Bij het opdringen van haar MSC-label aan visconsumenten in de Albert Heijn schetst het Wereld Natuur Fonds een kwart eeuw achterhaald beeld van visserij op ons deel van de oceaan (de Noordzee). Zij beweren dat vissersschepen steeds groter worden en er steeds meer vissersschepen komen, terwijl sinds de jaren ’90 het motorvermogen van de Nederlandse kottervloot spectaculair daalde. Zie hierboven de grafiek met de realiteit, en lees hieronder de bewering van het Wereld Natuur Fonds/Albert Heijn.
In mijn vorige blog toonde ik, hoe WNF en Albert Heijn logen dat kabeljauw achteruit bleef gaan, terwijl de stand in de Zuidelijke Noordzee (voor onze kust en de Vlaamse kust) sinds 2006 verdrievoudigde.
Motorvermogen keldert al decennia
Er waren in de jaren ’80 nog schepen met 4000 pk, nu is 2000 pk al veel, en in de Noordzeekustzone mogen sinds 1989 alleen nog kleine schepen met een motorvermogen van 300 pk komen. Ook slonk het aantal vissersschepen met 1/3de door sanering. Momenteel heeft de Nederlandse kottervloot door overstap op de pulsvisserij nog minder motorververmogen nodig, dan bij boomkorvisserij gebruikelijk was. Slechts 18 procent van de kottervloot vist nog met zware boomkorschepen.
De mythe van de balans van de natuur
Ook verwijst WNF naar ‘ecosystemen die uit balans raken’ , de systeem-ecologische mythe van de ‘balance of nature’ die serieuze ecologen al decennia geleden ten grave droegen. (zie oa Pickett et al 2007, Kricher et al 2009 voor uitleg), en Hajo’s blog daarover. Zo schrijven zij:
De wereldwijde vangst is twee tot drie keer groter dan wat de overgebleven vissen kunnen reproduceren. Hierdoor gaat de visstand hard achteruit en raken ecosystemen uit balans…..
Carel Overdrijver (campagneleider Oceanen en zijn campagnevisjes)
Dat wereldwijde vangst 2 tot 3 maal groter zou zijn dan visbestanden aankunnen is een interessante bewering, die wij liever toetsen aan de mondiale visserijgegevens van de FAO in 2014. Dan zien we dat de mondiale visserij al sinds 1990 een constant volume vis aanlevert. Dat is al 25 jaar, dus al 25 jaar gaat de visstand zo hard achteruit dat de opbrengst gelijk blijft. De groei van consumptie komt nu uit aquacultuur.
Wat het WNF (Carel Drijver en zijn Ingvild ) hier (waarschijnlijk) doet met hun ‘2/3’-verwijzing is het op foutieve manier uitleggen van Spawning Stock Biomass (SSB): de biomassa van voortplantende vis. De studie die een globaal betrouwbaar beeld gaf in Science in 2009 (Worm/Hilborn) Rebuilding Global Fisheries, stelde dat bij 2/3de van van de visbestanden de SBB op of beneden MSY (maximaal duurzame vangst) zat mondiaal. Daarvan stond van de overbeviste 37 procent van de bestanden 14 procent op instorten, 28 procent was bezig met herstel.
- Bedoelen jullie dat Ingvild en Carel? In dat geval is dus bij 1/3 van de visbestanden sprake van bevissing boven het reproductievermogen. Je kunt beter wat minder met elkaar bezig zijn, en wat vaker de primaire literatuur naslaan. Tenzij je denkt: ach, iedereen gelooft ons hoe dan ook toch wel, even een paar miljoen euro campagnegeld er tegenaan, glossy foldermateriaal en wie geeft er dan nog om de waarheid….
- Wie wil weten hoe het mondiaal WEL zit met visserij en Duurzaamheid leze de Sustainable Fisheries Guide die ik voor de SWNM maakte, gereviewed door visserijbiologen Ad Corten, Dolf Boddeke en (chemicus, maar oud onderzoeks-directeur Imares-voorloper RIVO) Paul Hagel.
Het WNF gebruikt wetenschap als hoer voor haar fondsenwerving
Dit is nieuw bewijs voor de anti-wetenschappelijke houding die het Wereld Natuur Fonds kenmerkt, en die ik al weergaf in mijn onderzoek naar hun wandel in ‘het Wereld Bestuur Fonds’ voor de Groene Rekenkamer, waarover ik bij de Vereniging voor Onderzoeks Journalisten VVOJ een presentatie hield.
WNF gebruikt wetenschap als hoer van hun fondsenwerving, en manipuleert uitkomsten om een negatief beeld te schetsen dat de noodzaak oproept voor meer WNF. In antwoord op mijn onderzoek beschuldigde WNF mij dat ‘bronnen niet verifieerbaar’ waren, waarbij ze bedoelden: bronnen die ik aanhaal in de primaire literatuur kunnen wij niet lezen. Ze konden de artikelen niet lezen, omdat ze die niet ter beschikking hadden.
Dat betekent dat het WNF en het internationele WWF-personeel zelf geen toegang heeft tot (betaalde) databases van wetenschappelijke artikelen. Wij wel, en anders vraag ik de wetenschapper wel om een pdf, ze zijn vaak blij om hun werk te delen met wetenschapsjournalisten. Als ik een artikel wil kan ik het zo opvragen..
Wat zegt dit over de omgang met wetenschap door het WNF als ze geen abonnement hebben op een wetenschappelijke database? En wat zegt dit over mensen als Theunis Piersma (RUG) wanneer ze hun leerstoel door deze club laten betalen? Zijn ze dan wetenschapper of activist?
En wat zegt het wanneer zelfbenoemde kwaliteitsmedia maar als schoothondjes het WNF blijven volgen, en mij zelfs aanvallen wanneer ik ze op de vingers tik? Dat je de waarheid, althans in massamedia, kunt kopen wanneer je maar voldoende Postcode Loterij-miljoenen er tegenaan smijt.
De WNF is parasitair “goede doelen” bedrijf, drijvend op de goedgelovigheid van de onkundige journaille in Nederland, waarbij de marketingleugens voor extra fondsen gelukkig grondig worden gefileerd op climategate.nl. Dank Rypke, voor het verder zagen aan de poten van WNF. Ga zo door!