Wij besteedden nog geen aandacht aan de claim van onze voormalige minister van onderwijs, Maria, nu werkzaam bij de IEA: in 2050 zouden zonnepanelen 16 procent van de wereldvraag aan elektriciteit kunnen dekken, als beleidsmakers maar een onveranderd (subsidie)beleid vasthouden voor potentiele investeerders. Nu is dat bij mijn weten 1 procent of iets in die richting.
Ik wil deze Maria-verschijning niet direct sceptisch bejegenen. Allereerst uit praktische overwegingen, een paar zonnepaneeltjes op mijn dak zie ik ook wel zitten, en wanneer kosten kelderen is er zo’n mega-oppervlak aan daken beschikbaar voor PV (kijk alleen al die loodsen op industrieterrein) dat je zonder landschapsschade doelen voor geinstalleerd vermogen kan halen aan niet fossiele energie. (Die helaas in de winter wanneer de vraag het grootste is, nauwelijks stroom leveren dankzij lage invalshoek licht en korte dagen)
Maar zoals het Breakthrough Institute meldt – de denktank van de nieuwe milieubeweging waar ook Roger Pielke Jr aan is verbonden: not solar fast! De publieke kosten zijn nog te hoog en daar lees je niets over in het IEA persbericht. Het IEA verkondigde ook geen zekerheden, maar mogelijke scenario’s. Maar wel is er dus veel stabiele steun en naastenliefde voor arme investeerders in zonne-energie nodig, aldus Maria.
Aan de lezers de vraag om de onderliggende IEA rapporten eens door te spitten en te kijken welke kosten vermeld worden. Ik moet nu eerst een betaalde opdracht afmaken…i’ll be back.
Er zit een beperking aan de maximale hoeveelheid zonnepanelen op ons vraaggestuurde stroomnet.
Gemiddeld genomen leveren zonnepanelen door het jaar heen 10 % van het opgestelde vermogen.
Al die stroom wordt voor het grootste deel opgewekt op zonnige dagen in de zomer waarbij dan heel veel panelen gelijktijdig kunnen pieken.
Het effect zal zijn dat op dat moment een groot deel van onze fossiele centrales van het net gedrukt worden.
Als er dan toevallig ook nog wat windstroom bij komt dan zit je al snel aan de maximale opname capaciteit van het netwerk. Daardoor moet Duitsland nu al regelmatig hun overtollige stroom voor een negatieve prijs over de grens kwijt.
Zonder een betaalbare opslag technologie voor massaal geproduceerde elektriciteit valt er niks te plannen.. Je produceert namelijk alleen overschotten die nergens gebruikt kunnen worden. Eigenlijk zou geen enkele stroombron gesubsidieerd mogen worden om verkeerde allocatie van economische hulpbronnen tegen te gaan en zo een onbedoeld “perpetuem mobile” mechanisme te bouwen wat nu wel gebeurt. De investeringen in energie in zonnepanelen en het distributie net kunnen nog zo danig groot zijn dat het eigenlijk energetisch niet zinvol is.
Ik stelde al dat complementerend produceren met fossiele energie of kernenergie geen enkele zin heeft. Het gemiddeld conversierendement van de fossiele centrales gaat zo veel naar beneden dat het een zinloze operatie is bij groot aanbod van wisselvallige stroom zo te produceren. Dat komt door regelcurve verlies en keuze van centrale die kan werken in een sterke fluctuatie omgeving. Zodra men basislast centrales van welke brandstof dan ook uitzet en overgaat naar simpele gasturbine snelstarters met laag rendement en dat is nu al in Nederland kun je geen wisselvallige stroombronnen meer bijmaken in het net. Dat is dan zinloos, mede met het oog op de gigantische investeringen in materiaal en energie die geamortiseerd moeten worden met energie opbrengst. in totaal 16% zon en wind energie kan af en toe 100% van de geconsumeerde stroom leveren en dan weer niks. Maar de andere 100%-16%=84% van de electrische energie moeten dan verplicht met laagrendements snelbijschakelbare centrales (brandstof conversie rendement 25%-35%) worden gemaakt die een rendement hebben van zeg maar met bijvoorbeeld 33% in plaats van de haalbare 60% in optimale basislast centrales . Een optimaal productie net zonder wisselvallige stroombronnen kan 60% halen dus bij alle stroom uit fossiel. Dan gebruikt een dergelijk puur fossiele brandstof net minder brandstof dan een net dat uit snelstarters en wisselvallige stroombronnen als zon en wind bestaat.
