Een gastbijdrage van Michael Limburg (Duitsland, Vice-Voorzitter van het Europäisches Institut für Klima und Energie, EIKE).
Op 6 april stierf – vreedzaam en in stilte – onze mentor en goede vriend, de uitzonderlijke wetenschapper, S. Fred Singer, op 95-jarige leeftijd. Zonder de voortdurende aanmoediging die we vanaf het allereerste begin van hem mochten ontvangen, waren de oprichting van EIKE en onze activiteiten ter verspreiding van de betrouwbare wetenschappelijke informatie over klimaatverandering – ook verkregen door hem en zijn buitengewoon onderzoek – niet mogelijk geweest.
Dr. Singer was de keynote speaker op onze allereerste klimaatconferentie in Berlijn bij het Institute for Entrepreneurial Freedom (IUF) op 30 mei 2007, onmiddellijk na onze oprichting. En is ons de daaropvolgende jaren trouw gebleven, ook al heeft zijn fysieke gesteldheid de afgelopen jaren lange reizen vanuit zijn huis in Virginia USA, steeds moeilijker gemaakt. Maar zijn sterke wil om de wetenschap niet te laten degenereren tot een waterdrager van de politiek, wat zich vooral manifesteerde in de milieuwetenschappen, stelde hem in staat alles van zijn lichaam te vergen. Gelukkig voor ons allemaal ging hij er bijna 15 jaar mee door. Omdat niemand meer voorbestemd zou zijn geweest dan hij om precies deze ontwikkeling te signaleren, omdat hij rechtstreeks uit de wetenschap kwam en daar altijd op een prominente plek werkte, als een korte en slechts gedeeltelijke blik op zijn buitengewone CV bewijst. Zie hier.
Fred Singer werkte aanvankelijk als wetenschappelijk verbindingsofficier (1950-53) bij de Amerikaanse ambassade in Londen na het behalen van zijn doctoraal in Princeton in 1947, en was toen een van de 12 leden van de American Astronautical Society van de 300 beste wetenschappers van het land (1954-56). Vervolgens werd hij directeur van het Center for Atmosphere and Space Physics aan de University of Maryland (1953-62); toen eerste directeur van de National Weather Satellite Service (1962-64); vervolgens oprichter van de School of Environmental and Planetary Sciences aan de University of Miami (1964-67); Staatssecretaris voor waterkwaliteit en onderzoek bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken (1967-70); Plaatsvervangend beleidsbeheerder, Amerikaanse Environmental Protection Agency (1970-71); Vice-voorzitter van de Nationale Adviescommissie voor de Oceaan en de Atmosfeer (NACOA) (1981–1986); en hoofdwetenschapper bij het Amerikaanse Ministerie van Transport (1987–89).
Zijn wetenschappelijk werk omvat meer dan 200 publicaties in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. In 1954 gaf president Eisenhower hem zelfs een speciale onderscheiding van het Witte Huis voor zijn werk.
Zonder overdrijving kan S.Fred Singer de vader van de Amerikaanse weersatellieten worden genoemd. Atmosferische fysica was zijn domein.
Omdat hij zag dat de opkomende milieubeweging via de politieke weg naar een symbiose streefde die zeer gevaarlijk is voor de democratie, richtte hij in 1990 het Science and Environmental Policy Project (SEPP) op en in 2008 het Nongovernmental International Panel on Climate Change (NIPCC) in Wenen. Beide instellingen waren actief in het verwerven en verspreiden van betrouwbare wetenschappelijke informatie, tegen de toenemende ideologisering van het milieu – en de opkomende paniekzaaierij rondom de zogenaamd door de mens veroorzaakte klimaatverandering. In die vruchtbare periode heeft hij een schat aan wetenschappelijke boeken (Climate Change Reconsidered en Unstoppable Global Warming, Every 1.500 Years, samen met Dennis Avery) en vele andere werken gepubliceerd, vaak met de steun van het Heartland Institute en Cfact.
Onze vriend, mijn goede vriend Fred Singer, was ook slachtoffer van de onvoorstelbare verscheurdheid en wreedheid die ons continent in de vorige eeuw hebben geteisterd. Geboren in Wenen in 1924 als kind van Joodse ouders, verliet hij huis en haard op 14-jarige leeftijd, nadat nazi-Duitsland in 1938 Oostenrijk annexeerde. Hij vluchtte aanvankelijk naar Nederland, waar hij in de leer ging bij een opticien, en vandaar naar Engeland om naar de VS te emigreren. Na bij de Amerikaanse marine te hebben gediend, studeerde hij uiteindelijk natuurkunde in Princeton en promoveerde in 1947. Later studeerde hij ook elektrotechniek aan de Ohio State University en studeerde daar af. Naast Engels sprak Fred ook Duits, Frans, Zweeds en Nederlands.
