Een gastbijdrage van Guus Berkhout.

Vertaling: Martien de Wit.

Friends of Science Jaarlijks evenement klimaatwetenschap

Samenvatting van presentatie ‘Laat de data spreken’

Deel I laat zien dat het klimaat op aarde zo complex is, dat ons begrip van het klimaatsysteem als geheel nog zeer, zeer bescheiden is. Modellen zijn nuttige instrumenten voor allerlei wetenschappelijke exercities, maar het is erg naïef om te denken dat ze geschikt zijn voor beleidsdoeleinden. Zo is het bijvoorbeeld bizar om gebruik te maken van modelprojecties tot 2100. Waarom protesteren IPCC-wetenschappers niet tegen politici die hun modellen misbruiken?

De conclusie van deel I is dat we veel meer nadruk moeten leggen op gegevensanalyse: “Laat de data spreken”. Het is de enige manier om onze klimaatmodellen beter te maken.

– In deel II laten we zien dat door mondiale middeling veel waardevolle informatie verloren gaat. In klimaatonderzoek moeten we complete klimaatgegevens analyseren, bij voorkeur langs lengtecirkels en breedtecirkels. Bovendien moeten we de gegevens ontleden in trends en variaties rond die trends. Causaliteitsinformatie zit verborgen in de variaties (daarom hebben we breedbandige meetgegevens nodig).

– Deel III kondigt aan dat CLINTEL een Laboratory for Climate Imaging (LCI Int) opstart. In dit lab laten we de data spreken! De prioriteiten zijn 1) het evalueren van de fouten in de dubbel-gemiddelde klimaatgegevens en 2) het extraheren van causaliteitsinformatie uit de breedbandige variaties. Bijvoorbeeld, is CO2 een oorzaak of een gevolg?

Vragen en antwoorden

Vraag 1: U benadrukt dat we een duidelijk verschil moeten maken tussen milieuzorg en klimaatverandering. Kunt u hier verder op ingaan?

Antwoord: Ik ben een groot voorstander van goed rentmeesterschap over de planeet waar we op leven. We moeten dus stoppen met het uitputten van onze natuurlijke hulpbronnen, met het vervuilen van onze oceanen en met het steeds groter maken van de afvalhopen op onze continenten. Dat is de verantwoordelijkheid die we hebben voor toekomstige generaties (of voor het goed verzorgen van Gods schepping).

Maar met klimaatverandering ligt dat heel anders. Het klimaat op aarde wordt bepaald door gigantische natuurkrachten uit de complexe ruimte buiten onze atmosfeer en uit het complexe binnenste van onze aarde. Dit gebeurt al zolang onze planeet bestaat. Laten we onszelf niet overschatten, de invloed van het gedrag van de mens heeft slechts een marginale invloed op het klimaat van de aarde. We kunnen wel peperdure klimaatplannen maken, maar de aarde zal er zich weinig van aantrekken.

Dus, milieu en klimaat samenbrengen in één “groen beleid” is niet alleen verwarrend, het is ook fundamenteel verkeerd. Ja, het klinkt heel nobel, maar er is niets groens aan het klimaat. We kunnen alleen zeggen dat een veranderend klimaat de natuurlijke omgeving zal veranderen, maar niet andersom.

Om wijze rentmeesters te zijn, moeten we beseffen dat ook de natuurlijke omgeving voortdurend verandert door zich aan te passen aan klimaatveranderingen. Geef de mens daar niet de schuld van. Verandering hoort bij het leven op de planeet aarde. We moeten de natuur als voorbeeld nemen: wees slim en pas je aan! Tot slot, welk beleid we ook voeren, we moeten altijd de kosten en de baten tegen elkaar afwegen. Als we dat niet doen, lopen we een groot risico dat ‘het medicijn erger is dan de kwaal’.

Vraag 2: U benadrukt ook dat CO2 geen vervuilende stof is, maar een zegen voor onze planeet

Antwoord: Het leven op aarde is afhankelijk van fotosynthese. Fotosynthese is het proces waarbij planten op de continenten en plankton in de oceanen zonlicht en CO2 gebruiken om zuurstof en suikermoleculen (koolhydraten) te produceren. CO2 is dus van levensbelang voor al het leven op aarde. Meer CO2 is nodig om onze planeet groener te maken. Het is absurd gekapte bossen in biomassa-centrales op te stoken en dat dan ‘groen beleid’ te noemen. Het is nog absurder koolstofafvang en -opslag (CCS) een “groen beleid” te noemen. CO2 onder de grondstoppen is een gigantisch duur proces dat onze planeet minder groen zal maken en de zuurstofconcentratie zal doen dalen. Is dat wat we willen? En nogmaals, kijk vooraf samen met economen goed naar de kosten en baten.

