Terwijl Rijkswaterstaat zandsuppleties – het begraven van het kustfundament onder miljoenen kuub zand- van Sharon Dijksma mag aanvoeren als natuurcompensatie-maatregel om de zoutwinning van Frisia mogelijk te maken, is reeds lang bekend dat die suppleties negatieve ecologsiche effecten hebben. Oftewel: Rijkswaterstaat mag poepresten met braaksel schoonvegen en dat hygienisch noemen. Dat blijkt uit de rij studies die ik hier presenteer, waaronder van RIKZ uit eind ‘jaren ’90, maar ook van Imares in 2010.
- Sinds 1995 verdringt de exoot en voedselarmere Ensis de voedselrijkere Spisula in schelpenbanken. Daarna zakt ook de hoeveelheid zwarte zee-eenden voor de kust in (want er is minder voedsel voor ze)
- Het mechanisme achter die steeds meer versnelde verdringing, is dat Ensis sneller het losse sediment koloniseert dat oa na suppleties ontstaat én zo succesvol Spisula wegconcurreert, zoals blijkt uit de WOT Schelpdiersurveay, en zoals Imares-auteurs bevestigen
- De suppleties intensiveerden na 2000 en helpen met andere milieuomstandigheden snel vestigende opportunisten als de invasieve en zich snel ingravende exoot Ensis (en wormen, polychaeten) zoals opnieuw blijkt uit Imares-onderzoek voor de kust van Noordwijk in 2010:
“Het lijkt er dus op, dat de recente strandsuppleties de groeiomstandigheden voor Ensis hebben verbeterd en het gebied aantrekkelijk gemaakt hebben voor (mobiele) Echinocardium.” (er werden tijdelijk meer zee-eenden gezien, die jonge Ensis aten, het tweedeklas voedsel waar de eenden op overschakelden RZ)
….waar het langer levende Spisula (2-5 jaar) meer hersteltijd nodig heeft (RIACON-onderzoek ’97). Hier bevestigt Leopold nogmaals, waarom niet visserij maar de opmars van Ensis het verdwijnen van Spisula verklaart:
Er is een omslag geweest van een door Spisula- gedomineerd systeem naar een systeem waarin de Amerikaanse Zwaardschede Ensis directus het benthos domineert.
De omslag Spisula>Ensis noemt ook Leopold als belangrijkste reden dat de draagkracht voor zwarte zee-eenden voor de kust verminderde in een studie uit 2010 . Een studie van Leopold en Baptist uit 2009 (die geen correlatie vond) dient echter als schaamlap om Rijkswaterstaat vrij te pleiten, en daar verwijst men nu steeds naar om te beweren: nee hoor, het zijn niet de suppleties. Zo schuift het Ministerie van Sharon Dijksma die trend bij visserij in de schoenen, als beleidsrechtvaardiging voor het instellen van visserijloze zeereservaten (VIBEG).
Zoals ik de STAB al uitlegde en hier al vaker blogde is deze theorie de meest waarschijnlijke: Ensis verdringt Spisula> minder voedsel voor zee-eenden. 1+1=2: Ensis breidt zich al uit als invasieve exoot, en Rijkswaterstaat maakt daarvoor ideale sedimentologische omstandigheden (los sediment, trage hervestiging Spisula), ten nadele van de bestaande schelpdierfauna. Ook lezen we in ander verband bij Imares, dat na zandsuppleties door Rijkswaterstaat de Spisulabank verdween bij Ameland in 2012.
Die zelfde Leop0ld die dat gesloten gebied voor vissesrij bij Ameland aanwees voor het Ministerie van EZ in Den Helder (Ton Ijlstra), weet even goed dat reeds uit het RIACON-onderzoek van Van Dalfsen en Essink voor RIKZ blijkt dat
- a. suppleties de schelpdierbanken begraven
- b. dat na opspuiten een verworming optreedt (polychaeten, soorten die zich snel in het losse sediment ingraven)
- c dat langer levende schelpdiersoorten als Spisula langere hersteltijd nodig hebben.
Of in de woorden van Dalfsen en Essink
Short-term effects on the benthic community were in general terms a decrease in species abundance and in zoobenthic biomass. This effect was most clear in the deeper study sites (Torsminde/DK, Terschelling/NL)
En (blz 23)
Long living species, such as bivalves (e.g. Spisula subtruncata, Donax vittatus) and sea urchins (Echinocardium cordatum) showed a much slower recovery. For these species, that do not reproduce successfully each year, recovery of total biomass and a normal age structure is considered to take 2-5 years.