Maar noch zijn indrukwekkende publicatielijst, noch zijn buitengewone wetenschappelijke verdiensten, weerhielden de groeiende oppositie vanuit het groen-linkse kamp hem, in plaats van met argumenten, met laster en leugens aan te vallen en hem tot zwijgen te brengen. De Duitse WIKIPEDIA-editie (hier) biedt zijn lezers een bijzonder slechte selectie. Voortdurend wordt de leugen herhaald dat Singer zich had laten omkopen door de tabakslobby, omdat hij – die niet-roker was en voorzitter was van een niet-rokers vereniging – naar waarheid had vastgesteld, dat de kankerverwekkende effecten van passief roken niet wetenschappelijk konden worden bewezen.
Mijn laatste e-mailcontact met hem was op 8 oktober 2019, toen wij, het EIKE-bestuur, hem feliciteerden met zijn 95ste verjaardag. Daar kregen we geen antwoord meer op, zoals we weten, was zijn geest nog helder, maar het lichaam wilde niet meer.
Vaarwel, goede oude vriend, rust in vrede. Je hebt zoveel voor onze beweging gedaan. Ik ben erg trots dat ik je als vriend heb gehad.
Bron hier.
***
Voor het verslag van het bezoek van Fred Singer aan het KNMI zie Theo Wolters hier.
Diep treurig dat zo’n groot man van ons is heengegaan. Inderdaad helder van geest tot op zeer hoge leeftijd… Wij zullen hem missen, net als steeds meer sceptici die hem zijn voorgegaan en die node gemist worden…
Treurig uiteraard, maar wel een gezegende leeftijd.
Van een man met zoveel disciplines hoor je maar zelden op zulk hoog niveau.
Ik vraag me altijd af, zijn de mensen die iemand zo verketteren jaloers, meestal grijpen ze ieder kleinigheidje aan om iemand in slecht daglicht te zetten, jammer.
Natuurlijk, triest dat deze man er niet meer is, maar wat een vreugde om hem in ons midden gehad te hebben.
Nog steeds kunnen we gebruik maken van wetenschappelijke ontdekkingen, die soms meer dan 2000 jaar geleden al zijn gedaan en tot op de dag van vandaag hun waarde hebben behouden. Einstein, Kamerling Onnes, Curie enz, enz, enz. Allemaal al lang geleden heengegaan, maar hun wetenschappelijke bijdragen zijn nog steeds springlevend en tot op heden onomstreden en daarom nog steeds bruikbaar. Wie zal over 50 jaar nog weten wie Frans Timmermans is, of Jesse Klaver enz, afgezien van een historicus die probeert te achterhalen waarom dit soort minkukels in hun tijd zo veel ruis hebben veroorzaakt?
Over 50 jaar hangt de Nachtwacht nog steeds in het Rijksmuseum, maar wie zal dan nog weten wie Karel Appel was?
Over 50 jaar worden de werken van Bach nog steeds uitgevoerd, maar wie zal dan nog weten wie Michael Jackson was?
Balthasar Gerards kennen we nog allemaal. Ik vrees dat de andere monsters die je noemt ook niet zo snel vergeten zullen worden.
Petra, OK ik ben het eens met je, dat de namen van die andere monsters ons nog wel even zullen bijblijven. Maar in tegenstelling tot Einstein, Bach enz enz enz. zullen we absoluut niet meer weten wat ze hebben “bijgedragen”aan de maatschappij. Tja, Timmerfrans, dat was me een engnek; maar wat heeft hij ook al weer gedaan?
Timmermans en Klaver gaan de geschiedenisboeken in als soorten onkruid waartegen Roundup goed werkte.
het is zelfs gevaarlijk onkruid met te grote mond.
Balthasar Gerards is een held in Belgie,Frankrijk en Spanje.Er zijn straten dar hem vernoemd…
Henri, dat geloof ik graag. Het ligt er maar aan vanuit welke hoek je de zaak benaderd. Ik zal de Belgen, Fransen en Spanjaarden daar zeker niet op aanvallen.
Ik had kortstondig, maar heel plezierig contact met Fred Singer bij het vertalen van een rapport van zijn hand. Geweldig man was hij.
In memoriams op sepp.org
http://sepp.org/twtwfiles/2020/TWTW%204-11-20.pdf
ht tps://www.nytimes.com/2020/04/11/climate/s-fred-singer-dead.html