Vraag 3: Wat is u het meest opgevallen in het AR6-rapport van het IPCC van twee maanden geleden?

Antwoord: Als je niet alleen naar de samenvatting voor beleidsmakers (SPM) kijkt, maar als je ook het 4000 pagina’s(!) tellende AR6-rapport (Assessment Report 6) zelf inkijkt, zie je een interessante discrepantie tussen wat politici zeggen en wat wetenschappers ons vertellen.

De politieke boodschap in het SPM is dat we in een enorme klimaatcrisis zijn beland en dat er onmiddellijk drastische maatregelen moeten worden genomen om een wereldwijde catastrofe te voorkomen. We zijn bijna te laat. In het AR6 rapport zelf kunnen we echter lezen dat de IPCC-wetenschappers eindelijk toegeven dat de crisistrajecten in eerdere rapporten sterk overdreven en dus zeer onrealistisch waren. Merk op dat dit precies is wat CLINTEL in zijn WCD stelt: er is geen klimaatnoodsituatie. We hebben wel degelijk tijd om op een intelligente manier te reageren op de huidige periode van opwarming van de aarde. Als we slim zijn kan de opwarming van de aarde zelfs in ons voordeel worden gebruikt!

De erkenning dat er geen klimaatcrisis is, heeft enorme gevolgen:

1. Wetenschappelijke gevolgen. Duizenden peer-reviewed wetenschappelijke artikelen moeten worden gecorrigeerd, omdat die artikelen het crisistraject van het IPCC (RCP 8.5) als geldig uitgangspunt hebben genomen. Het is van groot belang dat wetenschappelijke organisaties over de hele wereld deze verandering van standpunt duidelijk maken aan de politici. En voor de geloofwaardigheid van de betrokken wetenschappelijke tijdschriften, zouden zij officieel moeten verklaren dat de publicatie van deze artikelen een vergissing was.

2. Politieke gevolgen. Crisismaatregelen, zoals NetZero CO2-uitstoot en Carbon Taxes, kunnen worden geschrapt. Dat zal CLINTEL ’s boodschap zijn aan COP 26: Annuleer het akkoord van Parijs, want a) het is gebaseerd op gemankeerde wetenschap en b) het heeft niets te maken met de werkelijkheid.

Vraag 4: U woont in Nederland, een land dat grotendeels onder de zeespiegel ligt. Zijn de Nederlanders niet bang voor het bericht van een enorme wereldwijde stijging van de zeespiegel in de toekomst?

Antwoord: Hier is weer zo’n bangmaakboodschap van klimaatalarmisten die niet op feiten is gebaseerd. Als we kijken naar de afgelopen 150 jaar, zien we dat metingen een mondiaal-gemiddelde stijging van de zeespiegel laten zien van ongeveer 3 cm per 10 jaar (thermische uitzetting, smeltend ijs, stijgende oceaanbodems en wegzakkende landoppervlakken). Dit betekent over 100 jaar ongeveer 30 cm. Wij hebben in Nederland onze dijken versterkt voor een regionale stijging van de zeespiegel met één meter. En als er meer nodig is, zullen we ze nog sterker maken. Het is een schoolvoorbeeld van aanpassing aan veranderingen van het klimaat, precies volgens de boodschap van CLINTEL.

Vraag 5: Wat is de Magna Charta Universitatum 2020 van CLINTEL?

Antwoord: De oorspronkelijke Magna Charta was een Koninklijk Handvest van Vrijheid en Rechtvaardigheid, afgekondigd door koning Jan van Engeland in 1215. De boodschap in onze Magna Charta is dat vooruitgang in de wetenschap een open systeem vereist met theorieën die falsifieerbaar zijn, experimenten die herhaalbaar zijn en bovenal met onderzoeksorganisaties waar kritische wetenschappers met afwijkende standpunten welkom zijn: Audiatur et Altera Pars. Vooruitgang in de wetenschap hangt af van het woord geven aan andersdenkenden.

