Het typische 'border'-denken van sektes dat mainstream werd in het Westen

Klik op de afbeelding om hem groter te maken, voor een beter zicht op de afscheidsfuif bij Alterra/Imares van Han Lindeboom. (met kapmes)

In de zondagstelling stelde ik dat de ‘milieucrisis’ is veroorzaakt door een groeiend overschot wereldvreemde academici sinds de jaren zestig – het bureaucratisch academisch complex (BAC), met media als versterker.

Deskundigen die de Nobelprijs voor Onvrede verdienen voor een opmerkelijke prestatie: terwijl Nederlanders nog nooit zo gezond en gelukkig zijn geweest, is donkergroen paniekvoetbal de norm in media en politiek. Waaraan nu zelfs de OECD mee doet, om de laatste generatie te redden.

Douglas en Wildavsky waren me 30 jaar voor met ‘Risk and Culture’
Zoals altijd, zijn originele ideeen al lang door anderen bedacht. Ik heb het dan over het essay ‘Risk and Culture’ van antropologe Mary Douglas en sociaal wetenschapper Aaron Wildavsky uit 1983. Zij startten hun onderzoek op basis van voornoemde waarneming:

    De meest gezonde en welvarende generatie ooit maakt zich het meeste zorgen.
    Angst voor ‘vervuiling’ ging alle andere risico’s domineren.

Hoe kan het dus, dat lobbyende girodieren ons de wet blijven voorschrijven, de laatste tijd vermomd als consultant in boardrooms, en economische afwegingen vaak geen rol mogen spelen?

Overeenkomst organisatie en wereldbeeld van sektes met milieubeweging
Op basis van een antropologische studie aan religieuze sektes als Amish en Hernhutters en een vergelijking met de milieubeweging vinden zij opmerkelijke culturele overeenkomsten. Ze zien twee lijnen, de egalitaire grensgroepering (sekte) versus hierarchisch ingestelde centrumgroep (de producerende maatschappij die verantwoording moet afleggen). Maar eerst, op bladzijde 159 schrijven zij over de geboorte van het BAC als één van de mogelijke oorzaken die sektarisme tot mainstream maakte.

The United States produced more educated people than could be absorbed in industry Their talents tended to mobilize words and people. As the size of government expanded with the size of the economy, positions were created for research program managers and evaluators. The economy shifted it’s weight to the service sector

En

The economic boom and the educational boom together produced a cohort of articulate, critical people WITH NO COMMITMENT TO COMMERCE AND INDUSTRY. The entry of enormous numbers of young people into higher education kept them outside the mainstream of American economic life while they where at school, and when they came out of school most new jobs opened in service industries.

1983 dus al heh?

Wat gebeurde afgelopen halve eeuw (en het allerergste komt nog)
Cohorten goed opgeleiden, die geen centrumpositie (met economische verantwoording en hierarchisch overleg) hoeven in te nemen, maar die vanaf de zijlijn zonder correctie van praktijk en weerbarstige natuur hun kritiek kunnen spuien en zelfs tot norm en beleid kunnen verheffen. Ze zouden bij wijze van spreken zo kunnen bloggen.

Sektariers definieren Wildavsky en Douglas als ‘people of the border’, een egalitair ingestelde groep met heilsleer die zich afzet tegen het technologische kwaad, gelovend in individuele menselijke goedheid en de slechtheid van het systeem van het centrum: precies zoals de sektes opereren die zij beschreven.

Sektes hebben een duidelijk moralistisch wereldbeeld. Waarbij één actiepunt – of het nu anti-nucleair of pro-Koala is -altijd een symptoom is, voortkomend uit de algehele mondiale slechtheid/onzuiverheid van het systeem dat in een eindfase zit.

Bij bestrijding van die wereldlijkheid/onzuiverheid leidend tot ondergang mag een economische afweging geen rol spelen, en hier herkennen we de klimaatgolgotha’s die de Britse regering nu in natuurgebied in Wales plant, en Maxime Verhagen die 4 miljard stort in de diepe zakken van Bard. Voor klimaatzuiverheid en verlossing mag geld geen rol spelen.

