Foto: Shutterstocl.

Verklaard voor gemeenteraden, journalisten, columnisten, jonge en oude activisten.

Door Paul Bouwmeester.

Het grote probleem met zonnepanelen is dat ’s nachts de zon niet schijnt. Dit is een bekend natuurverschijnsel, maar weinigen trekken hier consequenties uit.

Hoe kan dit?

De wereld is in de greep van angst t.g.v. een ideologie, die officieel door Europa, de Democraten in de USA en onze regering gepropageerd wordt, waarbij zelfs de secretaris van de VN durft te spreken van een wereld die in brand staat t.g.v. CO2.

Als die angst terecht is en er iets tegen CO2 ondernomen zou moeten worden, dan moet dat natuurlijk met een middel dat werkt. Eén middel waarop massaal ingezet wordt is de uitrol van zonnepanelen, waaromheen inmiddels een gigantische industrie is gegroeid met haar financiële belangen.

Werkt dit middel?

De regering heeft provincies en gemeentes de opdracht gegeven ruimte te vinden voor ‘zonneparken’ en vele ambtenaren en politici zijn hard aan het werk gegaan dit uit te voeren. Dat is hun opgave, niet om een en ander na te rekenen.

Ergens weten we wel, dat ’s nachts de zon niet schijnt en dat dat wat problemen zou kunnen opleveren, maar graag laten we ons voorspiegelen, dat de oplossingen om de hoek liggen.

Laten we de zonne-energie eens wat beter bekijken, met de minimale technische informatie, die daarvoor nodig is, zodat we het allemaal kunnen begrijpen.

Een zonnepaneel heeft de maximale capaciteit (het piekvermogen), wanneer de zon er bij helder weer loodrecht op schijnt. Helaas doet de zon dat niet altijd, zoals we weten. Dit laatste betekent, dat in Nederland het werkelijke vermogen – gemiddeld over het jaar – iets minder dan 10% van het piekvermogen is. In de Sahara is dat iets van 30%. Wil je in ons land een bestaande centrale vervangen door een zonneweide, dan moet je dus 10 maal de capaciteit van zo’n centrale opstellen. 90% wordt niet benut. Is dat erg? Dat hangt ervan af. Wanneer die 10% voldoende is, zou het kunnen, mits het betaalbaar is en er geen grote nadelen zijn.

Maar is dat zo?.

Wanneer een zonneweide een 10 maal hogere capaciteit heeft dan een bestaande centrale, kan hij op een gegeven moment een 10 maal zo hoge stroom leveren. Als we dat allemaal willen gebruiken, moeten de kabels 10 maal zo dik zijn. Anders branden ze door.

Maar er is meer.

Bovengenoemde 10% is een gemiddelde over het jaar. In juni/juli is de instraling van de zon 13%, in december 3%. D.w.z. dat wanneer we in de winter warme voeten willen hebben, de capaciteit en de kabels niet 10x maar 30x vermenigvuldigd moeten worden. Bovendien wordt er dan in de zomer veel te veel opgewekt. En bedenk, dat die 3% een gemiddelde decembermaand is. Er bestaan ook nog extremen.

Maar er is meer.

Op dit moment beginnen we allemaal in te zien, dat zonne-energie voornamelijk opgewekt wordt op momenten, dat we ze het minste nodig hebben. En het meest hebben we ze nodig, wanneer er het minste is: in het donker en in de winter. De overmaat energie van de zomer zou je dus voor de winter willen opslaan. Helaas kunnen we dat voorlopig niet … en misschien wel nooit. Dus wordt die overmaat afgeknepen of gedumpt tegen een negatieve prijs, terwijl bij een tekort de goede oude centrale weer gas moet bijgeven.

Een simpele oplossing lijkt dan: we leveren het teveel terug aan het elektriciteitsnet en halen het eruit, wanneer we het nodig hebben. Dan hebben we die centrales, waar we van af wilden, toch nog nodig. Maar wat we nog niet allemaal doorhebben, is dat je de centrales niet zomaar even kan terugschroeven of opstoken: dit kost tijd en gaat gepaard met verliezen, die je dan zou moeten compenseren door nog meer zonnepanelen te installeren.

Maar er is meer.

Hoe zit het met die netstabiliteit, waar we de laatste tijd zoveel over horen?

Het stroomnet is geen opslagmedium: op elk moment moet er precies zoveel energie ingestopt worden als er gebruikt wordt. Gaat er te weinig in, dan zakt de spanning en gaan alle apparaten en machines langzamer werken. Gaat er te veel in dan kan er van alles doorbranden (ook schakelkasten) en kortsluitingen (brand) ontstaan. Daarom moet de netbeheerder constant bijhouden hoe de spanning er overal in het land bijstaat en van alles bijsturen of omleiden en zelfs de energie centrales opdracht geven meer of minder te leveren. Dit is een ingewikkeld en kritisch proces. Dat wordt nu zelfs internationaal geregeld, aangezien stroomoverschotten ook de grens overgaan.

Maar nu met al die zonneparken waar plotseling een wolkenfront de opbrengst kan doen inzakken of omgekeerd (zoals ook windmolens bij variërende wind) is de opgave vele malen ingewikkelder geworden en de nodige reactietijd veel korter. Daardoor wordt het net Europawijd KWETSBAARDER. Een storing in een land zou uit de hand kunnen lopen en zelfs andere landen in gevaar brengen. Alles met zeer grote gevolgen.

Maar hoeveel levert zo’n zonneweide werkelijk en wat kost het?

Het is vrij goed uit te rekenen hoeveel kilowattuur een bepaald zonnepark kan leveren. Maar wat betekent dat? Om dat inzichtelijk te maken spreekt men van het aantal bediende huishoudens. Bij het zonnepark Sappemeer sprak men van 32.000 huishoudens en dat zou zo’n € 100 per huishouden per jaar kosten. Dit kan ongeveer kloppen, maar dan heb je het over het zuivere huishoudelijke elektriciteitsverbruik, waarin bijv. de straatverlichting en andere nutsvoorzieningen niet zijn meegeteld. Dit stelt dus weinig voor. Kijk je naar het totale energieverbruik, dat onze maatschappij draaiende houdt, dan kom je op 800 huishoudens à € 3.784.

Paul Bouwmeester.

Maar hoe ‘duurzaam’ is die opgewekte energie?

Aangezien van die opgewekte energie maar een klein gedeelte direct gebruikt kan worden zonder op de bestaande centrales terug te vallen, mag maar een klein gedeelte ‘duurzaam’ genoemd worden. Kijk je naar ‘duurzaam’ dan praten we naar schatting over 159 huishoudens à € 19.000.

Om het in detail na te rekenen: zoek de Zonneweidewijzer (2020) op en zie ook hoeveel procent van ons land bedekt zou worden om 50% van onze energie met zonnestroom op te wekken. Bij dit rekenmodel kunt u uw eigen waarheid kiezen uit drie mogelijkheden. Maar Netto-Nul zit er niet bij.

Let wel: dit model is – heel optimistisch – gebaseerd op bovenstaande 10%, niet op de 3% waarmee we de winter door moeten komen.

Netto-Nul: verregaand onbenul of schaamteloos bedrog?

***

Zie ook:

Klimaat voor leken

De onmogelijkheid van windmolens

***