Onze Hajo- cum laude afgestudeerd in klimatologie en klimaatmodellering- heeft enig recht van spreken wanneer hij Rolien Créton terecht wijst over haar poging in de Telegraaf iets over klimaatpanel IPCC te melden: Créton krijgt de pretenties over klimaatpanel IPCC te kunnen schrijven, omdat ze ‘Scandinavië doet’ en de presentatie in Stockholm plaatsvindt. Alsof je naast een boerderij woont en dus ook de aangewezen persoon bent over irrigatie in Israëlische landbouw te schrijven. Je had net zo goed het kleinkind van Olof Palme kunnen vragen de klus te klaren, omdat ze in Zweden woont.
In tegenstelling tot Hajo geloof ik niet dat zijn hoffelijkheid – hij denkt werkelijk een vrouwelijke journalist tot rede te manen- enige zin heeft: journalisten zijn onbewust onbekwaam, en een overdosis narcisme weerhoudt iedere correctie van die houding. Alles wat je tot ze schrijft, ketsen ze alleen maar terug met wat ad rem geblabla om hun zelfbeeld van onafhankelijk professional, waakhond van de macht en allerlei achterhaalde imago-clichés te handhaven.
Proof of principle: mijn lezing bij linkse journalistenvakbond NVJ
Zie ook mijn pogingen bij de linkse journalistenvakbond NVJ in Amsterdam om hen tot enig zelfinzicht te brengen, uiteraard op de mij bekende subtiele en tactische wijze: ‘gij zijt allen hopeloze sukkels, ga iets anders doen’. ‘I’m jack of all trades master of none’ sprak iemand die geloofde dat wonen in New York ook slimmer maakt, want het is wel heel internationaal enzo. Van vrijwel alles niks weten beschouwde ze werkelijk als een pré, je werkelijk verdiepen in een dossier is dan ‘nou dat vind ik veel te beperkt’.
-
Horror.
Vandaar dat het beste dat Hajo’s blog kan bereiken bij Rolien is: ‘haha, zie die klimaatsceptici schrijven over mij, gekkies, nou ik ben heel zelfbewust iew duswelbeswel vrouw van de wereld duh, wat zijn jullie zúúr’. Ik heb al lang de term ‘journalist’ van mijn kaartje gehaald, je wilt er niet mee geassocieerd worden. De journalistiek werkt als magneet voor kuddevolk met het intellect van een pinda, dat het aannemen van een kritische posé- hand onder de kin, moeilijk kijken- verwart met het vermogen daadwerkelijk te begrijpen hoe de wereld werkt.
Geen maatschappelijk belang zo overschat als van de journalistiek
Zie ook ‘de Arabische Lente’, waar één of ander huppelkutje op een plein in Caïro voor de NOS wat vrijheid-blijheid-Westers wensdenken er in hamerde uit volmaakt onbegrip van de historische wording van de machtsverhoudingen in Egypte. Dat kon ík zelfs zien, geen ‘Egyptedeskundige’ maar iemand die zich breed inlas over het Midden Oosten voor ik in Israël wat reportages ging maken over natuurbescherming onder hoge ruimtedruk in conflictgebied. Zie ook Syrië weer: je krijgt verteld hoe het zit door mensen die geen flauw benul hebben, maar de opdracht uit een redactie krijgen te doen alsof ze dat wel weten, louter omdat ze iets dichter bij die breedtegraad kantoor houden.
Na 15 jaar journalistiek, zoals voor van die kwaliteitsprulblaadjes als NRC Handelsblad kan ik concluderen: het is treurig ijdel volk dat rap je woordje klaar hebben verwart met inzicht, en het herkauwen van verstandig klinkende meningen van anderen en identificatie met/verschuilen achter ‘de heersende mening’ verwart met intellect: ‘als ik iets verstandigs nazeg lijkt het net of ik zelf slim ben’. Door hun niet corrigeerbare domheid en intellectuele luiheid zijn journalisten ook zo vatbaar voor het virus van postmodernisme:
jij hebbuh jouw meuning, ik hebbuh mij meuning, je mag niet oordeluh, of nog erger: de waarheid lig innuh midduh.
-
Aahhhhhhh!!!!!
Wanneer je dan journalisten kraakt is het ook ‘frustratie’ of ‘wat ben je zuur’, niet meer dan een gevoel of stemming, je stuit enkel op de defensie. Het enige alternatief dat overblijft ten aanzien van de beroepsgroep journalistiek is dus: opzeggen en negeren. Boeken lezen en blogs bijhouden.
-
Ik bezocht een zelfpromotieprogramma op publieke kosten van milieucommissaris Janez Potocnik in Brussel. Iemand van Siemens presenteerde daar zijn gouden idee: de economie afstellen op de wisselvalligheid van weersafhankelijke energie uit wind en zon(consequentie, er is brood als het genoeg waait, bedrijf dicht als de zon niet schijnt, een Grieks werkritme) ‘Is daar een officiële term voor, zodat ik dit aan mijn lezers kan voorstellen’, vroeg een vrouwelijke journalist van de Observer (kwaliteitskrant!!!)
