Het zevende rapport


Van tijd tot tijd zijn de intelligentsia het spoor een beetje bijster. Een mooi voorbeeld dat ik nu doorneem is de Heksenhamer, verschenen in 1486 onder de titel Maleus Maleficarum. Onderstaande voorbeeld deed me lachend van mijn stoel vallen.

Heksen zouden;

ongedoopte kinderen offeren aan de duivel en kinderen opeten. Die konden daardoor niet in de hemel komen: het getal der uitverkorenen zou daardoor langzamer bereikt worden, zodoende zou het laatste oordeel worden uitgesteld (het moment waarop de duivels voor eeuwig verdoemd zouden zijn).

Ik vond het zo komisch, omdat dit was wat de de intellectuele en wetenschappelijke elite (kloosterordes, lees bv God’s filosofen van James Hannam) van die tijd geloofde en uit naam van het officialdom verspreidde

Benedictijner orde der Alarmisten
Wat wikipedia niet vermeldt, is dat er meerdere schrijvers waren van de Heksenhamer. Al bladerend stuitte ik op de bijdragen van Riccus Leemanus, overste van de Benedictijnse orde der Alarmisten die zich in 1401 vestigde in de Atlasabdij te Waegheninghe. Ontdek ik toch maar mooi een geschrift van hem over zijn eigen specialisatie:

    ‘Tractaete IV der climaetbesweringhe ende verstoringe van den Heilighe orde der Scheppinghe, in gebed en uit whijsheit des Heeren en goede modelleerwercke ghevonden, na goedkeuringhe ende aanbevelinghe den heilige Abt Pachaurius, soo van éénen Cwaliteitszeegel voorsiene dat dies echt in waerheit en getrouwelijckheit u kond doene’

Tractatus AR V
Blader ik verder, lees wat Overste Leemanus hier schrijft over ‘Van den besweringhe der media’, nou ja, vond ik minder interessant en er mist een gedeelte na het jaar 1409. Maar kijk hier dan in Tractatus AR V uit het jaar 1413:

    ‘Van den dwalinghe ende leeringhe der skeptici, dies zij den Wijsheit des Heeren en de vermaenighe den Abt Pachaurius verswijghen, ook na Seine leringhe, overdrijvinghe ende herhalinghe in den hardnekkigheit volharden, soo sei den kuisinghe ende rechte straf niet ontloope’

Een fragment:

‘Soo sei naa den gemeenschap den Incubus gedient hebben ende verdorvene sijne, sie maecken van den brandende coole ene damp, soo ick in waerheit getuighe, dies soo Koning Hrothgar van Thule kond heeft gedaene den IJscappe versmelte ende verdampe. Dies soo ghiftighen dampen wercken ten verderve den seltsaeme bloemkens, cruyden ende gewas der christenkinderen, daer sie oock tot den versuringhe den seeen beooghen ….’

Nou ja, dat gaat dan in Tractatus AR V soo nogh ene teitje door; prettig weekend