Als sluitstuk van ons onderzoek naar de wetenschappelijke onderbouwing van Nederlands natuurbeleid en hoe het Planbureau voor de Leefomgeving ons de laagste biodiversiteit van Europa geeft, diende ik vandaag een WOB-verzoek in bij sectorhoofd Natuur Keimpe Wieringa om van het Planbureau voor de Leefomgeving. Alleen zo kunnen wij de berekeningen loskrijgen die leiden tot onderstaande grafiek. Wanneer we ons verzoek niet ingewilligd krijgen stappen we naar de rechter, zodat wij de waarheid boven tafel krijgen. Te lang is ons onderzoek door het PBL vertraagd.
In excel staan de Mean Species Abundance-waardes bijgesloten, berekend met het Globio-biodiversiteitsmodel, het model waarbij Nederland als zwakke broeder uit de Europese bus komt als percentage van een ‘oorspronkelijke’ natuur die in het jaar 1700 zou hebben bestaan, 0,14 MSA, door het PBL gepresenteerd als ‘ongeveer 15 procent van de oorspronkelijke biodiversiteit’. Hoewel veelvuldig geciteerd voor beleidsdoelen, waaronder door de Taskforce biodiversiteit, zijn deze berekeningen nergens op een voor derden reproduceerbare wijze wetenschappelijk gepubliceerd. De ontwikkelaar van MSA Rob Alkemade publiceerde wel een algemene uitleg van het Globio-model en aannames voor een mondiale berekening in Ecosystems in 2009, waarnaar het PBL steeds verwijst.
Maar deze bevat ook geen supplementary materials, en enkel de ruwe aannames waarmee Globio kortingen geeft voor biodiversiteit (bv 95 procent bij bebouwing, 90 procent voor landbouw), niet hoe die kortingen zijn berekend: ja op basis van een meta-analyse. Maar die meta-analyse van het Globio-model bevat maar 3 studies van de Nederlandse situatie namelijk van Reijnen et al in 1994 en 1996 (hoe vogels van de leg raken door een snelweg).
Nergens staat dus op reproduceerbaare wijze voorgerekend hoe zij ons land in 1900 een ‘biodiversiteit’ (MSA) van 0,44 geven in 1900 (= 44 procent), 0,26 in 1950 en 0,14 in respectievelijk 1990, 2000 en 2010. En hoe kunnen zij van Europa en zelfs de gehele wereld in het jaar 1700 en 1750 wel genoeg gegevens hebben, maar tot 1900 van Nederland niet?
De Natuurbalans 2012 geeft wel bijgesloten staafgrafiek waarin Nederland de laagste biodiversiteit krijgt met het Globio-biodiversiteitsmodel die overeenkomt met de MSA-waarde 0,14, of zoals het PBL steeds stelt ’15 procent van de oorspronkelijke biodiversiteit’. Daarvan is Rob Alkemade volgens de technische specificaties auteur. Echter, hij ontkent nu dat hij de MSA heeft berekend voor Nederland in onze grafiek (hoewel daar de Globio-waardes in staan uit oa zijn Ecosystems-publicatie), en wil pas eind augustus andere PBL-medewerkers laten reageren, hoewel hij de ontwikkelaar van MSA is. Volgens ons is zijn antwoord een onwaarheid, en een nieuwe vertragingstactiek, zie onderstaand. Alleen via een WOB-verzoek kunnen wij ons werk dus uitvoeren, te meer omdat wij reeds enkele malen door de MSA-ontwikkelaars van het PBL op een dwaalspoor waren gestuurd.
Wij denken nu dus beet te hebben en gaan dan ook door, wie ons bij eventuele procedures wil steunen kan te zijner tijd daarvoor een bijdrage leveren.
Geachte Keimpe Wieringa
Conform de Wet Openbaarheid Bestuur dienen wij vandaag -21 juli 2015- bij u als sectorhoofd een verzoek in tot openbaarmaking van berekeningen, kwantitatieve aannames en data van (MSA)-biodiversiteit in Nederland door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), wat valt onder artikel 1g van de WOB (Milieu-informatie).
Het PBL is volgens de Natuurbeschermingswet 1998 artikel 9 de partij die die Minister/Staatssecretaris informeert over de staat van de natuur. Het PBL-advies is maatgevend voor de wijze waarop gelden voor natuurbeleid worden gespendeerd. Het PBL is conform de WOB artikel 1d een van overheidswege ingestelde instantie, met als taak het adviseren van 1 of meer bestuursorganen. De WOB is van toepassing op het PBL als ressorterend onder een bestuursorgaan van de overheid. Deze (elektronische) brief geldt volgens de wet als geldig verzoek.
