Auteurs: Dr. John Constable en Professor Gordon Hughes (UK).
Vertaling: Martien de Wit.
Professor Gordon Hughes en dr. John Constable nemen stelling tegen de wijdverbreide opvatting van de groene energiebeweging dat de kosten van hernieuwbare energie zouden dalen. Zij wijzen erop dat de officiële overheidsprognoses van de energiekosten, en dus de prijzen, onnauwkeurig zijn. De energiekosten zullen een belangrijk element vormen in het toekomstige economische concurrentievermogen van het Verenigd Koninkrijk en als de auteurs gelijk hebben, zullen de energieprijzen enorm stijgen.
In de media en politiek is de opvatting van dramatisch dalende kosten van hernieuwbare energiebronnen wijd verbreid. Die opvatting is echter aantoonbaar onjuist. Uit berekeningen blijkt dat windenergie niet goedkoper wordt, maar juist duurder. Het feit dat de Britse overheid dit niet heeft opgemerkt en dus de consument en de belastingbetaler niet heeft beschermd tegen de gevolgen van het dreigende falen van de hernieuwbare-energiesector, roept belangrijke vragen op over de analytische competentie van de Whitehall-machinerie.
Als we in een willekeurige steekproef van lezers van serieuze kranten naar de economie van de offshore-windenergie zouden vragen, is het vrijwel zeker dat een meerderheid van de geïnterviewden zou zeggen dat deze nu goedkoop is. Een vergelijkbare enquête onder beleggingsanalisten en adviseurs zou hetzelfde antwoord kunnen opleveren. Politici en journalisten zouden er zeker van zijn.
Als er echter op bewijs wordt aangedrongen, kan geen van deze groepen veel meer doen dan wijzen op secundaire bronnen. Sommigen zullen zich misschien herinneren dat Greenpeace in 2017 een uitgebreide reclamecampagne heeft gesponsord, met paginagrote advertenties in de pers. Anderen zouden erop kunnen wijzen dat officiële instanties offshore-windenergie presenteren als de goedkoopste bron van elektriciteit. In financiële kringen zou ook kunnen worden aangegeven dat bijna elk rapport of artikel over de toekomstige rol van offshore-windenergie vergezeld gaat van een grafiek die een snelle daling van de kosten in de afgelopen één of twee decennia laat zien., soms met toekomstverwachtingen tot 2030 of 2040.
Hoe ongelooflijk het ook lijkt, niets van dit alles is waar. Noch offshore-, noch onshore windenergie is goedkoper geworden; beide zijn de afgelopen twee decennia zelfs duurder geworden.
Hoe weten we dat? Omdat één van ons, Gordon Hughes, gegevens heeft verzameld uit betrouwbare berekeningen van de kapitaal- en exploitatiekosten van 350 onshore en offshore windparken in het Verenigd Koninkrijk, een verzameling gegevens die het merendeel van de grotere windparken (> 10 MW capaciteit) omvat, die tussen 2002 en 2019 zijn gebouwd en in bedrijf zijn gesteld. Het is de meest omvangrijke studie in zijn soort tot nu toe en zal binnenkort worden gepubliceerd door de Renewable Energy Foundation, die door John Constable wordt geleid.
Samengevat: de analyse van de gegevens brengt ondubbelzinnige bevindingen aan het licht.:
De werkelijke kosten van de opwekking van onshore en offshore-windenergie zijn de afgelopen twee decennia niet noemenswaardig gedaald en er is weinig kans dat ze in de komende vijf of zelfs tien jaar zullen dalen.
Sommige van de componenten die in de berekening van de kosten worden meegenomen, zijn weliswaar gedaald, maar de totale kosten niet. Zo is bijvoorbeeld het gewogen rendement voor beleggers en kredietverstrekkers sterk gedaald, met name voor offshore-windenergie, vanwege een daling van het gepercipieerde risico. Bovendien kan het gemiddelde vermogen per MW aan nieuw vermogen zijn toegenomen, met name voor offshore-turbines, maar deze winsten zijn tenietgedaan door hogere exploitatie- en onderhoudskosten (O&M).
De werkelijke kapitaalkosten per MW vermogen voor de bouw van nieuwe windparken zijn van 2002 tot ongeveer 2015 zeker niet gedaald, maar aanzienlijk gestegen, en zijn sindsdien in het beste geval constant gebleven. Rapporten over de kosten van de bouw van nieuwe offshore-windmolenparken in het begin van de jaren 2020 impliceren dat de kosten ervan tegen 2025 kunnen dalen, maar dergelijke rapporten zijn niet alleen stelselmatig onbetrouwbaar, maar ook onvolledig. De uiteindelijke kosten zijn over het algemeen aanzienlijk hoger, zodat er weinig gewicht kan worden toegekend aan prognoses van toekomstige kosten.
De exploitatiekosten per MW aan nieuwe capaciteit zijn de afgelopen twee decennia niet gedaald, maar zijn voor zowel onshore als offshore windparken aanzienlijk gestegen. Bovendien groeien de exploitatiekosten voor bestaande windparken nog sneller naarmate ze ouder worden. De toename van de nieuwe capaciteit lijkt het gevolg te zijn van de verschuiving naar meer afgelegen of moeilijk te onderhouden locaties. Een groot deel van de toename met de veroudering is te wijten aan de frequentie van defecte apparatuur en de noodzaak van preventief onderhoud, die beide sterk samenhangen met de adoptie van nieuwe generaties grotere turbines – zowel onshore als offshore.
Turbine-fabrikanten en windbedrijven lijken te vertrouwen op een toename van de belastingsfactoren (een maatstaf voor de energieproductiviteit van de generator) via 1) een toename van de hubhoogte om te kunnen profiteren van hogere windsnelheden, en 2) veranderingen in de technische balans tussen bladoppervlakte en de capaciteit van de generator. De inferieure betrouwbaarheid van nieuwe turbinegeneraties leidt echter tot een snellere afname van de prestaties met de leeftijd, zodat het uiteindelijke effect op de gemiddelde prestaties gedurende de levensduur van nieuwe turbines niet duidelijk is.
De combinatie van stijgende exploitatie- en onderhoudskosten met de daling van de opbrengsten als gevolg van veroudering, betekent dat tegen de huidige marktprijzen de verwachte opbrengsten uit de elektriciteitsproductie lager zullen zijn dan de verwachte exploitatiekosten na het verstrijken van de contracten, die een garantie bieden voor vergoedingen boven de marktprijs. De looptijd van deze contracten is verkort, wat betekent dat de kapitaalkosten over een kortere economische levensduur moeten worden terugverdiend, waardoor de effectieve kapitaallast toeneemt.
Er is een belangrijk gevolg van deze bevindingen. De huidige reeks offshoreprojecten die in Noordwest-Europa worden gebouwd en gepland, zijn nauw verwant aan de speculatieve vastgoedontwikkeling. Het zijn risicovolle projecten, die alleen in staat zijn om kredietverstrekkers terug te betalen en een rendement te bieden aan investeerders in aandelen als de gemiddelde wholesale-marktprijzen van energie in heel Noordwest-Europa ten minste drie tot vier keer zo hoog worden als de huidige prijzen. Een dergelijke prijsstijging zou ofwel een grote en permanente stijging van de marktprijs van gas vereisen, wat volgens de ervaring zeer onwaarschijnlijk is, ofwel een koolstofbelasting van 8 tot 10 keer het huidige niveau, die in 2030 moet stijgen tot ten minste 200 euro per ton koolstofdioxide tegen prijzen van 2018. Een dergelijke belasting zou de rest van de economie zwaar belasten.