Het excommuniceren van wetenschappers die het niet eens zijn met de consensus, betekent het einde van de vooruitgang. Dit is wat we vandaag zien in het wetenschappelijke klimaatonderzoek. Academies van Wetenschappen en Universiteiten zouden de beschermheren van open wetenschap moeten zijn, maar in plaats daarvan zijn zij bureaucratische bastions van consensus geworden.

Vraag 6: U zegt dat we wereldwijde gemiddelden moeten vermijden, u noemt dat “data folding“, AR6 toont honderden figuren met volledige gegevens.

Antwoord: Ja, dat is zeer juist, maar in het IPCC is het of te weinig of te veel. Het grote klimaatdebat is al 40 jaar slechts gebaseerd op één trendcurve: De Global warming curve. Als je meer wilt weten en in het AR6 zelf begint te lezen, word je overspoeld door details met vele honderden specialistische figuren. Eigenlijk is het AR6 alleen toegankelijk voor een kleine groep deskundigen.

Wat nodig is, is niet één curve, niet honderden curves, maar een paar grafieken die de essentie van het klimaatsysteem laten zien en die voor veel mensen toegankelijk is: ‘Het Grote Plaatje’. Dat vereist ordening van alle onbewerkte gegevens op een intelligente manier, zodanig dat de onderliggende belangrijkste klimaatfactoren er gemakkelijk uit te halen zijn. Wiskundig gesproken, denk aan een Principal Component Analysis (PCA) van alle onbewerkte gegevens. Maar dan wel PCA, waarbij kennis van de onderliggende fysica wordt meegenomen. Dat is wat ik voorstel.

Vraag 7: Wat zou u tegen Greta Thunberg zeggen als u haar zou ontmoeten?

Antwoord: Ik zou tegen haar zeggen: “Alsjeblieft Greta, gedraag je niet als een papegaai. Wees kritisch tegen de vele valse profeten die misbruik van je maken en je afzetten tegen de omgeving waarin je bent opgegroeid. De informatie die die profeten je vertellen is eenzijdig en misleidend:

– Realiseer je dat je in een maatschappij leeft die veel welvarender is dan de wereld van je ouders en grootouders. Zij hebben hard gewerkt om dat voor elkaar te krijgen.

– Besef dat er een fundamenteel verschil is tussen milieuvervuiling en opwarming van de aarde. Milieuvervuiling wordt door de mens veroorzaakt en daar moeten we een eind aan maken, maar de opwarming van de aarde wordt vooral gedreven door natuurlijke krachten die we niet kunnen tegenhouden.

– Wees kritisch, verdiep je kennis van het klimaat en oordeel zelf. Als je dat doet, zul je erachter komen dat er helemaal geen klimaatnoodsituatie is. Ja, het klimaat verandert, maar dat betekent helemaal niet dat we te maken hebben met een klimaatcrisis. Hebben de leraren op school je nooit verteld dat CO2 essentieel is voor al het leven op aarde? Hebben ze je nooit verteld dat een groenere aarde meer CO2 vereist?

Concluderend Greta, als we ons aanpassen aan de klimaatverandering, doen we precies wat de natuur de hele tijd doet. Jouw generatie is misschien zelfs in staat om de opwarming van de aarde in haar voordeel te gebruiken. Wat een positieve perspectief en wat een geweldige uitdaging. Laat de predikers van kommer en kwel jouw toekomst en de toekomst van jouw leeftijdgenoten alsjeblieft niet verpesten!

***

Friends of Science evenement klimaatwetenschap Laat de data spreken Het is de enige manier om onze klimaatmodellen beter te maken.

 

Climate imaging

Een gastbijdrage van David Wojick.

Vertaling: Peter Baeten.

Bron hier.

In zijn recente videopresentatie voor de Stichting Friends of Science in Canada, stelt Clintel-president Guus Berkhout de oprichting van een nieuwe analytische faciliteit voor, die op een nieuwe manier naar klimaatdata moet kijken: het Laboratory of Climate Imaging Int. Hij noemt het onderwerp ‘Climate Imaging’, maar het gaat daarbij niet louter om plaatjes. Het gaat om een combinatie van data mapping, transformatie en visualisatie. Berkhout voegt verder aan de naam ‘Int’ toe, om duidelijk te maken dat LCI geen intergouvernementele, maar een internationale organisatie moet zijn.

