Nederland is vol! Absolute grenzen met beroep op vaste waarden/de wetenschap zijn vaak relatief (bezoek ook Schiermonnikoog)

Qua modieus academisch denken, heeft het aantal papers over ’tipping points’ een zeker kantelpunt bereikt. Dit is deel 2 over het Neo-neomalthusianisme van ‘kantelpunten’ volgend op, je raadt het al: deel 1. Ik noem ze hier de Kantelpuntianen.

Bij Thomas Malthus was landoppervlak de absolute maat, die grenzen stelde aan menselijk handelen. De Kantelpuntianen op de moderne academie zijn CO2-obsessed. Zij claimen ‘we mogen niet meer dan 350 ppm CO2’ (nu ruim 390) in de atmosfeer hebben, zoals in de invloedrijke Johan Rockstrom-paper ‘A Safe Operatig Space for Humanity’in Nature in 2009 die in september voor COP 15 in Kopenhagen verscheen. Ik werd in Brussel ook door biologen van Greenloop met Rockstrom om de oren geslagen.

Rockstrom et al probeert weer de term het ‘Antropoceen’ te verkopen
Een nieuw tijdperk zou zijn aangebroken, bedacht door mr Ozon Paul Crutzen, die ook zijn naam aan het artikel hangt. Alsof planten niet een veel grotere invloed op de atmosfeer hebben dan mensen: ik blogde al dat we in het Herboceen leven. Ook de Wageningse mysticus Marten Scheffer zette zijn naam onder deze academische activisten-petitie, die stelt:

Identifying and quantifying planetary boundaries that must not be transgressed could help prevent human activities from causing unacceptable environmental change, argue Johan Rockstrom and colleagues.

Er zou een soort absolute grens voor klimaatveiligheid bestaan
De magische 350ppm-klimaatlijn… Als referentie kiest Rockstrom Jim Hansen van de Nasa.
Rockstrom stelt

the planet was largely ice-free until CO2 concentrations fell below 450 p.p.m.v.
(±100 p.p.m.v.), suggesting that there is a critical threshold between 350 and 550 p.p.m.v.
Our boundary of 350 p.p.m.v. aims to ensure the continued existence of the large
polar ice sheets.


Sorry
Maar mag ik er op wijzen dat bij LAGERE CO2 dan nu, de ijskap van Groenland in het Holocene optimum VERDER noordwaarts lag, en het zeeijs, tot 800 kilometer noordelijker. Zie de hier besproken Deense paper in Science van Svend Funder.

Dus?
Rockstrom neemt kennelijk automatisch een hoge klimaatgevoeligheid voor CO2 als hard gegeven. Die 350 ppm ligt zelfs 200 ppm onder de 550 ppm van de beroemde 2-gradendoelstelling uit 2005 van Joachim Schelnnhuber. Die doelstelling is gebaseerd op een combinatie van gesimplificeerde modelberekeningen aan de aardse stralingsbalans (de stelling dat een CO2-verdubbeling 4 Watt per vierkante meter extra geeft, omdat dit uit het laboratorium zou blijken) – ongetoetst aan het echte hedendaagse klimaat- in combinatie werd opgesteld in ‘Avoiding Dangerous Climate Change’, dat 2 graden ‘veilig’zou zijn.

In het zojuist vermeldde Holocene Optimum van ongeveer 8000 tot 6000 jaar geleden was het op het Noordelijk Halfrond ook 2 graden warmer ten opzichte van 1850. Die grens zou ‘zonder problemen’zijn gegaan.

Vraag 1 aan mysticus Scheffer: waarom alleen de vermeend negatieve kant van meer CO2?
Ik vraag Marten Scheffer waarom zij voor die aanname van 350 ppm kiezen als ‘veilig’, en tegelijk ALLE POSITIEVE EFFECTEN NEGEREN VAN MEER CO2 op de biosfeer, die experimenteel véél sterker staan dan het temperatuureffect van CO2 op het klimaat (buiten modellen en het lab van James Hansen van de Nasa.) Zie de FACE-experimenten van Elisbeth Ainsworth eva die ik behandel in ‘De Staat van het Klimaat‘.