Dus de verhouding brandstof gebruik is dan 0.84/0.33 tot 1/0.60=2.54 tot 1.67 is 1.52 tot 1 Een net met windmolens zonder basislast gebruikt dus 52% meer fossiele brandstof !
Je kunt een heleboel reserve waarde van de parameters afhalen.. Het rendement van de snelstarters naar 40% doen en die van de optimale basislast centrales op 54% stellen
dan kom je op 0.84/0.40 tot 1/0.54 tot 1.13 :1 dus nog steeds 13% meer brandstof gebruik. Bij grootschalig gebruik van wisselvallige stroombronnen die basislast wegdringen ( Clauscentrale, Magnum, Irsching zijn voorbeelden praktisch buitengebruik staande centrales)
Wegens de amortizatie van de grondstoffen en energie in zon en windstroom generering , extra transport verlies moet er sowieso al 30% minder brandstof besparing in de backup generering worden gemaakt om zon en wind equilibrium met fossiel brandstof gebruik te laten zijn. Je moet beter dan dat doen om alleen al energiewinst te maken. Over de kosten hebben we het dan nog niet. Aan de andere kant van dat punt maak je dan energie verlies door je investeringen in zon en wind generatie.
Dan blijkt dat zelfs bij backup van 45% en een totaal basislast generatie systeem van 50% brandstof conversie rendement het volgende:
0.84/0.45 tegen 1/0.5 =1.87 tot 2 =0.93 tot 1 : is slechts 7% brandstof besparing door 16% van de energie uit zon , dat is slechts iets in de buurt van de helft van de verwachte brandstof besparing.
Je kunt zo doorrekenen en zo zien dat dit effect al belangrijk is bij slecht enkele procenten reductie van het net ..
Kees le Pair rekent op een brandstof besparing van 30% van de door de regering aangegeven verwachte besparing op “1 kWh zon-wind is 1 kWh fossiel basis” Hij zit er niet ver naast en is waarschijnlijk nog te positief.
Als dat conversie rendement van 50% naar 49% valt is de besparing 0.84/.49 tot 1 /0.5 is 1.714 tot 2 of 0.8571 tot 1 dat is 14.3% besparing op de fossiele energie.. als 16% uit zon en wind worden gehaald. Elke procent gemiddeld brandstof conversie rendement verlies ten opzichte van het theoretisch haalbare haalt grofgeschat dus 11% van de het verwachte winst af ..Bij een te amortiseren eigen investerings energie van 30% is dus een afname van het geaggregeerde nationale brandstof conversie rendement van 7% voldoende om geen enkel energetisch voordeel uit zon en wind generatie te krijgen. Regelcurve verlies zal al enkele procenten bedragen en centrale keuze verlies zal zo verwacht meerdere procenten bedragen.. Een en ander in deze benadering wordt verduisterd door cogeneratie van warmte en WKK. Deze berekening wil slechts gevoelsmatig aantonen hoe groot het effect is van conversie efficientie derving. Het is veel meer dan door de regeringsfunctionarissen wel eens aangegeven 10% verlies op DOOR HEN verwacht resultaat, die daarna nooit verdisconteerd geworden is in de energie statistieken van het CBS.
Kees le Pair rekende een aantal jaren geleden uit dat het Nederlandse conversie moment op dit moment gemiddeld 43% was , in Duitsland was het ook in die grootte orde. Vergelijk dit met de haalbare 60% conversie rendement dat is 17 % potentieel rendementsverlies dat is veel meer verlies dan de 7% rendementsverlies die de investering in zon en wind zinloos zou maken en dat op een moment dat er nog niet eens zoveel wind energie in Nederland was en de wisselvalligheid in levering vooral door import van Duitse wisselvallige overschot stroom kwam.
Rechtstreekse continue logging van de centrales op brandstof gebruik zou kunnen aantonen dat er gigantische verliezen worden gemaakt bij koppeling aan de productie gegevens van zon en wind , de beschikbare centrales en het alternatief van gewoon alle stoom in basislast uit fossiel die berekend kan worden. Er is een operations research analyse nodig naar de verwachte besparingen in verband met dit effect. Een relatief goedkope studie kan een 50 tal miljarden Euro’s aan mis-investeringen en subsidie voor niks voorkomen.
Conclusie
Zon en wind besparen besparen na een bepaald punt van saturatie aan wisselvalligheid NIKS aan brandstof in een met fossiele energie gecomplementeerd net.
Ze besparen geen fossiele energie en kunnen dus NIET DUURZAAM genoemd worden in dergelijke configuratie. Ze zijn dan ook “wegens het niet besparen” ook geen oplossing voor CO2 reductie.