Dit heeft gevolgen voor de financiële regelgeving. Om zich van hun verantwoordelijkheden te kwijten zouden de financiële regelgevers een zware risicoweging moeten opleggen voor leningen aan exploitanten van offshore-windmolenparken, terwijl ze ook adviseren dat groene aandelenbeleggingen te riskant zijn voor pensioenfondsen en kleine beleggers. In plaats daarvan hebben de leiders van de Europese Centrale Bank (ECB), de Bank of England en andere regelgevers aangedrongen op meer investeringen in groene activa zonder rekening te houden met de risico’s.
Dit doet denken aan auto-ongeluk door filevorming in een mist van de onwetendheid. De dreigende crisis zal vereisen dat degenen die windenergie en de daarvan afhankelijke bedrijven financieren, worden gered door de belastingbetaler of de elektriciteitsconsument. De omvang van de reddingsoperatie zou groot zijn: alleen al in de Britse windenergiesector wordt ongeveer 30 miljard pond in gevaar gebracht, en in Duitsland, Nederland en Denemarken nog aanzienlijk meer.
Sommige spelers in de windindustrie zijn zich er wellicht van bewust dat specifieke projecten niet voldoen aan de algemene verwachtingen – er is geen gebrek aan voorbeelden in de gespecialiseerde media. Tot voor kort werden investeerders echter beschermd door royale subsidies en de exploitanten zullen waarschijnlijk de schuld geven aan projectspecifieke factoren in plaats van zich te realiseren dat de hele sector wordt getroffen. Bovendien lijkt de sector in het algemeen zijn eigen propaganda te geloven, een basisfout waarvoor ze alleen zichzelf de schuld kunnen geven.
De overheid bevindt zich, zo vermoeden wij, echt op een dwaalspoor. Op 24 augustus, toen we deze samenvatting voor Briefings for Britain aan het voorbereiden waren, publiceerde het Department of Business, Energy and Industrial Strategy (BEIS) zijn laatste reeks schattingen van de kosten van elektriciteitsopwekking, Electricity Generation Costs,[1]. Het herbevestigt de mening van BEIS dat de kosten van windenergie zijn gedaald en dat deze technologie nu een van de goedkoopste is die beschikbaar is.
Het is echter niet moeilijk aan te tonen dat de analyse van BEIS volledig onjuist is en dat er niet op kan worden vertrouwd. We zullen het hieronder in detail bespreken, omdat de verkeerde opvatting die het geeft over windenergie op zich al belangrijk is. Meer nog, het geeft een grafische illustratie van de werkelijk ondermaatse kwaliteit van het analytische werk dat ten grondslag ligt aan beleidsbeslissingen met enorme implicaties voor het Verenigd Koninkrijk en zijn bevolking.
Alvorens hier nader op in te gaan, eerst twee algemene aspecten van de BEIS-studie. In de eerste plaats wordt voorgesteld om ramingen of voorspellingen te geven van de kosten van elektriciteitsopwekking voor projecten die in 2025, 2030, 2035 en 2040 in bedrijf worden gesteld. Terwijl de kosten van meer recente projecten redelijk kunnen worden geschat, zijn de kosten voor een decennium of meer in de toekomst geheel onzeker. Een poging om zelfs daarvoor kostenramingen te maken, zoals BEIS doet, suggereert naïviteit of overmoed.
Bovendien blijkt uit het onderzoek van de begeleidende spreadsheet met de gedetailleerde veronderstellingen van het departement, dat 94 %van de modelparameters voor de verschillende technologieën, conventioneel en hernieuwbaar, niet van de ene op de andere periode verandert. Dit is ongeloofwaardig, aangezien men ervan uit moet gaan dat er op die gebieden geen technologische vooruitgang is. Waar de kosten wel variëren, zijn ze voor (a) wind en zon, of (b) een reeks kleine (geothermische WKK) of nieuwe (golf, biomassa met CCS) technologieën. Dit is onredelijk. Als er kostenreducties zijn in de hernieuwbare sector, waarom sluiten we dan kostenreducties in de conventionele sector uit?
Meer in detail bekeken is deze onderliggende vooringenomenheid vrij uitzonderlijk. Het tempo van de daling van de capex- en opexkosten (Capex = Capital Expenditure – Opex = Operating Expenditures) of de toename van de operationele prestaties voor offshore windenergie – nu een volwassen technologie – is groter en duurzamer dan de daling voor CCGT+CCS – een nieuwe en potentieel kritische technologie.
Bijgevolg zijn de BEIS-projecties van de kosten op korte termijn bijna triviaal, slechts generieke kosten voor het midden van het huidige decennium, terwijl de ramingen van de relatieve kosten van conventionele en hernieuwbare opwekking op middellange en langere termijn in het beste geval zinloos en in het slechtste geval misleidend zijn.
Een tweede algemeen punt dat moet worden opgemerkt, is dat de gegevens die in het BEIS-model worden gebruikt, bijna volledig zijn afgeleid van werkzaamheden die door of voor de afdeling zelf worden uitgevoerd. Met uitzondering van een enkele verwijzing naar een rapport van het Nationaal Netbeheerder zijn alle voor de gegevens aangehaalde bronnen BEIS-publicaties of door BEIS in opdracht gegeven rapporten. Er is geen poging gedaan om gebruik te maken van de groeiende academische en beleidsliteratuur over de werkelijke kosten van het bouwen en exploiteren van verschillende soorten opwekking.
Er is zelfs geen enkele verwijzing naar de uitgebreide studies van het Energy Information Agency (EIA) in de VS en diverse door het Amerikaanse ministerie van Energie (DoE) gefinancierde onderzoekslaboratoria – bijvoorbeeld het Lawrence Berkeley National Laboratory (LBNL), het National Renewable Energy Laboratory (NREL) of het Oak Ridge National Laboratory (ORNL). Een dergelijke nauwe focus is moeilijk te rechtvaardigen, en begint inderdaad te lijken op een opzettelijke blindheid waarbij alle gegevens worden geselecteerd om te passen bij een vooraf bepaald verhaal.
En natuurlijk heeft de BEIS niet de moeite genomen om aandacht te schenken aan de berekeningen van de hierboven samengevatte studie van Hughes.
Met deze algemene opmerkingen in het achterhoofd zullen we nu enkele specifieke aannames in de BEIS-studie vergelijken met de resultaten van de gegevens die voor deze en andere studies zijn verzameld.
Gemakshalve heeft BEIS voor de reële prijzen hetzelfde basisjaar (2018) gekozen als voor de Hughes-databank, zodat er geen aanpassing nodig is. We zullen beginnen met het onderzoeken van de capexkosten en vervolgens de operationele kosten voordat we naar de belastingsfactoren en financiële parameters kijken. In alle gevallen zullen we de BEIS-hypothesen gebruiken voor projecten die in 2025 in opdracht worden gegeven, aangezien de BEIS-ramingen voor latere data, zoals hierboven vermeld, slechts speculaties zijn. We zullen ons richten op onshore windenergie, offshore windenergie en grootschalige zonne-energie, aangezien dit de primaire technologieën zijn waarvoor BEIS zijn aannames heeft geactualiseerd en waarvoor vergelijkingen met feitelijke gegevens uit de bedrijfsrekeningen mogelijk zijn.
1. Capex kosten
De aannames van BEIS impliceren totale investeringskosten (inclusief geactiveerde rente) in 2025 £1,30 miljoen per MW voor onshore windenergie, £2,16 miljoen per MW voor offshore windenergie (of £1,82 miljoen exclusief transmissie), en £0,55 miljoen per MW voor grootschalige zonne-energie. De vergelijking met de werkelijke kosten die in de geauditeerde rekeningen worden gerapporteerd, is grimmig. De gemiddelde waarde van de gerapporteerde werkelijke capexkosten voor onshore windparken die in 2016-19 werden voltooid, was £1,61 miljoen per MW, voor offshore windenergie was dit £4,49 miljoen per MW (inclusief transmissie) of £3,99 miljoen als het zeer dure Hywind-project niet wordt meegerekend.
