Een bijdrage van Jeroen Hetzler.

In het AD van woensdag 12 december stond een vraaggesprek met de weerman van het NOS-journaal Gerrit Hiemstra. Er kunnen wel enige kritische vragen worden gesteld over zowel de ondervrager als de antwoorden van Hiemstra.

Zo lees ik:

In twee van de vier klimaatscenario’s van de KNMI worden onze zomers droger en warmer. Voor het eerst zijn we écht met de gevolgen geconfronteerd.

Zou het? Ik ben benieuwd, want wat ‘voorspellen’ dan die andere 2 scenario’s? Zijn dat de koele natte zomers met extreme buien waar Hiemstra steevast mee schermt als het een keer flink geregend heeft? Het lijkt op het opgooien van een munt 50-50 kans op kop of munt. Wereldwijde toename van weersextremen wordt bovendien niet geconstateerd, eerder het tegendeel. Zie hier.

En zouden de scenario’s van het KNMI het dan wel bij het rechte eind hebben? Ik waag het te betwijfelen, want deze zijn weerlegd. Zie hier.

Het AD-vraaggesprek legt dan ook enkele wetenschappelijke problemen bloot. Die tonen zowel de vragen als de antwoorden aan. Zo lezen we:

Gerrit Hiemstra.

Waarom de onberispelijke weerman zich op Twitter zo fel laat horen dat de Volkskrant hem omdoopte tot ‘weerwoordman’? Uit een soort rechtvaardigheidsgevoel, zegt hij. Om recht te doen aan de wetenschap. Het probleem is dat wetenschappers vaak overruled worden door politici. Wetenschappers mengen zich van nature niet in zulke discussies.

Het omgekeerde is echter het geval. Het soort alarmistische ‘wetenschap’ dat Hiemstra c.s. bezigt heeft de politiek volledig in zijn greep gekregen. Het is namelijk gebaseerd op groepsdenken, niet op wetenschapsbeoefening. Ik kom hier op terug. De ondervrager gebruikt het woord klimaatontkenner. Dit doet Hiemstra ook als hij zegt:

Een politicus als Baudet denkt dat hij mensen aanspreekt door klimaatverandering te ontkennen.

Nee, dit is niet wat Baudet stelt. Er is niemand die de klimaatveranderingen van de afgelopen 4 miljard jaar ontkent. Het begrip is daarentegen een retorische truc. Opwarming veranderde immers in Klimaatverandering als gereserveerd voor de opwarming die uitbleef, toen de opwarming stagneerde. Aldus verwerd Klimaatverandering tot een dubbelzinnig begrip. Hiemstra en ondervrager gingen hier misleidend mee om. Het gaat hier om de vraag of de opwarming na de Kleine IJstijd sinds 1850 door de mens is veroorzaakt. Dit had de ondervrager niet door hetgeen hem euvel valt te duiden als onvoldoende kritisch onderlegd en dus ongeschikt voor zijn taak.

Bron: hier

Hiemstra maakt de denkfouten door zijn CAGW-hypothese (door mensen veroorzaakte catastrofale opwarming) als bewezen te beschouwen en deze opwarming bovendien te verbinden aan een heel scala van willekeurige rampen zodat je altijd kunt scoren. Wat Hiemstra verder doet, is elk incident dat past in zijn visie aan te voeren als ‘bewijs’ voor zijn onbewezen CAGW-hypothese. Met het verlagen van de zomertemperaturen van vóór 1951, en later ook 1971, dat homogenisatie is gedoopt, is het makkelijk scoren voor Hiemstra met al zijn zomerrecords. Homogenisatie is een dubieuze praktijk en statisch gezien is het een doodzonde om alles als één doorlopende reeks te blijven op te vatten:

De Amerikaanse statisticus Briggs zegt over deze homogenisatie van het KNMI: 

“In the notes to the data it said in 1950 there was “relocation combined with a transition of the hut”. Know what that means? It means that the data before 1950 is not to be married to the data after that date. Every time you move a thermometer, or make adjustments to its workings, you start a new series. The old one dies, a new one begins. If you say the mixed marriage of splicing the disjoint series does not matter, you are making a judgment. Is it true? How can you prove it? It doesn’t seem true on its face. Significance tests are circular arguments here. After the marriage, you are left with unquantifiable uncertainty. 