En
A more serious risk of shoreface nourishment relates to diving ducks, such as the common scoter (.Melanitta nigra). These birds are known to feed especially on banks of the bivalve Spisula sp. Therefore, any shoreface nourishment that buries banks of these bivalves under a body of sand will during the following winters affect the food resources of these ducks
De suppleties maken omstandigheden waar opportunisten als Ensis eerder (her)koloniseren, en zo helpt Rijkswaterstaat de omslag van Spisula naar Ensis: exit de gewenste eendenaantallen (51.900) die zijn gebaseerd op de jaren 80-90 toen voedselrijker Spisula nog domineerde. Dat is precies wat we in 2012 weer bij Ameland waarnamen: en weg waren de eendjes, waarvoor de kustvisserij nu moet opkrassen.
Visserstranen voor droge voeten met Hollandse koopmansgeest
Dat suppleties een goedkopere kustverdediging zijn is fijn, en droge voeten zijn ons allen dierbaar: maar geef dan niet de zwakste partij op het Wad en Noordzeekustzone de schuld van (indirecte) ecologische gevolgen van je eigen beleid. De enige reden dat Leopold deze conclusie niet al hardop schreef, is dat geen opdrachtgever belang had bij een zoektocht in deze richting. Maar dat betekent nog niet dat er geen bewijs is voor mijn met feiten en RElaties onderbouwde Rypothese: die van mij staat sterker dan de zekerheid waarmee ze de visserij beschuldigen op basis van een stroman en nipt afwezige CORRELATIE: het kan Rijkswaterstaat niet wezen, dus moeten het de vissers zijn (is wat letterlijk staat in Baptist en Leopold 2009)
- De buurvrouw heeft buurman niet vermoord, dan is het de overbuurvrouw want die woont tegenover en die wilden we toch al kwijt(wetenschap Leopold/Ministerie van EZ-stijl, een residual explanation)
Barbertje, in dit geval de visserij, zal toch moeten hangen!
@paul, alle gegevens wijzen in deze richting, maar er zijn teveel mensen met belang bij een andere conclusie die bij bestaande beleidsrichtingen past….
Ik weet zeker dat een bodemdaling de Waddenstructuur op langere termijn ten goede zal komen. Daarom is bodemberoering door vissers ook totaal te verwaarlozen.
Al meer als 50 jaar als visser actief bezig op de Wadden en wat is mijn conclusie over het oostelijk waddengedeelte? In loop der jaren is hier een totale verzanding te zien, bv onder het Rif van de Noordwest-plaat stond vroeger 30 meter water tegen nu hooguit 15 meter, 15 meter grond liegt er beslist niet om, het geeft zelfs te zien dat er soorten vis verdwenen zijn, want niet alleen bij dit extreme voorbeeld doch in het gehele oostelijk gebied is dit het geval. Als nl de structuur danig veranderd is ,is ook de kinderkamer-functie in het gedrang voor diverse soorten en dat is niet te wijten aan grondberoering door enkele garnalennetten maar door verzanding, en beslist niet door intensivering van visserij, integendeel, vroeger werd daar veel meer gevist als tegenwoordig. De door de Staat geannexeerde gebieden waar een totaal visverbod heerst, geeft geen verschil te zien in flora en fauna,en dit al over 10 jaar, dat is het gebied onder Rottumeroog ten zuiden en westen. De kunstmatig veroorzaakte bodemdaling is wat dat betreft alleen maar een uitstel van executie van gedeeltelijke verzanding.
Schipper UQ. 1
Bedankt voor je inbreng. Het zou een goede zaak zijn als meer visserlui dit soort ervaringen publiceerde om de lezer een beeld van de praktijk te geven. Omdat die ervaring ruimschoots aanwezig is, snap ik niet dat hier niet structureel gebruik van wordt gemaakt in de communicatie vanuit de visserijsector richting het Nederlandse publiek, beleidsmaker en de politiek.
Wat dat betreft kan de visserijsector wel een kwaliteitsinjectie gebruiken. De schrijver van dit artikel, de SWNM en de groene rekenkamer kunnen hierbij van grote waarde zijn voor de sector.
Blijkbaar hebben bovenstaande partijen tot op de dag van vandaag niet de “juiste kleur” om de sector bij te staan. Zolang de belangen van de belangenbehartiging voor het belang van de visserman gaan, zal die situatie in mijn optiek ook niet veranderen.