Djoeke Veeninga, VPRO.

Uit de oude doos.

Het is leerzaam om af en toe eens terug te blikken op oudere episodes van de klimaatdiscussie en die te vergelijken met de huidige stand van zaken.

Meer dan twintig jaar geleden had ik een discussie met Sible Schöne, toentertijd klimaatspecialist van het Wereldnatuurfonds en rotsvast gelovige in het dominante klimaatnarratief dat we een catastrofale opwarming van de aarde (eigenlijk atmosfeer) tegemoet zouden gaan als gevolg van een toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer door het verstoken van fossiele brandstoffen door de mens.

 

 

 

 

Ik citeer:

VPRO, 9 december 2003

Hans Labohm en Sible Schöne over Kyoto

Deze en volgende week zijn delegaties uit meer dan honderdtachtig landen bijeen op de klimaatconferentie van Milaan. Begin volgende week komen de ministers van milieu – ook ‘onze’ Pieter van Geel – maar de ogen zullen gericht zijn op de Russische milieuminister. Wat gaat hij daar zeggen over het Kyotoverdrag?

In dat verdrag uit 1997 staat dat om de temperatuurverhoging op de wereld tégen te gaan, het broeikaseffect bestreden moet worden. De uitstoot van broeikasgassen in 2012 moet vijf procent lager zijn dan de uitstoot in 1990. Voordat het verdrag toegepast kan worden moeten voldoende landen het ondertekenen, en daarbij is Rusland zijn rol nu essentieel.

De Europese landen hebben al geratificeerd, maar de Verenigde Staten hebben al definitief besloten dat niet te doen. Vandaar dat Rusland op die beslissende positie zit. Het kwam dus fors aan toen Andrej Illarionov, een economisch topadviseur van Poetin, afgelopen dinsdag in Milaan liet weten dat het verdrag ‘in zijn huidige vorm natuurlijk niet getekend kan worden’, omdat het Rusland teveel zou belemmeren in zijn economische groei. De dag daarna sprak de onderminister van economie Tsikanov dat in Moskou al weer tegen: ‘Er is geen enkel besluit genomen’, zei hij, ‘alleen dat we gewoon doorgaan op het pad richting tekenen van het protocol’.

Er zíjn mensen die het als goed nieuws ervaren als Rusland niet tekent. Zo iemand is de econoom Hans Labohm, werkzaam bij Instituut Clingendael.

Maar er zijn méér mensen die vinden dat Rusland zo snel mogelijk moet tekenen: zo iemand is Sible Schöne, klimaatspecialist van het Wereld Natuur Fonds.

Beiden zijn ze te gast en Djoeke Veeninga praat met hen.

***

Beluister de podcast hier (vanaf 12.30).

***

Sible Schöne.

Wat mij van deze discussie is bijgebleven is het rotsvaste geloof van mijn gesprekspartner, Sible Schöne, in de apocalyptische visie op de ontwikkeling van het klimaat, zijn onverbeterlijke wensdenken over het internationale klimaatbeleid, zijn onhebbelijke gewoonte om mij herhaaldelijk te interrumperen en het voortdurend kwalificeren van mijn opvattingen als ‘onzin’.

Door de jaren heen heb ik geleerd dat dit steeds terugkerende elementen zijn in discussies met klimaat’gelovigen’. Zij zijn dusdanig geobsedeerd door hun geloof in het onheil dat ons te wachten staat dat het hen ontslaat van de plicht om elementaire vormen van beleefdheid in acht te nemen. Het zij zo …

Maar in die tijd was er op de NPO toch nog discussie mogelijk over ‘klimaat’. Thans wordt elke kritiek op het dominante klimaatnarratief bij de NPO (met uitzondering van Ongehoord Nederland) en vele gevestigde media effectief doodgezwegen.

Maar wat zal de toekomst ons brengen? Markt Twain merkte ooit eens op:

Voorspellen is moeilijk, vooral over de toekomst.

Maar laten we ons niet daardoor afschrikken.

De afgelopen jaren hebben we een aantal interessante ontwikkelingen in de klimatologische literatuur gezien.

Allereerst zijn we getuige geweest van een algemene erkenning – zowel onder protagonisten als antagonisten van AGW (‘Anthropogenic Global Warming‘ – door de mens veroorzaakte opwarming) – dat de klimaatmodellen en scenario’s die het IPCC heeft gebruikt te alarmistisch waren en niet overeenkwamen met de werkelijkheid. Dat wil zeggen: de observaties – de temperatuurmetingen. De modellen leveren simpelweg te veel opwarming op. Het is een virtuele werkelijkheid.