Voor grootschalige zonne-energie bedroeg het gemiddelde van de werkelijke kosten £0,98 miljoen per MW. De veronderstellingen van BEIS zijn dus slechts 50%-80% van de werkelijke kosten die in de gecontroleerde rekeningen voor recentelijk in gebruik genomen projecten worden vermeld. Aangezien BEIS geen bewijs levert voor een snelle vermindering van de investeringskosten per MW piekvermogen, weerspiegelen hun veronderstellingen weinig meer dan wishful thinking.
De vertekening is met name majeur in het geval van offshore-windenergie, aangezien de meeste toekomstige projecten noodzakelijkerwijs op grotere diepte en afstand van de kust zullen liggen, waardoor de investeringskosten voor zowel de turbines als de transmissie aanzienlijk hoger zullen uitvallen.
2. Opex-kosten voor onshore windenergie
De veronderstellingen van BEIS impliceren operationele kosten voor onshore windenergie van £47.000 per MW per jaar voor een windpark dat in 2025 in gebruik is genomen. Ongelooflijk genoeg worden deze verondersteld constant te zijn over een operationele levensduur van 25 jaar. Onze studie, gebaseerd op gecontroleerde rekeningen, toont aan dat de werkelijke operationele kosten voor een nieuw onshore windpark dat in 2016 in gebruik is genomen, £77.000 per MW bedragen op de leeftijd van 1 jaar en dat dit zal toenemen tot £114.000 op de leeftijd van 15 jaar en £149.000 per MW op de leeftijd van 25 jaar als het park zo lang in bedrijf zou blijven (wat zeer onwaarschijnlijk is).
Uit de analyse blijkt ook dat de initiële exploitatiekosten voor nieuwe windparken met 4,3% per jaar zijn gestegen, zodat de verwachte exploitatiekosten voor een windpark dat in 2025 op 1-jarige leeftijd in gebruik wordt genomen, £112.000 per MW zouden bedragen, meer dan het dubbele van de BEIS-raming. Over het geheel genomen zijn de BEIS-ramingen van de exploitatiekosten ongeveer een derde van de beste raming op basis van de feitelijke gegevens van de afgelopen twee decennia.
3. Opex-kosten voor offshore-windenergie
De veronderstellingen van BEIS impliceren operationele kosten voor offshore windenergie van £109.000 per MW voor een windpark dat in 2025 in bedrijf is genomen, constant over een operationele levensduur van 30 jaar. Het is moeilijk om de BEIS-cijfers te begrijpen. Hun tabel 2.4 geeft een vaste O&M-kosten van £36.300 per MW per jaar voor 2025. Dit is ongeloofwaardig als het verondersteld wordt de kosten van de Offshore Transmission Operator (OFTO) te dekken. Er is inderdaad geen enkele verwijzing naar de OFTO-transmissiekosten in het hele document, maar de methodologie vereist dat de OFTO-kosten worden opgenomen. Opnieuw blijkt uit onze analyse van de gecontroleerde rekeningen dat de werkelijke operationele kosten (inclusief OFTO-kosten) voor een nieuw offshore windmolenpark dat in 2018 in gebruik is genomen, £184.000 per MW per jaar bedroegen op de leeftijd van één jaar, met de verwachting dat dit zal stijgen tot £426.000 per MW per jaar op de leeftijd van vijftien jaar. De werkelijke exploitatiekosten op zee zijn de afgelopen twee decennia in reële termen met gemiddeld 5,9% per jaar gestegen, zodat de gemiddelde levensduur van een nieuw windpark dat in 2025 in bedrijf wordt genomen, ten minste 450.000 pond per MW per jaar zou bedragen, of ongeveer vier keer het door BEIS veronderstelde cijfer.
4. Opex-kosten voor grote zonne-energie projecten
De aannames van BEIS impliceren exploitatiekosten voor grote zonnecentrales van £10.000 per MW per jaar, constant over een operationele levensduur van 35 jaar. Aangezien de meeste grote zonne-energiecentrales tussen 2012 en 2017 zijn gebouwd, zijn de gegevens over de exploitatiekosten beperkt, maar onze analyse toont een gemiddelde van de werkelijke exploitatiekosten van £19.000 per MW op de leeftijd van één jaar, oplopend tot £33.000 per MW op de leeftijd van vijf jaar. Het is onduidelijk of deze kosten zijn gestegen met het jaar van ingebruikname en de leeftijd. Toch is het patroon duidelijk. De aannames van BEIS over de grote kosten voor zonne-energie zijn doorgaans een kwart tot een derde van de werkelijke kosten van echte centrales die vandaag de dag in bedrijf zijn.
5. Belastingsfactoren voor onshore wind
De BEIS-schattingen gaan uit van een constante belastingsfactor van 34% over een relatief lange levensduur voor nieuwe centrales. Dit is ongeloofwaardig, en het zou verrassend zijn als zelfs de meest toegewijde voorstanders van hernieuwbare opwekking dit correct zouden vinden. Zelfs de meest optimistische academische analyses impliceren een daling van 1,5% tot 2% per jaar in de jaarlijkse productie van onshore windparken, met constante windcondities.
Onze analyse van de uitgebreide gegevens voor Denemarken, die samen met de huidige studie zijn gepubliceerd, toont aan dat, terwijl het tempo van de prestatiedaling lager was voor vroege opwekkingsinstallaties in de categorie van 0,5 MW tot 1 MW, die niet meer zijn geïnstalleerd, de huidige productie van onshore turbines van meer dan 2MW een daling van ongeveer 3% per jaar vertoont.
Het feit dat BEIS geen enkele afname van de prestaties erkent, is een ernstige tekortkoming in de analyse. Dit kan niet worden gerechtvaardigd. De eigen cijfers van BEIS laten zien dat de werkelijke belastingsfactor voor onshore windparken de afgelopen tien jaar constant is geweest op ongeveer 27%, na controle op variaties in de windcondities. Wat er in de praktijk is gebeurd, is dat de hogere belastingsfactor voor grotere turbines bij nieuwe windparken, die achter hun schatting van 34% ligt, is gecompenseerd door de afname van de prestaties voor oudere windparken.
6. Belastingsfactoren voor offshore-windenergie
BEIS gaat uit van een constante gemiddelde bezettingsgraad van 51% voor conventionele offshore-turbines (d.w.z. geen drijvende apparaten zoals Hywind). Voor offshore-turbines is de afname van de prestaties echter veel slechter dan voor onshore windenergie, een feit dat ten grondslag ligt aan de snelle toename van de exploitatiekosten per MW. De gemiddelde belastingsfactor voor offshore-wind is toegenomen, maar dit is puur een functie van de scheve leeftijdsverdeling in de windvloot. De BEIS-hypothese van een belastingsfactor van 51% berust op de overtuiging dat de toekomst radicaal anders zal zijn dan in het verleden. Dat is onredelijk. De gemiddelde belastingsfactoren voor offshore windparken van minder dan vijf jaar oud in NW Europa vallen meestal in de orde van grootte van 40-45%. Dat is het beste wat ze tijdens hun levensduur zullen bereiken en naarmate ze ouder worden, zullen hun prestaties afnemen. De in de BEIS-analyse genoemde voordelen van de grootte van de turbines en de hoogte van de hubs zijn bij lange na niet voldoende om het verschil te verklaren tussen de BEIS-hypothese van een constante 51% en de realiteit van een aanvankelijke 45%-daling in de loop van de tijd.
7. Belastingsfactoren voor grote zonne-energie
Voorstanders van grote zonnecentrales kunnen enigszins worden benadeeld door de BEIS-aanname van een gemiddelde levensduurbelastingfactor van 11%, die in feite typerend is voor recente ervaringen. Ontwikkelaars van zonne-energie hebben wellicht een sterker argument om aan te voeren dat hun relatief nieuwe technologie in de toekomst hogere belastingsfactoren mogelijk maakt. Dit is deels een kwestie van definitie.
