Vorige week plaatste ik een reactie op een stuk van Asha ten Broeke van Kennislink (het stuk is niet meer online maar nog wel hier te vinden) en nodigde haar uit om te reageren. Dat heeft Asha nu meer dan uitgebreid gedaan en hieronder is haar reactie te lezen, een artikel op zichzelf. Een paar opmerkingen van mijn kant zijn te vinden in de commentaren.
Reactie op โOpgelost: sceptisch omdat ik een blanke man benโ
โPsychopaat: slachtoffer van zijn eigen brein?โ โHoogbegaafd door je cortexโ โBlanke mannen zijn niet bangโ โWaar zijn de wiskundevrouwen?โ Dit zijn zomaar wat artikelen die ik de afgelopen jaren schreef. Ze hebben twee dingen gemeen: ze gaan allemaal over psychologie en ze gaan allemaal over mensen die afwijken van de norm.
Dat is geen toeval. Mensen die zich anders gedragen dan de meerderheid zijn vanuit psychologisch oogpunt namelijk bijzonder interessant. Dit heeft een simpele reden. Stel, je zit op een terrasje en geheel onverwacht lopen er honderd lemmingen voorbij. Je staat op en ziet dat er 99 van een nabijgelegen klif afspringen. Slechts eentje blijft er staan, kijkt om zich heen en verdwijnt in het bos. Wat is dan de meest interessante vraag? Het is niet de vraag waarom de meerderheid sprong: klaarblijkelijk is dit normaal gedrag voor lemmingen. Het wordt pas intrigerend zodra je gaat onderzoeken waarom die ene nou bleef staan.Hoogbegaafden wijken af van de norm van een IQ van om en nabij de 100. Psychopathische criminelen wijken af van de norm dat we elkaar doorgaans geen geweld willen aandoen. Wiskundevrouwen wijken af van de norm dat het meestal de mannen zijn die zich met mathematische aangelegenheden bezig houden. En klimaatsceptici wijken af van de norm omdat zij zich, in tegenstelling tot de meeste wetenschappers, burgers en buitenlui, niet druk maken over het veranderen van het klimaat. Dit wekt vervolgens de interesse van psychologen, en daarmee van mij, want ik ben een wetenschapsjournalist die over psychologie en gedrag schrijft.
Afwijken van de norm is geen oordeel op zich
Tegenwoordig is afwijken van de norm gelukkig een waardenvrije gebeurtenis. Ooit, in de duistere dagen van de psychiatrie, werden sommigen afwijkenden weggestopt in vreselijke gestichten en als slecht of kwaadaardig gezien. Dat is niet meer zo, en terecht. Neem die lemming die bleef staan. We zouden zeggen dat hij erg verstandig is, omdat hij geen zelfmoord pleegde. Maar dat kan net zo goed heel antropocentrisch van ons zijn: we plakken onze weerzin tegen zelfdoding op een onschuldige lemming. De vraag of โniet springenโ dan ook echt een goede beslissing was, kun je beter overlaten aan een bioloog.
Op dezelfde manier laat ik de vraag of klimaatscepsis goed of fout is liever over aan klimaatwetenschappers. Maar dat betekent natuurlijk niet dat ik me ook moet onthouden van uitspraken over wat โde normโ is als het gaat om het opwarmingsvraagstuk. Die norm wordt in dit geval gesteld door twee factoren: wat denkt de meerderheid van de klimaatwetenschappers? En wat denkt de meerderheid van het geรฏnteresseerd publiek?
Het antwoord op beide vragen is hetzelfde: een flinke meerderheid denkt dat de aarde significant opwarmt door toedoen van de mens. Deze meerderheid vindt bovendien dat er snel actie moet worden ondernomen om de stijging van de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer af te remmen, en zo verdere opwarming tegen te gaan. Hoe groot die meerderheid is, is onderwerp van discussie. Laat ik me beperken tot het rapport van ย Bray en Von Storch van het Institute for Coastal Research in Duitsland, dat mij werd aangeraden door klimaatgek.nl en klimatosoof.nl als รฉรฉn van de โbetere manieren om eenstemmigheid onder klimaatwetenschappers te metenโ. Op de vraag “To what extent do you agree or disagree that the IPCC reports accurately reflect the consensus of thought within the scientific community?” antwoordt 68% van de geรฏnterviewde klimaatwetenschappers dat ze het hier mee eens zijn. Maar liefst 84% van de ondervraagden pleit bovendien voor โimmediate policy decisionsโ. Dit lijkt mij een consensus. Een grote meerderheid is het in ieder geval. We kunnen dus vaststellen dat klimaatsceptici inderdaad van de norm afwijken.
