Paul Ehrlich heeft weer eens het morele gelijk in media door te schreeuwen dat de Zesde Massa-uitsterfgolf over de planeet raast, dat doet hij bijna jaarlijks, hij deed dat in 1980 ook al met zijn vrouw. En het media-papegaaiencircuit echoot zijn persberichten. Maar is het ook waar? Om voor een ‘massa-uitsterven’ te kwalificeren moet 75 procent het loodje leggen (Barnosky 2011). 0,05 procent van de bekende mondiale biodiversiteit stierf afgelopen 5 eeuwen uit. Maar wat niet is, dat kan nog komen natuurlijk, sluit het maar eens uit….
We (Marcel en ik) schreven speciaal voor dit soort nieuws-mededelingen ons boekje ‘Biodiversiteitscrisis, Massa-uitsterven of Massa-hysterie‘, met de kale feiten ontdaan van ieder Rypkiaans proza (= multi-interpretabel, met name voor mensen die niet kunnen/willen lezen).
Wie van een mondiale crisis wil spreken mag dat van mij best geloven. Met name in landen als Indonesie, Afrikaanse landen is destructie van leefgebied van soorten een blijvend probleem, mede dankzij klimaatbeleid voor biomassa, het planten van klimaatcompensatie-monocultures. Dichterbij, in Frieslandistan legt het provinciebestuur een zinloze vierbaansweg – de Centrale As- van nergens naar helemaal nergens dwars door Nationaal Landschap de Noordelijke Friese Wouden.
De overheid blijft op lokaal, provinciaal, landelijk en mondiaal niveau de belangrijkste bedreiging voor biodiversiteit. In Nederland zijn natuurclubs met teveel subsidie daarnaast een toegenomen bedreiging, ze takelen de bestaande natuur toe voor hun bureau-idylles zodra loterijgelden of subsidies beschikbaar zijn.
Dus beschuldig mij van alles, behalve naïef optimisme. Maar de kale feiten zijn:
Sinds 1500 stierven 832 van de 1,8 miljoen bekende soorten uit. Dat is 0,05 procent. Van alle vogels en zoogdieren stierf 1 procent uit. De diergroep die het meeste haast maakt met uitsterven zijn de slakken, die 1/3 van alle sinds 1500 verdwenen soorten uitmaken.
95 procent van alle extincties plaatsvonden op eilanden en Australie. Hoewel mondiaal gezien de biodiversiteit dus verschraalt, neemt lokaal en regionaal de soortenrijkdom juist sterk TOE. Ook in Nederland is dat het geval bij veel soortgroepen. Al even verrassend: wie wil doen geloven dat onze moderne levensstijl een biocrisis veroorzaakt, mag dat wederom geloven. Ieder zijn feestje. Maar opnieuw: natuurvolken als de Maori’s waren veel destructiever dan ons, en roeiden 40 procent van de vogelfauna op Nieuw Zeeland uit. Waaronder een reusachtige Haast Arend, en de Moa, een reuzenloopvogel.
Beter dan een crisis kunnen we van bioglobalisering spreken, een ver-Starbucksing van de natuur.
In Europa stierf afgelopen eeuw MISSCHIEN 1 onbeduidend zoogdiertje uit, waarvan nog vele andere varianten bestaan. De Beierse woelmuis. Daar had u nooit van gehoord. Niemand die ‘m mist.
Ik lieg, hij loog, wij ecologen
Al sinds vlinderkenner en neo-Malthusiaan Paul Ehrlich The Population Bomb schreef in 1967 heeft hij op fundamentele wijze ongelijk, zoals al die ecologisten die een ideologische rift maakten tussen mens en natuur. Het tegendeel van zijn voorspellingen gebeurt steeds: De voedselproductie kon dankzij technische vooruitgang MAKKELIJK de bevolkingsgroei bijhouden. Maar hoe verder Ehrlich er naast zit, hoe meer eredoctoraten en prijzen deze hyperalarmist krijgt van de academische gemeenschap. Zoals in ons land de grootste alarmisten ook de meeste miljoenen krijgen, en de meest invloedrijke posities.
Bioloog Matt Ridley heeft gelijk dat- zeker als het op ecologie en milieu aankomt- de wetenschap al haar zelfreinigend vermogen heeft verloren. Je moet je bekennen tot de groene kerk en haar doemprofeten, mag niet openlijk kritisch op hen zijn, anders krijg je geen funding meer. Vandaar dat ecologen zich soms spottend ‘klimaatprostituee’ noemen, climastitute. Iets rampzaligs over het klimaat roepen dat niets met je eigenlijke onderzoek te maken heeft, enkel om weer funding te krijgen van een bureaucratische fondsenorganisatie bij EU of NWO. The Lancet- HET toonaangevende medisch biologische tijdschrift schreef al dat de (bio) wetenschap op verregaande wijze is gecorrumpeerd, dankzij scoringsdrang (in media).
Vandaar dus mijn eerdere stellingname: ik lieg, hij loog, wij ecologen. Maar ze vinden wel dat ze het morele gelijk hebben, en verwarren dat- liegen voor (persoonlijk) politiek gewin, liefst met misbruik van je academische positie – vervolgens met een hogere beschaving.
Geef een reactie