Piekvermogen wordt door de meeste zonnecentrales zelden bereikt, terwijl windturbines steeds vaker worden ontworpen om bij lagere windsnelheden een nominaal vermogen te bereiken, door de balans van het veegoppervlak aan te passen aan de capaciteit van de generator. Desalniettemin is in de schattingen van de Amerikaanse Energy Information Administration (US EIA) van de opwekkingskosten uitgegaan van een aanzienlijke toename van de zonbelastingsfactoren voor nieuwe centrales die in 2023-2024 in gebruik worden genomen ten opzichte van de centrales die in 2019-2020 in gebruik worden genomen, waarbij de locatie en de zonne-energiecondities constant blijven. Dat kan verkeerd blijken te zijn, maar het feit dat BEIS deze mogelijkheid niet heeft opgemerkt, terwijl het de vooruitzichten voor wind overdrijft, brengt de eigenaardige vooringenomenheid van de totale BEIS-analyse scherp in beeld.
8. Operationele levensduur
De operationele levensduur van een nieuw windpark of zonnecentrale is een complexe economische kwestie en niet alleen een fysieke kwestie, aangezien het effect van de ouderdom op de operationele kosten en prestaties van cruciaal belang is. De BEIS-veronderstelling van een operationele levensduur van 25 jaar voor onshore wind is optimistisch, maar niet geheel buiten de grenzen van de rede. Onze analyse suggereert dat de bovengrens met de huidige contractuele afspraken en marktomstandigheden niet meer dan 20 jaar zal zijn. Aan de andere kant is de veronderstelling van een operationele levensduur van 30 jaar voor offshore wind – let wel, met een constante belastingsfactor – volledig in tegenspraak met de feitelijke gegevens. Hetzelfde geldt voor de levensduur van 35 jaar voor grote zonnecentrales. Immers, zelfs volwassen en betrouwbare technologieën zoals Combined Cycle Gas Turbines en superkritische kolencentrales vereisen na ongeveer 20 jaar grote renovaties.
9. Toekomstige marktprijzen en levensduur
Een mogelijke interpretatie van de onwaarschijnlijk lange economische levensduur die voor wind en zon wordt voorspeld, is dat BEIS er stilzwijgend van uitgaat dat de marktstroomprijzen aan het eind van de jaren 2030 3 tot 4 keer zo hoog zullen zijn als nu in reële termen. Het is inderdaad moeilijk om de veronderstellingen over de levensduur op een andere basis te verklaren. Als dat inderdaad de aanname van BEIS is, dan illustreert het feit dat dit niet in de analyse is opgenomen, het gebrek aan transparantie en het arbitraire karakter van de hele exercitie.
10. Hurdle rates
De aannames van BEIS ten aanzien van de hurdle rates zijn gebaseerd op een studie die Europe Economics in 2018 heeft uitgevoerd, maar die pas op 24 augustus is gepubliceerd in het kader van de kosten van elektriciteitsopwekking [2]. Laten we het probleem buiten beschouwing laten dat, ook al is het in de studie gebruikte Capital Asset Pricing Model door sommige economen en regelgevers overgenomen, het in het gunstigste geval slechts een toevallige relatie heeft met de wijze waarop de reële investeerders het hurdle rate of return of investment in productie- of andere bedrijven bepalen. Toch is het verrassend dat BEIS de cijfers in het rapport van Europe Economics op geen enkele wijze lijkt te hebben gecontroleerd.
Als BEIS bijvoorbeeld een financieel model had onderzocht voor een van de offshore-windenergieprojecten in Allocation Round 2 (AR2) of Allocation Round 3 (AR3), dan zou zij hebben ontdekt dat elk project een financiële ramp zou zijn op de kosten van de kapitaalveronderstellingen die in de Europe Economics analyse zijn gemaakt. Het zou voor Hornsea 2, Moray East of Triton Knoll – alle AR2-projecten die we in detail hebben onderzocht – onmogelijk zijn om zelfs maar de kosten van de schuldendienst te dekken op basis van de BEIS-hypothesen, laat staan een redelijk rendement op het eigen vermogen op te leveren, indien de uitoefenprijzen van de CFD’s tegen de nominale waarde zouden worden genomen. De kapitaalkosten voor elk project zouden dicht bij nul moeten liggen om de aangekondigde schuldniveaus voor elk project te dekken, en zelfs dat is misschien niet mogelijk.
Als we de tekortkomingen van de laatste ramingen van de Britse regering van de productiekosten bekijken, blijven we met een puzzel zitten. De aannames die ten grondslag liggen aan de BEIS-ramingen van de opwekkingskosten voor wind- en zonne-energie zijn fantasierijk, en zijn niet bestand tegen zelfs maar oppervlakkig onderzoek; bij nader inzien kloppen ze niet en zijn ze een schande voor het ambtenarenapparaat en een schande voor de ministers.
Ze zijn zelfs zo ver verwijderd van de werkelijke kosten die door de huidige exploitanten worden gemaakt en die in de gecontroleerde rekeningen zijn opgenomen, dat ze geen verdere overweging waard zijn, behalve als bewijs voor een fundamentele hervorming van het ambtenarenapparaat. In de evaluatie die aan die hervorming voorafgaat, moet de vraag worden gesteld hoe een zwaar gefinancierd en bemand overheidsdepartement in een grote economie zo ver van de werkelijke wereld kan zijn afgedwaald in een zaak van zo’n groot belang als de energievoorziening. Wat is er in hemelsnaam aan de hand?
Ook het gedrag van de commerciële spelers die betrokken zijn bij de sector van de hernieuwbare energie is raadselachtig. Als het empirisch bewijs zo duidelijk is, waarom zetten grote bedrijven dan substantieel kapitaal in op zeer grote projecten die onder zoiets als de huidige marktomstandigheden vrijwel zeker verlies zullen maken? Er zijn drie factoren die dit gedrag kunnen verklaren:
– De sector van de offshore-windenergie wordt gedomineerd door grote bedrijven, die vaak door de staat worden gecontroleerd, die grote kasstromen uit bestaande productie- en/of netwerkbedrijven kunnen inzetten en die weinig druk ondervinden om de kosten voor hun klanten te verlagen of, als staatsentiteiten, om geld terug te geven aan hun aandeelhouders. Drie Scandinavische staatsbedrijven – Equinor (voorheen Statoil), Ørsted en Vattenfall – zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de huidige Britse offshore windcapaciteit en hebben ambitieuze plannen voor nieuwe projecten.
– Exploitanten verwachten een groot deel van de aandelen in hun projecten te kunnen verkopen aan overoptimistische investeerders met weinig inzicht in de risico’s die daaraan verbonden zijn. Bovendien zijn projecten sterk afhankelijk van schulden die door even naïeve geldschieters worden verstrekt.
– Operators en financiële investeerders zijn zich bewust van het risico, maar verwachten dat ze worden gered.
Zodra de economische realiteit onmiskenbaar wordt, zal er een enorme lobby zijn om de volledige kosten van offshore-windenergie door te berekenen aan de elektriciteitsverbruikers of de belastingbetalers. Het voor de hand liggende instrument is koolstofbelasting, maar de vereiste verhoging zou zeer groot zijn, en de economische schade zou op zijn zachtst gezegd politiek omstreden zijn.
Uitgebreide reddingsoperaties voor een industrie die, al dan niet bewust, een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven, zullen uiterst onpopulair zijn. Het is niet te voorspellen hoe een regering die gevangen zit tussen de heftige politieke oppositie en de steeds breder wordende gevolgen van de financiële ineenstorting van de offshore windsector, zal reageren. Maar investeerders in hernieuwbare energiebronnen zouden erg nerveus moeten zijn.