Waarom wijken klimaatsceptici af van de norm?
De grote vraag is: waarom? Let op, dit is nog steeds een psychologische vraag. Denk aan die lemming aan de rand van die klif โ de jury is nog steeds in beraad over de vraag of klimaatscepsis (of zelfmoord onder lemmings) een goede of een slechte zaak is, er is geen smoking gun, er is geen definitief antwoord, een paar gehackte e-mails zijn geen bewijs dat al het klimaatwetenschappelijk onderzoek niet deugt, het feit dat er hier en daar een scepticus betaald werd door de olie-industrie evenmin. De echte vraag is dus deze: waarom denken de sceptici wat ze denken, wat zijn hun beweegredenen en drijfveren?
Marcel Crok verblijdde me in zijn stuk over mijn โblanke mannen zijn niet bangโ-artikel met een link naar een uitermate interessant sociologisch onderzoek van Myanna Lahsen naar een klein groepje natuurkundigen dat als klimaatsceptisch te boek staat en ook als zodanig politiek actief is. Dit onderzoek biedt een uitstekend aanknopingspunt voor onze vraag naar het waarom van de klimaatscepsis. Lahsen concludeert dat โThe case study suggests the importance of life experiences, personalities, culture and politics for scientistsโ decision whether or not to accept invitations to work with the anti-environmental movement. The same extra-scientific factors affect the engagements of their counterparts on the environmental side, regardless of where one judges the preponderance of the scientific evidence to lie.โ Of, met andere woorden: je mening in het klimaatdebat โ of je nu sceptisch, alarmistisch of iets ertussen bent โ hangt voor een zeer belangrijk deel samen met niet-wetenschappelijke overwegingen, zoals je psychologische, culturele en politieke achtergrond. En dit kun je bovendien constateren zonder een uitspraak te doen over wie het klimaatwetenschappelijk bewijs aan zijn kant heeft.
Psychologie + cultuur + politiek = idee over klimaatverandering
Laten we eens inzoomen op die psychologische, culturele en politieke achtergrond. Zou er een bepaald type achtergrond zijn dat samenhangt met scepsis of juist alarmisme? Het was die vraag die ik stelde in mijn artikel. Ik beantwoordde hem ook: ja, die is er. Als je mensen โ niet persรฉ wetenschappers, maar gewone brave burgers โ vraagt aan te geven hoe zwaar ze het risico van klimaatverandering inschatten, dan scoort elke groep โ blanke vrouwen, zwarte mannen, zwarte vrouwen –ย ongeveer even hoog. Slechts รฉรฉn groep valt er qua gemiddelde onderuit: de blanke mannen. Zij maken zich gemiddeld aanzienlijk minder zorgen over de opwarming van de aarde.
Dit betekent niet dat alle blanke mannen zich zo voelen, ontdekte psycholoog Paul Slovic. De meeste blanke mannen zijn niet sceptisch (en het feit dat er niet-sceptische blanke mannen bestaan bewijst dan dus ook niet dat Slovicโ theorie niet klopt). De gemiddelde risicoscore wordt onderuit gehaald door een kleinere subgroep van zoโn 30 procent, die wel bijzonder sceptisch is over klimaatverandering. Deze subgroep bestaat uit blanke mannen die er een speciaal soort wereldbeeld op na houden: ze zijn individualistisch en anti-egalitair โ zo is hun culturele identiteit. Het onderzoek van Slovic geeft hiermee een concrete invulling aan de algemenere constatering van Lahsen dat culturele, politieke en psychologische factoren een grote rol spelen bij klimaatscepsis. Niets meer, en niets minder.
