Tussen alle duurzaamheidspulp, groene energie, krien kemmistrie, kantelpunten, biobrandstoffen, circulaire economie, eko-foetprints die dagelijks op ons scherm voorbij trekken zat er vandaag een verrassing. De eerste drie woorden van de titel van het Petrochem artikel zetten me al bijna in de slaap/delete stand, maar het vierde woord trok mijn aandacht: ethyleen. Dat kom je bij schrijfsels van duurzaamheidsprofeten en groendenkers niet veel tegen. Toch even verder lezen dus. Ahaa, er worden kosten genoemd, ook dat lees je zelden in de pulp. Mijn gemoed klaart verder op. Het artikel begint –terecht- bij de basis:
Eigenlijk is aardolie een ideale grondstof. De gemiddelde oxidatietoestand [hier stijgen we inmiddels al boven het gemiddelde circulaire economie niveau uit –DVW] ligt dicht bij die van belangrijke bouwstenen voor de chemische industrie, zoals ethyleen. Veranderingen in de oxidatietoestand vereisen veel energie en kapitaal
Lector Ad De Kok van Hogeschool Rotterdam vervolgt met uit te leggen dat de stap van kraken -olie als grondstof gebruiken- slechts één oxidatiestap vergt. Biomassa heeft er tenminste twee nodig en synthesegas vaak zes of meer om tot een bruikbare chemische bouwsteen te komen. Meer energie en dus hogere produktiekosten.
Tja, die huidige praktijk is niet alleen zo gek nog niet, het is ook volkomen logisch. Als je niet met subsidies ingrijpt in de markt zoekt deze volgens ecologische principes vanzelf de meest optimale produktiemethode op. Survival van de meest efficiënten. En als bepaalde grondstoffen schaarser en duurder worden dan ontstaan er andere niches. Alternatieve routes worden economisch meer haalbaar en de markt zoekt andere mogelijkheden. Met subsidies kun je markten niet sturen, hooguit nieuwe technologieën over drempels heen helpen.
Ook De Kok’s subtitels zijn verhelderend: ‘Niet concurrerend’
De Kok heeft nog meer nuttig nieuws ter ontnuchtering van groene dromen. Want niet alleen de produktiekosten, ook de kapitaalkosten zijn hoger, zo legt hij uit:
Door de lagere energiedichtheid van biomassa in vergelijking met aardolie zijn er zestig ethanolfabrieken nodig versus één olieraffinaderij voor de productie van eenzelfde hoeveelheid energie. Daardoor is bio-ethyleen uit ethanol niet concurrerend met ‘fossiel’ ethyleen
Hij lijkt even wat uit te glijden door de zon te aanbidden, als hij het heeft over de beperkingen van landgebruik en ruimte. Maar dan stipt De Kok gelukkig nog een onbekend feit van schaliegas aan. Door toenemend gebruik van ethaan uit schaliegas in krakers zullen er minder aromaten beschikbaar komen. Want die ontstaan bij het kraken van aardolie als co-product. Dat schept kansen voor andere routes om aromaten te maken. Er ontstaat een nieuwe niche: kansen voor bio-based produktie. Dat is een voordeel van schaliegas die de hoogleraren destijds gemist hadden, maar die lector De Kok wél door heeft.
Als je maar genoeg pulp voorgeschoteld krijgt komt er vanzelf een moment dat je aan je eigen nuchterheid gaat twijfelen. Indoctrinatie heet dat, of propaganda. Of ‘suf geluld’. Maar zo’n stukje, daar knap je weer van op. Dus lees het vooral ook zelf, want wij, consumenten, krijgen van De Kok ook nog een compliment mee:
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat twee-derde van de consumenten niet extra wil betalen voor een groen product
Er is altijd hoop J
Vanwege de lagere energiedichtheid zijn de CO2-emissies van vaste biomassa ook het dubbele van steenkool en het drievoudige van aardgas
http://www.broeikasgassen.nl/docs/Vreuls%202011%20(NL)%20Ned%20brandstoffenlijst%20januari%202011.pdf