***
Gordon Hughes is professor in de economie aan de Universiteit van Edinburgh.
Dr. John Constable is directeur van de Stichting Hernieuwbare Energie.
Bron hier.
Mooi pleidooi,
Maar ook hier kun je weer lezen hoe het met de wet gesteld is, ze laten de tegenstanders niet eens uitpraten, dat is al een fout op zich, daarom gaan ze nu weer verder met een nieuwe rechtszaak.
Ook is er een uitspraak geweest van het Europese Hof van Justitie.
Geen bouwstop voor windpark Veenkoloniën
https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/164246/Geen-bouwstop-voor-windpark-Veenkolonien
Wat een bizarre uitspraak. De Stichting is niet ontvankelijk verklaard. Wat een aanfluiting als je dit vergelijkt met het Urgenda arrest.
De rechter komt niet toe aan een beoordeling, omdat het onder meer niet duidelijk is voor welke personen de stichting de belangen behartigt.
Bij het Urgenda arrest was het precies omgekeerd. Daar was de rechter van mening dat deze Stichting het algemeen belang verdedigde.
Lees de uitspraak nog eens: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2020:3583
Platform Storm heeft gewoon een fout gemaakt in de dagvaarding en dat is niet te vergelijken met de Urgenda zaak waarbij de stichting Urgenda namens 886 individuele eisers de zaak voerde. Alleen beroepen op stichting statuten waarin enkel staat dat het namens de lokale bevolking handelt, zonder ook maar een enkel natuurlijk persoon op te voeren is onvergelijkbaar met de 886 opgevoerde individuen in het Urgenda arrest.
De rechter volgt gewoon de wetgeving en Platform storm had beter zijn huiswerk moeten doen.
@Willem: het heeft er alle schijn van dat de rechtspraak in ons land een kwestie is van pure willekeur. Urgenda zou het algemeen belang dienen en deze stichting niet?
Werff: Urgenda was zo slim om de letterlijke tekst van een verdag over te nemen. Toen kon de rechter niet anders. Urgenda drijft op een paar gehaaide advocaten. Ja, alpha’s hoor, dus ze hebben een achilleshiel.
@Willem.
“Wat een bizarre uitspraak. De Stichting is niet ontvankelijk verklaard.”
Gelukkig dat dat gebeurd is.
We krijgen totale wanorde als iemand in Friesland mij een proces kan aandoen omdat ik in Zeeland iets wil doen (bijv. een huis bouwen) wat hem niet bevalt.
NL zou het walhalla worden voor juristen…. Erger dan USA.
Daar worden we alleen maar armer van…
Kennelijk kon de stichting niemand vinden die enig substantieel nadeel zou kunnen ondervinden van het windmolenpark en bereid was zijn handtekening onder de klacht / dagvaarding (? zo heet dat toch) te zetten.
Rechters in Assen. Er bestaat een “achterlijkheidskaart” van Nederland, gemaakt door sociologen in de jaren 70. Kon toen nog. Gebaseerd op vragen als “heeft u de bokkepoten van de duivel wel eens gezien” en gecombineerd met aantal auto-ongelukken, NSBgedrag van ouders, etc.
Deze rechter heeft de zaak gewoon weggeschoven. Dat kan daar. Binnenlands koloniale rechtspraak noem ik het.
Theo
Het is weer eens duidelijk, Grote belanghebbenden maken overal de dienst uit. De centen die regeren niet alleen, maar spreken ook recht.
Mooi betoog. Duidelijk dat je het niet aan windbevlogen sprookjesvertellers moet overlaten om berekeningen te maken.
Mooi Karwei voor de Rekenkamer om met het voorbeeld van de Britse rekenaars de hele windhandel nog eens grondig door te rekenen.
Maar ik merkte het al eerder op, de windhandel heeft zijn huidige en toekomstige zogenaamde voordeel vooral te danken aan subsidies enerzijds en aan het zijn van achtervang als de kosten finaal uit de klauwen lopen.
Het véél en kunstmatig duurder maken van andere vormen van energie, moet dan de schijn ophouden dat windenergie goedkoop is. Het is en blijft een dubbel systeem dat als het niet waait een bestaand of toekomstig nieuw systeem (waterstof) in de benen moet houden.
Dubbelop dus.
Dit lijkt mij een uiterst cruciaal verhaal in de discussie over zogenaamd subsidieloze windparken.
Het is een verhaal gebaseerd op een onduidelijke gegevens selectie uit het verleden, zonder onderbouwing, waarbij er van wordt uitgegaan dat er geen kostendalingen optreden bij deze relatief nieuwe technologie.
Daarbij wordt genegeerd dat de aanbestedingen van afgelopen jaren voortdurende kostendalingen lieten zien.
Het verhaal valt een zorgvuldige studie van een UK overheidsorgaan aan, dat afgelopen 10 jaar een serie van dergelijke rapporten heeft gepubliceerd met min of meer juiste voorspellingen:
https://www.gov.uk/government/collections/energy-generation-cost-projections
Uit het 2020 rapport van BEIS blijkt dat vele externe deskundigen inbreng in het rapport hebben gehad.
En dat de voorspelde kostendalingen gebaseerd zijn op de trends in afgelopen jaren, waarbij deskundigen aangeven dat die trends zich doorzetten.
Dus als ik het goed begrijp is dit artikel een aanval op deze studie: https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/911817/electricity-generation-cost-report-2020.pdf
Ik zie allemaal getallen staan met dat capex en opex veel hoger zou zijn dan in voornoemde studie maar ik mis de onderbouwing en een link naar de data onder hun eigen studie. Dus hoe kan ik nu beoordelen of wat geschreven wordt hout snijdt?
Ach laat ook maar, Gordon Hughes is beroemd vanwege zijn anti wind energie propaganda: http://www.ewea.org/blog/2012/12/study-on-turbine-lifespan-just-more-anti-wind-propaganda/
Geen zin om energie te verspillen aan dat soort mannen met niet echt een betrouwbare reputatie.
Bovendien, OPEX en CAPEX is voor rekening en risico van de concessiehouder van het windpark dus mochten die kosten hoger zijn dan geprognosticeerd dan is dat niet het probleem van de burger of staat. Ik heb meer vertrouwen in de capex en opex analyses van de partij die daadwerkelijk de investering doet en het risico neemt dan in een paar mannen die al decennia vanaf de zijlijn strijden tegen windenergie.
Zwaktebod, schrijf eens een artikel hier met een duidelijke toelichting waarom we windenergie moeten gebruiken als energiebron. Met alle facetten en controleerbaar! Succes!
@Paulz, ik peins er niet over. CO2 reductie wordt toch niet als argument geaccepteerd door de AGW ontkenners, prijzen worden niet gelooft ook al komen ze van gerenommeerde instituten als Lazard af en een discussie over zachte criteria als overlast, landschapsvervuiling e.d. is een loopgravenoorlog waar niemand iets kan winnen.
Alleen als je een naam hebt opgebouwd als strijder tegen hernieuwbare energie wordt je hier serieus genomen, als je achter de klimaatwetenschap staat wordt je uitgekotst.
Bovendien, bijna niemand zit hier te wachten op mijn mening. Ik ben hier alleen maar om onzin van repliek te voorzien en jullie haten dat. Dat maak ik op uit de observatie dat fatsoenlijke inhoudelijke discussie zo goed als onmogelijk zijn gezien de dikwijls verzette doelpalen en de persoonlijke aanvallen.
Marc, je discussietechniek is nog steeds allerbelabbertst. Het stikt van de interpretatie en projecties. Meestal ook nog persoonlijk gericht. Je werkt toch niet voor een linkse terreurorganisatie? Dus betaald worden per antwoord? Want ik ken daar velen van. Rekencapaciteit en logica in dis cussie zijn bij jou nauwelijks congruent. Dat vind ik heel vreemd.