Nu is dit op zich niets om van op te kijken. We weten allang dat huidskleur en sekse interacteren met ons wereldbeeld, en dat deze combinatie onbewust ons gedrag beรฏnvloedt. Franse schoolmeisjes bijvoorbeeld presteren slechter op dezelfde toets wanneer je ze vertelt dat het een wiskundetoets is, omdat hun wereldbeeld zegt dat hun sekse slecht is met wiskunde. Afro-Amerikaanse scholieren doen het beter op een IQ-test, als die vooraf hun onbewuste wereldbeeld dat zwarte jongeren minder slim zijn dan blanke weerlegt. En blanke mannen met een anti-egalitaire en individualistische culturele identiteit zijn sceptischer.
Kennis van zaken
Dit effect, ontdekten Slovic en consorten, is sterker dan het effect van opleidingsniveau, religie of politieke kleur. Marcel Crok voegt hier in zijn artikel nog een factor aan toe: geรฏnformeerdheid. Hij schrijft: โIk vrees dat Slovic onvoldoende gecorrigeerd heeft voor het feit dat wetenschap heel lang een blanke-mannen-sport was en dat blanke mannen risicoโs derhalve iets beter konden inschatten. Kennis van zaken โ denk aan de angst die sommigen kennen om genetisch gemodificeerd voedsel te nuttigen โ is in veel gevallen immers een belangrijke reden om juist niet meer zo bang voor iets te zijn.โ
Crok had hier eigenlijk geen โpsychologie van de koude grondโ nodig, want hij maakt hier een terecht punt. Drie politicologen onder leiding van Paul Kellstedt ontdekten vorig jaar inderdaad dat mensen die beter geรฏnformeerd zijn over klimaatverandering, zich significant minder ongerust maken over klimaatverandering. De correlatie tussen ongerustheid en geรฏnformeerdheid is evenwel erg klein: – 0.018. Voor wie dat weinig zegt: correlatie beschrijft de mate van samenhang in een getal tussen de 0 en de 1, waarbij 0 staat voor helemaal geen samenhang en 1 voor een perfecte correlatie. Ter vergelijking: de invloed van sekse en huidskleur waren in hetzelfde onderzoek respectievelijk 0.085 en 0.184. Ook niet erg hoog, maar dat was ook niet erg verwonderlijk, aangezien volgens Slovic slechts een deel van de blanke mannen zich ondergemiddeld ongerust maakt.
Ja, maar voor mij geldt het niet
Tot slot nog dit. Klimaatsceptici zijn niet sceptisch omdรกt ze blank zijn en een man. Zelfs als je wereldbeeld en culturele identiteit toevoegt aan deze factoren, kun je niet alle scepsis bij elk individu verklaren. Dat is de psychologie eigen: elk mens heeft zo zijn eigen, individuele overwegingen en beweegredenen, die zo uniek zijn dat ze niet in grote steekproefonderzoeken naar voren komen. Maar dit wil niet zeggen dat het white male effect niet bestaat, of geen rol speelt bij jou als individu.
Vergelijk het met longkanker. Niet elke roker krijgt longkanker โ individuele factoren spelen ook een rol (je hebt een gen dat je beschermt, je komt onder een bus voordat het zover is, noem maar op). Bovendien zijn er zo nu en dan niet-rokers die ondanks hun levensstijl toch longkanker krijgen โ wederom om individuele redenen. Toch kan elke arts je vertellen dat er een duidelijk verband bestaat. Zo werkt het ook bij klimaatscepsis: niet alle blanke mannen zijn sceptisch, en af en toe zit er ook een sceptische vrouw of lid van een etnische minderheid bij. Bovendien spelen individuele factoren een rol. Desondanks is het verband tussen sekse, huidskleur en wereldbeeld enerzijds, en klimaatscepsis anderzijds, net zo echt als het verband tussen roken en longkanker. Ook al ben je je er niet van bewust: wie je bent, zelfs demografisch gezien, speelt een grote rol in wat je vindt โ ook over de opwarming van de aarde. De vraag waarom we denken wat we denken en doen wat we doen is ontzettend interessant โ misschien zelfs interessanter dan de vraag wie er nu gelijk heeft in het klimaatdebat. Maar dat is wรฉรฉr een andere discussie.