Ook KIEZEN Rockstrom, Crutzen en Scheffer ervoor om ALLE stikstofdepositie PER DEFINITIE als AFBRAAK van ‘veilige grenzen’te definieren. Hun ‘veilige grens’zou een factor vier onder de huidige N-depositie liggen. Waarom eigenlijk? Dankzij stikstofdepositie groeien onze bossen tot 40 procent sneller, zie de paper van J Quinn Thomas in 2009 in Nature Geoscience Of groeien die dan plotseling onveilig snel, en wordt het werk voor bosbouwers ‘onveiliger’? Of is dit een slag in de lucht die al 30 jaar academici aan het werk houdt, zoals ik al eerder blogde…

Scheffer antwoordt dat hij het antwoord op mijn vraag niet weet/het interesseert hem niet, maar formuleert dat anders:

Scheffer: IK ZOU ZEGGEN DAT HET LAATSTE IPCC RAPPORT DAARVOOR EEN BETERE
VERWIJZING IS DAN MIJN BOEK. HET GAAT OM HET AFWEGEN VAN DE RELATIEVE BIJDRAGE VAN ALLE VERSCHILLENDE PROCESSEN, EN HET ZO GOED MOGELIJK INPERKEN VAN ONZEKERHEID DAAR IN. EEN KORTER ANTWOORD KAN IK NIET GEVEN

Ik zou zeggen dat een korter antwoord niet hoefde, wel een duidelijker antwoord.
Maar dat wil Scheffer niet geven. Een vage verwijzing naar ‘Het IPCC-rapport’ is niet zo verstandig, want in het IPCC-rapport staat niet één scenario, maar verschillende en is het een KEUZE welke je daarvan AANNEEMT als ‘veilig’, waarbij het woord ‘veilig’nu niet bepaald afhangt van Moeder Natuur.

Veilige grenzen? Het is juist Moeder Natuur die ons millennialang het leven onveilig maakte.
Pas de laatste eeuw boven de 350 ppm leven mensen veilig, daarvoor werd je door leeuwen, wolven en onbekende ziektes geveld terwijl het enige dat de dokter kon doen was: schouder ophalen. Kweetniet. ‘Nou laten we nog eens aderlaten’. Ookal was er een ‘veilige’280 ppm in de lucht. Leert men ook logisch nadenken in Wageningen?

    Je moet wel ecoloog zijn om te geloven dat ‘De Aarde’onze veilige grenzen bepaalt. Is de vraagstelling van het artikel misschien niet gewoon onzinnig? Wat is het verband tussen 350 ppm en een menselijk relatief begrip als ‘veiligheid’, ten opzichte van vele factoren, bv oorlogen?

Feit: We zitten nu op ongeveer 390 ppm, en het is één ruime graad warmer dan in 1850 en al een jaartje of 10 wil die temperatuur maar niet achter de IPCC-modellen aan snellen: we zitten in een scenario voor LAGE klimaatgevoeligheid voor CO2, zo blijkt uit WAARNEMINGEN. Maar Rockstrom KIEST voor hoge klimaatgevoeligheid op basis van hypothetische waarden. Is Rockstrom et al de discussie over klimaatgevoeligheid ontgaan?

Scheffer oreert via email terug op mijn vraag

Scheffer: Het Rockstrom artikel probeert veilige grenzen aan te geven waarbinnen we zonder problemen kunnen opereren. Die grenzen zijn heel moeilijk hard te maken, maar het is een poging om de zaak om te draaien: i.p.v. steeds roepen dat alles minder moet qua druk op de
planeet zeggen we ‘ wat wel mag zonder problemen’.

Mijn vraag is dan of Scheffer hier niet gewoon de retorica beoefent.
Want wat is nu het verschil tussen ‘dit mag niet anders gaan we naar de sodemieter en ‘dit mag wél en anders gaan we naar de sodemieter’. Behalve dat je het wat Oibibio/positiefdenkerig formuleert?

Volgens Scheffer was dat een enorm verschil. Volgens mij moet ik nog wat langer mediteren voor ik zijn hogere staat van inzicht hier bereik. Meer mensen stellen dat Scheffer je altijd ontglipt zodra je concreet wilt worden.

‘Veilige Biodiversiteit? Wat???’
Zie ook die ‘absolute grens’in de Rockstrom-paper voor het evenveel- als nietszeggende biodiversiteit, het woord dat EO Wilson in 1989 uitvond. Bij mijn weten stierf 99 procent van alle leven op aarde al uit door natuurlijke oorzaak. Aan dat gegeven bewijst Rockstrom lippendienst, om dan te claimen welke ‘natuurlijke’uitsterfsnelheid’ zo ‘veilig’zou zijn. Twee smaakoordelen in één zin, die samen een absolute grens moeten verbeelden.