“Je werkt toch niet voor een linkse terreurorganisatie?” bewijst mijn punt.
Tja Marc, jammer. Ik vind dat je mensen van repliek geeft, maar nooit overtuigend en echt controleerbaar. Ik hoop nog steeds dat je het doet. Dan is er wellicht een echte discussie ipv oncontroleerbare verwerpingen. Gemiste kans!
@Marc:
CO2-reductie?
Daar is geen sprake van zolang de bulk van “hernieuwbaar” het energieverbruik alleen maar naar voor NL ongekende hoogte stuurt: het zijn datacenters in buitenlandse handen die “hernieuwbaar” opvreten.
Ook een vorm van open grenzen.
Ach Paulz, kijk wat er gebeurd, Peter schudt verdachtmakingen uit de mouw, Christian begint over linkse terreurorganisaties en Boels verzet de doelpalen naar datacenters. Dat is redelijk representatief voor het niveau van de discussies hier. Hoe kan het dan inhoudelijk worden?
Ik vroeg gewoon om de ondersteunende data van de beweringen en zocht naar de reputatie van de schrijvers. Geen enkele reactie gaat over de data dus hoezo discussie. En ik maar denken dat sceptisch betekent dat je kritisch moet zijn en niet blind alles moet geloven.
Kafka heeft bij mij de ruiten ingegooid. Dat is geen terreur volgens Marc. Dat is het niveau van denken van Marc. Met cijfers is hij prima maar de logica van alles er omheen ontgaat hem. Bovendien is hij een klassieke narcist. Dat geeft niet maar die laten alle logica varen om maar een antwoord te geven. Linkse techneuten. Er zijn er minder van maar die er zijn zijn extreem fanatiek. Dat is geen garantie voor gelijk: kijk naar Samsom, technisch superieur omgekeerd evenredig karakterzwak.
Marc
Als je het niet kunt winnen lanceer je verdachtmakingen van belanghebbenden. Zwak hoor.
John Constable heeft zijn naam opgebouwd in de anti wind energie sector https://www.desmog.co.uk/john-constable
Hoe objectief zou hij zijn?
Misschien is John Constable net zo objectief als degenen die hun naam hebben opgebouwd in de pro-wind energiesector.
Tja, zo goedkoop als aardgas zal het nooit meer worden. Maar is dat erg? Ik geloof in “geluk door tegenstand”. Uiteindelijk heeft het aardgas opgeleverd: overbevolking, burgeroorlog, uitgewoond land, incapabele onzekere middenklasse ( jaja, havo; Mammoetwet zat in de slipstream van de aardgasvondst ).
Dure energie is niet leuk maar wel beter. Leven in Nederland moet weer “werken” worden. Bestrijdt het parasitisme het best.
In je berenvelletje met je knots achter een konijntje aan. Daarna terug in je hol, vuurtje aan en een onderweg gevangen vrouwtje verwennen..
Ja, discussietechniek:karikatuur maken van wat de ander zegt. Ook kenmerk van te lage ontwikkeling. Dat bedoel ik nou.
Je vangt je vrouwtjes nog steeds hoor. Of ga jij naar het café voor de “gezelligheid”. Zeker nooit verder gedacht. Dat bedoel ik nou. Aardgas maakt ook geestelijk lui.
Westenmeerwind
Vragen over subsidie en energie een van de antwoorden.
Hoeveel subsidie betaalt de overheid voor elektriciteit van de windmolens?
De kostprijs van windenergie is op dit moment hoger dan de prijs die ervoor wordt betaald op de energiemarkt. De overheid stelt subsidie beschikbaar om dit verschil te overbruggen. Zonder deze subsidie is het niet mogelijk te investeren in windturbines of in andere vormen van duurzame energie. Een subsidie op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) vult het verschil aan; voor een maximaal aantal kWh en een periode van maximaal 15 jaar.
Projecten die ik graag wilde doen maakte ik ook wel eens iets aantrekkelijker qua te verwachten rendement.
Echter, wat een eerlijk mannetje was ik vergeleken bij Beis!
Die bemanning daar wordt toch wel gered zeker. De kwade genii genieten allang van hun pensioen voordat dit in brede kring bekend wordt. Wellicht handelen ze in opdracht.
Heb ik ook wel eens meegemaakt. “Maak er maar eens een mooi ROI-tje van”, zei de baas dan.
Nou, dan wist ik genoeg. Hij leek op Timmermans trouwens…
Lezenswaardig artikel dat vraagtekens zet bij de propaganda van GreenPeace / MilieuDefensie / Nijpels: “windenergie wordt steeds goedkoper en kan zonder subsidie”.
Niet alleen zijn de kosten (Opex) van het operationeel houden van windturbines en systeemkosten (door het benodigde uitgebreide SmartNet) slechts in de toekomst toenemend voor de energie-afnemer / consument / burger, bovendien de levensduur van windturbines komt op zee tot op heden sporadisch boven de 20 jaar uit.
Bovendien groter en hoger voor windturbines leidt niet impliciet tot een lagere Capex en Opex, waarschijnlijk het tegendeel.
Bovendien de investeringskosten (Capex) zijn altijd exclusief de afbraak en weer herstellen van de natuur, zoals die door GreenPeace / MilieuDefensie dan weer wel voor kerncentrales geldt.
https://www.climategate.nl/2016/01/levensduur-windmolens/
Ook dit artikel sluit volledig aan op mijn eigen ervaringen.
Het gaat om geld. Welke idioot gelooft nou dat de bankiers die ons woekerpolissen hebben verkocht en ons in een diepe financiële crisis hebben gestort te vertrouwen zijn nu ze een groen colbertje hebben aangetrokken? Iedereen herinnert zich toch WorldOnline? Keurige accountantsrapporten waarin stond dat het bedrijf financieel gezond was. Elon Musk had de zoon van Nina Brink kunnen zijn. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
https://www.youtube.com/watch?v=Ia-qdvDzbAU
Daarom zei Stalin ook: “ach, ze zijn toch allemaal corrupt en hebzuchtig”. Of was het God met de zondvloed? Nou ja, bankiers zijn dus oplichters. Maar dat is persoonlijk natuurlijk.
“dat de kosten van ‘hernieuwbare energie” zouden dalen “. Er bestaat geen hernieuwbare energie . Hoe kunnen daarvan de kosten dalen.
Voor het produceren van een eenheid ‘hernieuwbare energie ‘, zijn per definitie meerdere eenheden fossiele energie nodig in de keten: voor het delven van EXTRA grondstoffen tot en met ontmanteling ten opzichte van het ijkpunt. Dat ijkpunt was vóórdat Al Gore deze term introduceerde om zijn verwoestende imperium op te kunnen bouwen.
Vraag maar aan Kees de Lange over entropie : ∆s≥0
Zolang men de termen ‘hernieuwbaar’, duurzaam en bio niet voorziet van de juiste betekenis , zal er ook niets veranderen. Dan kunnen de financials groene elektrische energie, middels financial engineering, goedkoper blijven maken, ter onderscheiding van elektrische energie die ze dan grijs noemen.
Wazige raporten, niemand wil een kerncentrale bouwen en Wiebus twijfelt nergens aan.
Onafhankelijk onderzoek pro-kernenergie blijkt van oud-directeur Borssele.
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/onafhankelijk-onderzoek-pro-kernenergie-blijkt-van-oud-directeur-borssele~bc4cbaec/
Ach, dat hele Volkskrantspul gaat naar Frankrijk op vakantie. Overal kerncentrales. Hysterische groepen moet je ook niet naar hun mening vragen maar hun gedrag beoordelen. Dan valt links meteen door de mand. Die alpha’s denken dat, als ze een stapeltje papier scheiden, dat ze dan weer een stukje mogen autorijden. Ze fokken gelukkig minder kinderen uit gescheiden gezinnen maar stimuleren dat dan weer door Afrika hier te halen. Totaal niet geschikt om te leven, derzulken.