Asha ten Broeke is wetenschapsjournalist en publiceert onder andere op Kennislink.nl. Daar verscheen ook haar โBlanke mannen zijn niet bangโ-artikel. Deze reactie schreef ze op persoonlijke titel, als reactie op een uitnodiging van Marcel Crok.
Bronnen:
Klimaatgek.nl: Kennislink weet het: klimaatsceptici zijn blank! 30 november 2009. Online te bekijken op: http://www.klimaatgek.nl/cms of http://www.klimatosoof.nl/node/1016
Bray en Von Storch (2007). The perspectives of climate scientists on global climate change. Online te bekijken op http://dvsun3.gkss.de/BERICHTE/GKSS_Berichte_2007/GKSS_2007_11.pdf
Myanna Lahsen (2008) Experiences of modernity in the greenhouse: A cultural analysis of a physicist โโtrioโโ supporting the backlash against global warming. Global Environmental Change 18, pp 204โ219. Online te bekijken op http://sciencepolicy.colorado.edu/admin/publication_files/resource-2590-2008.05.pdf
Paul Slovic en anderen (2007). Culture and Identity-Protective Cognition: Explaining the White-Male Effect in Risk Perception. Journal of Empirical Legal Studies 4 (3), pp 465โ505. Online te bekijken op http://faculty.washington.edu/jgastil/pdfs/IdentityProtectiveCognition.pdf
Marcel Crok. Opgelost: sceptisch omdat ik een blanke man ben. Verschenen op climategate.nl op 2 december 2009. Online te bekijken op http://climategate.nl/2009/12/02/opgelost-sceptisch-als-gevolg-van-het-blanke-mannen-effect/
Paul Kellstedt en anderen (2008) Personal Efficacy, the Information Environment, and Attitudes Toward Global Warming and Climate Change in the United States. Risk Analysis 28 (1). Online te bekijken op http://www.cfa.harvard.edu/~wsoon/ArmstrongGreenSoon08-Anatomy-d/Kellstedtetal08-KnowledgeGWvsApathy.pdf
Asha ten Broeke. Blanke mannen zijn niet bang. Verschenen op kennislink.nl opย 27 november 2009. Online nog te bekijken via de GeenStijl-mirror http://www.geenstijl.nl/archives/images/blankman.html
Asha schrijft: Je mening in het klimaatdebat – of je nu sceptisch, alarmistisch of iets ertussen bent – hangt voor een zeer belangrijk deel samen met niet-wetenschappelijke overwegingen, zoals je psychologische, culturele en politieke achtergrond. En dit kun je bovendien constateren zonder een uitspraak te doen over wie het klimaatwetenschappelijk bewijs aan zijn kant heeft.
Hier kan ik me volledig in vinden en het is ook de kern van het zeer interessante boek Why we disagree about climate change van Mike Hulme. Hulme, zelf mainstream en werkzaam bij de nu onder vuur liggende University of East Anglia, is er dan ook van overtuigd dat het klimaatdebat niet beslecht kan worden in de wetenschap! Het gaat namelijk om veel meer, om hoe je tegen de wereld aan kijkt (is de aarde een fragiel systeem of juist heel robuust).
Asha is echter niet ingegaan op mijn argument dat ook de klimaatalarmsiten blanke mannen zijn, dat klimaatonderzoek nou eenmaal een blanke-mannen-sport is. Dit betekent dat het blank zijn hier nauwelijks een rol kan spelen, maar andere psychologische factoren die zij noemt, zoals individualistisch en anti-egalitair, natuurlijk wel. Voor mij persoonlijk geldt zeker dat ik nooit echt een groepsdier geweest ben. Simon Rozendaal heeft volgens mij een keer gezegd dat hij nou eenmaal graag tegen de stroom in roeit. Die basishouding kan dus bijdragen aan klimaatscepsis en staat los van de feitelijke kennis over het klimaat. Het lijkt me vrij duidelijk dat je als wetenschappers stevig in je schoenen moet staan als je op dit moment tegen de heersende consensus in gaat. Daar zijn zeker bepaalde psychologische eigenschappen voor nodig, zoals moed en eigengereidheid.