De verovering van het sektarische egalitairisme (lees egalitair in sektarisch verband als het feit dat voor iedereen verlossig mogelijk is, en deelname is vrijwillig), tegenover het doorgaans hiërarchisch georganiseerde industriële productieproces, gooit de rationele en praktische remmen los:

The shift to service industries makes room voor people of the border. Service intellectuals are less disposed to suffer subordination to hierarchy. After all, their level of formal education is often higher than the former captains of industry. Where before engaged in production, educated people could see why collective constraint might be necessary, working in the service sector suggests such subordination is unnecessary. De more the means of production are ideas rather than things, the less hierarchical organization of production appears essential.

Terwijl juist de mensen, die weten hoe de zaak werkt meer en meer aan de zijlijn blijven, die betalen hooguit de slagroom op de cocktailfuif van Alterra/Imares.

Given the hierarchical structure of the processes of production, people who take part in them should be expected to see fewer distant dangers than those of equivalent social and economic standing who do not. Since perceptions of environmental impurities form part of a critique of the existing social system, we would expect people who stand outside industrial society to be more concerned about risk from pollution.

Catastrophists versus Cornucopians
Je komt die verdeling ‘border’ versus center’in vele studies tegen, waarbij de egalitair ingestelde outsiders een vijandige houding ontwikkelen tegen de industriële hierarchische samenleving en haar techniek (ookal maken ze er volop gebruik van) Van Stephen Cotgrove van Bath University komt dan ook de verdeling van Cornucopians (geloof in technische vooruitgang) versus Catastrophists (Groen Links, Neven, mensen die zich tegen het verderfelijke kwaad van economische groei afzetten), op basis van uitgebreid sociaal onderzoek bij hoger opgeleiden. Die verdeling vinden we ook terug bij Catastrophist en BAC-lid Naomi Oreskes in haar aanval op de Cornucopian Fred Singer.

‘The cornucopians are typically in occupations which are central to the production process in industrial society. Few catastrophists are in such jobs. The cornucopians are typically engineers, consultants, directors, industrial scientists. The catastrophists are typically research scientists, academics, clergy, social workers, writers, actors and artists.

Jilted Generation
Ook het idee van ‘de natuur’ als vervangende godheid van een seculier hoogopgeleide samenleving komen we al in Risk and Culture tegen, en natuurlijkheid/zuiverheid als vorm van heiligheid waarvoor je nooit genoeg kosten kunt maken.

Ik heb voor de aardigheid het CD-boekje van ‘The Prodigy’, ‘Music for the Jilted Generation’ open geslagen als afbeelding bij deze blog: weinig afbeeldingen geven dit mainstream geworden border-sentiment met sektarische trekken zo simpel en treffend weer. Voor grote speakers dansende jongeren in een groene wereld, met aan de overkant van een kloof de vervuilende technologische wereld met aanstormende politiemannen die bij de kloof blijven steken.

Langharig, werkschuw, doch hoogopgeleid tuig steekt zijn middelvinger op naar de politie en hakt met een kapmes de verbinding met die vuile wereld door. Voedsel komt voortaan uit de gesubsidieerde hemel vallen, en 1000 watt-speakers, de Volkswagen en Citroenbusjes van de dansfanaten groeien voortaan aan de appelboom die de werkende sukkels mogen verzorgen.

Dit welsprekende werkschuwe tuig is wat ik bedoelde met het BAC. Averechtse oneconomische onzin kan verheerlijkt worden, milieuproblematiek uit haar verband gerukt ten aanzien van andere risico’s dankzij sektarisme. Gemeengoed binnen een BAC dat haar handelen zelf nooit heeft hoeven toetsen op de weerbarstige natuur/economische praktijk. Zij hebben dat kapmes in de hand.