De subsidies zijn de kern van het probleem. Daarmee worden alle risico’s bij de overheid en dus bij de belastingbetaler neergelegd, terwijl het eventuele rendement bij de investeerder terecht komt. Dáár zit de fout.
Bij het recht hebben op rendement behoort normaal gesproken ook het dragen van het risico. Dat is iets dat zo snel mogelijk hersteld moet worden.
Als je de gegevens van het artikel zou geloven en je zou snappen hoe de subsidies in elkaar zitten dan zouden alle windparken failliet gaan zonder dat de overheid voor de kosten opdraait.
Hint, in Engeland werken ze met een contract for difference methodiek waarbij de afname prijs gegarandeerd wordt en mochten de elektriciteitsprijzen stijgen boven de overeengekomen strike price dan gaan die opbrengsten weer terug naar de overheid.
In NL is er geen subsidie meer op de laatste 3 windparken op zee en is alleen het transport gesubsidieerd. Dus het risico ligt bij de investeerder i.p.v. de overheid. Mochten ze failliet gaan dan is er een bankgarantie die borgt dat er geld is om de molens weer af te breken. Overigens lobbyen windboeren om ook in NL de contract for difference methodiek in te voeren.
Doe er je voordeel mee met deze info zodat je niet meer bang hoeft te zijn voor financiële consequenties bij faillisementen van windparken.
De contracten die de overheid afsluit met windparkleveranciers, zoals bijvoorbeeld Vattenfall, zijn niet openbaar.
Wij als burgers/consumenten moeten maar geloven wat de overheid en de exploitanten ons voorschotelen.
Zoals het RVO zelf zo mooi stelt: “De investeringsbedragen die genoemd worden in het exploitatierekenmodel zullen niet uit eigen beweging door RVO openbaar gemaakt worden. Wel kan RVO op basis van een rechterlijke uitspraak gehouden zijn tot openbaarmaking van de gegevens.”
En uiterlijk 30 jaar realisatie van een windpark op zee moet het windpark verwijderd zijn. Ze gaan dus geen 40 jaar mee. Volgens mij was het Bas Gresnigt die dat van die 40 jaar een keer beweerde.
@Johan, even ingrijpen want het is een verkrachting van de werkelijkheid. Windparken op zee worden aanbesteed waarbij de contractvoorwaarden vooraf worden opgesteld, openbaar zijn en niet wezenlijk mogen wijzigen wanneer het contract met de winnende inschrijver getekend wordt. Dus platgezegd is de enige wijziging het invullen van contractpartij, de datums, de offerte als bijlage en ondertekenen. Dat is standaard aanbestedingspraktijk. Zou bij een generieke aanbesteding (niet perse wind) het contract wel gewijzigd worden, bijvoorbeeld aansprakelijkheidsbepalingen, dan zullen de afgewezen inschrijvers beredeneren dat ze een andere aanbieding gedaan zouden hebben omdat het contractrisico veranderd. Is genoeg jurisprudentie over te vinden over wezenlijke wijzigingen.
Hoe zit het echt:
Contractvoorwaarden liggen vast en de aanbieding van de inschrijver is vertrouwelijk vanwege commercieel gevoelige informatie. Alleen een rechter kan gebieden tot openbaring. Dus RVO heeft gelijk. Heeft verder niks specifiek met windparken te maken maar geldt voor alle aanbestedingen.
Verder dramatiseer je over de geheimhouding aangezien de concessiehouders van wind op zee parken tegenwoordig moeten betalen voor pacht binnen de 12 mijls zone en de overheid helemaal niks betaalt aan de concessiehouder want subsidievrij. Natuurlijk willen we allemaal graag de offerte inzien en de verplichte business case kunnen beoordelen maar zo zit de wereld niet in elkaar. Geen enkel bedrijf zou blij worden als vertrouwelijke offertes op straat komen te liggen en alle concurrenten mee kijken. Overigens, alleen bij laagste prijs aanbestedingen moet je wel de prijs bekend maken maar laagste prijs aanbestedingen zijn meer uitzondering dan regel.
Maar goed, dat was een inkijkje in hoe aanbestedingen en contractering werkt binnen de publieke sector. Daar heb ik mij meer dan 20 jaar als werk mee bezig gehouden en continue afwegingen moet maken wat wel de delen is en wat niet aangezien je verplicht bent om afgewezen inschrijvers gemotiveerd af te wijzen zonder dat je commercieel gevoelige informatie deelt.
@Johan, contractduur naar 40 jaar, zie https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2020/10/13/nota-wijziging-van-de-wet-windenergie-op-zee/bijlage-nota-van-wijziging-wijziging-van-de-wet-windenergie-op-zee-ondersteunen-opgave-windenergie-op-zee.pdf
Geldt volgens mij voor nieuwe windparken. Kan zijn dat eerdere windparken een optionele verlenging van 10 jaar hebben waarmee de contractduur van 30 naar 40 jaar verlengd kan worden. Zit die optie er niet in dan is het niet mogelijk om de contractduur te verlengen want dat zou een wezenlijke wijziging zijn waar afgewezen inschrijvers of zelfs partijen die niet hebben aangeboden, een bezwaar tegen kunnen maken via een rechtszaak.
Bas overdrijft dus een beetje als hij zou zeggen dat de 40 jaar al zou gelden voor eerdere aanbestedingen.
Beste Marc, uit mijn eerdere reacties op jouw “bijdragen” kan je zonder enige twijfel afleiden, dat ik je een ongelooflijke kl…..k vindt. Maar, als je echt gelijk hebt krijg je dat ook gewoon zonder verder gezeur.
Ik heb het vonnis gelezen en de stelling van de rechter is duidelijk; de eisers zijn niet ontvankelijk en de redenen daarvoor zijn glashelder. Net zoals in het Urgenda vonnis heeft de rechter de juiste procedures gevolgd.
In deze zaak een behoorlijke misser van de advocaat en in het geval van Urgenda een buitengewone stommiteit van de Nederlandse overheid om een krankzinnige doelstelling in een wet vast te leggen.
Kortom, hulde voor je bijdrage waarin je dit stelt.
Jammer echter, dat je in je daaropvolgende bijdragen dat positieve beeld weer totaal onderuit haalt. Altijd smalend op de man spelen als je geen echte argumenten hebt. Je plaatst jezelf daarmee in de hoek van Lange Frans, Janet Ossebaard enz.
Maar goed, als e willens en wetens bij dat clubje wil horen; mijn zegen heb je.
Nee, Marc is geen wat-voor-scheldwoord-dan-ook. Ik ben het vaak niet met hem eens, en volgens mij kletst hij af en toe uit zijn nek, maarrr…. dat doe ik zelf ook met enige regelmaat! En hij heeft mij nog nooit uitgescholden. Ik vind zijn bijdragen nog steeds waardevol.
Ja. Gedeeltelijk. Marc heeft emotionele discussiefouten die niet in overeenstemming zijn met zijn vaak feitelijke bijdragen. Dat is opvallend. Kan betekenen dat hij als beta dat nooit geleerd heeft en dus ook nooit verwerkt. Kan ook betekenen dat zijn omgeving dat gewend is. Beide zie ik aanwezig. Een beta in een alpha omgeving laat zich snel verleiden. Maar zijn cijfers zijn prima. Over de aannames kun je twisten. Dat moeten we dan ook blijven doen.
Heel interessant.
Uitstekend verhaal!