Maar hetzelfde geldt uiteraard voor mainstream onderzoekers, die zich wellicht onbehaaglijk voelen als ze buiten de groep vallen. Die kiezen dus mede voor de consensus omdat ze conflictmijdend zijn of uit een soort luiheid, want tegen de stroom inroeien kost veel energie! In mijn optiek is dit misschien wel de belangrijkste reden waarom de meerderheid achter de broeikastheorie staat. De meeste klimaatonderzoekers zijn zelf geen specialist in de vraag 'komt het door CO2 of niet?'. Ze weten dat ze met scepsis daartegen geen vrienden maken onder collega's en dus sluiten ze zich al dan niet zwijgend aan bij de meerderheid. Wie denkt dat dit soort bewuste en onbewuste druk niet bestaat in het klimaatdebat moet de gelekte e-mails gaan lezen.
Dus ik zou het heel interessant vinden als Asha eens een stuk schrijft over het kuddegedrag onder wetenschappers.
Tenslotte, dat er onder de mainstream onderzoekers meer motieven meespelen dan de 'objectieve' waarheid blijkt uit dit citaat van Phil Jones: “As you know, I’m not political. If anything, I would like to see the climate change happen, so the science could be proved right, regardless of the consequences. This isn’t being political, it is being selfish.”
Ach om dit hele verhaal te ontkrachten hoeven we alleen maar te verwijzen naar Roy Innis, de man achter het Congres for racial Equality (Core). In de onmisbare film Not Evil Just Wrong levert hij de belangrijkste bijdrage. De titel van de film komt zelfs uit zijn mond. Gaan we verder met ‘Africa’s real climate crisis‘ van Fiona Kobusingye mensenrechtenactiviste uit Oeganda die al eerder op deze site is genoemd.
Links
http://en.wikipedia.org/wiki/Roy_Innis http://www.core-online.org/ http://www.noteviljustwrong.com/ http://townhall.com/columnists/FionaKobusingye/20…
Uitgeluld.
Een interessante vraag is trouwens ook nog: waarom is er eigenlijk alleen een echt klimaatdebat in de VS en nauwelijks in Europa, ik bedoel dan een debat onder wetenschappers. In NL hebben we alleen Bas van Geel die als publicerende klimaatwetenschapper openlijk sceptisch is. De door jou genoemde De Jager en Oerlemans willen zo niet genoemd worden. In de VS en Canada heb je echter een heel leger van goede wetenschappers die sceptisch/kritisch zijn: Lindzen, Spencer, Christy, Pielke sr, McIntyre, McKitrick, Essex, Soon, Michaels, Legates, Gray en nog velen meer die minder zichtbaar zijn in de media.
Denk jij dat dit met hun tweepartijenstelsel te maken heeft of is dit hun volksaard, vrijgevochten en ondernemend? Of heeft het met financiering te maken? In de EU zijn klimaatonderzoekers volledig afhankelijk van overheidsfinanciering en die overheid staat pal achter Kyoto. In de VS is er ook veel private financiering. Lindzen heeft aan MIT een leerstoel die betaald wordt vanuit een fonds en hij is financieel dus onafhankelijk.
Ik denk dat veel sceptici inderdaad van elementaire fatsoensnormen weinig kaas hebben gegeten.
En daar hadden ze destijds in Oost-Duitsland en de Soviet Unie tenminste hele goede oplossingen voor…. wat erg dat sceptici tegenwoordig gewoon vrij kunnen spreken. Bah!
Ernst, noem eens een paar sceptici voor wie dat geldt? Bij voorkeur sceptici die publiceren, dus bv iemand uit de lijst die ik hierboven afdrukte. Wat voor onfatsoenlijke dingen deden ze?
Marcel, ik vind je vraag over kuddegedrag absoluut fascinerend. Ik ruik weer een onbewuste drijfveer, deze keer aan de alarmistische/consensus-kant. Hier ga ik zeker in de kerstvakantie induiken, net als in je vraag of het felle debat overzees misschien mede wortelt in het twee-partijenstelsel daar. Volgens mij gaat Lahsen daar ook op in. Dit smaakt naar meer!