Ten tweede zijn de schattingen van de zogenaamde klimaatgevoeligheid – dat wil zeggen de opwarming veroorzaakt door een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer – aanzienlijk gedaald, tot een niveau dat met geen mogelijkheid als een bedreiging dan wel crisis kan worden beschouwd.

Ten derde is er een groeiend besef dat de invloed van CO2 bijna verzadigd is. Dat wil zeggen dat meer CO2 steeds minder invloed zal hebben op de temperatuur.

Ten vierde is er een herwaardering gaande van de rol van CO2. In plaats van te worden beschouwd als een bedreiging voor de natuur en de mensheid, wordt het nu meer en meer beschouwd als een bouwsteen van het leven die het plantenleven en dus de flora en fauna bevordert. De afgelopen decennia is de aarde steeds groener geworden, wat deels – misschien zelfs vooral – kan worden toegeschreven aan hogere CO2-concentraties in de atmosfeer.

Dus in plaats van een vloek, moet CO2 als een zegen worden beschouwd.

Ook op politiek gebied hebben er belangrijke verschuivingen plaats gevonden. Verschillende politieke partijen in heel Europa – vooral aan de rechter zijde van het politieke spectrum – hebben zich kritisch opgesteld ten opzichte van de door de Europese Unie gepromote Green Deal. Met als gevolg dat de daarin vervatte maatregelen op belangrijke punten zijn afgezwakt dan wel geschrapt. En naarmate de Europeanen het effect van de Green Deal meer in hun portemonnee zullen voelen door hoge energieprijzen, permanente inflatie, sluiting en/of wegtrekking van bedrijven (vooral in de industrie) naar landen met minder stringente klimaatnormen, groei van de werkloosheid en algemene verarming, zal het verzet daartegen nog groeien.

Ondertussen blijkt dat het Westen mondiaal gezien geïsoleerd staat met zijn klimaatbeleid en de doelstellingen van de overeenkomst van Parijs. Weliswaar is de door de westerse landen veroorzaakte CO2-uitstoot wat afgenomen, die van het overgrote deel van de wereld is toegenomen, vooral van China en India. En gezien hun plannen met de bouw van fossiel-gestookte elektriciteitscentrales en het gebruik van fossiele energie in het algemeen is daarin geen verandering te verwachten. Ook Rusland trekt zich weinig aan van de in Parijs gemaakte afspraken. Het optimisme van Sible Schöne tijdens ons interview was dus misplaatst.

En de CO2-concentratie in de atmosfeer blijft eveneens – lineair, niet exponentieel zoals sommige klimaatalarmisten wel beweren – toenemen. De corona-recessie heeft daarbij geen deuk in een pakje boter kunnen slaan, hetgeen toch merkwaardig is en in strijd met de stelling dat de menselijke uitstoot van dit gas daarop een dominante invloed zou uitoefenen.

Peter Siegmund, KNMI.

En dan zijn er de weersextremen. Enkele jaren geleden werden de overstromingen in de rivierdalen in Duitsland (door Angela Merkel), België en Nederland nog breed uitgemeten en toegeschreven aan klimaatverandering. De kritische opvatting van een deskundige als Peter Siegmund (van het KNMI, die ervoor had doorgeleerd), die dat ontkende, werd genegeerd (zoals alles dat in strijd is met het dominante klimaatnarratief). Dat geldt meer in het algemeen voor de analyses van Roger Pielke jr. die aantoonde dat er geen trends in weersextremen zijn waar te nemen, en al helemaal geen verband met CO2 van welke oorsprong dan ook (menselijke of natuurlijke)

En dan zijn er natuurlijk de temperatuurmetingen. Na een jarenlange fluctuerende doch geenszins alarmerende stijging van de temperatuur, is er de laatste tijd weer een temperatuurpiek. Maar heeft die iets met CO2 (van welke oorsprong dan ook: menselijke of natuurlijke) te maken? Nee, deze wordt door deskundigen toegeschreven aan een samenspel van natuurlijke factoren. Allereerst de uitstoot van waterdamp in de atmosfeer door de uitbarsting van de Hunga Tonga-vulkaan.

Na een daling van de zonneactiviteit na het maximum van zonnecyclus 25 en een toekomstige oceaanstromingsverschuiving van de Atlantische Multidecadale Oscillatie, zouden we een nieuwe mondiale temperatuurstabilisatie mogen verwachten, vergelijkbaar met die welke eindigde met de super-El Niño van 2015.

Alles bij elkaar lijkt dan ook de verwachting gerechtvaardigd dat de klimaathysterie de komende tien jaar een stille dood zal sterven.

R.I.P.: rust in vrede.

***