Door menselijk toedoen in de laatste 4 eeuwen stierven nog eens 550 geregistreerde soorten uit, van de 1,7 miljoen die de wetenschap beschreef. Volgens mijn bierviltje is dat 0,03 procent in 4 eeuwen. Dat schokt me niet zo…Toch claimt Rockstrom dat we een factor 10 boven een ‘veilige’uitsterfsnelheid’zitten. Waarom?

Waarom zouden we minder gelukkig worden bij 1000 in plaats van 20000 ijsberen (zoals nu). Van mij mogen ze vannacht nog alle ijsberen afschieten, verwerken tot tapijt en ik slaap er geen nacht minder om, en de zeehonden op de Noordpool zouden vóór stemmen, als ze niet te stom waren.

Liever onveilige biodiversiteit
Sterker, geef mij maar zo’n vacht: een lekker berenvel om op te wippen. Het liefst onveilig. En dan nog, de Serengeti kan best zonder leeuwen, de gnoes kunnen die leeuwen ook als kiespijn missen. Alleen Discovery Channel niet. Maar is het ‘minder veilig’zonder de predatorporno van Discovery? Vertel mij welke van de 3500 soorten muskieten absoluut onmisbaar zijn voordat het ‘onveilig’wordt? Wat is dit voor eco-esoterisch gelul. Kun je hiervoor Spinozapremies krijgen?

Niet voor niets weigert Rockstrom hier concreet te worden, dan valt hij door de mand. Dus komen milieuactivisten altijd met een mysterieuze ‘achtergrondsnelheid van uitsterven’. Alsof er een ‘natuurlijke’uitsterfsnelheid bestaat. (natuurlijk niet, tenzij je kunstmatig onderscheid maakt tussen natuurlijk en menselijk, zelfs 150 jaar na Charles…tsssk)

    Iedereen kan ook zonder Spinozapremie wel zien dat de aanblik van het aardoppervlak snel verandert. Maar waarom is verandering het zelfde als ‘gevaar’?

Definieer bij dat wazige biodiversiteit eens wat een ‘soort’is nadat je ‘The Origin of Species’hebt gelezen (dan bedoel ik GVD niet de kaft maar de inhoud en zie hoe Charles gehakt maakt van het klassieke ‘soort’begrip).

Kantelpunt bereikt bij kantelpunten
Chemicus/wetenschapsfilosoof Ilja Prigogine was in de jaren ’70 Scheffer al 40 jaar voor met wiskunde uit de chaostheorie, toegepast op de natuur. Maar wanneer herken je bij de plantjes en diertjes (ecologie) een overgang als ‘snel genoeg’ om hem ‘niet-lineair’ te noemen, en valt hij binnen zijn chaosdenken/kantelpunt/bifurcatiepunt? Definieer dat dan in een echt bestaand ecosysteem in de echte natuur.Het plots inzakken van de kabeljauwvisserij voor Cape Cod, was ook niet zo ‘plotseling’, goed ingewijde experts waarschuwden daar al 15 jaar voor. Waar liggen de grenzen van een ‘systeem’ in de natuur, buiten je denkmodel in de computer? En wat is ‘veilig’dan behalve een oordeel, een verhaaltje?

Absolute grenzen zijn smaakoordelen en ‘educated guess’
Daarom stelde ik dat mensen als Scheffer met hun ‘kantelpunten’een soort Malthus 2.0 zijn: was landoppervlak bij Malthus de absolute limiet voor menselijke bewoning- zie bovenstaande foto van ons dichtbevolkte Nederland- hier zijn het academische abstracties die ‘dé grenzen’ aangeven.

Van ppm CO2 tot ‘Biodiversiteit’ en ‘kantelpunten’. Grenzen die exact en absoluut lijken bij onkritisch lezen, maar die als los zand uit je vingers glippen bij het scherp stellen van definities. Die absolute grenzen zijn relatief: het zijn keuzes van mensen die weliswaar niet zomaar uit de lucht komen vallen, maar die wel op redelijke gronden aanvechtbaar zijn en deels op smaakoordelen rusten.

Je kunt Rockstrom et al 2009 in Neetjur dus gewoon negeren als academische bezigheidstherapie. In de echte wereld buiten het Bureaucratisch Academisch Complex zal niets onveiligs gebeuren als je mijn advies opvolgt, zonder problemen. Dan maar geen Spinozapremie. Toch vraag je wel eens of academici weer eens iets zinvols voor de maatschappij kunnen betekenen, in plaats van met een beroep op het voorzorgprincipe de retorica te bedrijven.