Asha, prima, ben benieuwd wat eruit komt en ik ben uiteraard bereid om je bijdrage weer hier te plaatsen. Marcel
Hier DE oplossing voor een niet bestaand probleem.
http://www.youtube.com/watch?v=nzmpWR6JUZQ
Afhankelijkheid van kunstmest die het grondwater vervuilen
en arme landbouwgrond zijn WEL een wereldwijd probleem.
Zullen we eens kennis gaan verspreiden in plaats van angst?
Overal moeten we bang voor zijn: griep het klimaat de economie, alles!
Dat is eenvoudig het lange termijngevolg van het recht van de regeeringen om ons geld in omloop te brengen.
Dit stuk is zeer de moeite van het lezen waard als U wil weten wat ons staat te wachten: http://www.usmarkets.nl/columns/157014-viva-la-re…
Wat asha hier produceert is nog het beste te omschrijven als een behendige trompe-l'oeil. Met zekere vaardigheid doet zij een poging om het psychologisch perspectief te verweven met de vragen waar het in het klimaatdebat om gaat. Het doel zal zijn, zich elegant uit de affaire terug te trekken.
Het artikel was pure stemmingmakerij. Het werd geplaatst op een strategisch moment, bovendien op een site voor kinderen en kindertjes.
De wereld die achter dit soort pamflettisme schuilgaat lees je uit het volgende citaat:
“En klimaatsceptici wijken af van de norm omdat zij zich, in tegenstelling tot de meeste wetenschappers, burgers en buitenlui, niet druk maken over het veranderen van het klimaat.”
Knap geformuleerde suggestieve bagger die je slechts uit je pen krijgt als je van mening bent het morele gelijk aan je kant te hebben en de mening van anderen er niet toe doet.
De wereld van Ernst Schrama, die niet gediend is van vragen en slechts wil debatteren zolang je hem gelijk geeft.
Het stuk van Asha is interessant en bevat zeker een kern van waarheid. Echter, met een aantal van aannames kan ik mij echter niet verenigen, zeker omdat zij alle zogenaamde klimaat’sceptici’ op één hoop lijkt te schuiven.
Zij stelt: “ En klimaatsceptici wijken af van de norm omdat zij zich, in tegenstelling tot de meeste wetenschappers, burgers en buitenlui, niet druk maken over het veranderen van het klimaat”. Tevens stelt zij: “… als het gaat om het opwarmingsvraagstuk. Die norm wordt in dit geval gesteld door twee factoren; wat denkt de meerderheid van de klimaatwetenschappers? En wat denkt de meerderheid van het geïnteresseerd publiek.”
Nu is de vraag: zijn deze stelling juisten en zo ja waarom maken klimaat’sceptici’ zich niet druk over het veranderen van het klimaat.
Voor mij geldt het adagium: verandering is de norm; als iets constant blijft is dat eerder uitzondering dan regel. De wereld, de mens en de Natuur zijn altijd aan verandering onderhevig, dus zo ook het klimaat. Klimaatverandering is de norm; iemand die stelt dat het klimaat altijd hetzelfde is (of zou moeten zijn) wijkt volgens mij af van de norm. Ik begrijp dat een groot aantal geologen met enige verbazing deze discussie al een aantal jaren volgen. Zij ‘weten’ namelijk al langer dat het klimaat de afgelopen miljoenen jaren altijd veranderingen heeft laten zien, ook toen de mens nog geen onderdeel uitmaakte van de Natuur. Daarom maken klimaat’sceptici’ zoals ik zich niet onnodig druk over klimaatverandering in de strikte zin van het woord. Voor ons, althans voor mij is klimaatverandering de norm en niet een uitzondering.
In het verleden werd het klimaat beschouwd als iets dat door Moeder Natuur wordt “geregisseerd”. Nu wordt aangenomen dat het klimaat door de mens wordt bepaald, althans die indruk wordt gewekt. In de loop der tijd is de norm dus gewijzigd met alle consequenties van dien voor o.a. deze onderzoeksresultaten. Indien men met toepassing van de ‘oude’ norm de stelling van Asha zou toepassen, zou men tot de conclusie kunnen komen dat blanke mannen bang zijn (waarbij ik abstraheer van de vraag wat het verschil is tussen blanke en gekleurde mannnen anders dan de uiterlijke kenmerken in deze discussie).
