Veel meer libellen dankzij klimaatveraangenaming, geniale beesten!

Omdat je met name die grote libellensoorten steeds vaker ziet, wil je ook weten welke soorten het zijn. En dus kwam vandaag de ‘Veldgids Libellen’ van KNNV Uitgeverij binnen. Kun je ze eindelijk eens determineren, want ik was nog libellofabeet. Die veldgids stamt uit 1998 en hier overheerst nog de klaagzang over achteruitgang van de meeste soorten.

Maar de klimaatveraangenaming heeft het milieu voor libellen sterk verbeterd. Sinds 1990 namen 36 van de 54 libellensoorten in Nederland in aantal toe. De libellen worden boven de 15 graden actief en hoe vaker het warmer is hoe vaker ze voedsel kunnen zoeken. Zo ging ik dan op libellenjacht op een kapvlakte hier vlakbij Langweer.

Of ‘schoner water’ in de zin van ‘minder eutroof’ hier een rol speelt, het zou ook kunnen. Want libellenlarven staan op het menu van vissen, en hoe minder vissen er zijn hoe meer libelle-larves kunnen overleven. Minder voedsel in het water betekent minder vis.

Aan de andere kant: hoe helderder het water, hoe beter die larven als prooi zichtbaar zijn, dus als iemand mij het mechanisme kan uitleggen tussen minder eutroof water en meer libellen: toon mij de biologische connectie.

Het zijn de Apache-helicopters van de insecten die eenmaal uit het water hun leven besteden aan de jacht op insecten en op het verdedigen van hun territorium. Als er te weinig plek is gaan ze op de zwerf en omdat het zulke goede vliegers zijn kunnen ze snel nieuwe gebieden koloniseren.

De oudst bekende fossielen van libellen zijn al 275 miljoen jaar oud, en in Eichstatt (Beieren) in het museum van de vondsten in de kalksteengroeves van Solnhofen vind je een exemplaar die uit de Jura stamt van 150 miljoen jaar terug. Er zijn nu ongeveer 6000 soorten bekend.

Een glazenmaker als ik me niet vergis…Of is het een paardenbijter? Die glipte de Abdij binnen, ze jagen steeds in de tuin langs de vegetatieranden en zijn lekker groot, ongeveer zoals op de foto

Vandaag ging ik met de camera op libellenjacht met de bedoeling om ze in vlucht te schieten. Dat valt nog niet mee omdat ze zo rap zijn. Ze kunnen meer dan 50 kilometer per uur vliegen. Met een sluitertijd van 500ste seconde wilde ik dat hun vleugels nog zichtbaar zouden zijn EN dat je voldoende scherpte hebt, maar dat je tegelijk de beweging ziet.

Met een vleugelslagfrequentie van een paar honderd Hertz bij Libellen (bij zweefvliegen is het 400 Hertz) leek mij 500ste de beste keuze, maar misschien moet de volgende keer nog iets meer, 640 of zo.

De boomvalk kwam ook overvliegen, die jaagt op libelles

…even de veldgids pakken, welke soort is dit?

Dit is een juffer, libelles hebben hun vleugels recht of horizontaal vooruit, juffers laten ze hangen en zijn in algemene zin minder spectaculair en wat nichteriger, net als vlinders. Vlinders hebben ook van die flikkerige namen als het anusblekertje en het retevetje, of het bont zandoogje….Vlinder pride. Nee, dan liever de libellen, wat een mooie minimonsters

…moet ik nog even opzoeken, welke soort dit is, eerst even een pizza halen

Oh ja, die kwam ook nog overvliegen, de sperwer, met een paar paniekende zwaluwen in zijn kielzog. Verder kruiste hier steeds een enorme rode libellensoort rond, maar die kon ik nog niet op de plaat vangen. Die hou je nog tegoed.

..kortom, een welbestede zomermiddag met twee lekkere Belgische blonde biertjes na afloop. Leven hier is zo beroerd nog niet…

Vliegje opbikken