Wij willen voor ons onderzoek de door het PBL in september 2013 gepubliceerde grafiek van MSA-biodiversiteit – hier bijgesloten- kunnen reproduceren, dus hoe PBL/Alkemade cs komen tot de MSA-waardes (in excel bijgesloten bij de grafiek) van 0,44 in 1900, 0,26 in 1950, en 0,14 in respectievelijk 1990, 2000 en 2010 in Nederland. Tevens willen wij de berekeningen zien die leiden tot de MSA-waardes van de grafiek van Europa en de wereld zoals bij de grafiek gegeven. Wij willen dus alle MSA-waardes- tevens in PDF bijgesloten- kunnen reproduceren, en verzoeken daarom tot openbaarmaking van de berekeningen, gehanteerde aannames en gebruikte data
Nergens zijn de berekeningen van de genoemde MSA-waarden op voor derden reproduceerbare wijze gepubliceerd in een wetenschappelijke publicatie. Eerdere verzoeken werden afgeketst. Alleen via dit WOB-verzoek kunnen wij toegang krijgen
Het PBL publiceerde enkel een algemene uitleg van haar aannames en het ontwikkelde Globio-biodiversiteismodel (Alkemade 2009), en welke aannames tot welke MSA-korting leiden als gevolg van milieudruk en landgebruikverandering tov een pristine referentie die niet nader is gekwantificeerd.
Het PBL verwijst op haar website enkel naar deze publicatie. Hier staat echter niet voorgerekend hoe het PBL tot de bovenvermelde MSA-waardes komt voor Nederland, en welke aannames zijn gebruikt die tot kortingen in MSA-biodiversiteit leiden tov de ‘oorspronkelijke’ situatie, noch is vermeld hoe deze ‘oorspronkelijke’ situatie in kwantitatief opzicht tot stand kwam
Volgens de technische toelichting van de Natuurbalans 2012 heeft Rob Alkemade de staafgrafiek met Europese landenvergelijking van MSA-biodiversiteit gemaakt (met cijfers in beheer Michel Jeuken) met zijn Globio-model waarin Nederland de slechtste ‘biodiversiteit’ zou scoren, en waarin kortingen op MSA via landgebruik (landbouw, verstedelijking) en milieudruk staan afgebeeld, en waarbij een schaal van 1X1 kilometer zou zijn gebruikt ipv de 50×50 voor mondiale berekeningen in het Globio-model. Dhr Alkemade ontkent nu dat hij dit heeft berekend voor oa Nederland, maar staat wel als auteur aangegeven.
——————
Middels dit WOB-verzoek vragen wij dan ook conform WOB-artikel 7 lid 3 om
– de stapsgewijze berekening via de MSA-methode die tot bijgesloten grafiek leidt van de vermelde (MSA)-biodiversiteitswaardes, hier in pdf bijgesloten, zodat wij in staat worden gesteld de berekeningen zelf uit te voeren
– de data en kwantitatief weergegeven aannames onder deze berekening inzake areaalverlies per categorie(dus MSA-kortingen voor landbouw, bosbouw, stedelijk en overig) en kwaliteitsverlies per categorie (MSA-kortingen voor stikstofdepositie, versnippering, verstoring, klimaatverandering) die tot deze uitkomsten leiden
– de gebruikte resolutie van modellen en gridschaal/kilometerhokken voor Nederland, Europa en de Wereld, daar Globio een gridschaal van 50×50 km gebruikt voor mondiale berekeningen, maar stelt op 1×1-schaal te werken bij landen.
———————Wij vragen dus uitdrukkelijk NIET om een algemene uitleg van de MSA-methode, omdat de methode ons reeds goed bekend is uit Alkemade 2009 in Ecosystems. Wij wensen de data en berekening te zien waarmee de MSA-waardes voor Nederland geconstrueerd zijn op de in artikel 9, lid 3c beschreven wijze, via het ter inzage geven van de gebruikte data, aannames en stapsgewijze berekening, omdat deze nergens op een voor derden reproduceerbare wijze zijn gepubliceerd, maar wel een hoofdonderdeel vormen van de overheidscommunicatie over biodiversiteit naar publiek
Wij zien graag binnen 4 weken uw antwoord op ons verzoek tegemoet. Indien u ons verzoek niet inwilligt zien wij ons genoodzaakt tot het starten van een juridische procedure om via de rechter ons verzoek ingewilligd te krijgen
vriendelijke groet, mede namens mede-onderzoeker Marcel Crok
Uitstekende actie. Ik vrees dat alleen op deze wijze licht komt in deze materie. Zelfs als het allemaal klopt, is het de moeite waard dat bevestigd te zien. Mocht er hulp nodig zijn, mijn gegevens zijn bij jullie bekend.
Overigens zou het ook goed zijn om te weten wanneer Natuurwaarde en wanneer MSA gebruikt wordt. Dat het PBL twee verschillende systemen hanteert maakt het niet makkelijker.
Zou je als overheid alle gesubsidiëerde clubs niet moeten verplichten om alle in publicaties gebruikte gegevens openbaar te maken?
Ik wil best aannemen dat de betrokken academici hard werken, maar dat betekent niet bij voorbaat dat men wetenschap beoefend.
Ondertussen gelooft bijna heel Nederland dat het buiten de muizen op zolder maar een dorre bedoening is langs onze dreven.
De overhead is al lang niet meer onze vriend en dienaar maar eerder een bureaucratisch misbaksel dat ons met leugens en desinformatie een “bepaalde manier” van leven probeert in te duwen.
Gadverdamme!