Omdat Asha uitgaat van de premise dat de norm wordt gesteld door wat wetenschappers en geïnteresseerd publiek erover denken, terwijl ik stel dat verandering per definitie (maar ook in praktijk) de norm is, communiceren we op twee verschillende golflengten. Asha zegt of impliceert te zeggen: “De norm over klimaatverandering wordt gesteld door de mens”, terwijl ik met betrekking tot het onderwerp klimaatverandering de mening ben toegedaan dat de Natuur in overwegende mate het klimaat bepaald, zonder daarbij afbreuk te doen aan feit dat de mens door zijn aanwezigheid invloed uitoefent op zijn omgeving en derhalve ook op het klimaat. De vraag is alleen; in welke mate en waar.
In conclusie: de stelling is interessant maar de conclusies zijn voor discussie vatbaar;
1. de reactie van Marcel Crok d.d. 11 december;
2. de normstelling. De normstelling is bepalend en die is in de loop van de decennia ‘aangepast’ en lijkt in strijd te zijn met het algemene gedachtengoed van het publiek, namelijk dat de mens een zekere mate van invloed uitoefent op zijn omgeving maar dat de Natuur nog altijd overheerst.
Volgens mij een mooi onderwerp voor een dissertatie.
Hoi Marcel,
@ je vraag 11/12 11:20 :
Bij toeval kwam ik gisteren dit artikel tegen : http://cio.eldoc.ub.rug.nl/root/2000/QuatIntRenss…
10 jaar oud maar in principe hetzelfde soort argumentatie als wat Kirby bij CERN gebruikt. Vrij vertaald: was het Jonge dryas 1 van de elf neefjes van de Kleine IJStijd ?
Nederland doet niet mee aan het CLOUD-experiment bij CERN en bij het CIO staat inmiddels een CO2-meetmast. Zou dat alles iets met geldstromen te maken hebben en met "wiens brood men eet wiens taal men spreekt" ?
Mijn korte mening over de blanke mannen:
30 jaar geleden zaten er op 100 natuurkundestudenten misschien 5 witte vrouwen in de collegezaal en 0 mensen met een andere huidskleur. Logisch dus dat alleen die mannen nu voldoende verstand van zaken in deze hebben om er een houdbare andere mening op na te kunnen houden. En voldoende guts om ervoor uit te komen.
nog niet gelezen / stuk van asha
opnieuw geplaatst:
http://www.kennislink.nl/publicaties/blanke-manne…
Hierboven wordt von Storch aangehaald om aan te tonen dat er consensus zou zijn onder klimaatwetenschappers. Nou heeft von Storch juist een goed inzicht gegeven dat er allerminst consensus is. Er is hooguit sprake van meerderheden en aanzienlijke minderheden.
Uit het onderzoek haal ik bv dit.
42% van de klimaatwetenschappers staan niet achter het IPCC verhaal. Ondanks dat ze vaak bestaan dankzij het ipcc
“Climate change is mostly the result of anthropogenic causes.” – with 1 representing “strong agreement” and 7 “strong disagreement” http://blogs.nature.com/climatefeedback/chart.JPG
Bron peer reviewed onderzoek PDF http://dvsun3.gkss.de/BERICHTE/GKSS_Berichte_2007…
Hans von Storch and Dennis Bray Institute for Coastal Research GKSS Research Center “Hans von Storch (born 13 August 1949 in Wyk auf Föhr) is a German climate scientist. He is Professor at the Meteorological Institute of the University of Hamburg, and (since 2001) Director of the Institute of Coastal Research at the GKSS Research Centre in Geesthacht, Germany. He is a member of the advisory boards of the journals Journal of Climate and Annals of Geophysics.”
When one conceives the problem at hand, i have to agree with your finishes. You distinctly show cognition about this topic and i've considerably to understand following reading your post.Many salutations and i will come back for any additional updates.