Onzekerheid inderdaad. Alle stelligheid van Hiemstra berust namelijk in feite op onzekerheid. Hoe sterk zullen hittegolven, droogte en extreme neerslag toenemen? Wat kunnen we verwachten? Er zijn dus geen uitspraken over te doen voor het jaar 2040 in procenten zekerheid; zie de onzekerheidspluim bij weersverwachtingen. Dit wordt verdoezeld onder quasi stelligheid bij het NOS-journaal. Immers, ook klimaatmodellen zijn onderworpen aan de onzekerheidspluim, nog afgescheiden van wat er in die modellen is gestopt. Garbage in, garbage out, immers. Mijn hoogleraar statistiek bezwoer ons studenten: Wordt nooit verliefd op je model. Ik vrees dat Hiemstra toch in deze valkuil is getrapt. Op de kwaliteit van zijn geliefde modellen valt namelijk het e.e.a. aan te merken:

The IPCC’s projections of 21st century climate change explicitly assume that carbon dioxide is the control knob for global climate. Climate model projections of the 21stcentury climate are not convincing because of:

failure to predict the warming slowdown in the early 21st century

inability to simulate the patterns and timing of multidecadal ocean oscillations

lack of account for future solar variations and solar indirect effects on climate

neglect of the possibility of volcanic eruptions that are more active than the relatively quiet 20th century

apparent oversensitivity to increases in greenhouse gases

Bron: hier

Kortom, de modellen, en dus Hiemstra, bezigen een cirkelredenering hetgeen geen verrassing is vanwege het mandaat van het IPCC. We lezen na dit intermezzo verder:

Omdat hittegolven in de zomer plaats vinden vallen de temperatuurdata  die van belang zijn voor het vaststellen van hittegolven in de categorie met de grootste bijstelling, namelijk van gemiddeld 0,5 °C verlaging. Het gevolg is dat er door de homogenisatie van 2016 zomaar 16 hittegolven verdwenen zijn uit de hittegolftabel. Het resultaat: na 1950 tellen we nu veel meer hittegolven dan in de eerste helft van de 20e eeuw.

En in de tweede bron deze 2 passages:

Oud KNMI-wetenschapper en em. hoogleraar Henk de Bruin schreef in het magazine Meteorologica van september 2016  een kritisch artikel over de homogenisatie van De Bilt en de pagodehut. Hij wees daarbij op een KNMI-rapport van Kramer, Post en Woudenberg uit 1954, waarin een parallelmeting tussen pagodehut en Stevensonhut beschreven staat. Dat is bijzonder, omdat het KNMI beweert dat er geen parallelmetingen van pagodehut en Stevensonhut bestaan.

Conclusie is dat voor de hoogste temperaturen in de zomer het verschil in metingen tussen die van de pagodehut en de Stevensonhut verwaarloosbaar klein is geweest. De verandering van type hut lijkt dan ook geen rol van betekenis te spelen bij het ‘overschatten’ van de Tx van De Bilt tot 1951.

Dan zou de verplaatsing van de meeteenheid in 1951 naar het veldje 300m zuidelijker voldoende verklaring moeten opleveren voor de ‘correctie’ van de hoogste zomertemperaturen met bijna 2 °C . Dat lijkt volstrekt ongeloofwaardig.

Bron: hier en hier

Zo werkt het binnen de wetenschap niet, maar wanneer we Hiemstra’s stellingname bekijken vanuit het gezichtspunt van groepsdenken, dan wordt alles duidelijk. Bij groepsdenken staat wetenschap namelijk per definitie op de tocht. Immers, men poogt een hypothese, de CAGW-hypothese (door mensen veroorzaakte catastrofale opwarming) in dit geval, te genereren en te testen o.b.v. dezelfde gegevens. Dit bij gebrek aan een controlegroep in de vorm van een tweede aarde. Men kan niet één factor zoals CO2 op aarde 1 afscheiden en toetsen aan een controle-aarde 2. Natuurlijke componenten zijn bovendien a priori buiten spel gezet, zeker in de modellen. Groepsdenkers poneren een empirisch niet te testen geloof als een ‘hypothese’. Omdat men geen empirische testen kan uitvoeren op deze ‘hypothese’ wijken de gelovigen uit naar meer autoriteit door het ontwikkelen en propageren van ongefundeerde consensus. Echter, correcte wetenschapsbeoefening en consensus zijn op logische grond elkaars tegenpolen. Terzijde: die consensus is overigens weerlegd. Bronnen: hier en hier

Voorts zullen deze gelovigen elke kritische mening weren. In het mandaat van het IPCC ligt dit ook besloten: alleen betrekking hebbend op menselijke invloed met uitsluiting van alle natuurlijke invloeden. Tot slot voor dit onderwerp: kenmerkend voor groepsdenken is een neiging om alles wat de bewering bevestigt (lees: anekdotisch ‘bewijs’) op te blazen tot ‘weer een niet te ontkennen bewijs’ -vandaar o.a. genoemde homogenisatie om Hiemstra’s weerrecords te vergemakkelijken-. Zie ook het optreden van Hiemstra als het boegbeeld van de staatspropagandazender het OS-journaal dat zich uitdrukkelijk wenst te onthouden van kritische geluiden op last van Henk Hagoort, voormalig directeur van de NOS. Dat dit is zo gebleven moge duidelijk zijn zoals valt te lezen:

De voormalige baas van de NPO Hagoort stelde herhaaldelijk:

geen objectieve verslaggeving na te streven over het klimaat. Hij vindt dat de NPO de Nederlandse politiek moet aansporen om feller op te treden tegen klimaatverandering. Hagoort zei dan ook te weigeren programma’s te maken die aan de orde te stellen of er eigenlijk wel een klimaatprobleem is.

Bron hier

Dit blijkt de zwakte, zo niet het Waterloo van de klimaathysterie, nu observaties en onderzoeken op een almaar breder front strijdig blijken met dergelijke anekdotische ‘bewijzen’ voor die CAGW-hypothese. Het bevestigt slechts de al 40 jaar gehanteerde 2-voor-12-tactiek van overdrijven en alarmisme door milieubewegingen als raison d’être appellerend aan menselijke irrationaliteit. Wetenschap is hier ver te zoeken. Wel het irrationele pessimisme dat onze maatschappij verziekt. Een onheilsprofeet o.a. als Paul Ehrlich weet sinds 1968 van geen ophouden met zijn hongersnoden, ook al is zijn pessimisme even zo veel keren door de feiten weerlegd. Al met al is dus de vraag: wat is de stelligheid van de Wageningen alumnus Hiemstra uiteindelijk meer waard dan die van Ehrlich?

Daarnaast stelt Hiemstra positieve correlatie gedurende 18 jaar gelijk aan causaliteit die exclusief moet gelden voor de hele periode na 1850. Een verklaring van de klimaatveranderingen van vóór 1850 blijft uit. Kwestie van door de mand vallen dus bij de kalibratie van de klimaatmodellen? Mogelijk ook een verklaring waarom hij de confrontatie met Baudet en Crok niet aandurft. Ik vermoed het.

Ik ben ook geïnteresseerd in zijn verklaring voor het onderstaande en zijn visie op de klimaatontwikkeling in het vervolg:

Zie hier

Wil hij beweren dat er nooit meer een ijstijd komt?

Als wij dit alles in een breder perspectief plaatsen, dan kunnen wij constateren dat Europa sowieso als grootmacht zijn tijd wel gehad heeft. Europa valt van de ene in de andere crisis: Eurocrisis, Immigratiecrisis, Brexit, interne machtsstrijd tussen de grootmachten op het vasteland, verwaarlozing defensie, politie, onderwijs, Pact van Marrakesh en ondermijning van de Trias Politica. Dit Kabinet vooral laat het allemaal gebeuren. En nu komt hier het klimaatbeleid bij dat poogt het hersenspinsel dat CAGW-hypothese heet, te bestrijden door onze maatschappij te gronde te richten. Rusland, China, de VS en opkomende economieën lachen zich rot. China is de facto uit het Parijse akkoord gestapt en kan nu zijn macht sterk uitbreiden via o.a. de zijderoute. Europa helpt zichzelf intussen naar de knoppen. Hiemstra, in zijn parallel universum stelt dat klimaatverandering geen rechts of links onderwerp is. Klopt, maar waarom zou een hersenspinsel überhaupt een onderwerp moeten zijn en van welke politieke orde? Links, met GroenLinks voorop, heeft dit onderwerp van klimaatverandering in hun jargon, lees de CAGW-hypothese gekaapt zonder de burger erin te betrekken. Welke uitleg heeft Hiemstra hiervoor wat betreft zijn links noch rechts-bewering?

Samenvattend:

  1. Hiemstra’s stelligheid verdoezelt de onderliggende onzekerheden/tekortkomingen die aan de klimaatmodellen verbonden zijn;
  2. Het moge duidelijk zijn dat er cruciale vraagtekens gezet kunnen worden bij het wetenschappelijk gehalte van de beweringen van Hiemstra in het bijzonder en die van de klimaatalarmisten in het algemeen;
  3. Met (verdienende) apostelen als Hiemstra, Minnesma, Jan Rotmans, Ad van Wijk, Pier Vellinga, Klaver, Macron, Merkel en vele anderen als stromannen van een planeconomische ideologie zullen de huidige grootmachten Europa als 4e grootmacht door zelfopgelegde energiesuïcide te gronde zien gaan met Nederland voorop.

Derhalve geldt met des te meer klem:

Ceterum censeo Legem Climae delendam esse.