Bij meer dan 16% energie (kWh) uit erratisch fluctuerende zon en wind is er zoveel “discard” dat het zinloos is om molens bij te plaatsen zonder opslag. (Extremen in uitslagen in productie (amplitude) kunnen dan 200% van de gemiddelde vraag bedragen) .
Uit de gevolgde benadering hier is ook goed te zien dat de waarde van de ene kWh niet dezelfde is als de andere. Sommige kWh uren zijn volkomen zinloos zoals de investering in het net zinloos is als er geen besparing is.
Het antwoord is eenvoudig: geen netinjectie van weersafhankelijke bronnen toestaan. Men kan dan net zoveel zonnepanelen/windmolens plaatsen als men geld en ruimte heeft en naar hartenlust de eigen opwekking direct gebruiken of desnoods opslaan voor later gebruik. Niemand die daar last van heeft en binnenkort ook nog rendabel ten opzichte van netstroom-met-SDE+toeslag…
@ Chris
Zo eenvoudig ligt het niet. Wie zijn eigen energie opwekt betaalt namelijk geen energiebelasting, geen SDE + (dus het energieakkoord!) en geen distributiekosten (die zijn even hoog als de prijs van de stroom zelf!). Die eigen energie is dus alleen betaalbaar door het ontduiken van deze afdrachten. Als dat toegestaan wordt, moeten de andere mensen méér afdragen, en ook de samenleving in zijn geheel.
Daarom gaat in Duitsland al de discussie over het heffen van belasting op eigen opgewekte energie. Net zoals je ook accijns moet betalen op zelf gestookte drank. Dan pas blijkt dat netpariteit niet wil zeggen dat duurzame energie betaalbaar is geworden. Want dat is nog verre toekomstmuziek. En een groter aandeel dan 25% elektrisch (dus 8% van ons energiegebruik) zal nooit rendabel gerealiseerd kunnen worden.
Zie ook: http://climategate.nl/2012/04/30/de-economie-van-de-duurzaamheid-2-zelf-stroom-opwekken/
@Theo,
Dat gaat mij een stap te ver. Je betaalt ook geen belasting over zelf geschilderde kozijnen.
Ik zou twee maatregelen willen voorstellen:
1. Wie energie levert aan het net krijgt daarvoor de normale prijs en is als leverancier verantwoordelijk voor afdracht van SDE+ en BTW over het geleverde deel.
2. Wie energie levert zoals windenergie aan consumenten, wordt verantwoordelijk voor een continue levering van elektriciteit. Dus als het niet waait, moet de windenergieleverancier elektriciteit van bv kolencentrales inkopen. Die kunnen de extra kosten van fluxtuatie (windstil-storm) doorbelasten aan de windenergieleverancier waardoor de windelektriciteit wel een werkelijke kostprijs krijgt.
@Ivo
Er is voor zover ik weet geen speciaal ingestelde kozijnschilderbelasting. Die zou je als hij bestond gewoon moeten betalen, wie ook de schilder is.
De “normale” prijs voor wisselvallige energie is onder de 3 cent per kWu. Die mag een particulier met veel pV van mij krijgen, mits gewoon als de marktprijs, niet gegarandeerd (want als het hard waait is de prijs nul cent).
Maar over het eigen gebruik moet dan wel 5 cent voor Tennet en 12 cent energiebelasting betaald worden. Dan is het playing field gelevelled en leidt de maatschappij geen schade!
Je leveringszekerheid ligt moeilijker. Die wordt van niemand gevraagd, dus is het oneerlijk om die aan de duurzame bronnen wel te vragen. Ze moeten nu al wel een garantie geven of inkopen voor het leveren van afgesproken stroom (gebaseerd op de verwachte windkracht) als het niet waait, maar dat is wat anders.
Om het een beetje een markt te houden zou er capaciteitsvergoeding betaald moeten worden, zoals al in sommige landen gebeurt: dan worden eigenaars van centrales die op een bepaald moment niet economisch kunnen produceren (bv door te goedkope windstroom) betaald om op een afgesproken manier stand-by te staan, bv halve capaciteit of stationair te draaien, of om binnen een afgesproken tijd te kunnen opstarten. Die kosten zouden uiteraard op de windproducenten verhaald moeten worden.
Zonder dit soort regelingen is het binnen een paar jaar gedaan met de duurzame bronnen, want dan zijn er teveel doden gevallen door lange black-outs en is het draagvlak voor groene energie razendsnel verdampt
Moet ik dan ook energiebelasting betalen over de grondwarmte die ik met mijn warmtepomp gebruik of over de zonnepanelen die mijn 1 m3 waterbuffer opwarmt?
