van de diplomahouders die zich uit verdien- en carrière overwegingen zich naar het publiek – naar niet diplomahouders -, presenteren als kennisdragers die de normen vaststelllen voor de onwetenden op basis van een wetenschappelijk narritief.
De diplomahouders gedragen zich aldus als dienaars en volgers van hen die alsdan de macht wordt gegeven en handelen op basis van een niet bekend gemaakte agenda en narritief.
Het is zo herkenbaar bij het narritief van de politicus Al Gore, het overnemen van zijn verhaal als zijnde juist zonder vanuit hun kennisveld en expertise onderzoek te verrichten over het werkelijkheidsgehalte van zijn ongemakkelijke waarheid.
Hoe droevig is het gesteld met de klimaatwetenschap, wetenschappelijk deernis wekkend.
Dit geld niet enkel voor klimaatwetenschap , alle gesubsidieerde wetenschappen zijn in hetzelfde bedje ziek
Eric, dat is al sinds de derde geldstroom nog gekker geworden. Wie betaalt die betaalt. Er zijn weinig onafhankelijke instituten of consultants meer in deze wereld van TUs tot private ondernemingingen. Leuk voorbeeld is de farma met alle controlerende instanties FDA, WHO, CDC, EMA, RIVM, RKI, etc zo rot als een mispel en heeft geleid tot miljoene doden zonder hiervoor gestraft te worden. Het is ordinaire massamoord.
Mooi voorbeeld van mensen die zich in allerlei bochten wringen om een “waarheid” te promoten.
Misschien is de methode van Alexander de grote een betere. Gewoon de knoop door hakken.
Als 85% van de bosbranden wereldwijd door menselijk toedoen / optreden en jaarlijks door miljarden blikseminslagen worden veroorzaakt, zoals de wetenschap van het IPCC vaststelt, hoe kan je dan met stelligheid als ‘wetenschap’ 15% van de bosbranden aan ‘klimaatverandering’ cq. CO2 als oorzaak alloceren.?
Resterende wetenschap?
Hele bosbranden kwestie is alarmistische pseudo / fake klimaatwetenschap versterkt door eenzijdig politiek en ideolisch gedreven journalistiek.
Scheffer, dat zei die brandweerman ook dat ze door bezuiniging op bos management zijn ontstaan, heeft helemaal niets met het klimaat te maken allemaal pure onzin. Mensen, bliksem en slecht bosmanagement dat is de oorzaak.
Het is beide ongelovelijk en erg verontrustend hoe het AGW meme aangevoerd om de mens de schuld te geven van alles wat verkeerd gaat in de wereld. Het laat me denken aan de nazi tijd waar Hitler en trawanten het voor elkaar kregen om de joden de schuld te geven van alles wat verkeerd was.
Waar die huidige klimaat onzin naar toe leidt? Dat heeft Kees Lepair een keer echt berekend….Klik op mijn naam.
Merk op dat over een pakweg 20 jaar alle macht in handen is van een kleine hoeveelheid biljonairs geholpen door de de ‘gekozen’ regering…..
ohhh…
Ik had een leuk antwoord aan A D maar die is nou verdwenen. Ik had hem hierop gewezen:
https://www.climategate.nl/2019/10/84861/
droogte was voorspelbaar
Ofwel: we worden bedonderd waar we bij staan, maar dat wisten we hier eigenlijk al een poosje. De overdreven en eenzijdige IPCC rapporten bijvoorbeeld slaan nergens op en zijn het product van hetzelfde mechanisme. En zo zijn er heel veel publicaties die je kunt scharen onder het motto: goed nieuws is geen nieuws, dus beter lekker negatief framen in het heersende narratief..
Ik vind het wel dapper van de publicist dit zo te benoemen. Hij heeft weliswaar afstand genomen van deze prakrijken, maar veel wetenschappers hebben nog steeds veel te verliezen en moeten ook brood op de plank krijgen.
Sinds er landplanten zijn (370 miljoen jaar), zijn er vrijwel ononderbroken, getuige de houtskoollagen in sedimenten, bosbranden geweest. Dat wil zeggen dat het zuurstofgehalte in de atmosfeer sinds die tijd niet onder 15% is geweest. Als voorbeeld, papier kun je niet in brand steken bij een zuurstofgehalte onder 17%. Ook is vast te stellen dat het gehalte niet ver boven 35% kon zijn. Bij dat zuurstofgehalte gaat het vuur moeilijk uit, de bossen kunnen zich moeilijk regenereren. Bij het huidige gehalte van 21% is er geen risico op meer bosbranden.
Door menselijk gedrag (veroorzaken van vuur, temperatuurverhoging door CO2) zal de rotatiesnelheid van bosgebieden en steppes wat verkorten, dat is alles (huidige rotatiesnelheid voor een bos in de gematigde streken is ~40 jaar, tropisch oerwoud ~300 jaar).
Sommige bomen, zoals eucalyptus, danken hun succes aan het produceren van veel brandbaar materiaal (hoog terpeengehalte). Hun regeneratievermogen na een brand is daarop toegespitst.
Zie o.a.: https://www.nature.com/articles/s41467-022-35081-z
Alles goed. Behalve dat er geen opwarming is door meer CO2. Waar kom je daar toch bij? Heb je een rapport waarop je steunt?
Dirk,
Zie deze link dan zie je inderdaad dat het O2 gehalte niet onder de 15% en boven de 35% is geweest.
https://geocraft.com/WVFossils/CO2_Temp_O2.html
Er was ooit een smokkelaar die stak de grens over op zijn fiets met een zak zand achterop (CO2) , iedere keer scheurde de douane de zak zand open om te kijken wat hij smokkelde er zat alleen maar zand in. Maar hij smokkelde fietsen (andere oorzaken van de opwarming).
leuk grapje
Beste Climategate,
Jullie bijdragen lees ik geregeld met veel interesse.
Er is echter een serieuze fout geslopen in het bovenstaande artikel.
Er staat een foutieve foto bij de naam Patrick T. Brown. De man op de foto is iemand anders.
Zoek aub even op Linkedin op Patrick T. Brown op die werkzaam is bij The Breakthrough, dan kun je de correcte foto kopieren.
Graag zsm corrigeren, aangezien dit de geloofwaardigheid van jullie bijdrage aantast.
Mvg,
Pierre v.H.