Hoe parodieer je jezelf als protagonist van duurzaam? Lees dit voorbeeld dat een noordelijke journalist zonder spoor van ironie opschrijft… De Friese Milieufederatie en een Friese spinoff van het Wereld Natuur Fonds- die wil dat boeren meer kieviten en grutto’s gaan verbouwen- krijgen van het Friesland College de kans om leerlingen hier te inspireren over ‘de duurzame toekomst van de boerderij’.
Afgezien van de Brundtland-definitie van duurzaamheid uit Our Common Future kan niemand mij op zinnige wijze uitleggen wat ‘duurzaam’ in de praktijk nu betekent, behalve dat de aanhangers geloven in een duurzame toestroom van belastinggelden. Terwijl de fanatieksten nu juist willen dat Henk Kamp de belangrijkste bron van Rijksbaten in afgelopen decennia, Slochteren, helemaal dichtdraait. Maar nieuwsgierig kijk je dan of je er ditmaal naast zit.
De 40 leerlingen gaan langs bij voorbeeldboer Thom Miedema om volgens een noordelijk medium hier te zien ‘hoe duurzaam werken in de praktijk gestalte krijgt’. Nu het melkquotum er af gaat, is zijn eerste stap een nieuwe grotere stal waar 100 koeien op kluitje kunnen staan. De toekomst is vooral grootschaliger. Dan lezen we:
wat duurzaamheid betreft focust hij zich op vier punten. Zo doet hij meer aan agrarisch natuurbeheer, dat aangepast werken vereist om weidevogels te gerieven. Dat betekent een inkomstenderving, maar er staat een beheersvergoeding tegenover (bv een niet maaien tot 15 mei subsidie van 340 euro per hectare.RZ)
Op het dak van een loods liggen 120 zonnepanelen. Dat was een flinke investering, maar dankzij fiscale voordelen zijn de kosten in 4 tot 5 jaar terugverdiend. (…)
verder meldt de boer dat hij meer melk uit 1 koe kan persen voor die tot gehaktbal wordt verwerkt, en dat noemt hij dan ‘verlenging van de levensduur van het vee’. Hij hoeft de koe minder snel weg te gooien, en dat is euh zeg maaruh, heel duuzaam! Een spaarkoe met led-verlichting in haar achterste? De duurzame boer past zijn taalgebruik dus wat aan, en oogst zo een nieuwe bron van belastingvoordeel en subsidies.
Hoe kan een journalist, in dit geval de groene gelovige Halbe Hettema, dit zonder een spoor van ironie opschrijven?
Subsidies waren vroeger vooral tijdelijk om een bepaald beleid of initiatief tijdelijk te kunnen ondersteunen / te implementeren, tot het moment dat het beleid tot een zelfbedruipende entiteit was verworden . Subsidies voor “Duurzaam” blijken geheel niet tijdelijk maar vooral duurzaam te zijn. Ze houden namelijk niet op!
Ik mis nog een paar dingen: Waarom heeft boer tom geen windmolen op z’n land? En waarom geen yurt om z’n koeienpoep te vergassen?
In Duitsland is een boer pas echt boer als hij behalve Landwirt ook Energiewirt is.