@Ivo, dat van Natuurwaarde en MSA heb ik juist uitgezocht, ze zaaien idd verwarring maar dat lijkt omdat Natuurwaarde WEL met soorten kan rekenen en MSA niet, althans, niet zoals in de Globio-publicatie, terwijl de MSA zulke mooie (gegarandeerde) dramatische uitkomsten geeft over ‘de biodiversiteit’
Het door elkaar gebruiken lijkt doelbewust.
MSA lijkt vooral een poging om milieubeleid en biodiversiteit onder 1 noemer te brengen, terwijl zelfs nauw verwante soorten sterk verschillend kunnen reageren op milieuverandering. Maar ja, de UNEP en het IPBES willen met 1 aggregaat graag gaan verkopen dat de zondeval van de Industriele Revolutie onze aarde vernielt, tenzij we radicaal onze levensstijl bureaucratiseren
Beste Rypke,
ik weet het niet zeker, maar zou het ook niet slim geweest zijn om eventuele code van modellen onder WOB op te vragen? De paar rapporten die ik naar aanleiding van een eerder blog van je doorgekeken heb, verwezen telkens weer door naar andere rapporten, terwijl dezelfde modellen gebruikt werden. Met een aanvraag voor de code en parametrizaties van de gebruikte modellen is dit wellicht te ondervangen. Voor zover mij bekend zijn al die modellen gearchiveerd en zouden dus te vinden moeten zijn.
Hele goede actie, ik mis bij natuurbeleid wetenschappelijke onderbouwing. Natuurbeheer is in handen van parkwachters die hun eigen fantasie over het ‘oorspronkelijke’ landschap de vrije loop laten.
Rypke, je bent bezig met een hele goed zaak. Als het tot een juridische procedure via de rechter komt ben ik zeker bereid daaraan een (bescheiden, zeg 100 euro) bijdrage te leveren!
^+1
Het is een hoop werk, maar op de site waarneming.nl kun je voor heel veel groepen soort voor soort vaststellen, hoe ze er voor staan. Bijvoorbeeld, de eens zo zeldzame ijsvogel blijkt dan ineens heel algemeen. Ook gaat het heel goed met de “zeldzame” bosbeekjuffer. Mijn favoriet model voor de camera.
De laatste ontwikkeling is nu deze: wat ik eerder dacht maar niet voor mogelijk hield is waar: de grafieken voor Europa en de Wereld zijn met andere methode gemaakt (Globio Mean Species Abundancde) dan die voor Nederland in de zelfde grafiek. De Nederlandse grafiek is met Natuurwaarde 2.0 gemaakt, en de uitkomst daarvan NOEMEN ze plots Mean Species Abundance. En dat in 1 en de zelfde grafiek zonder het te vermelden
Zo zijn er nu dus twee verschillende ‘biodiversiteiten’ die allebeide plots MSA heten. Ze rekenen allen volgens de opvatting van kwaliteit x oppervlak= biodiversiteit. Maar de aspecten ‘kwaliteit’ zijn volledig verschillend bepaald
De Natuurwaarde-indicator rekent WEl met soorten tov 1950, 1900 en nog meer ‘oorspronkelijke’ referenties om zo voor bos, duin, moeras, heide en open grasland de ‘kwaliteit’ te bepalen, maar dus niet tov 1700
De ander niet (Globio, die rekent milieudruk om in kwaliteitsverlies tov 1700)
Dan is het raadsel van het Sharon Dijksma-effect zo goed als opgelost. Terwijl volgens Natuurwaarde de kwaliteit enkel daalde van 1994 tot 2012 met 7 procent, kan zo een ‘MSA’ van 0,14 uit de berekening met Natuurwaarde volgen, doordat de oppervlakte grond met bestemming ‘natuur’ vanaf 1990 toenam door grondaankopen. Dus de papierodiversiteit nam zo niet verder af
Tegelijk is er dus ook een volledig met Globio bepaalde Nederlandse MSA-biodiversiteit van 15 procent tov 1700 in omloop die ze in die staafgrafiek met andere landen afbeeldden om ons te bestempelen als ‘de laagste biodiversiteit van Europa’. Dat is degene die in de Natuurbalans 2009 opduikt en Natuurbalans 2012. En die komt toevallig overeen met de Natuurwaarde 2.0 van 14 procent
Maar Natuurwaarde 2.0 is- net als Globio overigens- nogal eigenzinnige wetenschaps-beoefening die de mariene natuur niet meerekent, die geen gegevens heeft van agrarisch gebied, en waarbij persoonlijke keuzes van referenties, het zwaarder meewegen van verlies dan winst en preselectie van data de- gerarandeerd lage- uitkomst bepalen. Dus hebben ze die 0,14 zowel met globio-MSA voor agrarisch gebied (MSA 0,1 x percentage oppervlakte agrarisch gebied NL) berekend als met Natuurwaarde tegelijk
Althans, dat moeten wij uit de nogal ontwijkende en cryptische raadsels afleiden die het PBL ons toespeelt als ‘antwoord op uw vragen’. Maar Alkemade bleef volhouden dat de Nederlandse grafiek wel met soorten was berekend. En dat kan niet met Globio, dat kan alleen met Natuurwaarde