Ik heb in de olie en gasproductie gewerkt en heb nog nooit lage onderhoudskosten offshore gezien. Misschien met sommige subsea installaties maar daar waren de interventies zeer kostbaar.
In een offshore omgeving heb je altijd corrosie, erosie en zoutafzettingen. En dan ook nog een turbine die altijd draait. Daar kom je alleen bij met een zeer duur werkeiland en die zijn niet op afroep beschikbaar. Dus je gaat wachten tot er voldoende windmolens stilstaan en er rustig weer is om een campagne met een werkeiland te plannen, anders is het zeker onrendabel. Nu weet ik ook wel dat deze gesubsidieerde projecten niet gebouwd worden op economische gronden maar om bevlogen politici tevreden te stellen en de aarde te redden. En dat mag wat kosten.
Toch jammer dat de veilige en goedkope oplossing gewoon voorhanden is. Voor een fractie van de subsidies voor wind- en zonneenergie bouw je een paar kerncentrales en start een R&D campagne op onze universiteiten. Nooit meer energie problemen. Dan krijgen we ook weer tijd en geld om naar andere maatschappelijke problemen te kijken.
Offshore wind parken worden aanbesteedt zonder subsidie. Dus de bieders denken dat ze winst kunnen maken door de elektriciteit gewoon te verkopen.
En die bieders zijn degelijke bedrijven zoals Shell, e.a.
Moderne windmolens hebben maar eens in de ~2 jaar een onderhoudsbezoek nodig. Daarvoor gebruiken ze een loodsbootje met speciale loopbrug die de golfbewegingen van het bootje compenseert.
De turbines hebben een lift om de mensen (met olie, e.a.) naar de gondel te brengen.
Nou. Dominee Terlouw was onlangs nog in De Vooravond. Had met n paar jongeren een klimaat manifest opgesteld.
Waarschuwde streng voor fosiel.
CDA doet van de grote partijen niet meer mee met dat manifest. Scheelt misschien.
Die EV voertuigen kampen toch wel allemaal met grote problemen.
Maar Tesla spant nu toch wel de kroon, ze hebben toch steeds maar overal kwaliteit problemen vanaf dat ze op de markt zijn.
Tesla in trouble in world’s largest EV market, to recall around 30,000 cars
https://auto.hindustantimes.com/auto/news/tesla-in-trouble-in-world-s-largest-ev-market-to-recall-around-30-000-cars/amp-41603438547027.html
@Petra @ Marc Visionair Wat een eerlijk speelveld in de weg staat, is de wettelijke voorrang voor wind en zon op het net. Verder is deze link van belang https://www.ecomodernisme.nl/de-zaak-hinkley-point-c-is-kernenergie-duur/
Is HPC “verschrikkelijk duur”? Dat hangt af van het perspectief dat je neemt. Vanuit investeerders kun je stellen dat HPC inderdaad duur is wanneer je het vergelijkt met andere kernenergieprojecten. Immers, HPC kost bijna 8 miljard euro per Gigawatt, terwijl in China, Rusland en Zuid-Korea een vergelijkbaar project nog geen 3 miljard per GW kost.
Ondanks de relatief hoge bouwkosten zijn de kosten per kWh voor investeerders laag. Die 4,1 cent/kWh is vergelijkbaar met de kosten van een fossiele centrale en veel lager dan de kosten van de goedkoopste equivalente (stabiele, zelfstandige) combinatie van zonnepanelen en windmolens plus opslag met accu’s en waterstof, waarvan de kosten kunnen oplopen tot 50 cent/kWh. Vanuit dat perspectief is HPC dus net zo goed “verschrikkelijk goedkoop”.
Zo werkt het niet Hetzler, de financieringskosten wegdenken en dan zeggen, kijk eens hoe goedkoop kernenergie is als ik gratis geld kan lenen voor een risicovolle investering. 3 Dagen geleden zei je nog dat 8% een reële rente was om een kerncentrale te financieren. De rente op windparken is immers ook niet 0% en windparken zijn ook niet risicoloos gezien de dalende afzetprijzen en toenemende curtailment.
Er is geen sprake van een wettelijke voorrang voor wind en zon. Alles dat er toe doet zijn de marginale kosten. Is de stroomprijs laag, dan zal een kolencentrale verlies draaien, omdat de kosten voor de te stoken kolen hoger zijn dan de opbrengsten. Dan is het dus slimmer om de kolencentrale stil te leggen, iets dat de afgelopen jaren regelmatig gebeurt aangezien de stroomprijs al tijden zeer laag is. Een windturbine heeft nauwelijks marginale kosten, en zal in principe dus door blijven draaien en stroom blijven leveren zo lang de stroomprijs niet negatief is. (Natuurlijk is er geen sprake van een ideale markt, dus soms zal een kolencentrale of windturbine ook stroom blijven leveren terwijl dit verliesgevend is, maar dat terzijde).
HPC krijgt niet 4,1 cent/KWh, maar £10,6cnt/KWh (=€11,7cent/KWh) voor iedere KWh die ze zouden produceren in 2020. Dat bedrag wordt ieder jaar inflatie gecorrigeerd (consumenten prijs index) totdat de centrale, die in 2027 start, 35jaar heeft gedraaid…
@Hetzler,
Joris, de auteur van het artikel in je link, “vergeet” dat UK een leningsgarantie heeft afgegeven van ~€20miljard zodat EDF, de eigenaar, goedkoop kan lenen.
Daardoor betaalt EDF slechts een paar procent aan rente waar ze anders iets als 12%/jaar hadden moeten betalen*)
Daardoor is het ook niet zo dat de banken en pensioenfondsen die EDF geld lenen massaal verdienen, zoals Joris veronderstelt.
_____________
*) Als je dat omrekent op de kostprijs van de te produceren stroom, is dat een subsidie van ~1,5cent/KWh.
De banken willen zo’n hoge rente hebben op kernenergie bouwprojecten omdat die zo vaak fout gaan waarbij zij dan vaak hun geld niet terugkrijgen.
Nu wordt dat risico overgenomen door de UK belastingbetaler.
Initieel was de leningsgarantie £8miljard. Echter ten tijde van het ~2016 EU accountantsonderzoek (vanwege de vele subsidies) bleek die al verhoogd naar £17miljard en min of meer “open ended” (zoveel als noodzakelijk) te zijn.
https://www.reuters.com/article/us-eu-nuclear-uk-austria/austria-plans-to-appeal-eu-ruling-on-uks-hinkley-point-nuclear-plant-idUSKCN1LJ0Y5
De klimaatkerk begint het een beetje benauwd te krijgen. In de Volkskrant een artikel over Greta. Als je dat artikel moet geloven, dan was Einstein vergeleken bij haar maar een charlatan. Het begint een beetje op de persoonsverheerlijking van Stalin, Mao en Kim Jong Un te lijken.
De LCoE (Levelized Cost of Energy) voor windenergie is wel degelijk significant afgenomen in de laatste jaren. De investeringskosten per MW geïnstalleerd vermogen zijn momenteel weliswaar niet heel veel lager dan pakweg 5 of 10 jaar geleden, maar per MW levert een moderne windturbine zeker anderhalf tot twee keer de hoeveelheid stroom, vergeleken met windturbines die tien jaar geleden werden gebouwd. Effectief is de kostprijs per kWh voor windturbines die nu worden gebouwd daardoor in de afgelopen 10 jaar grofweg gehalveerd. Je hoeft slechts te kijken naar de ontwikkeling van de SDE tarieven om te begrijpen dat dit een reële prijsdaling is. Anders zouden windenergieprojecten nu nooit gerealiseerd kunnen worden. Bovendien is momenteel vrijwel geen subsidie meer benodigd voor windenergie op land (het SDE tarief is nauwelijks hoger dan de marktprijs voor elektriciteit). Dat kan van de meeste fossiele energiebronnen niet gezegd worden.