Professor Berkhout legt e.e.a. als volgt uit: “Imaging is veel meer dan het maken van plaatjes. Imaging is het onttrekken van informatie aan observaties (‘data’) zonder de ambitie (al) te hebben om te verklaren hoe die informatie door de natuur is gegenereerd. Deze informatie (en inzicht gevende visualisaties daarvan), kan ons begrip significant verbeteren en is vaak genoeg om belangrijke politieke beslissingen te nemen.” De slogan van Berkhout is: “Let us think differently, let us think the imaging way.”

Het basisidee is dat het klimaatdebat, al veertig jaar, primair is gericht op mondiale gemiddeldes. Deze focus minimaliseert echter de hoeveelheid informatie in de analyse. Enorme hoeveelheden gedetailleerde klimaatdata verdwijnen, omdat ze worden samengeperst in één enkel getal, zoals de gemiddelde wereldtemperatuur van één of zelfs meer jaren.

Professor Berkhout stelt voor dit proces om te keren, wat hij het uitpakken van de gemiddeldes noemt. Alleen in de gedetailleerde data kunnen we de oorzaken van klimaatverandering vinden.

Maar het onderwerp speelt nu eenmaal mondiaal, dus climate imaging betekent mondiaal kijken naar gedetailleerde data. Bijvoorbeeld: waar en wanneer vindt er opwarming plaats?

De huidige klimaatmodellen zullen ook moeten worden getest tegen de mondiale imaging data. Hoe zien hun mondiale beelden er uit? Bijvoorbeeld: als een groot deel van het Arctische gebied opwarmt, terwijl de tropen stabiel blijven en Antarctica afkoelt, kunnen de modellen dat belangrijke feit dan verklaren? Zo niet, dan is er nog een hoop werk te doen aan de modellen. En ook: als al die lokale verschillen in opwarming en afkoeling worden geobserveerd en de toename van CO2 is overal bijna hetzelfde, hoe past dat dan in de Anthropogenic Global Warming hypothese?

De specifieke details over waar en wanneer er klimaatverandering plaatsvindt, kunnen wel eens uiterst belangrijk zijn. Want uiteindelijk gaat wetenschap over specifieke zaken, niet over gegeneraliseerde getallen, zoals mondiale gemiddeldes. Die gemiddeldes zijn ‘information killers’. Berkhout: “Informatie over causaliteit komt niet uit datatrends, maar uit variabiliteit. Behandel deze kostbare informatie dus niet als ruis.”

Berkhout stelt dat de focus op (data-arme) gemiddeldes de reden is dat er na 40 jaar zo weinig vooruitgang is geboekt in de klimaatwetenschap. De wetenschap heeft niet goed naar de data gekeken.

Berkhout stelt zelfs een standaard-aanpak voor het in kaart brengen van mondiale data voor. Dit zou moeten gebeuren in banden van constante lengtegraad en in banden van constante breedtegraad. Data voor deze banden produceren, voor temperatuur, zonnestraling, CO2-concentratie, vochtigheid, wolkeneigenschappen enz., zal de centrale taak worden voor het Climate Imaging Laboratory. Daarna zullen verbanden worden gelegd tussen deze data. Professor Berkhout verwacht dat deze verbanden de sleutel zullen zijn voor de langverwachte vooruitgang in de klimaatwetenschap.

Het pionieren in en demonstreren van climate imaging, wordt de centrale missie van LCI Int. Het is extra belangrijk dat het een internationale missie is, omdat de huidige data-analyse gedomineerd wordt door nationale inspanningen, die de neiging hebben zich te richten op het nationale beleid. Daarnaast zal het LCI duidelijk maken dat het cruciaal is om onderscheid te maken tussen milieuvervuiling enerzijds en klimaatverandering anderzijds: ontkoppel milieu- en klimaatbeleid.

Aan het einde van de video is ook nog het Q&A-gedeelte te zien. Deze 45 minuten bevat een interessante discussie tussen professor Berkhout en Michelle Stirling van Friends of Science.

Op dit moment is Climate Imaging Laboratory Int nog maar een belangrijk concept. Maar de plannen om het een realiteit te maken, zijn al in gang gezet. Zoals de titel van de presentatie van professor Berkhout al zegt: Let The Data Speak.

***