It’s called ‘Utterly stupid’ sprak ik. De reactie van deze zelfbewuste vrouw van de wereld van de Observer laat zich raden. Uiteraard was ik de boeman. Ik mag volgens onze grondwet artikel 1 niets concluderen over de correlatie geslacht en afwezigheid van zelfstandig denkvermogen. Dat zal ik dan ook niet doen.
Kranten verliezen in rap tempo abonnees.
Wanneer je journalisten hoort babbelen, struikelen ze over de excuses om zichzelf buiten schot te houden: het is ‘de ontlezing’ terwijl volgens mij een belangrijke reden onderbelicht blijft. Krantenlezers zijn dankzij internet beter geïnformeerd dan veel algemene journalisten en vragen zich terecht de meerwaarde af van het slecht geïnformeerde gebabbel van progressief urbane huppelkinderkes die ergens over menen te kunnen schrijven, louter vanwege het feit dat ze er dichterbij zitten, in een tijd waarin afstand niet meer telt. Ik zit in Langweer net zo dicht bij Stockholm qua informatie-afstand als iemand in Kopenhagen.
Rypke petje af voor je analyse. Overigens erger ik mij ook vaak kapot aan de kul artikelen die in de regionale pers (in mijn situatie BN-De Stem) verschijnen. Daar worden stukjes pro opwarming nog steeds driftig geplaatst. Ik ben bang dat niet niet – kritische lezers nog nooit van andere standpunten gehoord hebben. Van de Telegraaf had ik op dit gebied nog wel eens wat verwacht. Maar helaas viert daar ook de onkunde hoogtij.
Helaas het woordje niet staat er 1 keer te veel in.
Prima conclusie. Het is bijna te zielig voor woorden om te zien dat klimatobeten menen een steekhoudende mening te kunnen debiteren alleen vanwege hun misvatting over wat lezers aanspreekt. De wereld ontwikkelt door en ook de kennis van de gemiddelde lezer . Dat journalisten zich hierop zo jammerlijk kunnen verkijken zegt veel over de kwaliteit van het journalistieke onderwijs. Postmodern denken i.p.v. exact. Het is kenmerkend voor de onzorgvuldigheid van denken die de meeste media in haar greep heeft. Dit uit zich ook in de kritiekloze houding tegenover de milieubeweging die zelf bol staat van tegenstrijdigheden en vooringenomenheid. Denk vooral niet zelf na! Onderzoek niets, want dit is voor een postmoderne (wetenschaps)journalist even onbevattelijk als een wereld van 11 dimensies.
Ik heb drie weken geleden voor Jan met de korte achternaam aan de telefoon gehangen met de journalist van de Telegraaf die normaliter de Songfestivals beschrijft.
Deze meneer had opdracht gekregen mij te bellen voor een artikel over schaliegas.
Vooraf verontschuldigde hij zich dat hij van het onderwerp schaliegas niets afwist.
Na bijna 2 uur aan de telefoon probeerde hij te herhalen wat hij de afgelopen 120 minuten opgeschreven had.
Daar kwam zo’n berg onzin tevoorschijn dat ik hem heb geadviseerd dat hij het artikel beter niet kon plaatsen. Dat is ook inderdaad niet gebeurd.
Ik vreesde dezelfde ramp met een collega van de eerste, die zo’n vooringenomenheid in zijn email aan mij verwoordde dat ik daar mijn verdere medewerking ook maar beëindigd heb.
Waar is onze Rolientje trouwens. Rolien, Rolien!!! de ervaring leert dat onze blogs precisiebommetjes zijn die altijd bij het doelwit aankomen. Zonet was die Sargassosof hier ook al weer om zijn digidependance van Groen Links met dito subsidies op te hemelen tegen beter weten in. Onze Rolientje kan er ook nog wel bij. Gezellig!
@Rypke: je titel is uitstekend: ik denk dat het echt zo is dat er elke dag stukken in de krant staan die weer 100 mensen hun broek doet afzakken en die meteen opzeggen. Toch denk ik dat er naast de rotte appels nog steeds competente mensen op krantenredacties zitten. In elke krant die ik oppak vind ik tenminste wel 5 tot 10 interessante artikelen. En altijd heb je wel iets wat echt boeit of raakt of beleert. Kijk gewoon naar de cijfers: Volkskrant gaat goed. En dat is ook zowat de fijnste krant om te lezen tegenwoordig. En dan hebben wij nog het probleem van het kleine taalgebied waardoor onze VK in Duitsland hoogstens te vergelijken is met een regionale stadskrant. Osnabruecker Zeitung of zo, ik roep maar wat. Nee, bij de Duitse kranten en Spiegel en Focus en Stern zitten hoogintelligente briljant schrijvende journalisten. Idem in de Angelsaksische wereld. Als je in Taleb gelooft dan weet je dat bloggen veel heeft van neomania en dat journalistiek al de leeftijd heeft om het waarschijnlijker te maken dat journalistiek het bloggen overleeft dan omgekeerd. Kortom: niet zo zuur! En als je PR in de vingers hebt valt zelfs met de mindere goden goed samen te werken. Maar daar moet je je ego een beetje voor aan de kant kunnen zetten en dat is niet iedereen gegeven. Niets zo leuk als een mooi PR succesje. Ik ben een sportman!
