Robbert Dijkgraaf.

Van een onzer correspondenten.

In een opinie-stuk in de NRC van 7 oktober j.l. schrijft demissionair wetenschapsminister Dijkgraaf over de vooruitgang van wetenschap en techniek en wat daarbij de rol van de overheid moet zijn. Het is een bewerking van zijn eerdere Dachau-lezing.

Dijkgraaf stort een zee aan beelden over de lezer uit, sprekend over dunne of smalle ‘richels’, ‘haarspeldbochten’, ‘valkuilen’ ‘een bergkam en diepe afgronden’. Het gaat allemaal over hetzelfde: we moeten een middenweg vinden, aldus de voormalig wetenschapper. Hij ziet vooruitgang niet als een rechte lijn, maar als een ‘hortende, stotende en slingerende beweging.’ In het stuk laat Dijkgraaf zich zien als een bevlogen fossiele energie-hater, als hij schrijft:

‘Vooruitgang is vaak een serie van correcties op correcties. Nu steeds heftiger zichtbaar wordt welke schade fossiele brandstoffen aanrichten, kan het antwoord niet zijn dat we dan maar moeten stoppen met technologie. Nee, we moeten meer, andere, geavanceerdere technologieën en energiebronnen ontwikkelen. Die we dan niet argeloos moeten omarmen of roekeloos verspreiden. Want als vooruitgang correctie is, kunnen we ook steeds beter de belangen van natuur en mens laten meewegen.’

Dijkgraaf: ‘De waarschuwing vanuit de wetenschap had feller moeten klinken. Nu dat geluid wel luid en duidelijk klinkt, is het oppassen voor alarmisme.’

In zijn eerdere Dauchau-lezing van 27 september j.l. knoopt hij aan bij de logicus John von Neumann die in 1955, twee jaar voor zijn overlijden, het artikel schreef Can we survive technology? Het grootste deel van dat stuk ging niet over het gevaar van kernwapens, maar over klimaatverandering.

Dijkgraaf:

‘Von Neumann schetst het gevaar van ‘global climate control’, wat we tegenwoordig ‘geo-engineering’ zouden noemen. Hij voorspelt: als we daarmee het klimaat kúnnen beïnvloeden, zúllen we dat ook doen. En dan zullen we het vervolgens ook als wapen inzetten. Daarmee vergeleken is nucleaire oorlogsvoering maar klein bier, redeneert Von Neumann. In zijn woorden zal het klimaat ‘de belangen van landen ingrijpender verstrengelen dan de dreiging van een nucleaire of welke andere oorlog’.

Met deze analyse vergroot Dijkgraaf het klimaatvraagstuk tot ongekende proporties. Zou hij kunnen inzien dat juist een opgeklopte klimaatveranderingshype, met alle groteske denkbeelden, zoals de voorspelbaarheid van het klimaat over honderd jaar, het reguleren daarvan door aan een CO2-knop te willen zitten en zelfs het verduisteren van de zon, juist voortkomt uit dit megalomane ondergangsdenken van Do or die? Ongebreideld alarmisme verkondigd als wetenschappelijke waarheid.

Alarmist Dijkgraaf eerder:

‘Het gaat om statistiek, dat is erg lastig voor mensen om mee om te gaan. Er zijn zeker onzekerheden, maar die zijn niet zo groot dat we niet weten welke kant het opgaat. De trend zien we. Uiteindelijk spreken die feiten voor zich. Iedereen die kijkt naar de ontwikkelingen van grote overstromingen en bosbranden in Amerika kan dat zien.’ Bron: hier.

De D66-minister vindt dat in het verleden de overheid op grote onderwerpen als klimaatverandering niet met de gewenste urgentie heeft gehandeld. Anderzijds gaf de ‘officiële wetenschap’ (sic) zichzelf in het klimaatvraagstuk nog te veel rekenschap van ‘een kleine groep sceptici’ (sic).

Dijkgraaf:

‘De waarschuwing vanuit de wetenschap had feller moeten klinken. Nu dat geluid wel luid en duidelijk klinkt, is het oppassen voor alarmisme. De betrouwbaarheid van de wetenschapper en van de wetenschap als geheel staat continu op het spel. Geen institutie scoort zo hoog op maatschappelijk vertrouwen. Dat is mooi. Maar voorzichtigheid is geboden. Immers, als het vertrouwen verdwijnt, verliest de wetenschap ook haar impact.’

***

Bronnen: hier en hier.

***