Interessante vraag!
In principe niet, de belasting is op het gebruik van gas , niet het transporteren van warmte.
Wie zelf netkwaliteit biogas produceert en gebruikt of verkoopt dus wel belasten, maar warmte op zich valt er niet onder.
Uiteraard is dat allemaal aan de politici om te bepalen. Je moet kijken wat je met de belastingheffing beoogt. In principe wil je belasting heffen op een manier die de samenleving het minste schade toebrengt. Dus liever energiebelasting (zuiniger energiegebruik) dan loonbelasting (dure arbeid, minder banen) of BTW (duurdere producten dus lagere koopkracht en slechtere economie).
En dus geen energiebelasting op tuinders, die miljarden verdienen voor onze economie en welvaart met export, of op zware industrie die dan meteen naar het buitenland vertrekt wat banen en export kost.
Als iedereen zelf energie gaat opwekken met bv paritaire PV, wordt 66% belasting “vermeden” die dan op een andere manier bij iedereen gehaald zal worden. Dan lijken de zonnepanelen zich terug te betalen, maar in feite heeft iedereen dan veel minder te besteden aan voedsel of vakanties. Het is schijnpariteit. Wil je je welvaart in stand houden moet je dit dus niet toestaan.
Je warmtepomp gebruikt stroom waar je wél veel belasting op betaalt, en produceert zeer goedkoop warmte. Als het goed is voor minder geld dan het gas netto zou kosten. Dan is je totale systeem exclusief de belastingen dus goedkoper dan het alternatief van gasverwarming. Dat is juist goed voor de economie en onze welvaart en kan dus gestimuleerd worden. Als iedereen dat doet worden we er allemaal beter van.
@ Theo: Je antwoord zou in een ideale situatie correct zijn. Op het moment dat de wijze van heffing het gewenste effect heeft. Loonbelasting word nu gezien als kostenverhogend, maar -stel- in een sterk geautomatiseerde samenleving kan het juist een methode zijn om het verwerven van inkomen via de factor arbeid te ontmoedigen. Ook het faciliteren van tuinders is triviaal. Vanuit een Europese gedachte zou verplaatsen naar bijvoorbeeld Spanje hier tot ontmoediging kunnen leiden.
Voorts is het nog maar de vraag of het middel (de belasting of heffing) wel zo zuiver wordt aangewend of wordt ingezet als je aangeeft.
De BTW heffing op PV systemen is vanuit de aard van de BTW (als Belasting op een Toegevoegde Waarde) geen zegen voor de PV exploitant als PV systemen werkelijk een toegevoegde waarde hebben en dus de investering terugverdiend wordt en er winst gemaakt wordt. De kleine ondernemersregeling verzacht een eventueel succes van PV. Maar bij verlies –het te verwachten scenario- schuiven we ook hier lasten door naar de samenleving in het algemeen.
Het economische belang is lang niet altijd maatgevend.
Ik discussier ook wel eens over het feit dat iemand zelf gaat verbouwen of wat dan ook zelf doet. Economisch en zelfs maatschappelijk gezien kan het in veel gevallen -bijvoorbeeld gezien zijn/haar talenten- beter zijn als hij dat werk zou uitbesteden aan een aannemer en daar gewoon een factuur voor krijgt. Ook wordt er geen loonbelasting afgedragen of BTW. Maar toch doen we dat niet en vinden we het normaal.
Ook de voorbeelden van het genereren van eigen energie of andere zaken, zoals regenwater opvangen, grondpomp voor divers watergebruik, een kippetje bij huis of een moestuin blijven vanuit die optiek discutabel.
Wat naar mijn inzicht wel geld is dat als je toch besluit om bepaalde systemen met subsidies te faciliteren, je ze in een gelijk speelveld moet inpassen. Dus het ontwikkelen van een PV voorziening mag in een beperkte opstartperiode gesubsidieerd worden mits aan twee voorwaarden wordt voldaan: de basis kosten voor de te subsidiëren activiteit moet gelijk zijn aan de opwekkingskosten van op dat moment gangbare/vergelijkbare energie (dus ca 5 ct/kwh) én de subsidie moet gelijkelijk beschikbaar worden gesteld aan die producent van vergelijkbare energie om zijn product te innoveren/aan te passen en concurrerend te blijven.
De vorm die (ook) dan doorbreekt of zich weet te handhaven heeft dan mijn voorkeur.