Stockholm Syndrome
@hajo, ach, ik beleef plezier aan het kwetsen der incompetenten, maar idd: net als je de moed verliest ontmoet je weer vakmensen die tonen dat je zelf nog veel leren kunt. Dus het is allemaal niet zo erg.
Uit het hart gegrepen stuk. Gisteren ging na het lezen van het IPCC stuk in de Telegraaf met bijpassende foto van een zielige ijsbeer het licht definitief uit. Na 38 jr opgezegd…
Het ging van kwaad tot erger, groenbijlages, windmolens, nog ergens een gefundeerde mening over? niks nada! Inderdaad zelf lezen en de blogs, de krant kan met de visresten de kliko in.
Beste Rypke,
wat je schrijft, is in mijn ogen (bijna) allemaal waar en/of scherp geconstateerd. Zelf erger ikme ook aan de sterk toegenomen onbenulligheid in de journalistiek. Maar neem je collega’s niet al te zeer op de korrel. Ze zijn ook alleen maar een instrument of exponent van een algemene trend in de westerse wereld.
Het is een complex thema waarin zeer verschillende factoren samen komen. De commercialisering van de media, de toenemde snelheid van berichtgeving, resp. de afnemende halfwaardetijd ervan, de jacht op kijkcijfers, de algemene trend in de maatschappij dat eigenlijk alles amusementswaarde moet hebben, want dat het anders veel te saai wordt voor de massa (een vorm van decadentie?).
De tijdgeest maakt dat we massal in de rij staan voor electronische speeltjes, maar niet meer de straat opgaan voor wezenlijke dingen (waar zijn de grote demo’s van de 70’er en 80’er jaren gebleven? Thema’s genoeg, denk ik zo.)
We leven in de merkwaardige paradox, dat de bevolking vergrijsd (en daarmee in theorie het aandeel mensen dat in de meer contemplative fase van hun leven zouden moeten zijn), tegelijkertijd de media worden gedomineerd door jonge mensen die er alleen voor jonge mensen en hun belevingswereld lijken te zijn. De ‘patatgeneratie’ van nu is de ‘iPhone-generatie’, die niets beter te doen lijken te hebben als constant zinloos te communiceren. Facebook zou een waardevol platform voor meningsvorming kunnen zijn. Maar werkelijk belangrijke zaken vinden daar bij ons in het rijke westen geen weerklank, in tegenstelling tot de enorme stroom aan onzinnige, uitsluitend ter vermaak dienende ‘berichten’. Facebook is een spiegel van onze samenleving en voor iemand die diepgang en een kritische attitude wenst het “griezelkabinet der onbenulligheid”.
We leven in een wereld waarin het jezelf “verkopen” belangrijker is dan wat je te zeggen hebt, ook al zijn er nog steeds veel hoopgevende uitzonderingen op deze regel. Maar ze dreigen kopje onder te gaan in een oceaan von onebenulligheid.
De vraag is alleen of dat niet altijd al zo was. Kan zijn dat er vroeger met meer aandacht en ernst gewerk werd, maar ik maak me geen enkele illussie dat het aantal mensen dat voor goede, kritische journalistiek en berichtgeving ontvankelijk is, toen groter was dan nu. De onbenulligheid heeft door de ontwikkelingen in de persoonlijke en mediale communicatie, als ook de brede toegankelijkheid van communicatiemiddelen en media, een platform zonder weerga gekregen en het volk een nieuw soort opium verschaft waartoe iedereen zonder enige moeite toegang heeft.
Der ‘verleuking’ is allom. Gisteren zag ik een onderwerp over Leen Timp in “De Wereld Draait Door” (over verleuking gesproken). Daarin werd gesproken over zijn moed om “moeilijke” formats op prime time te brengen, zoals “Kunstgrepen” met Pierre Janssen (dertien jaar lang met gemiddeld 2 miljoen kijkers!), omdat hij ervan overtuigd was dat televisie een vormend karakter moest en kon hebben. Uitgerekend Joop van den Ende was daarvoor te gast …
Zelf woon ik in het zuiden van Duitsland. Hier slaat de verleuking in de media ook al steeds meer om zich heen, al is de gemiddelde Duitser dan toch nog iets “ernsthafter” als de gemiddelde Nederlander. De meer serieuze berichtgeving verhuisd meer en meer naar de regionale omroepen, zoals in mijn geval de Bayerische Rundfunk. De grote publieke omroepen ARD en ZDF gaan ook steeds meer mee in de stroom van de tijdgeest. En kranten? Ik lees nog “Die Zeit” en de “Süddeutsche Zeitung”, kwaliteitskranten die het zich nog een grondige journalistiek (en fotografie – mijn metier) kunnen veroorloven. De vraag is echter: hoe lang nog?